stevigheid en beweging
basisstof 1 sporten
Voor dat we met het nieuwe hoofdstuk gaan beginnen, wil ik graag dat jullie wat gaan opzoeken voor de volgende les.
* Bedenk een fysiek zware sport (lichamelijk zwaar)
* zoek een filmpje op van jou sport
* sla jou filmpje op in je favorieten
* waarom is deze sport fysiek zo zwaar?
* wat heeft sport te maken met stevigheid en beweging?
* in de les kom ik je favorieten bekijken.
wat is het verschil tussen een individuele sport en een teamsport?
wat moet je kunnen om met succes een individuele sport te kunnen beoefenen?
Wat moet je kunnen om een teamsport met succes te kunnen beoefenen?
Basisstof 2 Je skelet
Noem de 4 functies van het skelet
-
-
-
-
skelet
dansend skelet
kraakbeen- en beenweefsel
Opdracht: Beenderen
Basisstof 3: Beenverbindingen
Wat is het belang van goed zitten en een juste houding?
Bespreek met je buurman/vrouw het belang van een goede houding.
Wat is het gevolg van een slechte houding, geef minimaal 2 voorbeeldeprobeer een filmpje te vinden van een goede houding (zitten, lopen tillen) Sla dat filmpje op in mijn favorieten.
houding en beweging
Beenverbindingen.
Zoek op op welke 4 manieren beenderen aan elkaar kunnen vast zitten.
- .........
- ........
- .......
- .......
been verbindingen
Benoem de 3 soorten gewrichten
-
-
-
Gewrichten : Gewrichten zorgen ervoor dat je kunt bewegen
Gewrichten : Hoe zitten botten aan elkaar vast?
Vragen Stevigheid en Beweging
1. Welk onderdeel van de wervelkolom kan beschadigd raken als je te lang met een zware boekentas moet rondlopen?
2. Wat valt je op als je lendenwervels met halswervels vergelijkt?
3. Waarom zit er zo'n groot verschil tussen lendenwervels en halswervels?
4. Sommige mensen denken dat een man een rib minder heeft dan een vrouw. Hoe komen ze op dat idee?
5. Waardoor is het totaal aantal botstukken van jouw vier ledematen altijd een even getal?
6. Zijn er verschillen tussen het skelet van een man en van een vrouw van ongeveer dezelfde leertijd en grootte? Zo ja, welke verschillen? En zo ja, waar hebben de verschillen mee te maken?
7. Op welke wijze worden de kraakbeencellen van voedingsstoffen en zuurstof voorzien?
8. Hoe worden beencellen voorzien van voedingsstoffen en zuurstof?
9. Waardoor kan een dokter met röntgenstralen onderzoeken of een jong persoon zijn volledige lengte heeft bereikt?
Soorten weefsel waaruit het bot bestaat.
Been- of botweefsel Kraakbeenweefsel
•Hard/stevig/sterk •Uitrekbaar/samendrukbaar
•Niet samendrukbaar/buigbaar/uitrekbaar
–Zit overal waar stevigheid belangrijk is –Zit daar waar beweeglijkheid belangrijk is
•Neus
•Oorschelp
•Tussen de wervels
•Tussen de ribben
Basisstof 4: Spieren
Als voorbereiding op les 1 had je een keuze gemaakt voor een fysieke sport. Bekijk nog eens het filmpje daarvan en bepaal welke delen van het skelet daarbij extra worden bewogen.
Welke delen zijn dat?
Hoe kunnen deze delen bewegen?
Welke beweging maakt elk afzonderlijk deel? Zijn dit krachtige bewegingen in 1 richting of regelmatige afwisselende bewegingen?
Door welke organen kunnen deze delen bewegen en waar zitten deze organen aan vast?
Laat je antwoorden op deze vragen aan je docent zien!
Lees nu de tekst van de inleiding van basisstof 4 en maak opdracht 41 (alleen bepaling van je armkracht). Je hebt hiervoor een weegschaal nodig en de gegevens van 9 medeleerlingen. Maak ook opdracht 42. Je hebt hiervoor een meetlint nodig en de gegevens van 9 medeleerlingen
Huiswerk: Lezen gedeelte over spieren en maken opdracht 43 en 44
spieren
spierpijn, wat is dat?
Basisstof 5, Uithoudingsvermogen
ademhalingsstelsel
1.Leg in je eigen woorden uit wat het verschil is tussen kracht sport en duur sport.
2. Wat heb je nodig voor kracht sport en wat heb je nodig voor duur sport?
3, Wat heeft het verbrandingsschema te maken met je uithoudingsvermogen?
Schrijf de volgende begrippen op en schrijf de betekenis er achter.
1. Longvolume
2. Ademvolume
3. Vitale capaciteit
4. Maximale zuurstofopname
bloedsomloop en bloedvaten
Basisstof 6, Gezond sporten
botbreuken
verzwikking
vallen van een paard
Basisstof 7: Doping
Ben Johnson
Het misschien wel bekendste voorbeeld van doping op de Olympische Spelen is het dopinggebruik van Ben Johnson. In 1988 won hij op de 100 meter de gouden medaille.
Bekijk het filmpje
https://www.youtube.com/watch?v=25JqCbCOi3c
Ga op zoek naar antwoord op de volgende vraag:
Wat gebeurde er met de gouden medaille die Ben Johnson had gewonnen?
Basisstof 8, RSI
RSI