Opdracht: Spelling - Persoonsvorm hv12

Opdracht: Spelling - Persoonsvorm hv12

Persoonsvorm

Intro

In deze opdracht staat de spelling van de persoonsvorm centraal.
Om te weten hoe je de persoonsvorm spelt, is het eerst handig om te weten wat de persoonsvorm is, zodat je niet de regels op het verkeerde woord toepast!

Hoe je de persoonsvorm vindt, heb je geleerd in thema 2.
Om je geheugen nog even op te frissen, kun je bij 'Wat kan ik al?' oefenen met het vinden van de persoonsvorm.

 

 

 

Wat kan ik straks?

Na deze module kun je:

  • de persoonsvorm op correcte wijze spellen in de tegenwoordige tijd.
  • de persoonsvorm op correcte wijze spellen in de verleden tijd.

Wat kan ik al?

In thema 2 heb je geoefend met het vinden van de persoonsvorm.
Dat gaan we in deze stap nog even herhalen.
Lees eerst even de Kennisbank:

Grammatica: Persoonsvorm

 

Wat ga ik doen?

Activiteiten

Aan de slag
Stap Activiteit
Stap 1 Na het bestuderen van de Kennisbanken kun je oefeningen maken om te oefenen met de spelling van de persoonsvorm
Stap 2 Je kunt op het internet een goed een schema over spelling van de persoonsvorm vinden.
Stap 3 Je kunt woorden vinden die hetzelfde klinken als persoonsvorm en voltooid deelwoord, maar anders geschreven worden.
Afronding
Onderdeel Activiteit
Samenvattend Hier vind je de Kennisbanken die horen bij deze opdracht.
Eindopdracht Kijk of je antwoord kunt geven op de twee hoofdvragen.
Terugkijken Terugkijken op de opdracht.


Tijd
Voor deze opdracht heb je 2 lesuren nodig.

Aan de slag

Stap 1: Kennisbank

Bestudeer de drie volgende onderwerpen in de Kennisbank Nederlands:

Spelling: Met een -d of een -t

Spelling: Persoonsvorm tegenwoordige tijd

Spelling: Persoonsvorm verleden tijd

Maak nu de volgende oefeningen:

Stap 2: Schema persoonsvorm

Je hebt gezien hoe je de persoonsvorm moet schrijven en je hebt ook geoefend met het schrijven van de persoonsvorm.

Ga naar www.google.nl en ga op zoek naar een schema over spelling in de persoonsvorm. Maak eventueel gebruik van de mogelijkheid om naar afbeeldingen te zoeken. Bezoek de website waarop het schema staat.

Sla het schema op. Print het schema uit als je dat prettig vindt.
Kijk goed of je het schema helemaal begrijpt.
Bespreek het schema eventueel met een klasgenoot.

Stap 3: -d of -t?

Afronding

Samenvattend

Hier vind je de Kennisbanken die horen bij deze opdracht.

Grammatica: Persoonsvorm

Spelling: Met een -d of een -t

Spelling: Persoonsvorm tegenwoordige tijd

Spelling: Persoonsvorm verleden tijd

Eindopdracht A: Toets

Als je kiest voor eindopdracht A maak je de toets. 

Eindopdracht B: Schema maken

Als je kiest voor eindopdracht B maak je een tabel of schema waarin je uitlegt hoe je de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd (tt) en in de verleden tijd (vt) moet spellen.
In het schema staan ook voorbeelden.

Ga na of je antwoord kunt geven op de twee hoofdvragen van de opdracht.

  • Hoe spel je de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd?
  • Hoe spel je de persoonsvorm in de verleden tijd?

Werkwijze:

  • Bepaal eerst wat je in het schema gaat vertellen.
  • Zorg dat je overal voorbeelden bij hebt.
  • Bedenk hoe je schema er uit gaat zien. Wordt het een pijlenschema? Of lijkt je een schema in de vorm van een tabel overzichtelijker?
  • Maak een eerste versie van het schema.
  • Vraag commentaar op je eerste versie aan een klasgenoot.
  • Verwerk het commentaar.

Beoordeling
Je krijgt een goede beoordeling voor deze opdracht als:

  • Je een schema maakt waarin je duidelijk uitlegt hoe je de persoonsvorm spelt in de tegenwoordige en in de verleden tijd.
  • Je in je schema voldoende voorbeelden hebt opgenomen.
  • Je schema er goed verzorgd uitziet.
  • Je het schema op tijd inlevert.

Klaar?
Lever je schema in bij je docent. 

Terugkijken

Intro

  • Lees de intro van deze opdracht nog eens door.
    Maak de introductieopdracht nogmaals. Vind je alle fouten?

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
    Kun je wat je moet kunnen?

Hoe ging het?

  • Tijd
    Bij de activiteiten stond dat je ongeveer 2 uur met de opdracht bezig zou zijn.
    Had je die tijd ook nodig voor deze opdracht of kwam je tijd te kort?
    Als je bij de eindopdracht hebt gekozen voor de toets, had je dan tijd over?
  • Eindopdracht
    Wat vond je van de eindopdracht? Was je achteraf tevreden over de keus die je gemaakt hebt?
    Mocht je van je docent kiezen of moest je beide eindopdrachten maken?
  • Het arrangement Opdracht: Spelling - Persoonsvorm hv12 is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    VO-content
    Laatst gewijzigd
    2019-10-18 08:09:36
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Deze opdracht hoort bij het thema "Laaggeletterdheid" en is onderdeel van de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor Nederlands voor hv12. De persoonsvorm is de vorm van het werkwoord die bij een persoon, dier of ding hoort. In deze opdracht leer je de persoonsvorm op correcte wijze spellen in zowel de tegenwoordige tijd als de verleden tijd. Daarnaast leer je ook over samengestelde zinnen waarin meerdere persoonsvormen voorkomen te herkennen. Bij eindopdracht kun je kiezen tussen twee opties: in eindopdracht A maak je een toets. In eindopdracht B maak je een tabel of schema waarin je uitlegt hoe je de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd en in de verleden tijd moet spellen. Het schema moet duidelijke uitleg bevatten met voldoende voorbeelden. Je kunt kiezen tussen een pijlenschema of een tabelvorm, afhankelijk van wat je overzichtelijker vindt. Vraag feedback op je eerste versie aan een klasgenoot en verwerk het commentaar voordat je het definitieve schema inlevert. Succes!
    Leerniveau
    VWO 2; HAVO 1; VWO 1; HAVO 2;
    Leerinhoud en doelen
    Schrijven; Spelling, interpunctie en grammatica; Nederlands; Schrijfvaardigheid; Begrippenlijst en taalverzorging;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    2 uur en 0 minuten
    Trefwoorden
    arrangeerbaar, hv12, laaggeletterdheid, nederlands, persoonsvorm, samengestelde zinnen, schema maken, spelling- persoonsvorm, stercollectie, tegenwoordige/verleden tijd

    Gebruikte Wikiwijs Arrangementen

    VO-content - Kennisbanken. (2018).

    Nederlands Kennisbank hv12

    https://maken.wikiwijs.nl/90574/Nederlands_Kennisbank_hv12