Als je deze twee zinnen snel leest, valt je misschien niets op.
Maar bekijk de beide zinnen eens goed. Wat staat er eigenlijk?
Bespreek met een klasgenoot wat je eigenlijk leest.
Hoe zouden de zinnen eigenlijk geschreven moeten worden?
In deze opdracht staan samenstellingen centraal.
Wat kan ik straks?
Aan het eind van deze opdracht kun je:
uitleggen wanneer een woord een samenstelling wordt genoemd.
zelf bepalen wanneer je wel en wanneer je niet het koppelteken bij samenstellingen moet gebruiken.
Wat ga ik doen?
Activiteiten
Aan de slag
Stap
Activiteit
Stap 1
Na het bestuderen van de Kennisbank Samenstellingen kun je van woorden aangeven of ze aan elkaar of met koppelteken geschreven moeten worden.
Stap 2
en
Je gaat op zoek naar samenstellingen die bestaan uit twee zelfstandig naamwoorden.
Stap 3
en
Je gaat op zoek naar samenstellingen waarvan één deel een bijvoeglijk naamwoord is.
Stap 4
en
Je gaat op zoek naar woorden die bestaan uit twee of drie woorden en die los van elkaar een andere betekenis hebben dan aan elkaar.
Stap 5
en
Je gaat op zoek naar samenstellingen met een koppelteken.
Afronding
Onderdeel
Activiteit
Samenvattend
Hier vind je de kennisbank die hoort bij deze opdracht.
Eindopdracht A
Bij eindopdracht A sluit je de opdracht af met een toets.
Eindopdracht B
Bij eindopdracht B sluit je de opdracht af met het maken van een werkblad met samenstellingen.
De oefening is een keuzeoefening.
Je krijgt 10 vragen over samenstellingen
Na het beantwoorden van de vragen krijg je je score te zien.
Ben je ontevreden maak dan de oefening opnieuw. Je krijgt dan weer 10 vragen.
Dat zijn veelal andere vragen, maar je kunt ook dezelfde vragen nogmaals tegenkomen
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Bij eindopdracht B sluit je deze opdracht af met het maken van een aantal samenstellingen.
Download het werkblad Samenstellingen
Op het werkblad staan twee rijen woorden.
Maak samenstellingen door een woord uit de eerste rij te combineren met een woord uit de tweede rij.
Bedenk bij iedere samenstelling ook een korte zin of uitdrukking waarin de samenstelling gebruikt kan worden.
Beoordeling
Je docent beoordeelt je werkblad op het volgende:
de correcte samenstellingen zijn gevonden.
met elke samenstelling is een goedlopende zin/uitdrukking gemaakt.
de zinnen bevatten geen taalfouten.
Klaar?
Lever je werkblad in bij je docent.
Extra opdracht
Het gaat tegenwoordig nogal eens mis met het gebruiken van samenstellingen.
Steeds vaker worden woorden NIET aan elkaar geschreven, waar dat eigenlijk wel zou moeten.
Kortom: er worden onnodig spaties gebruikt.
Hieronder een voorbeeld.
Denk eens even goed na over de volgende krantenkop: LERAREN TE KORT
Bekijk deze video over dit misverstand.
(bron: youtu.be)
Terugkijken
Inleiding
Lees de intro van deze opdracht nog eens door. Kun je nu nog meer samenstellingen opnoemen die een andere betekenis hebben als je ze los van elkaar noteert?
Kan ik wat ik moet kunnen?
Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
Kun je wat je moet kunnen?
Hoe ging het?
Tijd
Bij de activiteiten stond dat je ongeveer 1 uur met de opdracht bezig zou zijn.
Had je die tijd ook nodig voor deze opdracht of kwam je tijd te kort?
Inhoud
Je moest in deze opdracht veel overleggen met klasgenoten. Hoe verliep dit overleg? Wat vond je lastig aan het overleggen en wat juist prettig? Heb je steeds met dezelfde klasgenoot overlegt? Waarom wel of niet?
Eindopdracht
Wat vond je van de eindopdracht?
A: Heb je de toets met een voldoende afgesloten? Zo niet, wat heb je er aan gedaan om te zorgen dat je bij een tweede kans wel een voldoende zou halen? Was dit genoeg of had je nog hulp nodig van een docent?
B: Hoe vond je het om met de samengestelde woorden zinnen en uitdrukkingen te formuleren? Vond je dat lastiger of minder lastig dan het samenstellen van de woorden? Leg je antwoord uit.
Extra opdracht
Heb je de extra opdracht gemaakt? Vond je de video in de extra opdracht leuk?
Het arrangement Opdracht: Woordenschat - Samenstellingen - hv12 is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:
Toelichting
Deze opdracht hoort bij het thema "Trainer in actie" en is onderdeel van de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor Nederlands voor hv12. Een samenstelling is een woord dat bestaat uit twee of drie woorden die aan elkaar worden geschreven. In deze opdracht leer je wanneer een woord een samenstelling wordt genoemd en hoe je kunt bepalen of je het koppelteken moet gebruiken bij samenstellingen.
Als eindopdracht heb je de keuze tussen twee opties. Eindopdracht A is een toets over samenstellingen, waarbij je je kennis kunt testen. Bij eindopdracht B maak je een aantal samenstellingen aan de hand van het werkblad. Je combineert woorden uit de eerste en tweede rij en bedenkt een korte zin of uitdrukking waarin de samenstelling gebruikt kan worden.
Ook zijn er extra oefenopgaven beschikbaar. Veel succes!
Leerniveau
VWO 2;
HAVO 1;
VWO 1;
HAVO 2;
Leerinhoud en doelen
Schrijven;
Spelling, interpunctie en grammatica;
Nederlands;
Schrijfvaardigheid;
Begrippenlijst en taalverzorging;
Woordgebruik en woordenschat (Nederlands);
Deze opdracht hoort bij het thema "Trainer in actie" en is onderdeel van de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor Nederlands voor hv12. Een samenstelling is een woord dat bestaat uit twee of drie woorden die aan elkaar worden geschreven. In deze opdracht leer je wanneer een woord een samenstelling wordt genoemd en hoe je kunt bepalen of je het koppelteken moet gebruiken bij samenstellingen.
Als eindopdracht heb je de keuze tussen twee opties. Eindopdracht A is een toets over samenstellingen, waarbij je je kennis kunt testen. Bij eindopdracht B maak je een aantal samenstellingen aan de hand van het werkblad. Je combineert woorden uit de eerste en tweede rij en bedenkt een korte zin of uitdrukking waarin de samenstelling gebruikt kan worden.
Ook zijn er extra oefenopgaven beschikbaar. Veel succes!
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
Oefeningen en toetsen
Samenstellingen
Samenstelling
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat
alle
informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen
punten,
etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.