Kraamstalmanagement en bigvitaliteit

Kraamstalmanagement en bigvitaliteit

Inleiding

20 november 2013, ForFarmers Hendrix, Lochem

De afgelopen jaren zien we in de zeugenhouderij in Nederland een toename van het aantal biggen dat één zeug krijgt per worp. Door de vitaliteit van de biggen te verhogen kan de zeug deze grote tomen biggen beter groot brengen en kunnen de biggen zich goed ontwikkelen. Dit is belangrijk, want naast het aantal afgeleverde biggen gaat ook de kwaliteit van de biggen een steeds grotere rol spelen.

Zie voor alle kennisclips Varkenshouderij.

Voeding in relatie tot bigvitaliteit

Door: Edy Bouman, ForFarmers Hendrix


Inleiding

Het voerschema van de zeug is van invloed op het  geboortegewicht van de biggen. Een hoger geboortegewicht heeft een positieve invloed op de bigvitaliteit.  De invloed van bigvitaliteit op het uiteindelijke resultaat als vleesvarken is enorm. Daarnaast geven vitale biggen gedurende hun hele leven minder problemen.

 

Vragen
 

Video Bigvitaliteit

  • Bekijk de video: 'Voeding in relatie tot bigvitaliteit'.
  • Beantwoord de onderstaande vragen en gebruik daarbij informatie die je in de video gehoord/gezien hebt:
     

Bigvitaliteit
1. Wat is 'bigvitaliteit'? Hoe kun je dit meten?
2. Hoe werkt een hogere bigvitaliteit door in je saldo?
3. Wat blijkt uit onderzoek over het toomgewicht? Heeft het aantal biggen daar grote invloed op?
4. Wat is de samenhang tussen  geboortegewicht en overlevingskans?
5. Waarom is uniformiteit van de toom zo belangrijk?
6. Wat is het ideale gewicht voor een big? Hoe kun jij dit als ondernemer beïnvloeden?
7. Wat voor toomgrootte zou jouw voorkeur hebben als jij ondernemer zou zijn? Leg uit!

 

Voerschema van de zeug
8. Het voerschema van de zeug heeft invloed op het geboortegewicht van de biggen. Leg uit hoe je dit kunt beïnvloeden.
9. Wat zou het gewenste conditieverloop zijn van een zeug tijdens de cyclus op jouw bedrijf?
10. Wat is de ideale spekdikte aan het einde van de dracht?
11. Hoe zou jij de groepen maken op jouw bedrijf om tegemoet te kunnen komen aan de voerbehoefte?
12. Welke eisen zou jij stellen aan het voer van de gelten?
13. Welk voerschema voor de zeug zou jij aanhouden? Werk dit uit voor vier periodes: 1. einde kraamstal, 2. flushen/bronst/inseminatie, 3. dracht, 4. werpen. Wees specifiek over het voerschema en over de voersoorten en leg uit! Waarop stel jij de voeding van de zeug precies af? Hoe bouw je het voerschema op en af?
14. Hoe garandeer je op jouw bedrijf dat die hoeveelheden ook daadwerkelijk verstrekt worden?
15. Welke doelen wil je bereiken in de vroege dracht (d1-35), midden dracht (d35-70) en einde dracht (d70-werpen)?
16. Zou jij al lactovoer verstrekken enkele dagen voordat de zeug moet werpen? Leg uit waarom wel of waarom niet.

 

Na werpen
17. Hoeveel biest moet elke big in ieder geval binnenkrijgen? Hoe zou jij dit controleren?
18. Hoe zou jij een goed beeld kunnen krijgen van de biestopname?
19. Is het moment van biestopname belangrijk? Leg uit.
20. Hoe zou jij omgaan met de voergift voor de zeug op de dag van het werpen.
21. Welk voerschema zou jij aanhouden vlak na het werpen? Welke aandachtspunten zijn voor jou belangrijk?

 

Na spenen
22. Hoe ga jij op jouw bedrijf een energiepiek aanbrengen om te flushen?
23. Er is onderzoek gedaan naar het effect van wachtstalvoer op de verdeling van de geboortegewichten. Wat was de uitkomst van dit onderzoek?
24. Zou jij op jouw bedrijf gebruik maken van mestscore, urinescore en score op het uier?
25. Als jij onderstaande soorten mest zou zien achter je zeugen, wat zou dat jou zeggen over de zeugen in de verschillende gevallen?

Werpproces en biestperiode: terug naar de basis

Door: Theo Geudeke, Gezondheidsdienst voor Dieren

Inleiding

Hoe kun je er als varkenshouder voor zorgen dat de geboorte van de biggen zo voorspoedig en snel mogelijk verloopt? Uit onderzoek blijkt dat een vlot verlopend geboorteproces een positieve invloed heeft op de overlevingskansen van de biggen. Daarnaast is een spoedige opname van zoveel  mogelijk biest van essentieel belang voor de biggen. De voorsprong van een goede start blijkt zelfs nog duidelijk meetbaar bij de vleesvarkens.


Vragen

 

Video Werpproces en biestperiode

  • Bekijk de video: 'Werpproces en biestperiode: terug naar de basis'.
  • Beantwoord de onderstaande vragen en gebruik daarbij informatie die je in de video gehoord/gezien hebt:
     

Werpproces
1. Een goede start geeft een voorsprong. Hoe kun je zorgen dat de geboorte van de biggen voorspoedig en snel verloopt?  Vat het samen in een aantal korte kreten. Welke aanpak  heeft jouw prioriteit?
2. Wanneer begin het nestelgedrag? Zou jij hier mogelijkheden voor geven?
3. Wat is verschil in duur van het geboorteproces van een loslopende zeug of een zeug in een kraambox ?
4. Hoe zou jij toezicht houden tijdens het werpen? Hoe intensief? Hoe regelmatig?
5. Op basis waarvan zou jij besluiten in te grijpen? Hoe?
6. Welke nabehandeling zou jij aan de zeugen geven na eventuele geboortehulp? Hoe zou je dat doen? Met welke hulpmiddelen? Waarom?
7. Binnen hoeveel tijd moet de nageboorte afkomen? Wanneer en hoe grijp jij in?
8. Zou jij ervoor kiezen om de dracht te verlengen? Zo ja, in welke situaties? Zo nee, waarom niet?
9. Zou jij gebruik maken van geboorte-inductie en geboortebespoediging? Leg uit! Op welke plek zou jij dit inspuiten? Waar let jij op bij de dosering?

 

Biestperiode:
10. Hoe zou jij in de biestperiode controleren of de biggen voldoende biest opnemen?
11. Hoe lang worden de antistoffen in biest opgenomen?
12. Wat bepaald hoe lang dit proces van antistoffenopname via de biest duurt?
13. Hoe veel keer moet een big biest opnemen?
14. Hoe vaak per dag laat een zeug de melk schieten? Duur per keer?
15. Hoe lang produceert een zeug biest?
16. Wanneer is de speenvolgorde vastgesteld?
17. Wat zou jij doen als de zeug zelf geen biest produceert?
18. Zou jij biggen overleggen? Hoeveel? Wanneer? Welke?
19. Welke zeugen zou jij als pleegzeug kiezen?
20. Welke behandelingen zou jij uitvoeren bij je zeugen en bij je biggen? En waarom?
21. Wat zou jij doen met zwakke biggen? En met kansloze biggen? En met risicovormende biggen?
22. Wat zouden bij jou indicatoren zijn om te bepalen of een big slecht, matig of goed is?
23. Hoe kun je beoordelen of een big dood is gegaan tijdens het werpen of al eerder?
24. Welke oorzaken worden genoemd voor doodgeboren biggen?
25. Hoe zou jij als ondernemer het aantal doodgeboren biggen kunnen beperken?

 

Spenen:
26. Waarom zijn speenbiggen zo gevoelig?
27. Op welk moment zou jij vaccineren? Waarom op dat moment?

 

Huisvesting en klimaat, wat kan ik morgen doen?

Door: Anita Hoofs, VIC Sterksel

Inleiding

De belangrijkste factor voor succes in de kraamstal is de ondernemer en zijn personeel. We praten vaak over factoren als huisvesting, voeding, ventilatie, enzovoorts, maar vooral het management van de ondernemer is een bepalende factor voor de resultaten op het varkensbedrijf. Het blijkt dat ook de huidige zeugen van nature nog veel nesteldrang vertonen rondom werpen. Door zeugen de gelegenheid te geven wat van dit nestelgedrag te kunnen uitvoeren, blijken ze minder stress  te hebben en blijkt het geboorteproces vlotter te verlopen.


Vragen
 

Video Huisvesting en klimaat

  • Bekijk de video: 'Huisvesting en klimaat, wat kan ik morgen doen?'.
  • Beantwoord de onderstaande vragen en gebruik daarbij informatie die je in de video gehoord/gezien hebt:
     

Succesfactoren
1. Wat is jouw mening over de volgende stelling: 'Met elk systeem zijn goede en slechte resultaten te behalen'.
2. Welke succesfactoren voor het goed draaien van je bedrijf worden in de video genoemd?
3. Hoe ga jij persoonlijk met varkens om? Hoe reageren de dieren op jou? Zou dit invloed hebben op het productieresultaat? Leg uit!
4. Als jij ondernemer zou zijn, hoe zou jij op jouw bedrijf denken over Rust, Reinheid, Regelmaat en Discipline? Hoe zou jij dit vormgeven op jouw bedrijf?
5. Voor de diergezondheid is het belangrijk om de contactstructuren te verbreken. Op welke plaatsen en momenten zou mogelijke overdracht kunnen plaatsvinden? Hoe zou jij als ondernemer dit kunnen voorkomen? Welke aanpassingen zou jij maken en welke regels zou jij opstellen?

De zoogperiode
6. Welke relatie heeft het geboortegewicht met het afleverpercentage, de levensgroei, het geslachtgewicht en de leeftijd bij de slacht?
7. Welke conclusie kun jij trekken over de impact die het geboortegewicht heeft op bovengenoemde zaken?
8. Er is onderzoek gedaan naar de invloed van het tijdstip van biestopname op de overlevingskans. Wat blijkt uit dit onderzoek?
9. Tot wanneer in het leven van de big is de invloed van de biestopname merkbaar?
10. Hoeveel mag de zeug in de kraamstal maximaal afvallen?
11. Hoe ga jij dit controleren? Door wegen of door spekdiktemeting? Leg uit!
12. Wat zijn de gevolgen als de zeug meer afvalt?
13. Welke factoren spelen mee bij het afvallen van de zeug?
14. Hoe ga jij het klimaat goed regelen in de stal, zodat het geschikt is voor zowel de zeug als de biggen?
15. Welke voordelen zou vloerkoeling kunnen hebben? Wat is de minimale temperatuur hiervan?
16. Hoe ga jij zoveel mogelijk proberen om doodliggers te voorkomen?

Factoren voor een goed verloop van het geboorteproces en een goede snelle biestverstrekking
17. Welke factoren zijn van invloed op het comfort van de zeug in de kraamstal, zoals genoemd in de video?
18. Hoe zou jij heel praktisch gezien zorgen voor een goed comfort voor de zeug in de kraamstal, zodat ze geen stress heeft?
19. Hoe denk jij over een radio in de stal? Leg uit!
20. Welke signalen over huisvesting zijn af te lezen aan de zeug?
21. Welke fasen in het nestbouwgedrag zijn te zien bij de zeug? Welk hormoon speelt hierbij een rol en wat is het gevolg van dit hormoon?
22. Tot wanneer gaat het nestbouwgedrag door?
23. Welke voordelen heeft het om tegemoet te komen aan de nesteldrang van de zeug?
a. voor de zeug?
b. voor de biggen?
c. voor de varkenshouder?
24. Hoe kun je het aantal doodliggers hiermee beïnvloeden?
25. Op welke manier zou jij dit toepassen binnen jouw bedrijf?
26. Stel: je hebt een bedrijf met 400 zeugen. Wat zou jij dan op jaarbasis kwijt zijn aan kosten voor 'nestbouw' zoals jij dit zou toepassen?
27. Hoe kun je dit terugverdienen?
28. Er zijn verschillende typen kraamhokken (bijvoorbeeld met betrekking tot vloeruitvoering). Welk type hok heeft jouw voorkeur? Wat zijn jouw overwegingen hierbij?
29. Welke maatregelen ter voorkoming van doodliggen zou jij toepassen op jouw bedrijf? Leg uit!
30. Hoe zou jij zorgen voor een goede speenbereikbaarheid? Waarom is dit belangrijk?
31. Op welke manieren ga jij als ondernemer jouw biggen voorbereiden op een leven zonder zeug?
32. a. Zou jij de biggen wel of niet wennen aan eten tijdens de zoogperiode?
 b. Hoe ga jij ze leren eten?
 c. Wat ga jij ze geven?
 d. Hoe ga je in de gaten houden of ze eten?
 e. Voor welke korrelgrootte zou jij kiezen?
33. Wat is het belang van bewegingsvrijheid voor de biggen?
34. Hoe zou jij tegemoetkomen aan de behoefte om samen te spelen?

Wroetsessie 1. Kraamstalmanagement met loslopende zeugen

Door: Anita Hoofs – VIC Sterksel 

Inleiding

Er komt steeds meer vraag naar loslopende zeugen. In deze workshop diepen we uit wat voor maatregelen de varkenshouders moeten nemen in de kraamstal bij loslopende zeugen. 


Vragen
 

Video Kraamstalmanagement met loslopende zeugen

  • Bekijk de video: 'Kraamstalmanagement met loslopende zeugen'.
  • Beantwoord de onderstaande vragen en gebruik daarbij informatie die je in de video gehoord/gezien hebt:
     

Loslopende zeugen in de kraamstal - jij als ondernemer
1. In de toekomst zal het waarschijnlijk een eis worden dat zeugen in de kraamhokken loslopen. Hoe wil jij hierop inspelen? Ben jij proactief of blijf jij afwachten? Waarom?
2. Stel: je krijgt nu veel geld om een bedrijf te bouwen. Zou jij je dan oriënteren in het houden van loslopende zeugen of zou jij liever conventionele kraamhokken bouwen? Wat zijn jouw overwegingen?
3. Ontwerp een hok waarin jij inspeelt op de eisen van het varken, de big, de boer en de maatschappij.
4. Stel jij gaat overstappen van de conventionele methode naar het houden van loslopende zeugen in de kraamstal.  Welke managementaspecten zullen dan anders zijn? Wat zal makkelijker/moeilijker zijn?
5. Wat zijn de meerkosten van een loslopende zeugensysteem in de kraamstal ten opzichte van het conventionele systeem? Hoe krijg je dit weer terugverdiend?
6. Wanneer werkt loslopen wel en wanneer niet? Wat zijn volgens jou de succesfactoren?
7. Wat voor ondernemer ben jij? Voor de korte termijn winst? Of de lange termijnwinst? Leg uit.

Praktisch
8. Wat verwacht je omtrent agressief beschermend gedrag van de zeug? Hoe zou je dit kunnen beïnvloeden?
9. Hoe voorkom je vervuiling in het biggennest?
10. Hoe maak je het biggennest aantrekkelijk voor de biggen?
11. Op welk moment zou jij de zeug naar het kraamhok verplaatsen? Leg uit!

Wroetsessie 2. Bigvitaliteit

Door: Rick ter Haar - ForFarmers Hendrix

Inleiding

In deze wroetsessie een voorbeeld van een varkensbedrijf met goede technische en economische resultaten. Hoe bereikt dit bedrijf zo'n goede bigvitaliteit, terwijl toch een kruising wordt gebruikt van biggen die minder vitaal zijn. Hoe belangrijk zijn de factoren Aandacht, Rust, Regelmaat, en Reinheid op dit bedrijf? Goed weten wat je doet en discipline blijken essentiële factoren.


Vragen
 

Video Bigvitaliteit

  • Bekijk de video: 'Bigvitaliteit'.
  • Beantwoord de onderstaande vragen en gebruik daarbij informatie die je in de video gehoord/gezien hebt:

 

Presentatie van Rick ter Haar
1. Op het bedrijf van Rick wordt gebruik gemaakt van een kruising waarbij bekend is dat de biggen minder vitaal zijn. Hoe wordt dit positief beïnvloed?
2. Wanneer wordt overgeschakeld op een andere voersoort rond afbiggen? Wat zijn de overwegingen?
3. Wanneer wordt gestart met biggenkorrel?
4. Hoe wordt de hygiëne ingevuld op dit bedrijf?
5. Hoe wordt er vormgegeven aan AANDACHT rondom het werpen?
6. Hoe wordt er vormgegeven aan RUST in de schuur?
7. Hoe wordt er vormgegeven aan REGELMAAT in de schuur?
8. Hoe wordt er vormgegeven aan REINHEID in de schuur?
9. Hoe wordt het conditieverloop in de gaten gehouden?
10. Hoe worden op het bedrijf van Rick de achterblijvers vitaler gemaakt?
11. Hoe wordt gezorgd voor een betere darmflora van de biggen?


Jij als ondernemer
12. Hoeveel dagen na het reinigen zou jij je kraamhok en speenhok leeglaten ivm opdrogen? Wat is dan een voorwaarde?
13. Casus:
Je maakt gebruik van het weeksysteem. In de kraamstal zijn gelijktijdig drie tomen met 18 biggen geboren. Dit is echt teveel voor de zeugen. Je kunt ze niet bij elkaar leggen maar wilt ze toch groot brengen. Hoe dan? Hoe grijp je in? Met welke biggen? Wanneer?
Hoe zouden ze dit op het bedrijf van Rick oplossen?
14. Een uniforme toom is heel belangrijk. Hoe vaak per week zou jij gaan spenen om een speendip te voorkomen? Wat bepaalt voor jou het speenmoment?
15. Op het bedrijf van Rick is het een aandachtspunt om in de eerste week meer melk in het uier te krijgen. Hoe zou dit bereikt kunnen worden?
16. Stel: de vleesvarkens kunnen het voer wat ze nodig hebben niet op. Wat zijn dan mogelijke oplossingen?

Wroetsessie 3. Kraamstalmanagement

Door: Theo Geudeke – GD Deventer


Inleiding

In deze workshop ga je meer leren over de invloed die de biestopname heeft op de vitaliteit van de biggen. Wat zijn de succesfactoren in het management die bijdragen aan een hoge biestopname en een hoge bigvitaliteit?


Vragen

 

Video Kraamstalmanagement

  • Bekijk de video: 'Kraamstalmanagement'.
  • Beantwoord de onderstaande vragen en gebruik daarbij informatie die je in de video gehoord/gezien hebt:

 

Geiten
1. Hoe zou jij je gelten opfokken?
2. Wanneer zou jij je gelten insemineren?
3. Zou jij je gelten tussen de oudere zeugen laten lopen of zet je ze in een aparte geltengroep? Leg uit!
4. Hoe zou jij voorkomen dat gelten afvallen in de kraamstal? Wat is de norm?

Biggen
5. Wat zou je kunnen doen om ervoor te zorgen dat de biggen zoveel mogelijk en zo snel mogelijk biest binnen krijgen?

De zeug en voer
6. Volg jij de voervoorlichters blindelings? Wat zijn jouw overwegingen hierbij?
7. Hoe controleer jij of de zeugen daadwerkelijk te eten  krijgen volgens advies?
8. Hoe controleer je of de zeug de geadviseerde hoeveelheid ook daadwerkelijk op krijgt?
9. Welke punten rondom de stofwisseling van de zeug vallen jou op in de presentatie?

Uniformiteit van de toom
10. Hoe kun je sturen op de uniformiteit van de toom?
11. Wanneer en waar moet je daar al mee beginnen?
12. Wat is de maximum haalbare toomgrootte, fysiologisch gezien?
13. Zou jij gaan voor kwaliteit of voor kwantiteit? Leg uit!

Kraamstalmanagement
14. Welke aandachtspunten zoals genoemd in de video zijn verder nog belangrijk rondom het kraamstalmanagement?
15. Vind jij dat er in de stallen waar jij geweest bent voldoende aandacht wordt gegeven aan deze aspecten?
16. Hoe zou jij dit doen?