(Deze omgeving is gemaakt voor de 4havo groep van Dalton Voorburg. De informatie sluit aan op de lessen.)
Leuk dat je muziek gekozen hebt! Natuurlijk gaan we in de lessen ook met praktijk aan de gang maar hier even niet.
Hier komt de muziektheorie aan de orde die behandeld is tijdens Module 1 (Muziek onder woorden). In deze module leer je de taal en de tekens die nodig zijn om muziek te maken en erover te communiceren.
Je vindt hier een stuk informatie (naslag) maar ook aansluitend de mogelijkheid om je kennis te testen in de verschillende oefeningen. Aan het eind is er de mogelijkheid jezelf te toetsen via de eindtoets als voorbereiding op SE 1. Wanneer je deze toets voldoende maakt is de kans op een goed resultaat bij SE 1 erg groot.
Deze leeromgeving heeft dezelfde volgorde als de theorielessen.
Toonhoogte
Notennamen
Op onderstaande afbeelding staan de notennamen. Ook zie je huplijntjes, de vioolsleutel/ g-sleutel en de bassleutel/ f-sleutel.
Je ziet achtereenvolgens de voortekens: kruis (verhogen), mol (verlagen) en herstellingsteken
Je hebt toevallige voortekens, deze staan voor de noot en gelden voor één maat:
Je hebt vaste voortekens, deze staan vooraan bij de sleutel en gelden voor het hele stuk:
Uitspraak noten met voortekens:
kruis: alle noten krijgen de toevoeging is (uitspraak ies), b.v. fis en cis
mol:alle noten krijgen de toevoeging es, b.v. bes en des. Uitzondering zijn de noten a en e > as en es
►Hieronder nog een filmpje met uitgebreide uitleg over voortekens
►En nog twee oefeningen met voortekens
Tussen tonen zitten toonafstanden. Als je alle toetsen van het toetsenbord achter elkaar speelt, dus witte én zwarte toetsen, dan is dat telkens een halve toonafstand. Bij een hele toonafstand zit er telkens een toets tussen.
C - D is een hele toonafstand
F# - G# is een hele toonafstand
A - Bb is een halve toonafstand
E - F is een halve toonafstand
Er zijn dus hele en halve toonafstanden.
►Hieronder staan een paar oefeningen met toonafstanden:
Toonladders
Een toonladder is een vaste reeks tonen, dalend of stijgend. De eerste toon van de toonladder noem je de grondtoon.
De diatonische toonladder
Deze toonladder heeft 7 verschillende tonen. De afstand tussen de tonen zijn een halve of een hele toon. De tonen van de toonladder worden toontrappen genoemd. Deze trappen worden weergegeven met Romeinse cijfers.
De bekendste diatonische toonladders zijn de majeur - en de mineurtoonladder.
De majeur toonladder wordt ook wel grote terts toonladder genoemd omdat de afstand tussen de eerste en de derde toon (de terts) een grote terts is (2 hele toonafstanden).
De mineur toonladder wordt ook wel kleine terts toonladder genoemd omdat de afstand tussen de eerste en de derde toon een kleine terts is (1 1/2 toonafstand)
de opbouw van elke majeurtoonladder is: 1 - 1 - 1/2 - 1 - 1 - 1 - 1/2
de opbouw van elke mineurtoonladder is: 1 - 1/2 - 1 - 1 - 1/2 - 1 - 1
Andere toonladders
Chromatische ladder: 12 tonen, toonafstanden zijn 1/2
Pentatonische ladder: 5 tonen, toonafstanden zijn 1, 1 1/2
Blues ladder: 6 tonen, toonafstanden zijn 1 of 1/2 of 1 1/2
Heletoon ladder: 6 tonen, de toonafstanden zijn 1
Belangrijke tonen/ toontrappen van de majeurtoonladder
Hier vind je een beknopt overzicht van de notenwaarden en rusttekens. Naast dit overzicht zijn er ook nog oefeningen te vinden om je de leerstof eigen te maken.
Overzicht notenwaarden
Notenwaarde verlengen
Je kunt op twee manieren de notenwaarde verlengen (zie ook uitleg in filmpjes):
met een gepuncteerde noot > de noot wordt verlengd door een punt achter de noot te schrijven
met een verbindingsboogje > de noot wordt verlengd door deze te verbinden met een volgende noot
Overzicht rusttekens
Overzicht maatsoorten
De notenwaarde, dat is het aantal tellen van een noot, is afhankelijk van de maatsoort. Een kwart noot duurt 1 tel in een 4/4 maat maar 2 tellen in een 6/8 maat. Hieronder een overzicht van maatsoorten, teleenheid en de duur van de noten.
Maatsoort
2/2
3/4 of 4/4
6/8
Teleenheid
halve noot duurt 1 tel
kwart noot duurt 1 tel
achtste noot duurt 1 tel
Vorm
Naam
Tellen
Tellen
Tellen
hele noot
2
4
8
halve noot
1
2
4
kwart noot
1/2
1
2
achtste noot
1/4
1/2
1
zestiende noot
1/4
1/2
►Bekijk de onderstaande video voor uitleg over maatsoorten.
►Een overzicht van de meest voorkomende maatsoorten:
Een akkoord is een samenklank van drie of meer tonen.
Akkoorden kun je spelen op een akkoordinstrument (b.v. piano of gitaar). Maar een akkoord kan ook klinken wanneer verschillende instrumenten (of stemmen) tegelijkertijd een verschillende toon spelen.
Je kunt akkoordtonen tegelijkertijd spelen, maar ook achter elkaar. Als van een drieklank de tonen achter elkaar worden gespeeld noem je dat een gebroken drieklank.
Drieklanken
Een drieklank is een samenklank van drie tonen. De opbouw is: prime - terts - kwint
De eerste toon noemen we de grondtoon.
We beperken ons tot twee belangrijke drieklanken:
Grote drieklank (majeur): grondtoon - grote 3 - reine kwint > b.v. C - E - G is C majeur
Kleine drieklank (mineur): grondtoon - kleine 3 - reine kwint > b.v. C - Eb - G is C mineur
Wanneer de tonen van een drieklank na elkaar klinken spreken we van een gebroken drieklank.
De eerste twee maten van de melodie hieronder bestaat uit gebroken drieklanken van C-majeur..
Drieklanken - toontrappen
Een majeur - of mineurtoonladder heeft 7 verschillende toontrappen. Hieronder een voorbeeld van C majeur.
Wanneer je op elke toontrap, van de toonladder C majeur, een drieklank bouwt, ziet dat er zo uit:
Alle akkoorden die gebouwd worden op deze toontrappen zijn majeur of mineur behalve op de 7e toontrap. Het akkoord op deze trap is opgebouwd uit twee kleine tertsen (een verminderd akkoord).
Belangrijke toontrappen zijn:
I
- grondligging ook wel tonica genoemd
IV
- subdominant
V
- dominant
►Maak de volgende vier oefeningen om te kijken of je het begrijpt:
Drieklanken - omkeringen
Als een drieklank gewoon gestapeld is (dus grondtoon - terts - kwint) dan noem je dat grondligging.
Deze grondligging noem je ook wel tertsenstapeling omdat:
een majeurdrieklank een stapeling is van een grote - en een kleine terts
een mineurdrieklank een stapeling is van een kleine - en een grote terts
Als een akkoord niet in de grondligging ligt, maar de noten omgedraaid zijn, noem je dat een omkering.
►Een omkering is een akkoord waarvan de laagste noot niet de grondtoon is.
Akkoorden hebben dus minimaal een grondtoon, een terts, en een kwint. Welke van de drie als onderste noot (bastoon) klinkt doet er niet toe. C-G-E is evengoed een C majeur drieklank als E-G-C. Wat er onder ligt: de grondtoon, de terts of de kwint zegt alleen iets over de ligging.
Grondtoon onder: grondligging. > C - E - G
Terts onder: 1e omkering (sext ligging) > E - G - C
Kwint onder: 2e omkering (kwart-sext ligging) > G - C - E
LET OP:
Om de naam van het akkoord te achterhalen moet je ze in gedachten altijd in een tertsenstapeling leggen (grondligging), de onderste is dan de grondtoon en dus de naamgever van het akkoord.
Om te bepalen of het akkoord majeur of mineur is moet je controleren of de terts klein ( 3 halve toonafstanden) of groot (4 halve toonafstanden) is.
►Maak de volgende oefeningen:
Drieklanken - wijde ligging
Naast de grondligging en omkering is er nog een ligging; de wijde ligging
Eerst nog even de grondligging en de twee omkeringen van D majeur:
Je ziet dat eerst de grondtoon (D) een octaaf omhoog gaat en daarna de terts (F#).
Nu de wijde ligging. Je ziet in het voorbeeld hieronder dat de akkoordtonen verder uit elkaar liggen dan bij de omkeringen. Om weer te komen tot een grondligging/ tertsenstapeling moet de F# een octaaf omlaag.
Het toonmateriaal van een majeur - of mineur toonladder, waaruit een bepaald muziekstuk is opgebouwd, is nauw verbonden met de toonsoort.
Je zegt b.v. dat een muziekstuk "in D mineur" staat. Dan is de grondtoon van die toonladder de grondtoon ( en ook belangrijkste toon) van het hele stuk.
Als een toonladder de hoofdtoonladder van het gehele stuk is dan noemen we dat de hoofdtoonsoort van het stuk. Vrijwel alle klassieke stukken eindigen op de grondtoon, òf in de melodie, òf hij zit ergens in het slotakkoord.
Toonsoort bepalen
Als wij een melodie horen herkennen wij daarin een toonladder die een grondtoon heeft. Dat is de toon waarvan we verwachten dat ie op een belangrijk moment klinkt.
Zo'n belangrijk moment is het einde van een melodie, maar ook vaak het begin of anders de eerste tel van een maat.
Wanneer je wilt bepalen in welke toonsoort een muziekstuk, of een gedeelte daaruit, staat dan ga je kijken welke majeur - of mineurtoonladder gebruikt is voor het toonmateriaal. Dan moet je de toonladders wel goed kennen.
De voortekens van een muziekstuk geven je twee mogelijkheden; majeur of mineur. Vervolgens moet je op zoek naar de gondtoon. Deze vind je vaak aan het begin of eind van het stuk.
Hoe bepalen we de toonsoort van onderstaande twee melodiëen?
melodie 1
De melodie heeft één kruis vooraan de sleutel staan. Deze melodie is dus opgebouwd uit toonmateriaal van de toonladder G-majeur of e-mineur. Beide toonladders hebben één kruis (F#).
De melodie eindigt op een G! Dit is de grondtoon van de toonladder G-majeur.
De toonsoort is dus G-majeur
melodie 2
De melodie heeft geen voortekens vooraan de sleutel staan. Deze melodie is dus opgebouwd uit toonmateriaal van de toonladder C-majeur of a-mineur. Beide toonladders hebben geen voortekens.
De melodie begint en eindigt op een C! Dit is de grondtoon van de toonladder C-majeur.
Sterker nog, de eerste twee maten zijn opgebouwd uit de gebroken drieklank C majeur (C - E - G)
De toonsoort is dus C-majeur
Kwintencirkel
De kwintencirkel is een hulpmiddel om een aantal muziektheoretische zaken (b.v. toonladders en toonsoorten) in een handzaam kader te plaatsen.
Met de kwintencirkel kun je uitrekenen hoeveel kruizen of mollen er in een toonladder zitten en bij welke tonen!
Aan de buitenkant van de kwintencirkel vind je de majeurtoonsoort en aan de binnenkant (een kleine terts lager) de parallele mineurtoonsoort.
Kwintencirkel en toonladders
In de kwintencirkel zie je in één keer welke tonen in een toonladder moeten worden verhoogd of verlaagd.
Ook zie je de relatie tussen de majeur toonladder en de parallele mineur toonladder (dezelfde voortekens).
Hoe werkt het? Twee voorbeelden:
Voorbeeld 1: wat is de toonladder van D majeur?
deze bestaat uit 8 tonen van D naar D > D E F G A B C D
welke tonen worden verhoogd/ verlaagd? Kijk in de kwintencirkel bij D > 2 kruizen/ F# en C#
de toonladder van D majeur is: D E F# G A B C# D
Voorbeeld 2: wat is de toonladder van G mineur?
deze bestaat uit 8 tonen van G naar G > G A B C D E F G
welke tonen worden verhoogd/ verlaagd? Kijk in de kwintencirkel bij g mineur > 2 mollen/ Bb en Eb
de toonladder van G mineur is: G A Bb C D Eb F G
> Oefenen met toonsoort en kwintencirkel
Oefening: oefenen met toonsoort en kwintencirkel (8 vragen)
De kwintencirkel is ook heel handig om een samenhangende akkoordenreeks te maken. Ook het transponeren van een liedje, dus wanneer het liedje in een andere toonsoort moet worden gespeeld, wordt eenvoudig met de kwintencirkel.
In de video hieronder wordt dit duidelijk gedemonstreerd.
Oefentoets muziektheorie SE 1
Je kunt kiezen uit twee manieren om je kennis te toetsen over de muziektheorie.
een diagnostische oefening > 20 vragen > Wanneer je nog moet oefenen met de stof is dit de goede keuze.
In deze oefening kun je de kennis testen die nodig is om SE 2 voldoende te maken. Je krijgt per vraag feedback en je kunt pas naar de volgende vraag wanneer de vraag correct is beantwoord. De vragen staan in een willekeurige volgorde. Er worden at random 20 vragen gekozen uit een totaal van 38 vragen.
een diagnostische toets > 38 vragen > Wanneer je de stof al redelijk tot goed beheerst is dit de goede keuze om je kennis te testen.
In deze toets kun je de kennis testen die nodig is om SE 2 voldoende te maken. Het zijn 38 vragen. Bij sommige vragen kun je meer dan 1 punt halen. De vragen staan niet in een vaste volgorde maar worden 'at random' geselecteerd. Je kunt ook zelf bepalen in welke volgorde je de vragen beantwoord. Aan het eind van de toets krijg je een overzicht van je resultaten met feedback.
Je moet minimaal 30 punten bij deze toets halen om goed voorbereid te zijn op SE 2.
Het arrangement Muziektheorie oefenomgeving havo 4 is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Auteur
Ron Bolling
Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
Laatst gewijzigd
2018-07-06 12:31:19
Licentie
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 3.0 Nederlands licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
Oefeningen en toetsen
oefening notennamen (4 vragen)
oefenen met toonladders (9 vragen)
oefenen met intervallen (6 vragen)
oefenen met maatsoorten (11 vragen)
oefening toonduur (10 vragen)
oefenen met akkoorden (10 vragen)
oefenen met toonsoort en kwintencirkel (8 vragen)
Diagnostische oefening SE 1
Diagnostische toets SE 1
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat
alle
informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen
punten,
etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.