Opdracht: Lezen - Doel formuleren - hv12

Opdracht: Lezen - Doel formuleren - hv12

Doel formuleren

Intro

In deze leesopdracht staat het doel centraal.

Een schrijver of cartoonist heeft een boodschap met de tekst die hij aan zijn publiek laat zien. Dat is het doel van de tekst die wordt gepresenteerd.

Kijk naar de afbeelding hieronder.
Wat denk jij dat het doel is van cartoonist René Leisink met deze cartoon? Wat wil hij zijn publiek eigenlijk vertellen? Bespreek het met een klasgenoot.

 

In deze opdracht leer je welk doel iemand kan hebben met het schrijven van een tekst, het maken van een cartoon of het maken van een film.

Wat kan ik straks?

Aan het eind van deze opdracht kun je:

  • de vier tekstdoelen noemen en je kunt per tekstdoel minimaal twee tekstsoorten noemen.
  • het verschil aangeven tussen een zakelijke en een verhalende tekst.
  • de tekstdoelen noemen die een schrijver gebruikt bij het schrijven van een zakelijke tekst.
  • de tekstdoelen noemen die een schrijver gebruikt bij het schrijven van een verhalende tekst.

Wat ga ik doen?

Activiteiten

Aan de slag
Stap Activiteit
Stap 1 Je bestudeert het kennisbankitem over Tekstdoel en tekstsoort en beantwoord daarna vragen over verschillende soorten tekstberichten en hun doel.
Stap 2 Je leest een tekst en geeft daarna aan wat het doel van de tekst is.
Stap 3 Je bekijkt twee videofragmenten en praat met een klasgenoot over het doel van de fragmenten.
Stap 4 Je leest een tekst en geeft daarna aan wat het doel van de tekst is.
Stap 5 Je zoekt verhalende en zakelijke teksten en geeft aan welke tekstdoelen bij verhalende teksten en zakelijke teksten passen.
Afronding
Onderdeel Activiteit
Samenvattend Hier vind je de kennisbank die hoort bij deze opdracht.
Eindopdracht Je gaat op zoek naar video's en teksten die aansluiten bij de vier verschillende tekstdoelen.
Terugkijken Terugkijken op de opdracht.
Extra
Extra Havo Maak de extra oefening.
Extra VWO Lees de teksten en maak de extra oefening.


Tijd
Voor deze opdracht heb je 2 à 3 lesuren nodig.

Aan de slag

Stap 1: Kennisbank

Bestudeer uit de Kennisbank Nederlands de volgende onderwerpen:

Lezen: Tekstdoel en tekstsoort

Maak nu de volgende oefeningen.

Stap 2: Orkaan

Lees de volgende tekst:

Door de felle zon in de zomer wordt het zeewater warm.
Het warme water verdampt en stijgt op.
Zo ontstaan gigantische regenwolken.
Omdat de aarde ronddraait gaan de wolken ook ronddraaien.
Hierdoor ontstaat een keiharde wind en dat is een orkaan.

 

Beantwoord nu de vragen over deze tekst.

 

Stap 3: Video

Net als een auteur van een tekst heeft de maker van een videoclip vaak een bepaald doel met zijn clip.
Bekijk (een deel van) de volgende twee videofragmenten van YouTube.

Fragment 1:

Fragment 2:

Bespreek met een klasgenoot per videofragment wat het doel van het videofragment is.
Kies uit:

  • informeren
  • amuseren
  • tot handelen aanzetten
  • overtuigen

Stap 4: Vliegtuigongeluk

Lees de tekst en beantwoord vervolgens de vragen.

HOE OVERLEEF JE EEN VLIEGTUIGONGELUK?
Wie in een vliegtuig neerstort, heeft weinig kans het na te vertellen. Toch komt het voor, dat mensen als door een wonder gered worden, zelfs als alle andere passagiers omkomen.
Op kerstavond 1971 steeg een passagiersvliegtuig op van Jorge Chavez International Airport in Lima op weg naar Peru. Toen het vliegtuig op 21.000 voet vloog en een half uur onderweg was, werd het getroffen door onweer. Het toestel begon te duiken en door de geweldige luchtdruk brak een vleugel af. Het vliegtuig stortte neer in een onherbergzaam oerwoud. De 17-jarige Duitse Juliane Koepcke was de enige die overleefde. Zij zocht zonder resultaat naar haar moeder en begon daarna hulp te zoeken. Negen dagen zwierf ze door het Amazonegebied. Tot haar grote geluk vond ze een kano en een tent, die aan houthakkers bleken toe te behoren. Die namen haar mee naar hun basis, vanwaar ze naar een ziekenhuis kon worden gevlogen.
Vaak overleven juist kinderen of cabinepersoneel, al begrijpt niemand precies waarom. Wat wel te begrijpen is: vaak zitten de overlevers achter in het toestel. Als het vliegtuig de grond raakt met de neus, zijn de overlevingskansen achterin groter, omdat de klap voorin is opgevangen. Ook vluchtrecorders worden om deze reden juist in de staart van het toestel bevestigd.


Beantwoord de volgende vraag.

Stap 5: Verhalende en zakelijke teksten

Verhalende teksten hebben vaak een ander doel dan zakelijke teksten.
Bespreek de volgende twee vragen met een klasgenoot. Noteer de antwoorden in een tekstdocument. 
 

  1. Welk tekstdoel past volgens jou het best bij een verhalende tekst? Leg je antwoord uit. 
  2. Welke tekstdoelen passen volgens jou bij zakelijke teksten? Leg je antwoord uit.

Zoek nu samen op internet twee voorbeelden van een verhalende tekst en twee voorbeelden van een zakelijke tekst. 
Noteer van de teksten ook het tekstdoel. 
Overleg met je docent of je het document in moet leveren. 

Afronding

Samenvattend

Hier vind je de kennisbank die hoort bij deze opdracht.

Lezen: Tekstdoel en tekstsoort

Eindopdracht: Doelen

Tijd voor de eindopdracht.
Ga samen met een klasgenoot op internet op zoek naar:

  • Een filmpje dat als doel heeft informeren.
  • Een filmpje dat als doel heeft tot handelen aansporen.
  • Een tekst die als tekstdoel heeft amuseren.
  • Een tekst die als tekstdoel heeft overtuigen.

Als jullie twee filmpjes en de twee teksten gevonden hebben, laten jullie ze beoordelen door jullie docent.


Bij de beoordeling let jullie docent op:

  • De inhoud: is het duidelijk welk (tekst)doel bij het filmpje/de tekst hoort?
  • De originaliteit: zijn de filmpjes/teksten leuk om te zien/te lezen?
  • De lengte: zijn de filmpjes niet te lang (maximaal 5 minuten)?

Succes.

Terugkijken

Intro

  • Lees de intro van deze opdracht nog eens door. Welk doel dacht je dat de cartoonist met de cartoon had? Nu ken je de vier tekstdoelen. Welk doel zou je nu kiezen voor de cartoon?

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
    Kun je wat je moet kunnen?

Hoe ging het?

  • Tijd
    Bij de activiteiten stond dat je ongeveer 2 à 3 uur met de opdracht bezig zou zijn.
    Had je die tijd ook nodig voor deze opdracht of kwam je tijd te kort?
  • Inhoud
    Welke manier van doelen formuleren spreekt jou het meest aan? Zou je zelf het liefst een informatieve tekst schrijven of juist een tekst om te amuseren of... Motiveer je antwoord. 
  • Eindopdracht
    Wat vond je van de eindopdracht? 
    Viel het mee of tegen om de juiste video's/teksten te vinden? Wat vond je lastiger? De teksten of de video's? 
    Hoe verliep jullie samenwerking? Hadden jullie de taken verdeeld of werkten jullie overal samen aan? Hoe beviel dat?

Extra

Extra - havo

Extra opdracht voor twee leerlingen.

Stel je voor... je moet voor een huis-aan-huisblad een pagina vullen over het onderwerp:
HUISDIER WEGGELOPEN!

Tekst 1: maak een informatieve tekst over dit onderwerp.
Tekst 2: maak een amuserende tekst over dit onderwerp.
Tekst 3: maak een overtuigende tekst over dit onderwerp.
Tekst 4: maak een activerende tekst over dit onderwerp.

  • Maak met deze vier teksten een leuke pagina voor het huis-aan-huisblad.
  • Zorg dat hij er ook echt uitziet als een krantenpagina. Bedenk dus ook een naam voor het blad, zoek of maak er foto's bij enzovoort... gebruik je fantasie!
  • Maak er een poster van die je kunt ophangen in de klas.

Extra - vwo

Tekstdoelen extra opdrachten

Hieronder vind je een aantal teksten met daarbij horende vragen. 
Lees elke keer eerst goed de tekst en beantwoord dan de vragen. 

Succes!

  • Het arrangement Opdracht: Lezen - Doel formuleren - hv12 is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    VO-content
    Laatst gewijzigd
    2019-10-18 15:19:46
    Licentie
    CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Deze opdracht hoort bij het thema "Dichter bij dieren" en is onderdeel van de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor Nederlands voor hv12. In deze opdracht leer je de vier tekstdoelen te benoemen en per tekstdoel minimaal twee tekstsoorten te noemen. Daarnaast leer je het verschil aan te geven tussen een zakelijke en een verhalende tekst, en kun je de tekstdoelen noemen die een schrijver gebruikt bij het schrijven van een zakelijke tekst en een verhalende tekst. In de eindopdracht ga je samen met een klasgenoot opzoek naar filmpjes met verschillende doelen. Ook zijn er extra oefenopgaven beschikbaar. Veel succes!
    Leerniveau
    VWO 2; HAVO 1; VWO 1; HAVO 2;
    Leerinhoud en doelen
    Techniek en woordenschat; Lezen van zakelijke teksten (Nederlands); Nederlands; Begrijpen; Lezen van fictionele teksten en literaire teksten (Nederlands); Leesvaardigheid;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    3 uur en 0 minuten
    Trefwoorden
    amuseren, arrangeerbaar, dichter bij dieren, doel formuleren, hv12, informeren, nederlands, overtuigen, stercollectie, tekstdoelen

    Gebruikte Wikiwijs Arrangementen

    VO-content - Kennisbanken. (2018).

    Nederlands Kennisbank hv12

    https://maken.wikiwijs.nl/90574/Nederlands_Kennisbank_hv12