Vitaal burgerschap
Vitaal burgerschap gaat over de bereidheid en het vermogen om te reflecteren op je eigen leefstijl en te zorgen voor je eigen vitaliteit als werknemer en burger.
Wat gaat goed en wat kan beter met betrekking tot je eigen leefstijl?
Heb je genoeg beweging in een week?
Eet je gezond of juist niet?
Welke verslavingen zijn er en welke ken je uit je eigen omgeving?
Wat is seksualiteit en hoe kijk jij hier tegenaan?
In dit thema gaan we kijken naar de onderwerpen: sport, voeding, verslavingen en seksualiteit.
Leerdoelen
Hoofddoel
De leerling is bereid en heeft het vermogen om te reflecteren op de eigen leefstijl en zorg te dragen voor de eigen vitaliteit als burger en werknemer.
Sport
- De leerling is bewust van positieve en negatieve gevolgen van sporten
- De leerling kan kritisch kijken naar sporten om een gezonde levenswijze te verkrijgen
- De leerling heeft inzicht in zijn/haar werkveld in combinatie met sport
Voeding
- De leerling is bewust van zijn/haar eigen voedingspatroon
- De leerling begrijpt wat de invloed van voeding op zijn/haar gezondheid is
- De leerling kan kritisch kijken naar hedendaagse voeding
- De leerling heeft inzicht in zijn/haar werkveld in combinatie met voeding
Verslaving
- De leerling is zich bewust van positieve en negatieve gevolgen van verslavingen
- De leerling kan een mening verwoorden omtrent verslavingen
- De leerling heeft inzicht in zijn/haar werkveld in combinatie met verslaving
Seksualiteit
- De leerling is bewust van diverse seksuele geaardheden
- De leerling is bewust van diverse seksuele aandoeningen
- De leerling is op de hoogte van feiten en cijfers omtrent seksualiteit
- De leerling is bewust van de eigen en andermans normen en waarden omtrent seksualiteit
- De leerling heeft inzicht in zijn/haar werkveld in combinatie met seksualiteit
Eindopdracht
Doelen
- De leerling kan een voorbeeld van een probleem/situatie (binnen de besproken onderwerpen) toelichten
- De leerling toont probleem oplossend vermogen
- De leerling kan kritisch zijn over het eigen handelen en/of het handelen van anderen
Eindopdracht
Vitaal burgerschap gaat niet alleen over jezelf, maar ook over wat jij doet als persoon in je omgeving. Ben je bewust van de keuzes die je maakt over je sport of eetgedrag, of over wat je doet in het weekend? Heb je in je omgeving misschien ooit een situatie meegemaakt die je nu anders zou aanpakken of ken je een situatie waar veel mensen ooit een probleem mee hebben gehad? Zie je misschien tijdens het uitgaan of op een festival mensen drugs gebruiken en vind je dit eigenlijk niet kunnen? Of vind je het erg dat er steeds minder mensen genoeg bewegen en weinig gezond eten? Je hebt hier misschien wel een mening over en zou bepaalde mensen ook wel eens wat advies kunnen geven. Dat ga je ook doen in de eindopdracht!
Je maakt een PowerPoint of Prezi waarin je een probleem of situatie aan de klas voorlegt. De situatie verzin je zelf of je gebruikt iets wat je ooit hebt gezien of wat je kent en waar je iets over zou willen zeggen. De situatie moet gaan over sporten, voeding, verslavingen of seksualiteit. Het gaat erom dat jij een oplossing of advies geeft over de situatie. Gebruik plaatjes, krantenartikelen of een kort filmpje om je verhaal kracht bij te zetten. Het is ook belangrijk dat je aan de klas vraagt hoe zij tegen jouw situatie of probleem aankijken. Verder mag de situatie met je werkveld of privé-situatie te maken hebben.
Dus:
- Je kiest een situatie of een probleem waar anderen of jijzelf last van (kunnen) hebben
- Het onderwerp moet te maken hebben met: sport, voeding, verslavingen of seksualiteit
- Leg de situatie uit door een filmpje, artikelen of plaatjes te gebruiken
- Betrek de klas door te vragen wat zij zouden doen in de situatie
- Sluit de presentatie af door jouw eigen advies te geven over de situatie
- Je zorgt dat je alles goed onderbouwt
- De presentatie duurt maximaal 5 minuten
Plan van Toetsing en Afsluiting
Plan van toetsing en afsluiting
(PvTA)
Om dit thema van LOB te behalen moet je:
- minimaal 80% van alle deelopdrachten die in de les zijn gedaan gemaakt hebben
- minimaal 80% van de lessen aanwezig zijn
- actief deelnemen aan de lessen
- de presentatie hebben gedaan en minimaal een voldoende behalen
De docent zal op je op de hoogte houden van de deelopdrachten die hij of zij met jou in de les heeft gedaan en die je dus moet laten aftekenen.
Sport
Sport
Volgens verschillende onderzoeken zouden jongeren en volwassenen nog steeds te weinig groente/fruit eten en te weinig bewegen. (Waaronder TNS Nipo, ‘Monitor convenant gezond gewicht 2013’).
Bron: http://www.convenantgezondgewicht.nl/download/195/tno_monitor_convenant_gezond_gewicht_2013.pdf
Opdracht 1
1. Wat zijn volgens jou de voordelen van sporten?
2. Wat zijn volgens jou de nadelen van sporten?
- Filmpje over nadelen van sporten (3.52 min.) Filmpje kan schokkende beelden bevatten: http://www.youtube.com/watch?v=tlS1I9881ak
3. Beoefen jij een sport? Zo ja, welke dan? (Als je niet sport, wat doe je dan om aan je beweging te komen?)
4. Hoe veel uur doe je dit in de week?
5. Hoe voel jij je na het sporten? Beschrijf dit in het kort.
6. Wat heeft sporten te maken met werk/ stage/ sector waarin je werkt?
7. Wat wordt er van je verwacht qua gezondheid op je werk/ stage/ sector?
8.Mannen hebben ongeveer 2500 kcal per dag nodig
Vrouwen hebben ongeveer 2000 kcal per dag nodig
Stel je bent net naar de McDonalds geweest en hebt 450 kcal binnen gekregen.
Wat en hoeveel moet je sporten om de 450 kcal eraf te branden om op gelijk gewicht te blijven? Maak een leuke combinatie.
|
Activiteit
|
kcal / kg / uur
|
|
Aerobics
|
6
|
|
Badminton
|
4,5
|
|
Basketbal
|
6
|
|
Fietsen (16 km/u)
|
4
|
|
Fitness
|
5,5
|
|
Handbal
|
8
|
|
Hardlopen (11 km/u)
|
11,5
|
|
Hockey
|
8
|
|
Joggen (6 km/u)
|
7
|
|
Judo / karate
|
10
|
|
Racefietsen (25-30 km/u)
|
12
|
|
Schaatsen
|
7
|
|
Spinning
|
9
|
|
Squash
|
12
|
|
Tafeltennis
|
4
|
|
Tennis
|
7
|
|
Touwtje springen
|
8
|
|
Voetbal
|
7
|
|
Volleybal
|
3
|
|
Wandelen (5 km/u)
|
3,5
|
|
Zwemmen
|
6
|
Uitleg: Stel je weegt 75 kg en gaat fietsen. Hiermee verbruik je dan ongeveer 4 kcal per uur per gewicht X 75 (je gewicht) = 300 kcal per uur.
Opdracht 2
Schrijf drie kleine dingen op die jij kunt doen om gezonder te leven
Opdracht 3: Stelling
- Je hebt geen (super) actieve levensstijl nodig om gezond te werken en gezond te zijn
Wat komt er in je portfolio
- Opdracht 1
- Opdracht 2
- Reactie op stelling
Voeding
Voeding 1
Gezondheidstest: http://www.gezondheidstest.be/
Je maakt individueel de gezondheidstest. In de uitslag staat duidelijk waar jij op zou moeten letten en worden er tips gegeven. De test komt uit België, waardoor sommige producten niet altijd bekend zullen zijn bij iedereen. Als je het product niet kent dan zal je het waarschijnlijk ook niet gegeten hebben.
Uitleg opdracht:
1. Ga naar: www.gezondheidstest.be
2. Klik op: 19+
3. Ga naar: ‘mijn actieve voedingsdriehoek’ (rode balk)
4. Klik op: afbeelding van formuliertjes
5. Klik op: ‘de driehoek in actie: test jezelf’
6. Maak de gezondheidstest
Opdracht 1
1. Maak een ‘print screen’ van de driehoek en voeg deze bij de opdracht.
2. Wat vind je van de uitslag? Klopt dit met het beeld van je leefstijl? Leg dit uit.
3. Welke tips kun jij gebruiken van de uitslag?
4. Ga je hier ook iets mee doen? Waarom wel of waarom niet?
Opdracht 2: Stelling
- Testjes over gezondheid zijn leuk maar ik kan er niets mee
Wat komt er in je portfolio
- Opdracht 1
- Reactie op stelling
Voeding 2
Filmpje over voeding: http://www.youtube.com/watch?v=tObv9lBtDcY (2.30 min.)
In het filmpje wordt kort en duidelijk aangegeven wat de impact van de hedendaagse voeding is op de mens en het milieu. Daarnaast is er extra aandacht voor catering. Dit is dus van toepassing op jou, omdat je op school en misschien op je (bij-)baan ook te maken hebt met catering.
Opdracht 1
1. Wat vind jij van de catering op school/werk? Geef hier ook een argument bij.
2. Schrijf een aantal ‘gezonde’ en ‘minder gezonde’ producten op die in de kantine op school of op je werk verkocht worden.
3. Schrijf minimaal twee verbeteringen op die de catering kan invoeren
4. Waarom kies je voor deze twee verbeteringen? Leg je keuze uit.
5. Bespreek met de persoon die naast je zit wat hij/zij heeft opgeschreven bij vraag 3.
Noteer zijn/haar verbeteringen ook.
6. Wat biedt je stageplek/ bijbaantje voor eetmogelijkheden?
7. Moet je veel of weinig eten om je bijbaantje vol te kunnen houden (energiebehoefte/energieverbruik)?
8. Kun jij heel de dag volhouden als je minder brood eet en meer eiwitten en groentes/fruit?
Opdracht 2
1. Ga naar www.mcdonalds.nl en www.subway.nl en reken uit hoeveel Kcal je eet als jij een maaltijd daar eet.
2. Vind je dit veel?
3. Zit jij over het gemiddelde heen? (Man: 2500 kcal Vrouw: 2000 kcal)
4. Stel zelf een menu samen van ontbijt-lunch-avondeten waarbij je beneden het maximaal aantal Kcal moet blijven (combinatie van McDonalds en Subway)
5. Vind je dit moeilijk of gemakkelijk? Leg dit ook uit.
Duurzaam eten: Waarom en wat betekent het? (3.00 min.)
http://www.youtube.com/watch?v=WGvgV8CeB4I
Opdracht 3: Stelling
- Gezonder eten heb ik zelf in de hand.
Wat komt er in je portfolio
- Opdracht 1
- Opdracht 2
- Reactie op stelling
Verslaving
Verslavingen 1
Verslavingen en de positieve en vaak ook negatieve gevolgen hiervan zijn bij de meeste van jullie wel bekend. Toch is een verslaving niet voor niets een verslaving en heb je hier op een moment wel mee te maken gehad. Van telefoongebruik tot alcoholmisbruik en van blowen tot GHB. Door zelf wat onderzoek te doen naar de gevolgen van een verslaving kun je gemakkelijker een standpunt innemen en hier een mening over vormen.
Opdracht 1
1. Wat is een verslaving? (beschrijf dit in je eigen woorden)
2. Welke verslavingen ken je? (schrijf er minimaal 4 op)
Opdracht 2
werkvorm: zoek in tweetallen een verslaving op. Beantwoordt de vragen en verzamel feiten en cijfers van de verslaving.
Sites met informatie:
- www.verslaving.nu
- http://www.novadic-kentron.nl
- http://www.cbs.nl/nl-NL/menu/themas/gezondheid-welzijn/publicaties/artikelen/archief/2011/2011-3358-wm.htm
Schrijf op:
1. Welke verslaving hebben jullie gekozen? Omschrijf deze verslaving.
2. Wat zijn de kenmerken van deze verslaving?
3. Wat zijn de effecten van deze verslaving?
4. Wat kan er gedaan worden tegen deze verslaving?
5. Wat vind jij van deze verslaving, geef je mening en onderbouw dit met argumenten.
Filmpje Spuiten en Slikken over GHB (5.27 min.): http://www.youtube.com/watch?v=LJ7ODkP_Rpo
Opdracht 3: Stelling
- Alle verslavingen zijn slecht
Wat komt er in je portfolio
- Opdracht 1
- Opdracht 2
- Reactie op stelling
Verslavingen 2
Je hebt in de vorige les een klein onderzoek gedaan naar een verslaving. Bij jezelf of in je omgeving kun je hier ook mee te maken hebben gehad. In deze les ga je meer naar jezelf en je eigen gedrag kijken.
Opdracht 1
1. Welk middel heb je zelf ooit gebruikt of wat gebruik je nog steeds?
2. Waarom heb je dit gebruikt of waarom gebruik je dit?
3. Wat zijn de risico’s van het middel wat je hebt gebruikt of gebruikt?
4. Zoek zelf op: zoek informatie over het middel wat je ooit hebt gebruikt of wat je gebruikt. Schrijf zoveel mogelijk informatie op. (voordelen/nadelen, werking van het middel, gevolgen).
5. Wat zijn de gevolgen voor het gebruik van dit middel voor je stage of bijbaan?
Opdracht 2: Stellingen
Leerlingen gaan in groepjes van ongeveer vier personen een mening geven met onderbouwing over de stelling. Na het opschrijven van de mening draait het vel met de stelling door naar een andere groep. Op het nieuwe vel schrijven de leerlingen of hun eigen mening of een reactie op een andere mening.
- Je moet niet met verslaafden omgaan
- Alcohol en/of drugs moeten overal gebruikt kunnen worden
- Op je bijbaan/stage mag een collega best over alcohol en- drugsgebruik praten
- Als de buurman verslaafd is, moet je je daar niet mee bemoeien
- Van één keer drugs gebruiken raak je niet verslaafd
Als ieder groepje ieder vel met de stelling heeft gehad, kan dit klassikaal nog besproken worden.
Wat komt er in je portfolio
- Opdracht 1
- Een foto of uitwerking van de stellingen
Seksualiteit
Seksualiteit 1
Seksualiteit is een onderwerp wat voor iedereen actueel is. Seksualiteit gaat niet alleen maar over seks, maar ook over wie jij bent en hoe jij je voelt. Waar liggen je grenzen? Wat zijn jouw waarden en normen omtrent seksualiteit? Hoe kijk jij tegen seksuele diversiteit aan? Tijdens deze twee lessen gaan we deze vragen bespreken.
Opdracht 1
1. Wat is seksualiteit? Omschrijf dit in je eigen woorden.
2. Vanaf welke leeftijd vind jij dat seksualiteit onder de aandacht gebracht moet worden?
3. Wat moet er dan allemaal besproken worden over seksualiteit? Schrijf een aantal onderwerpen op.
Opdracht 2
1. Wat is volgens jou het beeld van de perfecte man of perfecte vrouw? Geef een omschrijving.
2. Wat is volgens de maatschappij het beeld van de perfecte man of perfecte vrouw? Geef een omschrijving.
3. Pas jij je aan het beeld van de maatschappij aan? Onderbouw dit met een argument.
Seksuele diversiteit filmpjes:
Deel van aflevering ‘Metropolis’ (tot 11.50 min.): http://www.npo.nl/metropolis/12-07-2012/VPWON_1167886
Transgender Dionne (3.15 min.): http://www.youtube.com/watch?v=KX8UakTGa-k&list=PLHRuVX-I5j2kfTnUtTXaYsg62S6P-ShJK&index=22
Transgender kinderen DWDD (9.25 min.):
http://www.youtube.com/watch?v=BRfmgrFnn4I&index=33&list=PLHRuVX-I5j2kfTnUtTXaYsg62S6P-ShJK
Klassikale test over seks:
- Iedereen krijgt een A4 papier met aan de ene kant ‘waar’ en andere kant ‘niet waar’. Ga bij je tafeltje staan.
- Je luistert naar de vraag van de leraar en laat het A4-papier zien met ‘waar’ of ‘niet waar’. Als je het fout hebt ga je zitten.
Link: http://tests.psychologiemagazine.nl/Relaties/Test%20je%20sekskennis
Wat komt er in je portfolio
- Opdracht 1
- Opdracht 2
Seksualiteit 2
Opdracht 1
Interactieve les met behulp van: http://canyoufixit.sense.info/
Je kiest een casus en probeert de situatie op te lossen.
1. Beschrijf de casus die je hebt gekozen in het kort.
2. Welke rol speelde je? (kies de naam van de persoon)
3. Herken je deze situatie (van jezelf of van een ander)?
4. Wat vind je van de situatie? Onderbouw dit met argumenten.
5. Heb je het gevoel dat je iets kan leren van de situatie? Zo ja, waarom wel? Zo nee, waarom niet?
Kies nog een casus (mag ook dezelfde casus zijn, met een andere acteur) en werk de opdracht nogmaals uit.
Opdracht 2: Stellingen
- Je hoeft je grenzen niet aan te geven als je elkaar vertrouwt
- Als je je eigen grenzen niet aangeeft dan vind je alles goed
- Meisjes die te bloot gekleed zijn vragen erom om nageroepen te worden
- Een liefdesrelatie met je baas of stagebegeleider moet kunnen
Wat komt er in je portfolio
- Opdracht 1
- Reactie op stellingen
Eindopdracht
Ik in de perfecte maatschappij
Vitaal burgerschap gaat niet alleen over je eigen gedrag, maar ook over het gedrag van een ander binnen je omgeving. Ben je bewust van de keuzes die je maakt over je sport of eetgedrag, of over wat je doet in het weekend? Heb je in je omgeving misschien ooit een situatie meegemaakt die je nu anders zou aanpakken of ken je een situatie waar veel mensen ooit een probleem mee hebben gehad? Zie je misschien tijdens het uitgaan of op een festival mensen drugs gebruiken en vind je dit eigenlijk niet kunnen? Misschien vind je dit helemaal niet erg. Of vind je het erg dat er steeds minder mensen genoeg bewegen en weinig gezond eten? Je hebt hier misschien wel een mening over en zou bepaalde mensen ook wel eens wat advies kunnen geven. Dat ga je ook doen in de eindopdracht!
Je maakt een PowerPoint of Prezi waarin je een probleem of situatie aan de klas voorlegt. De situatie verzin je zelf of je gebruikt iets wat je ooit hebt gezien of wat je kent en waar je iets over zou willen zeggen. De situatie moet gaan over sporten, voeding, verslavingen of seksualiteit. Het gaat erom dat jij een oplossing of advies geeft over de situatie. Gebruik plaatjes, krantenartikelen of een kort filmpje om je verhaal kracht bij te zetten. Het is ook belangrijk dat je aan de klas vraagt hoe zij tegen jouw situatie of probleem aankijken. Verder mag de situatie met je werkveld of privé-situatie te maken hebben.
Dus:
- Je kiest een situatie of een probleem waar anderen of jijzelf last van kunnen hebben of hebben gehad
- Het onderwerp moet te maken hebben met: sport, voeding, verslavingen of seksualiteit
- Leg de situatie uit door een filmpje, artikelen of plaatjes te gebruiken
- Betrek de klas door te vragen wat zij zouden doen in de situatie
- Sluit de presentatie af door jouw eigen advies te geven over de situatie
- Je zorgt dat je alles goed onderbouwt
- De presentatie duurt maximaal 5 minuten
Docentenhandleiding
Sport
Volgens verschillende onderzoeken zouden jongeren en volwassenen nog steeds te weinig groente/fruit eten en te weinig bewegen (waaronder TNS Nipo, ‘Monitor convenant gezond gewicht 2013’).
Bron: http://www.convenantgezondgewicht.nl/download/195/tno_monitor_convenant_gezond_gewicht_2013.pdf
Lesdoelen:
- De leerling is bewust van positieve en negatieve gevolgen van sporten
- De leerling kan kritisch kijken naar sporten om een gezonde levenswijze te verkrijgen
- De leerling heeft inzicht in zijn/haar werkveld in combinatie met sport
De les kan opgestart worden met een korte introductie op het onderwerp (aanhalen onderzoek), middels een woordweb of klassengesprek.
Les opzet:
1. Inleiding
2. Maken opdracht 1 (filmpje over nadelen van sporten laten zien: http://www.youtube.com/watch?v=tlS1I9881ak) Filmpje kan schokkende beelden bevatten
3. Maken opdracht 2
4. Bespreken opdracht 3 (stelling)
Voeding
Les 2: Voeding
Om inzicht te verkrijgen in het voedingspatroon van een leerling maakt de leerling een gezondheidstest. De test is uitgegeven door VIGeZ (Vlaams Instituut voor Gezondheidspromotie en Ziektepreventie). Het is mogelijk dat niet alle leerlingen bekend zijn met alle producten die in de test aan de orde komen, maar dan is het waarschijnlijk dat de leerling dit niet gegeten/gedronken heeft.
Bron: http://www.gezondheidstest.be/
Lesdoelen:
- De leerling is bewust van zijn eigen voedingspatroon
- De leerling begrijpt wat de invloed van voeding op zijn gezondheid is
- De leerling kan kritisch kijken naar hedendaagse voeding
- De leerling heeft inzicht in zijn/haar werkveld in combinatie met voeding
Bespreek voor de inleiding van de les met de leerlingen dat voeding van invloed is op het lichaam (gevoel en gedrag). Voorbeelden: chocolade en de werkende stof dopamine/endorfine of suikers in voedsel en dranken voor energie. Maak ook de link naar de situatie van de leerling op stage, (bij-)baan en/of school.
Les opzet:
1. Inleiding
2. Uitleg aan de klas waar de test te vinden is (stappen doornemen en begeleiden bij niveau 2 klas)
3. Maken opdracht 1
4. Bespreken opdracht 2 (stelling)
Les 3: Voeding
Voeding is belangrijk voor een leerling omdat dit hem/haar beïnvloedt. Voldoende gezonde voeding is belangrijk, maar de meeste leerlingen gaan ook nog wel eens langs de Burger King of McDonalds. Daarnaast hebben externe bedrijven (cateraars) en de omgeving (vrienden en gezin) ook invloed op het eetgedrag van de leerling.
Het filmpje kan als inleiding dienen voor de start van de les. Hierin wordt kort en duidelijk aangegeven wat de invloed van hedendaagse voeding op de mens is met betrekking tot het milieu. Leerlingen hebben op iedere locatie van het Helicon te maken met een cateringbedrijf die voor hen bepaalt wat er gegeten wordt. Door de leerling hier kritisch naar te laten kijken kan dit inzicht verschaffen in hun eigen situatie.
Link filmpje: http://www.youtube.com/watch?v=tObv9lBtDcY (2.30 min.)
Link extra filmpje: http://www.youtube.com/watch?v=WGvgV8CeB4I (3.00 min.)
(overlapping met eerste filmpje, want is van dezelfde makers)
Les opzet:
1. Inleiding les met filmpje
2. Maken opdracht 1
3. Maken opdracht 2
4. Bespreken opdracht 3 (stelling)
Verslaving
Les 4: Verslaving
Verslavingen en de positieve en vaak ook negatieve gevolgen hiervan zijn bij de meeste leerlingen oppervlakkig bekend. Toch is een verslaving niet voor niets een verslaving en hebben leerlingen dit op enig moment in hun leven meegemaakt met zichzelf of in hun omgeving. Van roken tot alcoholmisbruik en van blowen tot GHB. Door de leerling zelf wat onderzoek te laten doen naar de gevolgen en hen hiervan bewust te maken kan een leerling hierover een duidelijk standpunt innemen en verwoorden.
Lesdoelen:
- De leerling is zich bewust van positieve en negatieve gevolgen van verslavingen
- De leerling kan een mening verwoorden omtrent verslavingen
- De leerling heeft inzicht in zijn/haar werkveld in combinatie met verslaving
Les opzet:
1. Inleiding
2. Maken opdracht 1 (kan ook klassikaal besproken worden)
3. Maken opdracht 2
3. Filmpje over GHB
4. Bespreken opdracht 3 (stelling)
Les 5: Verslaving
Extra filmpjes voor inleiding of voor tussendoor:
- ‘Moeder verslaafd aan Farm-ville’ (1.14 min.): http://www.dumpert.nl/mediabase/1875171/679e4a3a/moeder_verslaafd_aan_de_farm_ville_sim_dinges.html
- ‘Meneer verslaafd aan het eten van bakstenen’ (2.09 min.): http://www.dumpert.nl/mediabase/6613342/3e4f0e4a/man_verslaafd_aan_bakstenen_eten.html
- ‘Man op festival met een onzichtbaar drumstel’ (2.38 min.):
http://www.dumpert.nl/mediabase/1229961/48df4cea/man_gaat_naar_feest.html
Filmpje Spuiten en Slikken over GHB (5.27 min.): http://www.youtube.com/watch?v=LJ7ODkP_Rpo
Doel: de leerling bewust maken van de in populariteit toegenomen drug ‘GHB’ en wat hier dan in zit.
Uitleg werkvorm schrijfcarrousel:
Leerlingen gaan in groepjes van ongeveer vier personen een mening geven met onderbouwing over de stelling. Na het opschrijven van de mening draait het vel met de stelling door naar een andere groep. Op het nieuwe vel schrijven de leerlingen of hun eigen mening of een reactie op een andere mening. Benodigdheden zijn: stiften, grote vellen papier, indeling lokaal in groepen van ongeveer vier personen.
Les opzet:
1. Inleiding
2. Maken opdracht 1
3. Maken opdracht stellingen (Schrijfcarrousel)
Seksualiteit
Les 6: Seksualiteit
Seksualiteit is een onderwerp wat bij bijna alle leerlingen actueel is. Op deze leeftijd is er sprake van seksuele activiteit en dit is ook van invloed op de gesteldheid van de leerling. Wat zijn de nadelen en voordelen van seks? Waar liggen de grenzen van de leerling? Wat zijn normen en waarden omtrent seksualiteit? Hoe kijken leerlingen tegen seksuele diversiteit aan? Daarnaast gaat de leerling relaties aan met collega’s (professioneel of liefdesrelatie) en krijgen leerlingen te maken met het aangeven van hun grenzen. Door gebruik te maken van casussen en voorbeelden (stel dat…) kan een les over seksualiteit luchtig gebracht worden en open besproken worden. Belangrijk is om hierbij aan te geven dat niemand iets moet vertellen en dat niemand uitgelachen wordt als diegene iets wil vertellen.
Lesdoelen:
- De leerling is bewust van diverse seksuele geaardheden
- De leerling is bewust van diverse seksuele aandoeningen
- De leerling is op de hoogte van feiten en cijfers omtrent seksualiteit
- De leerling is bewust van eigen en andermans normen en waarden omtrent seksualiteit
- De leerling heeft inzicht in zijn/haar werkveld in combinatie met seksualiteit
Filmpjes over seksuele diversiteit:
- Deel van aflevering ‘Metropolis’ (niveau 3/4) tot 11.50 min.: http://www.npo.nl/metropolis/12-07-2012/VPWON_1167886
- Deel van aflevering ‘Uit de kast’ (niveau 2) zoek zelf een geschikte aflevering op www.npo.nl, zoekterm: ‘uit de kast’
- Transgender Dionne (3.15 min.): http://www.youtube.com/watch?v=KX8UakTGa-k&list=PLHRuVX-I5j2kfTnUtTXaYsg62S6P-ShJK&index=22
- Eventueel Transgender kinderen DWDD (9.25 min.):
http://www.youtube.com/watch?v=BRfmgrFnn4I&index=33&list=PLHRuVX-I5j2kfTnUtTXaYsg62S6P-ShJK
Test over fabels omtrent seks (petje op, petje af vorm)
Benodigdheden: A-4 papier (vellen door midden knippen en aan een kant ‘waar’ en aan de andere kant ‘niet waar’ opschrijven), stift, site: http://tests.psychologiemagazine.nl/Relaties/Test%20je%20sekskennis
Iedere leerling krijgt een A4 papier met aan de ene kant ‘waar’ en andere kant ‘niet waar’. Laat de vraag zien en vraag aan de klas om het A4 papier te laten zien met ‘waar’ of ‘niet waar’. Als een leerling het fout heeft gaat hij/zij zitten.
Extra (schattings)vraag voor als er nog meerdere mensen over zijn:
Hoeveel calorieën verbrand een mens gemiddeld met een half uur seks?
(antwoord: 200 kcal)
Les opzet:
1. Inleiding
2. Maken opdracht 1
3. Filmpje Metropolis
4. Maken opdracht 2
5. Filmpje transgenders
6. Klassikale test
Les 7: Seksualiteit
Maak voor de casussen gebruik van de website: http://canyoufixit.sense.info/
Als deze interactieve les niet werkt voor een bepaald niveau of bij een bepaalde klas, dan kan er ook gekozen worden voor casussen uit de klas of door zelf een casus te bedenken.
Informatie:
Misverstanden over SOA’s
1. Genitaliën wassen na seks biedt bescherming tegen SOA’s
2. Via contact met een publiek toilet kun je een SOA oplopen
3. Van de eerste keer seks kun je geen SOA krijgen
4. De pil biedt bescherming tegen SOA’s
5. Twee condooms bieden twee keer zoveel bescherming
6. Je kunt dezelfde SOA maar één keer in je leven oplopen
7. Van antibiotica gaat een SOA weg
8. Van orale of anale seks kun je geen SOA krijgen
Bron: http://www.dokterdokter.nl/gezondheid/puber/32683/8-hardnekkige-misverstanden-over-soa-s
Informatie seksualiteit: http://www.rutgerswpf.nl/sites/default/files/2012_Samenvatting_Seks_onder_je_25e_0_0_0.pdf
Les opzet:
1. Inleiding op seksualiteit (voorbeelden van SOA’s of het bespreken van misverstanden over SOA’s en seks)
2. Opdracht 1
3. Bespreken opdracht 2 stellingen
Eindopdracht
Les 8: Ik in de perfecte maatschappij
Vitaal burgerschap gaat niet alleen over jezelf, maar het gaat ook over hoe jij je verhoud tot de omgeving waarin je leeft. Ben jij je bewust van de keuzes die je maakt omtrent eten, bewegen, seks of alcoholgebruik. De omgeving bestaat o.a. uit thuis, vrienden/vriendinnen, (bij-)baan en stage. In die omgeving staat de leerling centraal en krijgt hij/zij te maken met situaties waar niet altijd iets aan gedaan kan worden. Situaties zoals obesitas, drugs-of alcoholmisbruik, (groeps-)druk zijn hier enkele voorbeelden van.
De leerling krijgt de mogelijkheid om een probleem/situatie binnen de onderwerpen sport, voeding, verslavingen of seksualiteit te signaleren en toe te lichten. De keuze voor een probleem/situatie kan komen uit een situatie die de leerling zelf heeft meegemaakt of waar hij/zij bekend mee is. Het doel is om het probleem bespreekbaar te maken en hier een oplossing voor te formuleren. Het probleem mag dus groot of klein zijn en mag over het werk of privé-situatie gaan. Het probleem wordt toegelicht aan de hand van een PowerPoint presentatie of Prezi presentatie. Er mag gebruik worden gemaakt van afbeeldingen of video’s om het probleem kracht bij te zetten. Daarnaast moet de keuze voor het onderwerp/probleem worden toegelicht en dient er een oplossing te worden geformuleerd. Het oplossen van het probleem kan ook een advies zijn voor een doelgroep waar het probleem afspeelt. De presentatie duurt maximaal 5 minuten.
Voorwaarden:
- De leerling kiest een probleem/situatie binnen de besproken onderwerpen (sport, voeding, verslavingen, seksualiteit)
- De leerling maakt de presentatie individueel met PowerPoint of Prezi
- De leerling legt uit/onderbouwt waarom hij/zij voor dit onderwerp gekozen heeft
- De leerling legt uit/onderbouwt wat hij/zij zelf zou doen in een situatie of aan het probleem
- De leerling formuleert een oplossing voor de situatie of probleem
- De presentatie duurt maximaal 5 minuten
Les 9: Ik in de perfecte maatschappij
- Presentaties
