Als wij een melodie horen herkennen wij daarin een toonladder die een grondtoon heeft. Dat is de toon waarvan we verwachten dat ie op een belangrijk moment klinkt.
Zo'n belangrijk moment is het einde van een melodie, maar ook vaak het begin of anders de eerste tel van een maat.
Wanneer je wilt bepalen in welke toonsoort een muziekstuk, of een gedeelte daaruit, staat dan ga je kijken welke majeur - of mineurtoonladder gebruikt is voor het toonmateriaal. Dan moet je de toonladders wel goed kennen.
De voortekens van een muziekstuk geven je twee mogelijkheden; majeur of mineur. Vervolgens moet je op zoek naar de gondtoon. Deze vind je vaak aan het begin of eind van het stuk.
Hoe bepalen we de toonsoort van onderstaande twee melodiëen?
melodie 1
melodie 2