Eindopdracht
Veldonderzoek
In de film hierboven van NatuurBeeldBeleving is een biodiversiteitsonderzoek van de stichting RAVON te zien. RAVON is een vrijwilligersorganisatie voor onderzoek naar reptielen, amfibieën en vissen. In de praktische opdracht ga je een soortgelijk onderzoek doen naar de biodiversiteit in en rond een sloot in de buurt van je school. Je werkt samen in een groep van 3-4 personen. Van een onderzoek maak je een schriftelijk verslag. De resultaten worden in een privé domein, binnen de website www.webdoc.com met de klas gedeeld en besproken.
Wat ga je doen? Je brengt het natuurgebied nauwkeurig in kaart en je beschrijft alle organismen in het gebied. Op basis van je meetgegevens maak je een mogelijk voedselweb en doe je een uitspraak over de biodiversiteit en de milieuomstandigheden in het gebied.
Inleiding
Het gebied in kaart brengen
Bij de start van het onderzoek ga je eerst met behulp van Google Earth het onderzoeksgebied nauwkeurig in kaart brengen. Plaats markeringstekens op plaatsen die je wilt onderzoeken en noteer de precieze geografische coördinaten van je onderzoeksgebied. Bepaal de precieze hoogte van het gebied (gebruik eventueelhttp://www.ahn.nl/postcodetool) en zoek op internet of er informatie is te vinden over de biodiversiteit en milieuomstandigheden.
Schrijf nu jullie inleiding voor je verslag, met achtergrondinformatie, probleemstelling en hypothese. Plaats de inleiding op webdoc in het voor jullie gereserveerde domein.
Biodiversiteit slootwater
Verzamelen en bekijken
Welke plant- en diersoorten komen er in dit onderzoeksgebied voor? We maken onderscheid tussen soorten die je met het blote oog kunt waarnemen (de zgn. macrofauna en macroflora) en soorten die je niet met het blote oog kunt waarnemen (de microfauna en microflora). Welke relaties hebben al deze soorten met elkaar?
Wat heb je nodig?
(1) Voor de bepaling van de macrofauna en macroflora heb je nodig:
- een schepnet
- een emmer
- een binoculair
- internet en/of zoekkaarten.
(2) Voor de bepaling van de microfauna en microflora heb je nodig:
- een planktonnet
- verzamelpotjes
- een microscoop
- internet/planktonatlas
Wat ga je doen?
(a) Voor bepaling macrofauna en macroflora:
Vul de emmer voor ongeveer een derde deel met slootwater.
Verzamel de verschillende soorten waterplanten en doe ze in de emmer.
Verzamel in de sloot met behulp van een schepnet zoveel mogelijk diertjes.
Doe dit op verschillende plaatsen (aan de oppervlakte, in de bodem, langs de kant, in het midden, in de schaduw, in de zon).
Doe de diertjes ook in de emmer en neem al het verzamelde materiaal mee naar school.
(b) Bekijk het gevonden materiaal (met een binoculair) en breng de planten en dieren op naam met behulp van zoekkaarten, de flora en de interactieve flora op een computer in de mediatheek of het computerlokaal.
Maak tekeningen en/of foto's van de gevonden waterdiertjes en neem deze op in je verslag.
(c) Voor bepaling van de microfauna en microflora:
Verzamel met behulp van een planktonnet zoveel mogelijk dierlijk (zoö) en plantaardig (fyto) plankton en doe dit in een verzamelpot.
Verzamel het plankton op verschillende plaatsen in de sloot (aan de oppervlakte, in de bodem, langs de kant, in het midden, in de schaduw, in de zon).
Neem een bodemmonster en doe dit in een andere verzamelpot.
Neem al het materiaal mee naar school.
(d) Bekijk het plankton met behulp van een microscoop en zoek de verschillende soorten op in de planktonatlas.
Maak een tekening van verschillende soorten in het plankton en noteer de namen erbij.
(e) Plaats je resultaten 'fauna en flora' op webdoc in het voor jullie gereserveerde domein.
Biodiversiteitsindex
Hoe divers is het gebied?
Bij de bepaling van biodiversiteit in een gebied moet niet alleen gekeken worden naar het aantal soorten, maar ook naar het aantal individuen per soort. Daarvoor is een formule ontworpen: een diversiteitsindex. Het aantal soorten en het aantal van elke soort worden via deze formule tot een eindgetal omgerekend. De diversiteitsindex is gelijk aan 1 als ergens alleen individuen van dezelfde soort aanwezig zijn.
In dit onderzoek ga je de diversiteitsindex in je sloot berekenen.
Wat heb je nodig?
- gegevens macrofauna en macroflora van voorgaand onderzoek.
Wat ga je doen?
(a) Voer de gegevens in op de computer en bereken m.b.v. het Excelprogramma “diversiteitsindex” de diversiteitsindex.
(b) Plaats je resultaten 'biodiversiteitsindex' op webdoc in het voor jullie gereserveerde domein.
Abiotische factoren
Temperatuur en pH
Welke organismen in een bepaald water voorkomen is o.a. afhankelijk van de tolerantiegrenzen van de soorten voor verschillende abiotische factoren.
Wat heb je nodig?
- een thermometer aan een draadje
- pH-papier
Wat ga je doen?
(a) Meet de temperatuur op verschillende diepten in het water.
(b) Meet met pH-papier de pH van het water.
(c) Plaats je resultaten 'temperatuur en pH' op webdoc in het voor jullie gereserveerde domein.
Indicatorsoorten
Schoon of vies?
Van bepaalde soorten is bekend dat ze alleen in schoon water voorkomen. Deze soorten noemen we indicatorsoorten. Macroflora en -fauna hebben tolerantiegrenzen voor de verschillende abiotische factoren, zoals temperatuur, zuurgraad of zuurstofconcentratie in het water. Is een indicatorsoort in het water aanwezig, dan kun je concluderen dat het water weinig vervuild is voor de te onderzoeken abiotische factor.
Wat heb je nodig?
- gegevens micro/macrofauna en micro/macroflora van voorgaand onderzoek.
Wat ga je doen?
(a) Zoek op internet informatie op over indicatorsoorten en onderzoek of er in de door jou gevonden organismen indicatorsoorten aanwezig zijn voor de abiotische factoren temperatuur en zuurgraad.
(b) Plaats je resultaten 'indicatorsoorten' op webdoc in het voor jullie gereserveerde domein.
Verslag en recensies
Rapporteren en uitwisselen
(a) Maak van het onderzoek een schriftelijk verslag. In het verslag beantwoord je de volgende vragen.
- Welke soorten komen in het gebied voor en wat voor voedselweb kan er in de sloot bestaan?
- Wat is de mate van biodiversiteit in de sloot?
- Zijn er indicatorsoorten in het gebied aanwezig en kun je een uitspraak doen over de milieuomstandigheden in het gebied?
(b) Plaats het verslag op webdoc in het voor jullie gereserveerde domein.
(c) Heeft iedereen het verslag op webdoc geplaatst? Schrijf dan met een door de docent aangeboden format twee recensies van door jullie gekozen en aan jullie toegewezen verslagen van andere groepen. Plaats beide recensies ook op webdoc in het voor jullie gereserveerde domein.