Voeding in relatie tot bigvitaliteit

Door: Edy Bouman, ForFarmers Hendrix


Inleiding

Het voerschema van de zeug is van invloed op het  geboortegewicht van de biggen. Een hoger geboortegewicht heeft een positieve invloed op de bigvitaliteit.  De invloed van bigvitaliteit op het uiteindelijke resultaat als vleesvarken is enorm. Daarnaast geven vitale biggen gedurende hun hele leven minder problemen.

 

Vragen
 

Video Bigvitaliteit

Bigvitaliteit
1. Wat is 'bigvitaliteit'? Hoe kun je dit meten?
2. Hoe werkt een hogere bigvitaliteit door in je saldo?
3. Wat blijkt uit onderzoek over het toomgewicht? Heeft het aantal biggen daar grote invloed op?
4. Wat is de samenhang tussen  geboortegewicht en overlevingskans?
5. Waarom is uniformiteit van de toom zo belangrijk?
6. Wat is het ideale gewicht voor een big? Hoe kun jij dit als ondernemer beïnvloeden?
7. Wat voor toomgrootte zou jouw voorkeur hebben als jij ondernemer zou zijn? Leg uit!

 

Voerschema van de zeug
8. Het voerschema van de zeug heeft invloed op het geboortegewicht van de biggen. Leg uit hoe je dit kunt beïnvloeden.
9. Wat zou het gewenste conditieverloop zijn van een zeug tijdens de cyclus op jouw bedrijf?
10. Wat is de ideale spekdikte aan het einde van de dracht?
11. Hoe zou jij de groepen maken op jouw bedrijf om tegemoet te kunnen komen aan de voerbehoefte?
12. Welke eisen zou jij stellen aan het voer van de gelten?
13. Welk voerschema voor de zeug zou jij aanhouden? Werk dit uit voor vier periodes: 1. einde kraamstal, 2. flushen/bronst/inseminatie, 3. dracht, 4. werpen. Wees specifiek over het voerschema en over de voersoorten en leg uit! Waarop stel jij de voeding van de zeug precies af? Hoe bouw je het voerschema op en af?
14. Hoe garandeer je op jouw bedrijf dat die hoeveelheden ook daadwerkelijk verstrekt worden?
15. Welke doelen wil je bereiken in de vroege dracht (d1-35), midden dracht (d35-70) en einde dracht (d70-werpen)?
16. Zou jij al lactovoer verstrekken enkele dagen voordat de zeug moet werpen? Leg uit waarom wel of waarom niet.

 

Na werpen
17. Hoeveel biest moet elke big in ieder geval binnenkrijgen? Hoe zou jij dit controleren?
18. Hoe zou jij een goed beeld kunnen krijgen van de biestopname?
19. Is het moment van biestopname belangrijk? Leg uit.
20. Hoe zou jij omgaan met de voergift voor de zeug op de dag van het werpen.
21. Welk voerschema zou jij aanhouden vlak na het werpen? Welke aandachtspunten zijn voor jou belangrijk?

 

Na spenen
22. Hoe ga jij op jouw bedrijf een energiepiek aanbrengen om te flushen?
23. Er is onderzoek gedaan naar het effect van wachtstalvoer op de verdeling van de geboortegewichten. Wat was de uitkomst van dit onderzoek?
24. Zou jij op jouw bedrijf gebruik maken van mestscore, urinescore en score op het uier?
25. Als jij onderstaande soorten mest zou zien achter je zeugen, wat zou dat jou zeggen over de zeugen in de verschillende gevallen?