Als een drieklank gewoon gestapeld is (dus grondtoon - terts - kwint) dan noem je dat grondligging.
Deze grondligging noem je ook wel tertsenstapeling omdat:
Als een akkoord niet in de grondligging ligt, maar de noten omgedraaid zijn, noem je dat een omkering.
►Een omkering is een akkoord waarvan de laagste noot niet de grondtoon is.
Akkoorden hebben dus minimaal een grondtoon, een terts, en een kwint. Welke van de drie als onderste noot (bastoon) klinkt doet er niet toe. C-G-E is evengoed een C majeur drieklank als E-G-C. Wat er onder ligt: de grondtoon, de terts of de kwint zegt alleen iets over de ligging.
LET OP:
►Maak de volgende oefeningen: