Thema 18 Ik klaag niet gauw, maar... - hv12

Thema 18 Ik klaag niet gauw, maar... - hv12

Ik klaag niet gauw, maar...

Inleiding

Ik klaag niet gauw, maar nu doe ik het toch!

In Nederland wordt heel wat afgeklaagd in de media. Vooral op internetforums vind je de meest verschrikkelijke aanklachten tegen de overheid, de politici, de media...
Ook op tv kun je regelmatig van klagende mensen genieten. Ken je het programma De Rijdende Rechter?

Soms is er sprake van een AANklacht. Journalisten vragen aandacht voor zaken die echt niet kunnen, zoals dierenmishandeling of overlast op straat door geweld. Zo'n aanklacht krijgt soms de vorm van een kort stukje waarin de schrijver duidelijk zijn mening geeft: een cursiefje.

Het verhaal van Theo Klepzanik hieronder is hiervan een mooi voorbeeld.

Verhaal van Theo Klepzanik
Zoals elk jaar, was ook nu de intocht van Sint Nicolaas een hoogtepunt voor de jonge kinderen in Nederland. Ze hadden er zolang naar uitgekeken en nu kwam hij er eindelijk echt aan! Natuurlijk was er weer een Sinterklaasjournaal waarin de komst van de kindervriend weer prachtig werd aangekondigd met allerlei verwikkelingen. Toch heb ik serieuze bezwaren tegen de manier waarop dit feest werd ingeluid. Hieronder leg ik uit waarom.
Om te beginnen: de drukte. Waarom kan niemand die kinderen een beetje rustig houden daar op die kade? Snappen die ouders niet dat ze hun grut moeten opvoeden? De kinderen moeten leren dat Sint een hoogbejaard iemand is, die niet tegen dat geschreeuw kan. Er moet een plechtige rust heersen als zo’n hoge heilige ons een bezoek brengt. Kindergezang is prima, maar dan: zachtjes, rustig en netjes op toon. GEEN GEGIL! Maar ook sommige volwassenen op de kade verdienen een ernstig standje.

Tegen alle fatsoensregels in, wordt Sint ook door volwassenen ontvangen met een ongelooflijke herrie van toeterende blaasorkesten en geluidswagens, maar vooral van allerlei hoge lieden, die hun kans schoon zien om ook eens in de belangstelling te komen. Sinterklaas is nauwelijks te verstaan, maar de burgemeester brult overal bovenuit om te laten horen hoe geweldig belangrijk hij wel is. Dat is onbehoorlijk.  Alleen de Sint zou het woord moeten voeren.  Voor hem zijn we tenslotte gekomen.
Ten slotte maak ik ernstig bezwaar tegen de aanwezigheid van politie tijdens de ontvangst. De politie kent haar plaats tegenwoordig niet meer. Is het niet vanzelfsprekend dat de macht op het aankomstplein wordt overgenomen door de Zwarte Pieten? Zij zijn immers de enige officiële knechten van Sint? Zij zijn ook prima in staat om door hun vermakelijke streken de jeugd rustig te houden, iets dat politie, leraren enz. nu eenmaal nooit voor elkaar krijgen. En anders hebben ze niet voor niets een roe.
Kortom: bespaar ons de herrie. Een rustige plechtigheid, alle macht aan de Sint en zijn Pieten, en burgemeesters, politie en andere rustverstoorders: in de zak!

Wat kan ik straks?

Hier vind je de leerdoelen die horen bij het thema: Ik klaag niet gauw, maar... .

Leerdoel Opdracht
Ik kan uitleggen waarom Anne Frank een belangrijke figuur is. Fictie - Anne Frank
Ik kan scheidbare werkwoorden in een tekst herkennen en gebruiken. Grammatica - Scheidbare werkwoorden
Ik kan de kenmerken van een column noemen en ik kan een column schrijven. Schrijven - Column
Ik kan het weglatingsteken en het koppelteken op de juiste manier gebruiken. Spelling - Streepje

Wat ga ik doen?

Het thema 'Ik klaag niet gauw, maar...' bestaat uit de volgende onderdelen:

Onderdeel Tijd Eindproduct
Inleiding 0,5 lesuur -
Fictie - Anne Frank 3 lesuren Brief
Grammatica - Scheidbare werkwoorden 1 lesuur Puzzel
Schrijven - Een column schrijven 1 lesuur Beoordeling of battle
Spelling - Koppelteken en weglatingsteken 1 lesuur Toets
Afsluiting 2 lesuren Column
Totaal 8,5 lesuren  

De tijd is een indicatie en afhankelijk van de keuze van het eindproduct.

Opdrachten

Fictie - Anne Frank

Anne Frank

Intro

In deze opdracht onderzoek je het leven en het dagboek van Anne Frank.

Bekijk deze clipphanger over het leven van Anne Frank.
Maak daarna een mindmap met een klasgenoot. Schrijf op wat je al van Anne Frank wist.
Je mag de informatie uit de video ook gebruiken.

Mindmap maken

Woorden bij een onderwerp bedenken en met elkaar verbinden.

 

Wat kan ik straks?

Aan het eind van deze opdracht kan ik:

  • uitleggen waarom Anne tot een symbool is geworden voor iedereen die van vrijheid houdt.
  • mijn eigen gedachten en gevoelens bij haar verhaal verwoorden in een brief.

Wat ga ik doen?

Activiteiten

Aan de slag
Stap Activiteit
Stap 1 Bekijk het filmpjes over Anne Frank en beantwoord de vragen.
Stap 2 en Ik bekijk fragmenten uit Anne's dagboek en probeert deze in chronologische volgorde te zetten.
Stap 3 Ik ga het Achterhuis van Anne Frank verkennen en beantwoord hier vragen over.
Stap 4 Bekijk een filmpje over de herinnering van door de ogen van Miep Gies.
Afronding
Onderdeel Activiteit
Eindopdracht Ga zelf een brief schrijven aan Anne.
Extra Maak de extra oefening.
Terugkijken Terugkijken op de opdracht.


Benodigdheden
Het werkblad Anne Frank.
De website.

Tijd
Voor deze opdracht heb je 3 lesuren nodig.

Aan de slag

Stap 1: Kennisbank

Anne Frank is één van de 50 items van de canon van Nederland. Op de website van de canon staat onder andere deze video. Bekijk een deel van deze video. De vragen gaan over de informatie die je in de video hebt gehoord. 


Beantwoord nu de volgende vragen. 

Stap 2: Uit het dagboek

Je krijgt vijf fragmenten uit Anne's dagboek.

Fragment 1:

Fragment 1 is een luisterfragment op de website entoen.nu.
De andere vier fragmenten zijn leesfragmenten.

Ga naar  www.entoen.nu en zoek het 'dagboekfragment van 22 mei 1944'.Je vindt het in de rij met afbeeldingen door naar rechts te klikken.


Fragment 2:

Lieve Kitty,

We kleedden ons allevier zo dik aan, alsof we in een ijskast zouden moeten overnachten en dat alleen om nog wat kleren mee te nemen. Geen Jood zou het in onze toestand gewaagd hebben met een koffer vol kleren uit huis te gaan. Ik had twee hemdjes, drie broeken, een jurk en daarover een rok, zomerjas, twee paar kousen, dichte schoenen, muts, sjaal en nog veel meer aan. Ik stikte thuis al, maar daar vroeg niemand naar.
Margot stopte haar schooltas vol met schoolboeken, haalde haar fiets uit de stalling en reed achter Miep aan weg, naar voor mij onbekende verten. Ik wist namelijk nog steeds niet waar de geheimzinnige plaats van onze bestemming zou zijn. Om half acht sloten ook wij de deur achter ons; de enige van wie ik afscheid te nemen had was Moortje, m'n kleine poesje, die een goed tehuis bij de buren zou krijgen, zoals aangegeven stond op een briefje aan mijnheer Goldschmidt geadresseerd.
De afgehaalde bedden, de ontbijtboel op tafel, een pond vlees voor de kat in de keuken dat alles wekte de indruk alsof we halsoverkop vertrokken waren. Indrukken konden ons niet schelen, weg wilden we, alleen maar weg en veilig aankomen, anders niets.

(Fragment afkomstig uit 'Het Achterhuis' van Anne Frank, Uitgeverij Prometheus)

 


Fragment 3:

Nawoord.

Op 4 augustus 1944 stopte 's ochtends tussen tien uur en half elf een auto voor het huis aan de Prinsengracht 263. De SS-Oberscharführer Karl Josef Silberbauer, in uniform, stapte samen met ten minste drie Nederlandse helpers van de Grüne Polizei, die in burger waren, maar wel gewapend, uit. Het is zeker dat de onderduikers verraden werden. De Grüne Polizei arresteerde de acht onderduikers alsook de twee helpers Victor Kugler en Johannes Kleiman en nam alle kostbaarheden en het nog voorhanden zijnde geld mee. De onderduikers werden na hun arrestatie vier dagen in de Haftanstalt op de Weteringschans in Amsterdam vastgehouden; daarna werden ze naar Westerbork, het Nederlandse doorgangskamp voor joden, vervoerd. Met het laatste transport dat van daar naar concentratiekampen in het oosten ging, werden ze op 3 september 1944 gedeporteerd en ze bereikten na drie dagen Auschwitz in Polen.
Margot en Anne werden eind oktober met een zogenoemd evacueringstransport naar het concentratiekamp Bergen-Belsen gedeporteerd. Als gevolg van de bijzonder slechte hygiënische toestanden brak er in de winter van '44 – '45 een tyfusepidemie uit, waaraan duizenden van de gevangenen stierven; daarbij was ook Margot en enkele dagen later na haar Anne. Haar overlijdensdatum moet tussen eind februari en begin maart liggen. De lichamen van beide meisjes liggen waarschijnlijk in de massagraven van Bergen-Belsen. Op 12 april 1945 werd het concentratiekamp door Engelse troepen bevrijdt.

(Fragment afkomstig uit 'Het Achterhuis' van Anne Frank, Uitgeverij Prometheus)

 

Fragment 4:

Lieve Kitty,

Vanaf zondagmorgen tot nu lijkt een afstand van jaren. Er is zoveel gebeurd dat het is of de hele wereld zich plotseling omgedraaid heeft, maar Kitty, je merkt dat ik nog leef, en dat is de hoofdzaak zegt vader. Ja, inderdaad ik leef nog, maar vraag niet waar en hoe. Ik snap dat je vandaag helemaal niets van me begrijpt, daarom zal ik maar beginnen met je te vertellen wat er is zondagmiddag gebeurd is. Om drie uur (Hello was even weggegaan, om later terug te komen) belde iemand aan de deur, ik hoorde het niet, daar ik lui in een ligstoel op de veranda in de zon lag te lezen. Even later verscheen Margot in opgewonden toestand aan de keukendeur. 'Er is een oproep van de SS voor vader gekomen,' fluisterde ze. 'Moeder is al naar mijnheer Van Daan gegaan.' (Van Daan is een goede bekende en compagnon van vaders firma.)
Ik schrok ontzettend, een oproep, iedereen weet wat dat betekent, concentratiekampen en eenzame cellen zag ik al in m'n geest opdoemen en daarnaartoe zouden wij vader moeten laten vertrekken? 'Hij gaat natuurlijk niet,' verklaarde Margot mij toen wij in de kamer op moeder zaten te wachten. 'Moeder is naar Van Daan om te vragen, of we morgen naar onze schuilplaats kunnen vertrekken.Van Daan gaat met ons mee schuilen. We zijn daar dan met ons zevenen.' Stilte. Wij konden niet meer spreken, de gedachte aan vader, die geen kwaad vermoedend op bezoek in de Joodse Invalide was, het wachten op moeder, de warmte, de spanning, dat alles deed ons zwijgen.

(Fragment afkomstig uit 'Het Achterhuis' van Anne Frank, Uitgeverij Prometheus)

 


Fragment 5:

Lieve Kitty,

Niets dan nare en neerdrukkende berichten heb ik vandaag te vertellen. Onze vele joodse kennissen worden bij groepjes opgepakt. De Gestapo gaat met deze mensen allerminst zachtzinnig om, ze worden gewoon in veewagens naar Westerbork, het grote jodenkamp in Drenthe gebracht. Miep heeft over iemand verteld die uit Westerbork gevlucht is. Westerbork moet vreselijk zijn. De mensen krijgen haast niets te eten laat staan drinken. Er is maar een paar uur per dag water en een wc en een wastafel voor een paar duizend mensen. Slapen doen ze allemaal door elkaar, mannen, vrouwen en die laatsten en de kinderen krijgen vaak de haren afgeschoren. Vluchten is haast onmogelijk. De mensen zijn gebrandmerkt door hun afgeschoren hoofden en velen ook door hun joodse uiterlijk.
Als 't in Holland al zo erg is, hoe zullen ze dan in de verre en barbaarse streken leven waar ze heengezonden worden? Wij nemen aan dat de meesten vermoord worden. De Engelse radio spreekt van vergassing, misschien is dat wel de vlugste sterfmethode. Ik ben helemaal van streek.

(Fragment afkomstig uit 'Het Achterhuis' van Anne Frank, Uitgeverij Prometheus)

 

Zoek uit in welke volgorde de fragmenten in het dagboek voorkomen.
Vergelijk jouw antwoord met het antwoord van een klasgenoot.
Hebben jullie dezelfde volgorde? Nee? Bespreek het verschil.

 

Stap 3: Verkenning achterhuis van Anne Frank

Download nu eerst het werkblad Anne Frank.

Ga vervolgens naar het achterhuis Anne Frank in 3D .

Bekijk alles goed en luister naar de uitleg.

Kun je antwoord vinden op de vragen op het werkblad?

 

 

Stap 4: Miep Gies en de herinnering aan Anne

Miep Gies en de herinnering aan Anne
Bekijk de twee filmpjes over de helpster van de familie Frank:

 


Op het werkblad 'Anne Frank' vind je onder stap 4 de volgende vragen naar aanleiding van deze twee videofragmenten:

  • Zou jij net als Miep Gies de onderduikers hebben geholpen?
  • Waarom wel of niet?
  • Miep Gies stierf toen ze 100 jaar was.
    Wat zou je tegen haar willen zeggen als je haar nog had ontmoet?

Beantwoord nu de vragen op het werkblad.

Afronding

Eindopdracht: Brief

Dan wordt het nu tijd voor de brief! Je gaat een brief schrijven aan Anne Frank. Wat je in de brief zet, is aan jou. Maar om je een beetje op weg te helpen zijn dit enkele tips:

  • Je kunt vragen stellen.
  • Je kunt je mening geven over gebeurtenissen uit het dagboek.
  • Je kunt vertellen hoe je het zou vinden om te moeten leven in oorlog.
  • Je kunt vertellen hoe het is om te leven zonder oorlog.
  • Je kunt vertellen over bedreigde kinderen in onze tijd.

Of je bedenkt zelf iets!
Waar moet je nog meer op letten?

  • Spelling
  • Lay-out; je mag een plaatje, tekening of foto bij je brief doen.
  • Je brief is minimaal 300 en maximaal 400 woorden.

Zet je brief in je werkblad 'Anne Frank' en laat dit bestand beoordelen door je docent
Je docent beoordeelt je verslag op de volgende punten:

  • Je hebt een brief geschreven waarin je je persoonlijke gevoelens duidelijk en begrijpelijk onder woorden brengt.
  • Je brief is daadwerkelijk in briefvorm.
  • Je brief is tussen de 300 en 400 woorden?
  • Je brief bevat niet teveel taalfouten.

Succes!

Extra opdracht

In het boek 'Kinderen die wereld hebben veranderd' staan verhalen over kinderen van wie de rechten zijn geschonden. Ze hebben daardoor de aandacht gevestigd op een probleem in onze maatschappij.

Eén van deze verhalen gaat over Anne Frank. Anne Frank (1929 -1945) moest zich tijdens de Tweede Wereldoorlog met haar Joodse familieleden verbergen voor de Nazi's, die Nederland hadden bezet. Ze hield een dagboek bij, waarin ze opschreef hoe het was om als meisje op te groeien in een te krappe ruimte terwijl buiten de oorlog woedt. Na twee jaar werden zij en de andere onderduikers ontdekt en weggevoerd naar een concentratiekamp, waar ze omkwamen. Anne's dagboek staat symbool voor het leed van miljoenen mensen.

De canon van Nederland is een lijst met 50 vensters. Deze 'vensters' geven een samenvatting van de geschiedenis van Nederland. Anne Frank is één van deze vijftig thema's. Bezoek het canonvenster Anne Frank .
Bekijk in ieder geval de canon-clip over Anne Frank.


Download en lees nu het verhaal uit het boek:
Kinderen die wereld hebben veranderd: Anne Frank

Anne Frank - kinderrechten

Mensenrechten zijn in diverse wetten en verdragen vastgelegd. Ze gelden in Nederland en in de rest van de wereld - voor iedereen en voor altijd. Dankzij deze rechten kunnen mensen een volwaardig bestaan opbouwen. Omdat kinderen speciale behoeften hebben, bestaan er ook kinderrechten. Helaas wordt er niet overal even netjes met deze rechten omgegaan.

Ga naar de website klikplaat mensenrechten en bekijk welke mensenrechten er zijn. Klik op de verschillende afbeeldingen en lees de informatie.

Het verhaal van Anne Frank gaat over discriminatie en privacy. Bij dit verhaal spelen in ieder geval de volgende kinderrechten een rol:

  • art 2: Discriminatie is verboden.
  • art 16: Je hebt recht op privacy.

Zijn er volgens jou nog meer (kinder-)rechten die betrekking hebben op het verhaal van Anne Frank? Zo ja, schrijf ze op.

Anne Frank - Jodenvervolging

Antisemitisme of jodenhaat is de discriminatie van Joden gebaseerd op hun etniciteit en religie. Joden en het jodendom hebben in de geschiedenis dikwijls te maken gehad met weerstand of zelfs haat van anderen. In de loop van de geschiedenis heeft antisemitisme zich meerdere malen geuit in discriminerende overheidsmaatregelen en ook meerdere keren in moord op Joden, zoals de Holocaust.

  • Ga op zoek naar een omschrijving van het begrip etniciteit.
  • Het antisemitisme van Hitler is wel het bekendste voorbeeld van jodenhaat, maar niet het enige.
    Ga op zoek naar een ander voorbeeld van jodenhaat in de geschiedenis.
  • Om een massamoord van een specifieke bevolkingsgroep aan te duiden wordt vaak een bepaald woord gebruikt. Welk woord?
  • De Joden zijn niet de enige groep die is vervolgd op grond van hun etniciteit en/of religie. Ga op zoek naar andere voorbeelden van vervolgingen van groepen mensen op basis van etniciteit en/of religie.

Anne Frank - eindproduct

Gebruik de informatie uit de vorige stappen bij het maken van een eindproduct over Anne Frank. Je mag zelf kiezen wat voor soort eindproduct je maakt.
In je eindproduct maak je duidelijk:

  • welke kinderrechten een rol spelen in het verhaal van Anne Frank.
  • waarom dagelijks honderden mensen het Anne Frankhuis in Amsterdam bezoeken.
  • wat jij vindt van het verhaal van Anne Frank.

Voor het maken van het eindproduct kun je gebruikmaken van de Gereedschapskist .

In de gereedschapskist vind je voor veel verschillende eindproducten een plan van aanpak en kun je zien hoe de eindproducten beoordeeld worden.

Voor je begint met het maken van eindproduct bespreek je plan van aanpak met je docent.

Succes.

Gereedschapskist

Welkom bij de gereedschapskist. Hier vind je uitleg over alle werkvormen waarmee je je eindproducten maakt. Bij iedere werkvorm staat beschreven hoe je deze uitvoert, kun je inspiratiefilmpjes bekijken en vind je de beoordelingscriteria waaraan jouw product moet voldoen. Ook zie je welke digitale middelen je kunt gebruiken en aan welke vaardigheden je werkt tijdens het maken van je eindproduct. Veel succes!

 

Terugkijken

Intro

  • Heb je het filmpje ter introductie gekeken? Wat vond je van het filmpje?
    Is het gelukt om de voorkennis die je al had in de mindmap te schrijven? Heb je nog veel nieuwe informatie in het filmpje gehoord?

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
    Kun je uitleggen waarom Anne Frank zo bekend is geworden?

Hoe ging het?

  • Tijd
    Bij de activiteiten stond dat je ongeveer 3 uur met de opdracht bezig zou zijn.
    Had je die tijd ook nodig voor deze opdracht of kwam je tijd te kort?
  • Inhoud
    In deze opdracht bekijk je veel filmfragmenten. Vond je dat leuk?
  • Eindopdracht
    Wat vond je van de eindopdracht? Ben je tevreden over de brief die je geschreven hebt?
  • Extra opdracht
    Heb je de extra opdracht gedaan. Vond je het een leuke opdracht?
    Had je voldoende tijd om die opdracht te doen?

Grammatica - Scheidbare werkwoorden

Scheidbare werkwoorden

Intro

Deze grammaticaopdracht gaat over scheidbare werkwoorden.

Bekijk de video voor meer uitleg.

Wat kan ik straks?

Aan het eind van deze opdracht kan ik:

  • scheidbare werkwoorden in een zin herkennen.
  • benoemen dat een scheidbaar werkwoord kan bestaan uit een werkwoord + voorvoegsel. Ik geef daarvan een voorbeeld.
  • benoemen dat een scheidbaar werkwoord kan worden gescheiden door 'te' tussen het voorvoegsel en het werkwoord te zetten. Ik geef daarvan een voorbeeld.
  • benoemen dat een scheidbaar werkwoord kan worden gescheiden door 'ge' tussen het voorvoegsel en het werkwoord te zetten. Ik geef daarvan een voorbeeld.

Wat kan ik al?

Voor we aan de slag gaan met scheidbare werkwoorden, frissen we even je geheugen over werkwoorden op.

Lees eerst de volgende Kennisbank en maak daarna de oefening.

Wat ga ik doen?

Activiteiten

Aan de slag
Stap Activiteit
Stap 1 Lees de Kennisbank en maak de oefeningen.
Stap 2 en Zoek op internet naar (lijsten met) scheidbare werkwoorden. Bespreek en vergelijk deze met een klasgenoot.
Stap 3 en Kies nu zelf drie scheidbare werkwoorden (voorvoegsel+werkwoord). Maak voorbeeldzinnen en vergelijk ze met een klasgenoot.
Stap 4 en Kies nu zelf drie scheidbare werkwoorden (toevoeging van 'ge'). Maak voorbeeldzinnen en vergelijk ze met een klasgenoot.
Stap 5 en Kies nu zelf drie scheidbare werkwoorden (toevoeging van 'te'). Maak voorbeeldzinnen en vergelijk ze met een klasgenoot.
Afronding
Onderdeel Activiteit
Samenvattend Hier vind ik de Kennisbank die hoort bij deze opdracht.
Eindopdracht en De opdracht sluit ik af met het maken van een puzzel met scheidbare werkwoorden.
Extra opdracht Maak eventueel de extra opdracht.
Terugkijken Terugkijken op de opdracht.


Tijd
Voor deze opdracht heb je ongeveer één lesuur nodig.

Aan de slag

Stap 1: Kennisbank

Bestudeer uit de Kennisbank het volgende onderwerp.


Maak daarna de volgende oefeningen.

 

Stap 2: Scheidbare werkwoorden

Aanblijven, opbellen, uitmaken, afstuderen, samenstellen, meedoen, doorgaan zijn allemaal voorbeelden van scheidbare werkwoorden.

Hoeveel scheidbare werkwoorden denk je dat er zijn in het Nederlands?

Stap 3: Werkwoorden scheiden - 1

Scheidbare werkwoorden bestaan uit een voorvoegsel en een werkwoord. Het voorvoegsel en werkwoord kunnen op verschillende manieren gescheiden worden.

Voorbeeld:

  • Doorgaan: Hij gaat altijd door.
  • Neerzetten: Zet dat glas daar maar neer.


Het werkwoord komt op de 'normale' plaats in de zin. Het voorvoegsel komt achter in de zin.

Stap 4: Werkwoorden scheiden - 2

Een andere manier om scheidbare werkwoorden te scheiden is het woordje 'te' tussen het voorvoegsel en het werkwoord te zetten.

Voorbeeld:

  • Doorgaan: Hij vond het nodig om tot het donker door te gaan.
  • Neerzetten: De juffrouw vraagt hem dat glas daar neer te zetten.

 

Stap 5: Werkwoorden scheiden - 3

Een derde manier om scheidbare werkwoorden te scheiden is het plaatsen van 'ge' tussen het voorvoegsel en het werkwoord.

Voorbeeld:

  • Opstaan: Ik ben vanochtend om zes uur opgestaan.
  • Kwijtraken: Hij is zijn fietssleutel kwijtgeraakt.

Afronding

Samenvattend

Hier vind je de Kennisbank die hoort bij deze opdracht.

Eindopdracht: Puzzel

Deze opdracht sluit je af met het maken van een puzzel.
In de puzzel moeten minimaal vijftien scheidbare werkwoorden voorkomen.
Je kunt deze opdracht doen samen met een klasgenoot.

Hoe je een puzzel maakt en in welke vorm je dat doet, kun je bekijken in de gereedschapskist.

Klaar?
Speel de puzzel zelf ook een keer, zodat je kan uitproberen of het werkt.
Je kunt ook de puzzel van een van je klasgenoten spelen. Geef elkaar op zo'n manier feedback. Pas eventueel je puzzel nog aan.

Beoordeling
De puzzel laat je beoordelen door je docent. Bij de beoordeling let je docent op:

  • inhoud: staan er minimaal 15 scheidbare werkwoorden in de puzzel en is de puzzel oplosbaar?
  • vorm: is je puzzel op een originele manier gemaakt?
  • taalfouten: bevat de puzzel geen taalfouten?

Puzzel maken

Door het maken van een puzzel ben je intensief bezig met het verwerken van kennis over een bepaald onderwerp.

 

Extra opdracht

Hier vind je een extra oefening over scheidbare werkwoorden.

Download het werkblad Scheidbare werkwoorden en sla het werkblad op in je eigen omgeving, zodat je het kunt invullen (bestand - opslaan als).

Klaar?
Lever het ingevulde werkblad in bij je docent, die het voor je zal nakijken.

Terugkijken

Intro

  • Maakte de video al voldoende duidelijk wat scheidbare werkwoorden zijn?

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
    Kun je drie manieren opnoemen waarop je een werkwoord kunt scheiden in een zin?

Hoe ging het?

  • Tijd
    Bij de activiteiten stond dat je ongeveer 1 lesuur met de opdracht bezig zou zijn.
    Had je voldoende tijd om te oefenen en de puzzel te maken en te spelen?
  • Inhoud
    Wist je al iets over scheidbare werkwoorden? Kun je van de drie manieren nu zelf voorbeelden geven? 
  • Eindopdracht
    Wat vond je van de eindopdracht? Is het jullie gelukt een puzzel te maken met scheidbare werkwoorden?
  • Extra opdracht
    Heb je de extra opdracht ook gedaan? Heb je zelf goede zinnen gemaakt?

Schrijven - Column

Column

Intro

In deze schrijfopdracht staat het onderwerp column centraal.

Lees de Column van Bart Meijer van Kidsweek. Ga daarna aan de slag met deze opdracht. Bij 'terugkijken' kijken we nogmaals naar deze column.

BART HEEFT EEN MUIZENPROBLEEM

Bart Meijer

15 mei 2016

Een vriend van mij, Sam, had last van muizen. Hij had al gif gestrooid en muizenvallen neergezet, maar nog steeds liepen Remy en z’n vriendjes vrolijk rond. Dus gingen we op onderzoek uit. Alle kastjes en laatjes in de keuken gingen open. We vonden een zak die ritselde. Piep! Bingo!

De zak gooiden we leeg en daar zat een lief klein muisje. Nieuwsgierig keek hij om zich heen. Dacht geen moment aan wegrennen. Sam vroeg mij om een pollepel, zo’n grote soeplepel, en hij sloeg zo - boem - dat muisje op zijn kop. Morsdood. Hij kon geen piep meer zeggen.

‘Wat doe je nou?!’ riep ik. Ik was in shock. ‘Nou,’ zei Sam, ‘als je een muizenval neerzet doe je toch precies hetzelfde.’ ‘Maar dit is anders!’ zei ik. ‘Waarom?’ vroeg Sam. En toen stond ik met mijn mond vol tanden.

Als we iets niet zien kan het wel, als we het wel zien voelt het niet goed. Ik was even zo stil als een muis...

Bron: Kidsweek

 

Wat kan ik straks?

Aan het eind van deze opdracht kan ik:

  • omschrijven wat een column is en waar ik deze kan aantreffen.
  • minimaal vijf kenmerken noemen van een column.
  • een column beoordelen.

 

Wat ga ik doen?

Activiteiten

Aan de slag
Stap Activiteit
Stap 1 Ik bestudeer het Kennisbankitem 'Het schrijven van een column' en geef aan wat de kenmerken van een column zijn.
Stap 2 Ik luister naar een gesproken column en beantwoord de vraag.
Stap 3 Is dit een column ... of niet? Wat denk ik?
Stap 4 Is dit een column ... of niet? Wat denk ik?
Stap 5 Is dit een column ... of niet? Wat denk ik?
Stap 6 Is dit een column ... of niet? Wat denk ik?
Afronding
Onderdeel Activiteit
Samenvattend Hier vind ik de kennisbanken die horen bij deze opdracht.
Eindopdracht A Beoordeel een column.
Eindopdracht B en Doe ik mee aan de column-battle?
Terugkijken Terugkijken op de opdracht.


Tijd
Voor deze opdracht heb je minimaal twee lesuren nodig.

Aan de slag

Stap 1: Kennisbank

Bestudeer uit de Kennisbank Nederlands de volgende onderwerpen:

Stap 2: Gesproken column

Luister naar de gesproken column van Bert Jansen.

Beantwoord nu ook de volgende vragen.

Stap 3: Is dit een column ... of niet?

Stap 4: Is dit een column ... of niet?

Stap 5: Is dit een column ... of niet?

Stap 6: Is dit een column ... of niet?

Afronding

Samenvattend

Hier vind je de kennisbanken die horen bij deze opdracht.

Eindopdracht A: Beoordeel een column

Bij eindopdracht A beoordeel je een column
Je ziet een link naar een column uit de schoolkrant van het Bornego College:
Column Arjen

Lees de column en beantwoord de volgende vragen. Verwerk je vragen in een tekstdocument.
Vergeet niet je antwoorden te beargumenteren!

  1. Is de column persoonlijk geschreven?
  2. Gaat de column over een herkenbaar probleem?
  3. Gaat de column over feiten?
  4. Bevat de column een mening? Schrijf de belangrijkste mening op in je eigen woorden.
  5. Bevat de column humor? Geef een voorbeeld.
  6. Is de column plezierig om te lezen? Waarom (niet)?
  7. Schrijf in één zin op, waarom je dit een goed of slecht voorbeeld vindt van een column.

Lever je document in bij je docent.
Hij/zij let bij de beoordeling van je tekstdocument op het volgende:

  • Zijn alle vragen duidelijk beantwoord en goed beargumenteert?
  • Ziet het geheel er netjes en verzorgd uit?

 

 

Eindopdracht B: Column Battle

Als je kiest voor eindopdracht B doe je de COLUMN-BATTLE!
Je doet deze opdracht samen met een klasgenoot.

De redacteur van de schoolkrant heeft jullie allebei gevraagd een column te schrijven.
Hij stelt drie onderwerpen voor die op jullie school actueel zijn en waar alle leerlingen over praten.
Hij wil dat je je mening lekker duidelijk naar voren brengt, zodat de discussie goed wordt aangewakkerd. Hij zegt ook nog, dat de lezers van de schoolkrant gek zijn op humor.

Maar de belangrijkste uitdaging is: hij wil niet één, maar TWEE columns hebben over dit onderwerp, en deze columns moeten TEGENGESTELDE meningen bevatten.
De onderwerpen waar je uit kunt kiezen zijn:

  • De afspraken over het gebruik van mobiele telefoons op school
  • Het plan om op een zaterdag een goede-doelen-sportdag te organiseren
  • De plannen om de lessen in de bovenbouw pas om 10 uur te laten beginnen

Kies SAMEN een onderwerp en DISCUSSIEER!
Eén van jullie is POSITIEF over dit onderwerp, de ander is TEGENSTANDER.
Zoek samen naar voor- en tegenargumenten en verdeel die.

Schrijf dan allebei een column over dit onderwerp. De column is maximaal 1 A4 lang. Laat je column lezen door je klasgenoot en pas waar nodig aan. Daarna leveren jullie de columns in bij de docent.

Hij/zij bekijkt of jullie de columns goed hebben geschreven aan de hand van de volgende vragen:

  • Zijn de columns persoonlijk?
  • Bevatten de columns de mening van de schrijvers?
  • Gaan de columns over een herkenbaar probleem?
  • Zijn de columns kritisch?
  • Zijn de columns verrassend?
  • Bevatten de columns humor?
  • Zetten de columns de lezers aan het denken?
  • Zijn beide columns tegenovergesteld wat betreft mening?

Terugkijken

Intro

  • Lees nogmaals de column van de introductie. Benoem nu alle kenmerken van een column die je hier in herkent.

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Kun je wat je moet kunnen?
    Kun je omschrijven wat een column is?

Hoe ging het?

  • Tijd
    Bij de activiteiten stond dat je ongeveer 2 uur met de opdracht bezig zou zijn.
    Had je die tijd ook nodig voor deze opdracht of kwam je tijd te kort?
  • Inhoud
    Je hebt verschillende columns (of niet) langs zien komen. Welke column vond je het leukst? Als het goed is, is je opgevallen dat vaak hetzelfde antwoord juist was. Kun je daardoor een conclusie trekken over het belangrijkste kenmerk van een column?
  • Eindopdracht
    A: Welke vraag over de column van Arjen vond je het makkelijkst en welke het moeilijkst? Waarom?
    B: Heb je meegedaan aan de column-battle? Is het je gelukt om zelf een column te schrijven? Ben je tevreden over het resultaat? Schrijf op wat goed ging en wat minder goed ging.

Spelling - Streepje

Koppelteken

Intro

In deze opdracht kijk je naar het koppelteken en het weglatingsstreepje.

Bekijk eerst de video:

Wat kan ik straks?

Aan het eind van deze opdracht kan ik:

  • het verschil uitleggen tussen een koppelteken en een weglatingsteken.
  • het koppelteken op de juiste manier gebruiken in samenstellingen.
  • het weglatingsteken op de juiste manier gebruiken ter vervanging van een deel van het woord.

Wat kan ik al?

Een koppelteken is een leesteken dat onderdelen van samenstellingen met elkaar verbindt.

Om je geheugen om te frissen komen we hier nog even terug op wat samenstellingen zijn.

Lees de Kennisbank even door. Maak daarna de oefening.

Wat ga ik doen?

Activiteiten

Aan de slag
Stap Activiteit
Stap 1 Bestudeer de Kennisbank en oefen het gebruik van koppeltekens en weglatingstekens.
Stap 2 en Ik stel een dictee op voor mijn klasgenoot, waarin ik woorden met of zonder streepje gebruikt. Mijn klasgenoot maakt een dictee voor mij. Bespreek de antwoorden.
Afronding
Onderdeel Activiteit
Samenvattend Hier vind ik de Kennisbanken die horen bij deze opdracht.
Eindopdracht Ik maak de toets over koppeltekens en weglatingstekens.
Extra opdracht Maak eventueel de extra opdracht.
Terugkijken Terugkijken op de opdracht.


Tijd
Voor deze opdracht heb je ongeveer één lesuur nodig.

Aan de slag

Stap 1: Kennisbank

Bestudeer uit de Kennisbank  de volgende twee onderwerpen.


Maak vervolgens de volgende oefeningen.
Je oefent het gebruik van het koppelteken en het weglatingsstreepje.

Stap 2: Met of zonder streepje?

Deze opdracht maak je samen met een klasgenoot.
Je oefent het gebruik van koppeltekens en weglatingsstreepjes door het maken van een dictee.

Afronding

Samenvattend

Hier vind je de Kennisbanken die horen bij deze opdracht.

Eindopdracht: Toets

Je sluit deze opdracht af met het maken van een toets.
De toets bestaat uit meerkeuzevragen over het gebruik van weglatingsstreepjes en koppeltekens.

Extra opdracht

Gebruik de juiste tekens!

In onderstaande oefening staan zinnen waarbij een aantal woorden weggelaten zijn.

Kies de correcte schrijfwijze van deze woorden: met koppeltekens of weglatingstekens, aan elkaar of los zonder teken?

Terugkijken

Intro

  • Heb je de video bekeken? Vond je de uitleg duidelijk?

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
    Kun je nu het weglatingsteken en het koppelteken op de juiste plek in de tekst toepassen?

Hoe ging het?

  • Inhoud
    Vond je het leuk om een dictee te maken voor je klasgenoot waarin je weglatings- en koppeltekens gebruikte? Hebben jullie er beide wat van geleerd?
  • Eindopdracht
    De eindopdracht was een toets. Had je een goede score?
  • Extra opdracht
    Heb je de extra opdracht gemaakt? Vond je het nuttig nog extra te oefenen met weglatingstekens en koppeltekens?

Afsluiting

Kennisbanken

Hier vind je de kennisbanken die gebruikt zijn in dit thema.

Eindopdracht: Column

Je gaat het thema 'Ik klaag niet gauw, maar...' afronden.
Als eindproduct bij dit thema schrijf je zelf een column over een echte of verzonnen misstand op school of in je woonplaats: iets waar je echt boos of ontevreden over bent, en waarvan je vindt dat het moet veranderen.

Zorg dat je goede argumenten bedenkt voordat je gaat schrijven. Probeer je lezers te overtuigen door rekening te houden met tegenargumenten: wat zouden ze tegen je mening in kunnen brengen? Schrijf daarover en leg uit waarom je toch gelijk hebt.
Kom niet alleen met kritiek, maar bedenk ook echte verbeterpunten. Zorg dus voor opbouwende kritiek. Wees heel duidelijk en gebruik humor en overdrijving als wapen, maar ga niet te ver door mensen belachelijk te maken of volledig af te kraken. Speel niet op de man maar op de bal.

Zorg voor een goede indeling in alinea's waardoor de tekstonderdelen logisch aansluiten.

Vooraf

Lees voor je begint de opdracht een keer helemaal door.

Groepsgrootte: Je werkt alleen.

Tijd: Voor het maken van het eindproduct heb je 2 lesuren.

Benodigdheden: Geen bijzonderheden.

 

Stap 1

  • Verzamel informatie over het onderwerp waarover je de column wilt schrijven: je column bevat een aanklacht tegen zaken die volgens jou verkeerd gaan.
  • Schrijf feiten en argumenten op.
  • Bedenk hoe je in drie of vier stappen je mening gaat geven: de hoofdlijn van je verhaal.
  • Zet bij je argumenten en feiten nummers 1, 2, 3 of 4.

Column schrijven

Een column is een kort stukje tekst, waarin de schrijver zijn mening geeft op een grappige of uitdagende manier.

 

Stap 2

Aan de slag.

  • Bedenk een pakkende kop voor boven je column en zet je naam onder de kop.
  • Bedenk dat de column een inleiding nodig heeft. Schrijf die eerst. Pas daarna ga je feiten en meningen opschrijven.
  • Verdeel je tekst op een logische manier in alinea's. Houd je aan de hoofdlijn die je hebt ontwikkeld.
  • Zorg dat je column ook leuk is om te lezen: spreek je lezers aan en word gerust een beetje persoonlijk.
  • Als je je column wilt illustreren, doe dat dan met maximaal één foto.
  • Vermeld onderaan eventueel je bronnen.
  • Controleer je tekst met behulp van de spellingcorrector en lees alles goed na: is dit wat je hebt willen schrijven? Komt het goed over zo?

 

Afronden

Klaar? Laat je eindproduct beoordelen. Bij de beoordeling wordt gebruik gemaakt van deze rubrics.
Inhoud max. 50 punten
Goed Een aanklacht tegen een bestaande situatie. Gebruik van argumenten die op feiten zijn gebaseerd. Rekening gehouden met tegenargumenten. Duidelijke conclusie. Goed geschreven, zonder taal- en spelfouten. Valt op door krachtige argumentatie of of humoristische aanpak.
Voldoende Een aanklacht tegen een bestaande situatie. Gebruik van argumenten die op feiten zijn gebaseerd. Rekening gehouden met tegenargumenten. Duidelijke conclusie. Goed geschreven, met bijna geen taal- en spelfouten.
Onvoldoende Aanklacht gaat niet over werkelijke situatie en bevat weinig argumenten. Argumenten zijn niet op feiten gebaseerd. Geen rekening gehouden met tegenargumenten. Zwak taalgebruik.
Vorm max. 50 punten
Goed Goede aansprekende kop. Goede verdeling in alinea’s. Evenwichtige verdeling van tekst over alinea’s. Niet te lang, niet te kort. Maximaal 400 woorden.
Voldoende Duidelijke kop en behoorlijke indeling in alinea’s. Niet te lang, niet te kort. Maximaal 400 woorden.
Onvoldoende Onduidelijke kop, indeling niet logisch of niet aanwezig. Te lange of te korte tekst.

D-Toets

Test je kennis. Maak de diagnostische toets.

Terugkijken

Inleiding

  • Kijk nog eens goed naar de opdracht in de inleiding.
    ...

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen van dit thema nog eens door.
    Kun je wat je moet kunnen?

Hoe ging het?

  • Tijd
    Bij de activiteiten stond dat je ongeveer 8,5 uur met dit thema bezig zou zijn.
    Klopt dat met het aantal lessen dat je over dit thema hebt gehad?
  • Inhoud
    Welke lesstof in dit thema was nieuw voor je en welke lesstof wist je al?
    Van welke opdracht heb je het meest geleerd?
  • Eindopdracht
    Wat vond je van de eindopdracht?

    Beantwoord de volgende vragen.

    • Hoe kun je ervoor zorgen dat mensen je column ook echt gaan lezen?
    • Waarom kan humor belangrijk zijn in overtuigende teksten?
    • In welke teksten is humor NIET belangrijk, of zelfs niet gewenst?
      Bedenk een voorbeeld.

Verderkijker

De Verderkijker biedt bij het thema passende externe linkjes naar uitleg, oefenmateriaal of filmpjes.

Grammatica

Voor de kop Scheidbare werkwoorden klik op:

Spelling

Voor de kop Streepje klik op:

  • Het arrangement Thema 18 Ik klaag niet gauw, maar... - hv12 is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    VO-content
    Laatst gewijzigd
    29-11-2025 10:37:13
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie.

    StudioVO

    Deze module is ontwikkeld door medewerkers van StudioVO.

    Fair Use

    In de Stercollecties van StudioVO wordt gebruik gemaakt van beeld- en filmmateriaal dat beschikbaar is op internet. Bij het gebruik zijn we uitgegaan van fair use. Meer informatie: Fair use

    Mocht u vragen/opmerkingen hebben, neem dan contact op via de helpdesk VO-content.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Dit thema valt onder de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor Nederlands voor hv12. Het thema 'Ik klaag niet gauw, maar...' bestaat uit vier opdrachten, waarbij in iedere opdracht een andere taalvaardigheid centraal staat. In deze opdracht leer je waarom Anne Frank een belangrijke figuur is en wat de kenmerken van een column zijn. Je leert ook hoe je een column kunt schrijven en hoe je het weglatingsteken en het koppelteken op de juiste manier kunt gebruiken. Ook leer je scheidbare werkwoorden herkennen in een tekst. Als afsluiting van dit thema ga je zelf een column schrijven. Je kiest een echte of verzonnen misstand op school of in je woonplaats waar je boos of ontevreden over bent en die volgens jou moet veranderen. Voordat je gaat schrijven, bedenk je goede argumenten en houd je rekening met tegenargumenten. Probeer je lezers te overtuigen en geef ook verbeterpunten aan. Zorg voor een goede opbouw en indeling van je column, waarbij je logische alinea's gebruikt. Afsluitend is er een diagnostische toets beschikbaar om je kennis te testen. Succes!
    Leerniveau
    VWO 2; HAVO 1; VWO 1; HAVO 2;
    Leerinhoud en doelen
    Schrijven; Spelling, interpunctie en grammatica; Nederlands; Schrijfvaardigheid; Afstemming op publiek; Begrippenlijst en taalverzorging; Begrijpen; Samenhang; Literatuur; Lezen van fictionele teksten en literaire teksten (Nederlands);
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    8 uur 30 minuten
    Trefwoorden
    `ik klaag niet gauw maar..., anne frank, argumentatie, arrangeerbaar, column schrijven, hv12, koppeltekens, nederlands, scheidbare werkwoorden, stercollectie

    Gebruikte Wikiwijs Arrangementen

    VO-content - Toetsen. (2019).

    Nederlands hv12 - D-Toetsen

    https://maken.wikiwijs.nl/144885/Nederlands_hv12___D_Toetsen

    VO-content Nederlands. (z.d.).

    Nederlands vmbo-hv12 - TEMPLATE

    https://maken.wikiwijs.nl/143446/Nederlands_vmbo_hv12___TEMPLATE

    VO-content Nederlands. (2019).

    Opdracht: Fictie - Anne Frank - hv12

    https://maken.wikiwijs.nl/52698/Opdracht__Fictie___Anne_Frank___hv12

    VO-content Nederlands. (2019).

    Opdracht: Grammatica - Scheidbare werkwoorden - hv12

    https://maken.wikiwijs.nl/52699/Opdracht__Grammatica___Scheidbare_werkwoorden___hv12

    VO-content Nederlands. (2019).

    Opdracht: Schrijven - Column - hv12

    https://maken.wikiwijs.nl/52700/Opdracht__Schrijven___Column___hv12

    VO-content Nederlands. (2019).

    Opdracht: Spelling - Koppelteken - hv12

    https://maken.wikiwijs.nl/52701/Opdracht__Spelling___Koppelteken___hv12

  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    Oefeningen en toetsen

    Ik klaag niet gauw, maar...

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    QTI

    Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat alle informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen punten, etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.

    Versie 2.1 (NL)

    Versie 3.0 bèta

    Voor developers

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.