Loopbaansturing: wie ben ik 2.0
Leerdoelen
Doelen:
Aan het einde van dit thema:
- weet je hoe keuzes gemaakt worden en hoe je hier bewust mee om kunt gaan;
- weet je wat een betekenisvolle ervaring is;
- weet je hoe je informatie over jezelf kunt halen uit een betekenisvolle ervaring
- weet je hoe je keuzes voor je loopbaan kunt maken op basis van een betekenisvolle ervaring
Plan van toetsing
Je behaalt dit thema als je:
* minimaal 80% van de lessen aanwezig bent
* minimaal 80% van de opdrachten hebt ingeleverd en voldoende hebt behaald
*
Keuzes maken
Theorie over het maken van keuzes, aangevuld met filmpjes eventueel een experiment met de klas
Wetenschappelijke info over keuzes maken
1. Op basis van ervaringen uit 1e hand
2. Op basis van ervaringen uit 2e hand (vrienden, familie)
3. Op basis van geruchten (via-via van horen zeggen)
4. Op basis van beeldvorming (reclame)
5. Op basis van objectieve feiten
Betekenisvolle ervaringen
Een betekenisvolle ervaring is een ervaring die emotie bij je oproept. Denk daarbij aan emoties als boos, verdrietig, blij, geïrriteerd, somber, gelukkig, enzovoort. Dit soort ervaringen heb je meerdere per week, soms zelfs meerdere per dag. Alleen ervaar je die meestal onbewust.
In dit blok ga je bewust op zoek naar zo'n betekenisvolle ervaring.
Op zoek naar een betekenisvolle ervaring
Uitleg over een betekenisvolle ervaring (blijf in het recente verleden, max. 1 week geleden)
Uitvragen van zo'n ervaring
Opdracht: beschrijf, film, fotografeer een ervaring die voor jou betekenisvol is/was
De week er na: bespreek de ervaring met een klasgenoot naar eigen keuze
Dagboek betekenisvolle ervaringen
Houd een week lang een dagboek bij van energievretende momenten en energiegevende momenten. Kenmerken van
groen zijn: je geniet, je vergeet de tijd, je hoeft amper na te denken bij wat je doet, je kijkt er naar uit, je vindt het zelf niet
zo bijzonder wat je doet, maar anderen wijzen je erop dat je het goed kan. Kenmerken van rood zijn: de tijd schiet niet op,
je kijkt er niet naar uit, je wordt er moe van, je stelt het uit.
Kwaliteiten
Hoe ontdek je je kwaliteiten uit een betekenisvolle ervaring
Opdracht: ga op zoek naar de kwaliteiten die jij hebt ingezet bij een betekenisvolle ervaring (mag dezelfde zijn uit opdracht 1, maar mag ook een andere zijn
Motieven/leefregels
Je leefregel op een tegel
1. Mijn leefregels op een tegel
Tijd
1 uur
Doel
Je kunt aangeven wat voor jou belangrijk is.
Weten
Een opleiding moet niet alleen passen bij jouw kwaliteiten. Het is goed als een opleiding ook past bij wat jij belangrijk vindt. Daarvoor moet je eerst weten wat je belangrijk vindt in je leven.
Opdracht
- Wat was voor jou een belangrijke gebeurtenis in je leven? Noem er twee. Maak aantekeningen op een kladpapiertje.
- Zoek bij elke gebeurtenis een afbeelding (foto of tekening) die erbij past. Noteer bij de afbeeldingen woorden die volgens jou te maken hebben met de gebeurtenis.
- Wat maakte deze gebeurtenissen voor jou zo bijzonder? Wat raakte jou? Noteer dit bij de afbeeldingen. Laat je afbeeldingen zien en vertel erover.
- Herken je hetgene dat de gebeurtenissen zo bijzonder maakte ook in andere situaties? Zo ja, beschrijf de situaties kort bij de afbeeldingen.
- Bedenk wat precies voor jou belangrijk was in de gebeurtenissen. Kun je hier één spreuk of leefregel van maken?
Vul je spreuk of leefregel in op een tegeltje via de site: http://www.tegelspreukmaker.nl/ en print uit.
Klassenposter met leefregels
2. Klassenposter met leefregels
Tijd
30 minuten
Doel
Je kunt aangeven wat voor jou belangrijke waarden en leefregels zijn.
Weten
Niet iedereen vindt hetzelfde belangrijk. Het is voor jezelf belangrijk om te weten waar je aan hecht, want dat maakt wie je bent en hoe je je gedraagt. Bovendien is het ook belangrijk om te weten wat de leefregels van een ander zijn. Als je als groep samenwerkt, gelden niet alleen jouw leefregels maar ook die van anderen. Het is goed als de leefregels in een groep voor iedereen helder zijn.
Opdracht
- Hang alle uitgeprinte tegels van de klas als een poster bij elkaar.
- Lees de spreuken en leefregels.
- De docent wijst steeds een andere tegel aan. Welke vragen heb je hierbij? De maker van de tegel beantwoordt de vragen en legt uit waarom hij/zij voor deze tekst heeft gekozen.
- Welke tegels spreken je aan? In welke kun jij je vinden? Wijs twee tegels aan en vertel aan de klas waarom deze tegels je aanspreken.
- Bepaal met de groep en de docent jullie top drie van leefregels voor deze klas. Hang de tegels die bij jullie top drie passen bovenaan, of maak ze herkenbaar met een kleur of sticker.
Eindopdracht leefregels
PORTFOLIO-OPDRACHT 1
Tijd
30 minuten
Doel
Je kunt laten zien hoe jij jouw eigen leefregel toepast in je leven.
Weten
We hebben allemaal een leefregel die we het meest belangrijk vinden. De meeste van ons passen de leefregel die we zelf het belangrijkst vinden ook toe.
Opdracht
PORTFOLIO-OPDRACHT 1
Werkexploratie
Hoe ziet jouw toekomstige werk er uit? Natuurlijk leidt jouw opleiding je op tot een bepaald vak, maar hoe zie jij dat werk? Er zijn namelijk nog veel keuzes mogelijk. En passen jouw kwaliteiten en leefregels bij het werk wat je wilt gaan doen? Of werken ze je juist tegen?
- Wat zijn moeilijke aspecten/dillemma’s in je werk? Waar botsten jouw leefregels met de aard/ethiek van je toekomstige werk
- Wat zijn uitdagingen/ontwikkelingen? Hoe passen jouw kwaliteiten in je toekomstige werk? In welke eigenschap zou je je nog kunnen/willen ontwikkelen om beter te passen in je werk?
Opdracht:
- Open een leeg vel in Word of Powerpoint.
- In het midden verzamel je een aantal afbeeldingen die voor jou weergeven waar jouw toekomstige werk over gaat.
- Bij deze afbeeldingen mag je steekwoorden plaatsen die nog duidelijker weergeven waar voor jou je toekomstige werk over gaat.
Neem nu de opdracht die je hebt gemaakt over kwaliteiten en en de opdracht over leefregels er bij. Bedenk hoe deze kwaliteiten en leefregels passen in jouw beeld van je werk. Bedenk daarbij dat elke kwaliteit of leefregels je kan helpen in je beroep, maar je ook kan tegenwerken.
- Je conclusies verwerk je op het blad met je beeld van je toekomstige werk, om de afbeelding heen die er al stonden. Gebruik hierbij korte zinnen of steekwoorden.
Loopbaansturing
Opdracht:
Houd een interview met 3 verschillende mensen die al een aantal jaren werkervaring hebben (minimaal 10 jaar). Je mag deze zoeken in je familie-, vrienden- of kennissenkring, maar je mag ook iemand interviewen die het beroep uitoefent wat jij later wilt gaan doen.
Het onderwerp van het interview is: "keuzes op de werkvloer". Je gaat bij die 3 mensen uitvragen welke keuzes zij hebben gemaakt voor hun loopbaan en hoe zij tot die keuze gekomen zijn.
In deze les bedenk je met groepjes van 3 of 4 klasgenoten een aantal vragen die je tijdens je interview kunt stellen. Ook overleg je met elkaar welke personen in jouw omgeving interessant zijn om te interviewen. Zo heb je aan het einde van de les duidelijk welke 3 personen je gaat interviewen en welke vragen je gaat stellen.
Maak van elk van de 3 interviews een verslag waarin je het interview samenvat. Beschrijf bij elk interview wat je het meeste opviel in de loopbaan van degene die je hebt geïnterviewd en waarom.
Netwerken
Onbewust ken je ontzettend veel mensen, die iets voor je kunnen betekenen. Deze mensen zitten in je `netwerk'. Maar ook de mensen die je via-via kent, kunnen iets voor je betekenen.
Kan het gratis (of voor minder)?
In een leven waar producten en diensten al duur genoeg zijn, zijn er genoeg mogelijkheden om dat product of dienst voor minder geld te krijgen dan dat het zou moeten kosten.
De eerste mogelijkheid is om gewoon korting te vragen. Een andere mogelijkheid is het gebruik maken van je netwerk.
Opdracht
Eindopdracht
In de afgelopen weken heb je dingen uitgezocht over je eigen kwaliteiten en motieven en hoe die van invloed zijn op je loopbaan. Je hebt ook gekeken naar hoe de loopbaan van anderen is verlopen en welke keuzes zij hebben gemaakt.
EINDOPDRACHT:
Voor de eindopdracht ga je op zoek naar een film, lied, muziekstuk, gedicht, boek of kunstwerk wat bij jou past. Je koppelt dit aan je kwaliteiten en motieven. Wat van jouw kwaliteiten en/of motieven komt terug in de film, het lied, muziekstuk, gedicht of boek.
Je neemt de film, het lied, muziekstuk, gedicht, boek of (een afbeelding van het) kunstwerk mee naar de laatste les. In de één na laatste les bepaal je met de klas en de docent hoeveel tijd iedereen heeft om dit te laten zien/horen aan de klas (60 minuten gedeeld door aantal leerlingen). In de tijd die je dan krijgt, laat je dus (een stukje van je) film, lied, muziekstuk, gedicht, boek of kunstwerk horen/zien aan de klas en je vertelt er bij wat de koppeling is naar jouw kwaliteiten/motieven.
Docentenhandleiding
Mensen kunnen pas goede keuzes maken als zij een ervaring hebben opgedaan die voor hen van betekenis is. Om hier betekenis aan te geven, is het nodig dat zij de ervaring bespreken met anderen.

