In deze opdracht kijk je naar de opbouw van de aarde.
Onder je voeten, in het binnenste van de aarde en aan het aardoppervlak, spelen zich allerlei processen af.
Met als gevolg dat er vulkanen uitbarsten, aardbevingen ontstaan en er gebergtes worden gevormd.
omschrijven dat de aardkorst is opgebouwd uit bewegende platen; je gebruikt de begrippen: continentale platen en oceanische platen.
het bewegen van de aardplaten beschrijven met de begrippen divergentie, convergentie en transforme beweging.
aangeven bij welke plaatbewegingen aardbevingen kunnen ontstaan.
aangeven bij welke plaatbewegingen vulkanen ontstaan.
aangeven bij welke plaatbeweging oceanen kunnen ontstaan.
Wat ga ik doen?
De activiteiten in deze opdracht dragen bij tot het volgende leerdoel:
Je beschrijft en verklaart de relaties tussen endogene processen, plaattektoniek, vulkanisme en aardbevingen.
Aan de slag
Stap
Activiteit
Stap 1
Je leest de Kennisbank over plaattektoniek en bekijkt een video. Je downloadt het werkblad, vult Stap 1 in en combineert in een oefening een aantal trefwoorden.
Stap 2
Je bekijkt een afbeelding en een video over bewegende platen. Je beantwoordt vragen over veranderingen door de beweging van platen.
Stap 3
Aan de hand van een afbeelding en een video vul je de bewegingsrichting in van de platen.
Stap 4
Je leert over convectiestromen en de wijze waarop platen uit elkaar worden geduwd (divergentie, convergentie en transforme beweging). Je vult het onderdeel van het werkblad in.
Stap 5
Je leert over het ontstaan van oceanen door divergerende platen. Je bekijkt een video en bekijkt de toelichting.
Stap 6
Je bestudeert drie manieren waarop convergerende platen kunnen botsen en kijkt er video's over. Je vult de vragen in op het werkblad.
Stap 7
Je leest nogmaals de Kennisbank, bekijkt een video over plaattektoniek.
Afronding
Onderdeel
Activiteit
Begrippen
In de begrippenlijst staan begrippen over de opbouw van de aarde.
Toets
Je maakt een toets over plaattektoniek.
Eindproduct
en
Je beschrijft op het werkblad een van de drie plaatbewegingen. Je beschrijft ook de verschijnselen die je bij die bewegingen tegenkomt. Je vergelijkt je antwoord met een klasgenoot die een andere beweging heeft beschreven.
Tijd
Voor deze opdracht heb je ongeveer 2 uur nodig.
Aan de slag
Stap 1: De opbouw van de aarde
Heel vroeger dachten mensen dat het middelpunt van de aarde de hel was.
Een vlammende oven waar duivels in wonen. Maar de mensen hadden het mis.
Er wonen géén duivels. Wél is het er enorm heet: ruim 5000 graden!
Bestudeer alle pagina's en bekijk de video in de Kennisbank.
Bekijk de volgende interactieve schoolplaat van SchoolTV over de opbouw van de aarde. Ontdek de opbouw van de aarde.
Download het werkblad De opbouw van de aarde.
Op het werkblad zie je bij Stap 1 een afbeelding van de aarde.
Benoem de vier delen die je ziet.
Maak nu de volgende oefening.
Je ziet een aantal trefwoorden die met de opbouw van de aarde te maken hebben.
Stap 2: Bewegende platen
De aardkorst is maar heel dun en bestaat uit twee soorten platen: continentale platen en oceanische platen.
De platen kunnen ten opzichte van elkaar bewegen.
Bekijk de afbeelding.
De aarde zag er 200 miljoen jaar geleden heel anders uit dan nu.
Dat kun je zien in de video die in de opdracht staat.
Je beantwoordt dan na het kijken de vragen.
Stap 3: Bewegende platen
De aardplaten hebben 200 miljoen jaar over de aarde gezworven.
En de platen bewegen nu nog.
In de animatie in Stap 2 heb je gezien hoe de platen zijn verschoven.
Pak het werkblad De opbouw van de aarde erbij.
Je ziet op het werkblad bij Stap 3 een afbeelding met de namen van de platen.
Je ziet ook de continenten afgebeeld.
Onder de afbeeldingen zie je een tabel.
In de tabel staan een aantal namen van platen.
Bekijk de afbeelding en video opnieuw.
Geef van de in de tabel genoemde platen aan in welke richting ze bewegen.
Stap 4: Divergentie en convergentie
In Stap 1 heb je gezien dat de aarde uit de kern, de mantel en de aardkorst is opgebouwd.
De mantel is een stroperige massa die magma wordt genoemd.
Door het temperatuurverschil tussen de kern van de aarde en de aardkorst is de magma voortdurend in beweging.
Die bewegingen worden convectiestromen genoemd. Convectiestromen kunnen ervoor zorgen dat aardplaten gaan schuiven.
Ze kunnen uit elkaar worden geduwd of juist tegen elkaar aan worden geduwd of ze gaan langs elkaar heen schuiven.
Als twee platen uit elkaar worden geduwd, spreek je van divergentie (to diverge = uit elkaar gaan), zoals bij de kloof bij Grótagjá in IJsland.
Worden twee platen tegen elkaar aangeduwd dan spreek je van convergentie.
Je spreekt van een transforme beweging als twee platen langs elkaar heen schuiven,
zoals de San Andreasbreuk in Californië.
Pak opnieuw je werkblad erbij. Bekijk de tabel die je bij Stap 3 hebt ingevuld.
Vul de antwoorden in op de vragen van Stap 4.
Stap 5: Ontstaan van de oceanen
Bekijk de afbeelding die ook in Stap 2 en 3 voorkomen, opnieuw.
De Zuid-Amerikaanse plaat en de Afrikaanse plaat zijn divergerende platen.
Ze bewegen in tegengestelde richting. Ze worden uit elkaar geduwd.
Valt het je ook op dat de divergerende platen elkaar raken in de oceanen?
Bekijk nogmaals de video.
Bekijk nu de volgende afbeeldingen en lees de bijbehorende toelichting.
Je ziet hier dat de aardkorst wordt opgewarmd door het opstijgende magma.
Door de opwarming en de omhoogkomende magma gaat de aardkorst omhoog. De aardkorst is niet zo flexibel, daarom scheurt de aardkorst. Er ontstaan nu twee losse platen, die uit elkaar bewegen. De platen divergeren, omdat het magma die uit de scheur komt de platen opzij duwt.
Hier zien we dat er water tussen de platen is gekomen. Wanneer er een laagte ontstaat zal hier altijd water in komen te staan. Dit water kan regenwater zijn, maar ook zee- of oceaanwater.
Ten slotte is er een oceaan ontstaan. Ook is de aardkorst echt gescheurd, waardoor er magma aan de oppervlakte komt. Het magma (nu lava) stolt en er ontstaat een 'Mid-Oceanische Rug'.
Stap 6: Botsende platen
Als platen ergens uit elkaar gaan, moeten ze op andere plaatsen tegen elkaar geduwd worden. Je spreekt dan van convergerende platen.
Bij convergerende platen kunnen zich verschillende situaties voordoen:
Twee continentale platen botsen.
Een continentale plaat botst met een oceanische plaat.
Twee oceanische platen botsen.
1. Twee continentale platen botsen.
Bekijk nu nog een keer de video.
De Zuid-Amerikaanse plaat en de Nazca plaat zijn convergerende platen.
Wat voor soort platen botsen op elkaar?
Zoek nog een aantal botsende platen.
2. Een continentale plaat botst met een oceanische plaat
In de animatie zie je een continentale plaat botsen met een oceanische plaat:
Doordat de oceanische plaat zwaarder is dan de continentale plaat schuift de oceanische plaat onder de continentale plaat.
Dit noem je subductie.
Er ontstaan in de subductiezones smalle, diepe kloven in de zeebodem die je troggen noemt.
Je snapt dat er bij het ontstaan van de troggen grote krachten aan het werk zijn.
Als de platen over elkaar heen schuiven, is er sprake van veel wrijving en komt er veel energie/warmte vrij.
In de animatie zie je dat er magma naar boven komt en dat er een vulkanisch gebergte ontstaat.
Bekijk onderstaande video tot 1:51 min. waarin de oceaanbodem van de aarde te zien is zonder water.
De hoogteverschillen zijn groter weergegeven om een duidelijker beeld van de oceaanbodem te geven.
3. Twee oceanische platen botsen
Bekijk ook de animatie van twee botsende oceanische platen:
Je ziet dat een van de twee botsende platen onder de ander schuift. Er vindt hier dus ook subductie plaats.
Er ontstaat een gebergte onder de zee waarvan de toppen boven water uitsteken. Dit is vaak een eilandenboog.
Door het over elkaar schuiven van de platen komt er veel energie/warmte vrij en komt er magma naar boven.
Dus ook hier vind je vulkanen. Vul de resterende vragen in op je werkblad.
Kun je van alle drie de verschillende situaties voorbeelden vinden?
Schrijf de voorbeelden op het werkblad.
Stap 7: Plaattektoniek
In de Kennisbank en in de volgende video van Schooltv is alles over plaattektoniek op een rijtje gezet.
Blader nog een keer door de pagina's van de Kennisbank en bekijk de video.
Convectiestromen
De beweging van het magma veroorzaakt door het temperatuurverschil tussen de kern van de aarde en de aardkorst.
Divergentie
Uit elkaar bewegen, uiteenlopen.
Convergentie
Naar elkaar toe bewegen.
Transforme plaatgrenzen
De beweging van twee platen is evenwijdig ten opzichte van elkaar.
Aardkorst
De buitenste vaste laag van de aarde. Deze laag bestaat uit twee verschillende soorten aardplaten: de continentale platen (het land) en de oceanische platen (de oceaanbodem).
Continent
Een landmassa omgeven door zee.
Plaattektoniek
Het bewegen van aardplaten tegen, langs en uit elkaar.
Gebergtevorming
Het bewegen van de aardplaten met als gevolg de vorming van reliëf.
Plooiing
Het in en tegen elkaar drukken van aardplaten, zodat deze omhoog komen.
Reliëf
Hoogteverschillen in het landschap.
Vulkanisme
Het proces waarbij vloeibaar gesteente uit de aardmantel naar het aardoppervlak komt.
Vulkaan
Een berg ontstaan door uitbarstingen vanuit het binnenste van de aarde.
Magma
Gloeiend heet gesmolten gesteente in het binnenste van de aarde (de aardmantel).
Trog
Een kloof op de plek waar een zware oceanische onder een lichte continentale aardplaat schuift.
Subductie
Het proces waarbij een oceanische plaat onder een andere oceanische of continentale plaat schuift.
Vulkaanuitbarsting
Het spuwen van lava door een vulkaan.
Breuk
Barsten en scheuren tussen de aardplaten waarbij horsten en slenken kunnen ontstaan.
Eindopdracht A: Toets
In deze stap maak je de toets 'Plaattektoniek'.
De toets bestaat uit een aantal gesloten vragen.
Als je alle vragen beantwoord hebt, zie je je score.
Je krijgt van de vragen die je fout hebt, het goede antwoord te zien.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Je hebt in de voorgaande stappen een aantal vragen beantwoord op het werkblad.
Als laatste opdracht ga je op je werkblad een van de drie plaatbewegingen (divergent, convergent of transform) beschrijven.
Je zoekt in de atlas of op internet waar ter wereld die beweging voorkomt.
Je schrijft op welke verschijnselen je tegenkomt op de plekken waar die beweging voorkomt. Je legt uit waarom dat verschijnsel juist daar voorkomt.
Je zoekt afbeeldingen op die de ligging en de werking van de plaatbeweging verduidelijken.
Klaar?
Wissel je beschrijving uit met twee klasgenoten die een andere beweging hebben gekozen.
Stel elkaar vragen. Geef elkaar op een goede manier feedback.
Pas je eigen beschrijving eventueel nog iets aan.
Lever het werkblad in bij je docent, die het zal beoordelen.
Beoordeling
Jullie docent let op de volgende punten:
Is het werkblad in alle stappen volledig ingevuld?
Zijn de antwoorden correct?
Zijn aan de eindopdracht afbeeldingen toegevoegd?
Is aan het werkblad aandacht besteed?
Terugkijken
Intro
Lees de intro van deze opdracht nog eens door.
Heb je op het kaartje van Europa 3 gebieden kunnen aangeven?
Kan ik wat ik moet kunnen?
Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
Kun je uitleggen wat convectiestromen zijn?
Hoe ging het?
Inhoud
Was de inhoud van de opdracht nieuw voor je of wist je al veel over hoe de aarde is opgebouwd?
Schrijf op wat nieuw voor je was.
Eindopdracht B
Wat vond je van de eindopdracht?
Heb je voldoende informatie kunnen verzamelen over plaatbewegingen?
Het arrangement Plaattektoniek - hv123 is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:
Toelichting
Deze opdracht hoort bij het thema ''Krachten der aarde'', en is onderdeel van de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor aardrijkskunde voor HAVO leerjaar 1, 2 & 3. In deze opdrachten leer je over de opbouw van de aarde, inclusief de binnenkern, buitenkern, mantel en aardkorst. Het legt uit dat de aarde bestaat uit bewegende platen die zich verplaatsen door convectiestromen en dat er twee hoofdtypen platen zijn: continentale platen en oceanische platen. Het bewegen van deze platen leidt tot het ontstaan van plaatgrenzen, waarvan er drie typen zijn. Bij divergente plaatgrenzen bewegen de platen uit elkaar, waardoor mid-oceanische ruggen of horsten en slenken ontstaan. Bij convergente plaatgrenzen bewegen de platen naar elkaar toe, wat kan resulteren in de vorming van plooiingsgebergtes bij botsingen tussen continentale platen, en subductiezones bij botsingen tussen oceanische en continentale platen. Subductiezones gaan gepaard met fenomenen zoals aardbevingen, vulkanisme, troggen en tsunami's. Bij transforme plaatgrenzen schuiven platen horizontaal langs elkaar, wat aardbevingen kan veroorzaken als er voldoende spanning is opgebouwd.
Leerniveau
HAVO 1;
HAVO 3;
HAVO 2;
Leerinhoud en doelen
Systeem aarde;
Endogene processen;
Werking van endogene krachten wereldwijd;
Relaties tussen endogene processen;
Aardrijkskunde;
Deze opdracht hoort bij het thema ''Krachten der aarde'', en is onderdeel van de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor aardrijkskunde voor HAVO leerjaar 1, 2 & 3. In deze opdrachten leer je over de opbouw van de aarde, inclusief de binnenkern, buitenkern, mantel en aardkorst. Het legt uit dat de aarde bestaat uit bewegende platen die zich verplaatsen door convectiestromen en dat er twee hoofdtypen platen zijn: continentale platen en oceanische platen. Het bewegen van deze platen leidt tot het ontstaan van plaatgrenzen, waarvan er drie typen zijn. Bij divergente plaatgrenzen bewegen de platen uit elkaar, waardoor mid-oceanische ruggen of horsten en slenken ontstaan. Bij convergente plaatgrenzen bewegen de platen naar elkaar toe, wat kan resulteren in de vorming van plooiingsgebergtes bij botsingen tussen continentale platen, en subductiezones bij botsingen tussen oceanische en continentale platen. Subductiezones gaan gepaard met fenomenen zoals aardbevingen, vulkanisme, troggen en tsunami's. Bij transforme plaatgrenzen schuiven platen horizontaal langs elkaar, wat aardbevingen kan veroorzaken als er voldoende spanning is opgebouwd.
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
Oefeningen en toetsen
Plaattektoniek
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat
alle
informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen
punten,
etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.