Klimaten - hv123

Klimaten - hv123

Klimaten

Intro

Er zijn vier verschillende klimaatzones op aarde.

In Nederland spreek je van een gematigd klimaat.
Ook in Polen spreek je van een gematigd klimaat.
Toch zijn er verschillen tussen het weer in Nederland en het weer in Polen.

Kun je een verschil noemen?
(Denk daarbij bijvoorbeeld aan het berglandschap in Polen.)

In deze opdracht kijk je naar natuurlijke elementen die invloed hebben op het klimaat.

Wat kan ik straks?

Aan het eind van deze opdracht kun je:

  • de vier klimaatzones noemen en aangeven waarom er klimaatverschillen tussen gebieden zijn.
  • klimaatzones met elkaar vergelijken door te kijken naar verschillen in temperatuur en naar verschillen in landschap/begroeiing.
  • van een aantal klimaten aangeven tot welke klimaatzone ze behoren: regenwoudklimaat, savanneklimaat, woestijnklimaat, zeeklimaat, landklimaat, poolklimaat, sneeuwklimaat.

Wat ga ik doen?

Activiteiten
De activiteiten in deze opdracht dragen bij tot het volgende leerdoel:
Je beschrijft en verklaart de spreiding van hoofdklimaten op aarde in hoofdlijnen.

Aan de slag

Stap

Activiteit

Stap 1

Je leert welke klimaatzones er zijn. Je gaat van elf steden uitzoeken in welke klimaatzone ze liggen.

Stap 2

Je gaat met behulp van internet verschillen in het weer onderzoeken tussen drie steden.

Stap 3

Je leert welke natuurlijke elementen het klimaat in een gebied beheersen. Je bekijkt een video en selecteert de kenmerken van een land- en een zeeklimaat.

Stap 4

en

Je bekijkt een video en ziet hoe bepalend de ligging van een gebied is voor allerlei vormen van neerslag. Maak een aantal hoe...hoe-zinnen.

Afronding

Onderdeel

Activiteit

Begrippen

De begrippenlijst gaat over klimaten en klimaatfactoren.

Eindopdracht A

Kies je voor eindopdracht A: dan maak je de toets.

Eindopdracht B

Kies je voor eindopdracht B: maak een eindproduct naar keuze over de factoren die het klimaat bepalen.

Reflectie

Terugkijken op de opdracht.

 

Benodigdheden

  • een Bosatlas
  • overige materialen afhankelijk van het eindproduct


Tijd
Voor deze opdracht heb je ongeveer 2 uur nodig.

Aan de slag

Stap 1: Klimaatinfo

Veelal worden er vier klimaatzones onderscheiden: de tropische zone, de droge zone, de gematigde zone en de koude zone.

Maak de volgende opdracht.
Je gaat aan de hand van een atlas of via internet uitzoeken in welke klimaatzones een elftal steden liggen.

Bestudeer in de Gereedschapskist hoe je een tabel maakt en leg bovenstaande bevindingen vast in deze tabel.

Verwerk in de tabel volgende gegevens:

  • de klimaatzones per stad
  • de naam van het land.
  • de 11 steden.
  • de volgens jou beste twee maanden van het jaar.
  • van deze maanden de gemiddelde hoogste en laagste temperatuur.
  • het gemiddeld aantal uren zon per dag in deze maanden.
  • het gemiddeld aantal mm neerslag in deze maanden.

Bestudeer vervolgens de pagina's en de video in de Kennisbank.

Klimaatverschillen

Tabel maken

Een tabel of schema is een manier om gegevens in beeld te brengen, op zo’n manier dat het er overzichtelijk uit ziet.

 

Stap 2: Verschillen in weer

Davos

Amsterdam, Davos en Warschau liggen in dezelfde klimaatzone.
Toch zijn er grote verschillen tussen het weer in Amsterdam, in Davos en in Warschau.

Je gaat dat verwerken in de volgende oefening.

Stap 3: Klimaatfactoren

Er bestaan op aarde meerdere klimaten.
Welk klimaat er in een bepaald gebied heerst, hangt af van een aantal
natuurlijke elementen:

  • ligt het gebied dicht bij de evenaar of bij de polen
  • ligt het gebied dicht bij de zee of juist niet
  • ligt het gebied in een dal of in de bergen.

Lees over deze factoren in de Kennisbank.

Klimaatverschillen


In de onderstaande video wordt uitgelegd hoe het komt dat er zulke temperatuurverschillen op aarde zijn.
Maak de volgende oefening over de kenmerken van een zeeklimaat en van een landklimaat.

 

Weet je het antwoord niet? Raadpleeg dan nog even de Kennisbank.

Weer en klimaat

Stap 4: Regen en ligging gebied

De meeste neerslag op aarde valt in de vorm van regen.
Regen is er in verschillende soorten, afhankelijk van de ligging van het gebied.

Bekijk de onderstaande video over verschillende soorten regen.
Op welke plek ontstaan stuwingsregens?



In de opdracht maak je zelf een aantal zinnen.
De ligging ten opzichte van de evenaar is hier een factor.


Voorbeeld:
Hoe verder een plaats van de evenaar ligt, hoe lager de gemiddelde temperatuur.

 

Afronding

Begrippen

Klimaatverschillen

Breedteligging
De afstand van de evenaar tot een bepaald punt.

Hoogteligging
De afstand van een punt tot het gemiddelde zeeniveau (NAP).

Ligging ten opzichte van zee/oceaan
De afstand van een gebied tot de zee of de oceaan.

Boomgrens
De lijn waarboven het te koud is voor bomen om te groeien.

Sneeuwgrens
De hoogtelijn waar de sneeuw begint.

Reliëf
Hoogteverschillen in het landschap.

Aanlandige wind
Zeewinden. Het gaat hier om winden die van zee komen en dan het land over gaan.

Aflandige wind
Landwinden. Het gaat hier om winden die van land komen en dan de zee over gaan.

Loefzijde
De kant van een gebergte die aan de windkant ligt.

Lijzijde
De kant van een gebergte die uit de windkant ligt. Ook wel de regenschaduw genoemd.

Zeestroom/Oceaanstroom
Continue stromingen van het zeewater aangedreven door de energie van de zon en de overheersende windrichting.

Zee
Het zoute water dat de landmassa’s op aarde omringt.

 

 

Eindopdracht A: Toets

In deze stap maak je de toets 'Klimaten'.
De toets bestaat uit een aantal gesloten vragen.

Als je alle vragen beantwoord hebt, zie je je score.
Je krijgt van de vragen die je fout hebt, het goede antwoord te zien.

Eindopdracht B: Factoren

Jullie gaan aan de slag met het eindproduct.
Kies zelf een eindproduct waarmee jullie kunnen laten zien welke factoren het klimaat bepalen. Zorg dat de factoren die in de opdracht worden genoemd in het eindproduct terugkomen.

Nog geen idee wat voor eindproduct jullie willen maken?
Kijk dan eens in de gereedschapskist!

Klaar?
Het eindproduct moet beoordeeld worden door jullie docent.

 

Gereedschapskist

Welkom bij de gereedschapskist. Hier vind je uitleg over alle werkvormen waarmee je je eindproducten maakt. Bij iedere werkvorm staat beschreven hoe je deze uitvoert, kun je inspiratiefilmpjes bekijken en vind je de beoordelingscriteria waaraan jouw product moet voldoen. Ook zie je welke digitale middelen je kunt gebruiken en aan welke vaardigheden je werkt tijdens het maken van je eindproduct. Veel succes!

 

Terugkijken

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
    Kun je aangeven welke klimaatzones je tegenkomt als je van de evenaar naar een van de polen reist?

Hoe ging het?

  • Tijd
    Bij de activiteiten stond dat je ongeveer twee uur met de opdracht bezig zou zijn. Klopt dat?
  • Inhoud
    Was de inhoud van de opdracht nieuw voor je of wist je al het een en ander over klimaatzones en klimaatfactoren? Schrijf op wat nieuw voor je was.
  • Eindopdracht B
    Wat vond je van de eindopdracht?
    Vond je het fijn om de opdracht samen te doen?
    Hebben jullie een geschikte eindopdracht gevonden om de klimaatfactoren te laten zien?
  • Het arrangement Klimaten - hv123 is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    VO-content
    Laatst gewijzigd
    2024-05-30 11:14:47
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Deze opdracht hoort bij het thema ''Weer en klimaat'', en is onderdeel van de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor aardrijkskunde voor HAVO leerjaar 1, 2 & 3. Deze opdracht bekijkt in welke klimaatzones grote steden zich bevinden en je maakt hier een opdracht over. Daarna worden klimaatfactoren besproken die bepalen welk klimaat zich waar bevindt. Factoren zoals de nabijheid van de polen, de zee en bergen hebben invloed op de temperatuur en neerslag. Je maakt een opdracht waarin je leert over het verschil tussen een landklimaat en zeeklimaat. Termen zoals loefzijde, lijzijde, stuwingsregen, stijgingsregen, zeestromingen, aanlandige wind en aflandige wind worden hierbij behandeld.
    Leerniveau
    HAVO 1; HAVO 3; HAVO 2;
    Leerinhoud en doelen
    Verschillen tussen klimaten op aarde; Systeem aarde; Aardrijkskunde; Klimaat;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    2 uur en 0 minuten
    Trefwoorden
    aanlandige wind, aardrijkskunde, aflandige wind, arrangeerbaar, havo123, loef en lijzijde, stercollectie, stijgingsregen, stuwingsregen, zeestroming

    Gebruikte Wikiwijs Arrangementen

    VO-content - Gereedschapskist. (2019).

    Gereedschapskist activerende werkvormen

    https://maken.wikiwijs.nl/105906/Gereedschapskist_activerende_werkvormen

    VO-content - Kennisbanken. (2016).

    Kennisbank Aardrijkskunde - hv123

    https://maken.wikiwijs.nl/87198/Kennisbank_Aardrijkskunde___hv123