Inleiding
Opdracht
Oh nee! Dit weekend is de brug ingestort! Wat moeten we nou doen.
Per dag moeten er wel honderden mensen over deze brug naar bijvoorbeeld hun werk of hun familie. De hele brug is weg! Nu moet er heel snel een nieuwe brug komen waar al die honderden mensen overheen kunnen rijden. Willen jullie mij helpen?

Verwerking
Opdracht 1 Onderzoeken
Jullie gaan onderzoeken wat voor soort bruggen er allemaal zijn.
Er zijn er namelijk ongelovelijk veel.
Jullie gaan dat voor mij uitzoeken.
Bij het kopje info-bron vind je alle informatie die je nodig hebt. Er zijn filmpjes, foto's en boeken.
Je beantwoordt de volgende vragen:
* Welke vormen kan een brug allemaal hebben?
* Van wat voor materiaal zou je zelf een brug kunnen maken?
* Hoe weet je of een brug stevig genoeg is?
* Hoe kan het dat een brug zo stevig is dat alle auto's erover heen kunnen rijden?
De antwoorden schrijf je op het papier dat je van de juf hebt gekregen.
Jullie hebben hier 10 minuten voor. Dus let goed op de tijd!
Opdracht 2 Bouwen
Jullie mogen voor mij een eigen brug maken en ontwerpen. Deze brug moet stevig genoeg zijn. Zo kunnen alle auto's erover heen. Ook moet de brug er natuurlijk mooi uit zien.
Kijk bij de beoordeling waar je brug allemaal aan moet voldoen!
Er ligt materiaal klaar in de klas. Je mag bijvoorbeeld gebruik maken van: gekleurd papier, rietjes, wc-rollen, houten stokjes
Heb je nog een ander idee, vraag het dan eerst aan de juf!
Het is best een belangrijke taak, een brug bouwen. In je groepje maak je de brug.
Opdracht 3 Presenteren
Als het goed is, is jullie brug nu af. Hij is vast heel mooi geworden! De gemaakte brug mag je aan de klas laten zien. Je vertelt even kort aan de andere kinderen hoe je hem hebt gemaak en waarom je de brug juist zo hebt gemaakt.
info-bron
websites
Informatie 1
Informatie 2
Plaatjes
Boeken
- Informatieboekje: Bruggen in Nederland
- Informatieboekje: Bruggen bouwen
- Informatieboekje: Constructies
Beoordeling
Let op! Jullie brug wordt ook beoordeeld.
Ik let op de volgende dingen:
1. Jouw brug lijkt ook op een echte brug.
2. Hij ziet er van de buitenkant leuk uit.
3. Hij is stevig genoeg!
Je kan een voldoende of een goed verdienen. Dus je brug is nooit fout!.
Heb je een brug die lijkt op een echte brug en er ook nog eens super leuk uitziet, dan heb je een voldoende.
Is de brug daarnaast ook stevig genoeg en valt hij niet om dan heb je een goed verdiend.
Afsluiting
Als iedereen hun zelfgemaakte brug heeft gepresenteerd gaan we even kijken welke brug het aller beste is. Iedereen schrijft op een papiertje de naam van het groepje dat de mooiste brug heeft gemaakt. Dit papiertje krijg je van de juf.
Leerkracht
Deze webquest is gemaakt voor groep 6. Ook kun je dit uitvoeren in de groepen 7 en 8.
Het gaat allemaal over het bouwen en ontwerpen van bruggen.
De kinderen gaan zelf onderzoeken wat voor soorten bruggen er zijn. Na aanleiding van hun onderzoek mogen de kinderen zelf een brug ontwerpen.
De webquest heeft betrekking op de volgende vakken:
- Natuur en techniek
- Taal
- Beeldend onderwijs
Doelen bij Natuur en techniek:
- De inhoud van de lesactiviteit heeft betrekking op één van de kerndoelen zoals geformuleerd onder het domein Natuur & Techniek van de SLO (TULE). .
- Tijdens de activiteit is de rol van de student die van observeerder, teruggetrokken begeleider, houder van het overzicht.
- Tijdens de activiteit is de rol van de leerling die van ontdekker/onderzoeker, uitvinder/ontwerper.
- kerndoel 45: De leerlingen leren oplossingen voor technische problemen te ontwerpen, deze uit te voeren en te evalueren.
Doelen bij taal:
Doelen bij beeldend onderwijs
- De student legt de betrokken materialen/technieken helder en aanschouwelijk uit. Hierbij wordt de relatie tussen betekenis en materiaalhantering inzichtelijk gemaakt.
- De student presenteert op een passende wijze en met zorg en aandacht de gemaakte werkstukken. De student bekijkt en bespreekt deze op een actieve en opbouwende wijze samen met de leerlingen. Hierbij staan de gestelde doelen bij de opdracht centraal, maar er is ook aandacht voor authentieke ontdekkingen.
- De student voert een eigen lesontwerp uit. Het gaat daarbij om een procesgerichte beeldende opdracht waarbij leerlingen gestimuleerd worden om vanuit hun eigen belevingswereld tot een uniek en authentiek beeldend product te komen. Het niveau van de opdracht is gerelateerd aan de beeldende leerlijnen/TULE.
- Kerndoel 55: De kinderen leren op eigen werk en dat van anderen te reflecteren.
Materialen die je nodig bent:
- Lijntjes papier voor het onderzoek.
- rietjes
- satéprikkers
- gekleurd papier
- wc-rollen
- lijm
- scharen
- onderleggers
- computers