Eindopdracht B: Schema maken

Als je kiest voor eindopdracht B maak je een tabel of schema waarin je uitlegt hoe je de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd (tt) en in de verleden tijd (vt) moet spellen.
In het schema staan ook voorbeelden.

Ga na of je antwoord kunt geven op de twee hoofdvragen van de opdracht.

Werkwijze:

Beoordeling
Je krijgt een goede beoordeling voor deze opdracht als:

Klaar?
Lever je schema in bij je docent.