de vier klimaatzones noemen en aangeven waarom er klimaatverschillen tussen gebieden zijn.
klimaatzones met elkaar vergelijken door te kijken naar verschillen in temperatuur en naar verschillen in landschap/begroeiing.
van een aantal klimaten aangeven tot welke klimaatzone ze behoren: regenwoudklimaat, savanneklimaat, woestijnklimaat, zeeklimaat, landklimaat, poolklimaat, sneeuwklimaat.