Zone.college Burgerschap: Politiek en Juridisch

Zone.college Burgerschap: Politiek en Juridisch

Politiek en Juridisch

Hoe werkt dit arrangement?


      Beschrijving arrangement

  • klik op het paarse blokje waarin de titel van het onderwerp staat. Je krijgt aan de hand van de tekst en bijbehorende filmpje(s) een introductie op het onderwerp dat behandeld gaat worden.
    - Lezen/kijken/discussiëren en begrijpen.

     
  • Vervolgens klik je op het blokje "Informatie" Daarin staat de informatie met bijbehorende links die je nodig hebt voor het maken van de eerstvolgende opdracht.
    - Lezen en begrijpen

     
  • Vervolgens klik je op het blok met de opdrachten.
    - Maken - reproduceren en reflectie

     
  • Alle antwoorden verzamel je in een digitaal portfolio. Gebruik hiervoor het programma WORD.

Verantwoording

Loopbaan en Burgerschap in het mbo:

Het wettelijke document "Loopbaan en Burgerschap in het mbo" bepaalt dat de volgende dimensies worden behandeld tijdens de mbo-opleiding:
- de politiek-juridische dimensie
- de economische dimensie
- de sociaal-maatschappelijke dimensie

- de dimensie van het vitaal burgerschap
- de dimensie van wereldburgerschap
Over alle onderwerpen wordt van studenten verwacht dat ze er kritisch over nadenken en er naar handelen.


Portfolio:
In dit arrangement behandelen we de politiek-juridische dimensie. Met de opdrachten uit dit arrangement vul je een portfolio. Dit portfolio lever je digitaal of schriftelijk in bij je coach of je docent burgerschap. De opleiding bepaalt het aantal contacturen die beschikbaar zijn voor deze dimensie. Een groot deel van de opdrachten kan ook in eigen tijd uitgevoerd worden.


Wanneer een toets?
Pas als je coach of de docent burgerschap het portfolio gecheckt heeft op volledigheid en de gemaakte opdrachten heeft goedgekeurd kan een afsluitende toets gemaakt worden.


Hoe maak je een portfolio


Hoe maak je een portfolio?
De dimensie vitaal burgerschap bestaat uit 18 opdrachten, exclusief de introductie opdracht(en).

  1. Maak een map aan op de laptop of usb-stick met de titel: Politiek en Juridisch
  2. Gebruik de link onder aan deze pagina en sla deze op onder map Politiek en Juridisch
  3. Soms moet je een printscreen maken, deze moet je ook toevoegen aan je portfolio
  4. Wanneer alle opdrachten gemaakt zijn is het portfolio klaar
  5. Dit portfolio lever je in, volgens de onderstaande eisen.
  6. Inleveren via de ELO
     

Portfolio eisen:
Gebruik een voorpagina met daarop je naam, naam van de coach en de titel Politiek Juridisch. De volgende portfolio opdrachten moeten uitgevoerd zijn en opgenomen in het portfolio:


1. Voorpagina
2. Inhoudsopgave met paginanummering
3. Antwoorden van onderstaande opdrachten 


H1: Introductie en Opstart
- Opdracht 1: links of rechts of maakt het niet uit?

- Opdracht 2: Meningsvorming
H2: Prinsjesdag

- Opdracht 3: huishoudboekje van Nederland
H3: Rechtsstaat en democratie
- Opdracht 4: Democratie en rechtsstaat 
- Opdracht 5: Inburgeringstest 
H4: Verkiezingen en stemmen

- Opdracht 6: Verkiezingen
- Opdracht 7: Stemrecht

H5: Bestuur van Nederland  
- Opdracht 8: Het bestuur van Nederland
- Opdracht 9: De bestuurlijke lagen van Nederland
- Opdracht 10: Wie beslist dat?
H6: Rechtspraak in Nederland
- Opdracht 11: De rechtspraak
- Opdracht 12: Welke rechter moet ik hebben?

H7: Politiek en het buitenland
- Opdracht 13: Politiek en Buitenland
- Opdracht 14: Europa toen, nu en straks
H8: In de praktijk
- Opdracht 15: Wat doe jij er aan?

Wanneer een toets?
Pas als je coach of de docent burgerschap het portfolio gecheckt heeft op volledigheid en de gemaakte opdrachten heeft goedgekeurd kan de afsluitende toets gemaakt worden.

 

Start portfolio

Open het onderstaande Word document. Klik hiervoor op de onderstaande link.

Open bestand Portfolio Politiek en Juridisch

LET OP:

Sla dit Word document op als: Politiek en Juridisch (en zet je eigen naam er achter)
Door de antwoorden van de opdrachten in dit document op te slaan ontstaat er vanzelf een portfolio.

Wanneer je alle opdrachten af hebt lever je het in via de studieroute in de ELO.
De docent checkt je portfolio op volledigheid.

De beoordeling moet minimaal Voldoende zijn.

Beoordeling en cijfer

Beoordeling Burgerschap:

De toets mag pas gemaakt worden nadat het portfolio op volledigheid door de docent is goedgekeurd

 Burgerschaps dimensies Portfolio eis Toets resultaat
     
 1. Sociaal-maatschappelijke dimensie voldoende cijfer (>4,5)
 Het burgerschap, wie ben ik en wat wil ik, de samenleving,  
 politie en justitie, vrijetijdsbesteding, communicatiemiddelen
   
 2. Dimensie vitaal burgerschap voldoende cijfer (>4,5)
 Gezonde voeding, sport en bewegen, verzekeren, relaties en
 seksualiteit, alcohol en drugs, levensbeschouwing (wereldburgerschap)
   
 3. Politiek-juridische dimensie voldoende cijfer (>4,5)
 Democratie en rechtsstaat, verkiezingen en stemmen, keuzes 
 maken en mee  beslissen, bestuur van Nederland, de
 rechtspraak, politiek en het buitenland (wereldburgerschap)
   
 4. Economische dimensie  voldoende cijfer (>4,5)
 Het belang van werken, het vinden van werk, rechten en
 plichten, integer handelen, Fair Trade, consumentengedrag,
 klachten en geschillen
   
 5. Wereldburgerschap     Deelname  
 Excursie buitenland (met bijbehorende opdrachten) , stage buitenland (verslag), buitenregiostage (verslag). Bij alle dimensies is ook extra aandacht besteed aan wereldburgerschap --> EU, globalisering, fairtrade, multiculturele samenleving, religies, etc    
 Gemiddelde toetscijfer (dimensies 1 t/m 4)   cijfer > 5,5

Hieronder vind je een printbaar totaaloverzicht van LoopBaan en Burgerschap. Het traject LoopBaan bespreek je met je coach. Voor burgerschap dien je alle onderdelen te behalen.

Open bestand Aftekenlijst portfolio Loopbaan en Burgerschap

H1. Introductie en opstart


Introductie
Politiek is de wijze waarop in een samenleving de belangentegenstellingen van groepen en individuen tot hun recht komen - meestal op basis van onderhandelingen - op de verschillende bestuurlijke en maatschappelijke niveaus. Hoe leef je met elkaar samen of hoe wil je met elkaar samenleven?


Opdracht: Wat versta jij onder politiek?
Werkvorm: groepsgesprek.:

Omschrijf in eigen woorden wat jij onder politiek verstaat. Dit behandelen we tijdens de les.
Onderwerpen kunnen zijn:
- Den Haag; landelijke politiek, wet -en regelgeving
- Provincie; Ruimtelijke ontwikkelingen, provinciale wegen, bos-water-en natuurbeheer, monumentenzorg
- Gemeente; precariorechten, huisvesting, hondenuitlaat gebied, hangjongeren, bomen kappen, vuurtje stoken


Hoe zit Nederland bestuurlijk in elkaar?
Als opwarmer bekijken we het onderstaande videofragment uit 2005

zijn Nederlanders wel goed op de hoogte?

Opdracht 1: Links of Rechts of ....


Ben jij nu links of rechts? Of sta jij ergens in het midden? Wat houd dat eigenlijk in?
Bekijk de onderstaande video.



Links? - Midden? - Rechts? - ergens tussen in?

Progressief? - neutraal? - Conservatief?

Waar sta jij?

Hoe bepaal je waar je staat?

Klik op onderstaande link. Het krantenartikel gaat verder in op deze begrippen.


 

Open bestand Het politiek spectrum


Opdracht A: Waar sta je?

Werkvorm: groepsgesprek:
Voeg de uitkomst van deze opdracht toe aan je portfolio?


Weet je nu na het lezen van het artikel waar je staat in de onderstaande figuur?

Print dit figuur uit of teken het na op een blanco papier.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

                                                                                           

links

progressief

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

                                                       rechts

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

conservatief

 

1. Ben je nu links of rechts of sta je in het midden? Zet een stip waar jij denkt te staan op de as van links/rechts

2. Ben je progressief of ben je juist conservatief? Zet een stip waar jij denkt te staan op de as van conservatief/progressief

3. Trek van beide stippen een lijn, daar waar de lijnen elkaar kruisen is jouw "Inschatting" waar je staat.

4. Met welke politieke partij komt dit overeen, of welke komt het dichtst in de buurt?

5. Is het tegenwoordig nog wel relevant of je "links of rechts denkt?" Met andere woorden, kun je tegenwoordig nog wel spreken van links en rechts? Waarom wel/niet?


 


Opdracht B: Doe de test: Ben je rechts of linksdenkend?

Bepaal of je het eens bent met de 23 stellingen en tel het aantal punten dat je scoort

 

Stelling 1:  Elke gepensioneerde moet het beter hebben dan elke gevangene in Nederland, dat is niet meer dan logisch. De een heeft het namelijk maatschappelijk goed gedaan en de ander slecht.

Eens: + 1.

Stelling 2: Ik ben van mening dat de geldschepping (uitgifte van muntgeld, bankbiljetten en giraal geld) in handen van de overheid moet liggen, dus niet bij private banken, en dat banken failliet moeten kunnen gaan. Graag zelfs. Allemaal oplichters namelijk. Net als autoverhuurbedrijven.

Eens: - 1.

Stelling 3: Ik besef de waarde van Wilders in de politiek, maar ben van mening dat het allemaal wat charmanter en fijnzinniger kan. Of scoort dat dan minder?

Eens: + 1.

Stelling 4: Ik wantrouw de eerlijkheid van de politiek in de VS. Wie kan je nog geloven en wat is de waarheid? Al die oorlogen die nergens over gingen. Wat zit daar achter? Toch de Illuminati of zoiets?

Eens: - 1.

Stelling 5: Ik ben van mening dat Nederland de rijkdom moet delen met anderen, maar dat de burgers daar niet toe verplicht kunnen worden. Ik denk ook dat dat contraproductief (averechts) werkt. Nederlanders zijn heel gul als ze het zelf mogen bepalen.

Eens: + 1.

Stelling 6: Ik vind het absoluut niet kunnen dat rijke personen en rijke bedrijven het betalen van belasting kunnen ontlopen omdat ze zich dure adviseurs kunnen veroorloven. Dokken moeten ze. Met een flinke boete voor het verleden.

Eens: - 1.

Stelling 7: Ik overweeg een voorstander te zijn van de doodstraf in de allerergste gevallen omdat het nu te aantrekkelijk is voor een kansloos iemand om met een verschrikkelijke misdaad nog iets van zijn leven te maken.

Eens: + 1.

Stelling 8: Ik vind het ministersalaris voldoende voor elke publieke functie (dat wordt betaald door de belastingbetaler (In 2018 is de balkenendenorm 187.000 euro)) ook die van presentator bij een publieke omroep. Zo moeilijk is dat omroepen namelijk niet.

Eens: - 1.

Stelling 9: Ik vind dat Volkert van der G (moordenaar Pim Fortuyn) nog vele jaren in de bak zou moeten zitten. Jammer dat je niet veroordeeld kan worden voor arrogant eikelschap. Dan zou hij zo drie keer levenslang krijgen. En Joran van der Sloot (verdachte moordenaar Nathalie holloway) mag van mij in Peru blijven. Waarom niet? Lekker weer daar.

Eens: + 1.

Stelling 10: Ik ben trots op Nederland maar ben absoluut niet bereid mijn zonen voor het vaderland de oorlog in te sturen. Dat lossen ze dan maar op een andere manier op. Zinloze ellende, dat oorlog voeren.

Eens: - 1.

Stelling 11: Ik vraag me zeer af of Poetin en Assad wel zulke grote schurken zijn als iedereen beweert.

Eens: + 1.

Stelling 12: Ik vind dat wij in het Westen niet moeten doen alsof we alles beter weten en ons systeem superieur is. Alsof alleen wij kunnen en mogen bepalen wie er deugt in de wereld en wie niet. Rot op zeg. Kortzichtig gedoe.

Eens: - 1.

Stelling 13: Ik vind het begrip ‘eigen volk eerst’ helemaal niet zo idioot. Eigenlijk een vrij natuurlijk uitgangspunt.

Eens: + 1.

Stelling 14: Ik ben een groot bewonderaar van Obama, moet eigenlijk wel lachen om Donald Trump, wantrouw de Clintons en heb veel sympathie voor Bernie Sanders en zijn denkbeelden.

Eens: - 1.

Stelling 15: Ik ben er op tegen dat ‘allochtonen’ achtergesteld worden op de arbeidsmarkt maar vind dat ‘ze’ het er zelf ook wel een beetje naar gemaakt hebben. Ja, de kleine groep verpest het voor de rest, maar pak die rotjochies dan intern eens flink aan, zou ik zeggen.

Eens: + 1.

Stelling 16: Ik vind iemand die een belangrijk levensreddend medicijn extreem duurder maakt dan hoogstnoodzakelijk een ziekelijke misdadiger. Naar Peru met ‘m.

Eens: - 1.

Stelling 17: Ik heb meer respect voor het ambachtelijke klassieke werk dan modern geklieder, maar hou ook van Wim Schippers en Jeff Koons en vind uiteindelijk Peter van Straaten Neerlands grootste kunstenaar.

Eens: + 1.

Stelling 18: Ik geloof er in dat de wereld nu redelijk snel één geheel gaat worden en dat er geen oorlogen tussen de landen meer zullen zijn. Terrorisme zal echter helaas nooit helemaal verdwijnen, ben ik bang.

Eens: - 1.

Stelling 19: Ik heb een hekel aan principiële praters (mensen met een vaste overtuiging), ben gesteld op praktische doeners en vind de VARA een goeie maar wat elitaire omroep. Niet erg, moet kunnen, maar niet doen alsof je voor de belangen van de gewone man opkomt.

Eens: + 1.

Stelling 20: Als ‘daar moet een piemel in’ je beste politieke argument is, dan lijkt het me beter dat je alsnog probeert de basisschool af te maken.

Eens: - 1.

Stelling 21: Ik wil vluchtelingen helpen, maar dan wel met een systeem dat opgebouwd is uit zeer strenge restricties. Om te voorkomen dat we straks helemaal niemand meer binnen kunnen laten.

Eens: + 1

Stelling 22: Dat referendum over Oekraïne slaat in wezen nergens op.

Eens: - 1.

Stelling 23: Ik heb een bloedhekel aan labels, hokjesgeest, vooroordelen, hypocrisie en lafheid en hou van humor, lees zelfspot.

Eens: + 1.

 

Uitslag: Hoe meer punten je hebt gescoord hoe rechtser je bent. Hoe verder onder nul hoe linkser.

Opdracht 2: Meningsvorming

 


Analyseren van een "probleem of onderwerp".

Het is belangrijk om maatschappelijke problemen goed te bekijken en er dan pas een mening over te geven.

Hoe kom je tot een mening?

1. Meningen worden beïnvloed door de manier waarop je waarneemt (hoe je naar dingen kijkt)
2. Meningen worden bepaald door je referentiekader (achtergrond van waaruit je op een bepaalde manier naar de werkelijkheid kijkt, bijvoorbeeld door ervaringen)

3. Meningen worden bepaald door de groep waartoe je behoort (familie, vrienden, buurt waar je woont)
4. Meningen worden bepaald door de cultuur waar je deel van uit maakt


Voer de onderstaande 2 opdrachten uit:
1.1.Ga naar een nieuwssite of haal uit een krant (eventueel digitaal) van deze week een artikel dat jou aanspreekt. Het moet gaan over een 'probleem', een 'heet hangijzer', iets wat de samenleving bezighoudt, of wat jou bezig houdt. Geef hierover een mening
1.2. Haal een artikel uit een vakblad of krant (digitaal) waarin een probleem uit jouw beroep of sector besproken wordt. Geef hierover een mening.


Beantwoord deze 2 artikelen met de 6 WAAROM-vragen                                                                        

1. Wat: Wat is het probleem/onderwerp?
2. Aanleiding: Wat is de aanleiding, hoe is het probleem ontstaan?
3. Actoren: Welke personen of groepen zijn er bij betrokken?
4. Reden: Waarom, met welke reden houden zij zich met het probleem bezig?
5. Opvattingen: Hoe denken betrokkenen zelf over het probleem?
6. Mening: Welke mening heb jij over dit artikel?


Maak gebruik van de onderstaande link


Open bestand Waarom vragen


Let op: Om deze opdracht te kunnen beoordelen moet er een kopie van het krantenartikel en/of vakbladartikel aan deze opdracht toegevoegd worden.


 

H2. Prinsjesdag in september


Het is aan de docent/coach of het onderdeel prinsjesdag behandeld wordt tijdens de les. Toch is het handig dit onderdeel begin september te starten. Het gehele jaar door is informatie te vinden over prinsjesdag op de webpagina van de rijksoverheid


Klik op de onderstaande afbeelding voor een eenvoudige uitleg over prinsjesdag.

 

 

 

 

Eenvoudige uitleg prinsjesdag

Opdracht 3: het huishoudboekje van Nederland

Opdracht 3: het huishoudboekje van Nederland


Huishoudboekje van Nederland

Op Prinsjesdag presenteert het kabinet de rijksbegroting en het belastingplan voor het komende jaar. Het ‘Huishoudboekje van Nederland’ geeft je inzicht in de inkomsten en uitgaven van de Rijksoverheid.
Het huishoudboekje geeft je antwoord op vragen als ‘wat zijn de inkomsten van de overheid en waar geeft de overheid geld aan uit én hoeveel’. Hoeveel geld wordt er bijvoorbeeld uitgegeven aan volksgezondheid, onderwijs, sociale zekerheid, maar ook aan rente over de staatsschuld?

Op de onderstaande afbeelding vind je de begroting van de derde dinsdag in september 2019. De begroting gaat dus over de inkomsten en uitgaven in 2019.


Prinsjesdag

De grote landelijke dagbladen brengen speciaal informatie uit over Prinsjesdag- (de Rijksbegroting) op hun websites. Ook de NOS en het Ministerie van Financiën publiceren Prinsjesdagdossiers.

Zoek via internet (of krant) informatie op over Prinsjesdag. Beantwoord vervolgens de vragen.

  1. Wat zijn volgens jou de meest opvallende onderdelen uit de regeringsplannen voor het komende jaar. Noem er drie.

    Het huishoudboekje van Nederland. Elk jaar, op de derde dinsdag van september, presenteert de regering een begroting voor het nieuwe jaar. Ze maken een schatting van de te verwachten inkomsten en bepalen waar het geld aan wordt uitgegeven. Het zogenaamde huishoudboekje van Nederland ofwel de miljoenennota. Bekijk de miljoenennota van dit jaar en maak vervolgens opdracht 3, 4 en 5
  2. a. Er zijn 6 bronnen van inkomsten voor het Nederlandse huishoudboekje. Welke 6 zijn dit?
    b. Schrijf de bedragen erbij
    c. Als de regering te weinig geld heeft, kan ze kiezen om te bezuinigen, óf proberen meer inkomsten te krijgen. Kies 1 inkomstenbron en geef een voorbeeld van hoe de overheid meerinkomsten kan binnenhalen.
  3. a. In de miljoenennota zie je ook de verdeling van de uitgaven over de verschillende posten.
      Schrijf alle uitgaven onder elkaar en zet de bedragen erbij
    b. Zoals je ziet gaat het om grote bedragen. Wat is voor Nederland de grootste kostenpost?
    c. Hoe komt het dat deze kostenpost zo groot is?
  4. a. Wat zijn de totale inkomsten?
    b. Wat zijn de totale uitgaven
    c. Hoeveel bedraagt het begrotingsoverschot/tekort?

    Antwoorden op de vragen opnemen in je portfolio

H3. Rechtsstaat en Democratie


Kenmerken van een rechtsstaat

De burger wordt beschermd: Nederland is een rechtsstaat. Maar wat betekent dat eigenlijk? Wat zijn de belangrijkste kenmerken van een rechtsstaat?

Klik op de onderstaande link voor een videofragment over kenmerken van een rechtsstaat

 


Kenmerken van een verzorgingsstaat:

Nederland is een verzorgingsstaat: De overheid heeft de zorg voor welvaart en welzijn van de burgers op zich genomen. Maar wat betekent dat eigenlijk? Wat zijn de belangrijkste kenmerken van een verzorgingsstaat?

Klik op de onderstaande link voor een videofragment over kenmerken van een verzorgingsstaat.


Er vindt wel een verschuiving plaats. De overheid wil de "verzorging" veel meer overdragen aan de samenleving. Men wil dat de burger meer verantwoordlijkheden op zich neemt. Het moderne woord wat hiervoor gebruikt wordt is: Participatie samenleving.

Kenmerken van een democratie

Scheiding der machten:
Nederland is een democratie. Maar wat betekent dat eigenlijk? Wat zijn de belangrijkste kenmerken van een democratie?

Klik op de onderstaande link voor een videofragment over kenmerken van een democratie

 

 


De Grondwet kwam in 1814 tot stand en is de hoogste Nederlandse wet. De huidige Grondwet dateert uit 1983. In de Grondwet staan alle regels voor onze staatsinrichting en onze grondrechten.


- Informatie: "Rechtsstaat en Democratie"


Belangrijk: Alle informatie op deze pagina heb je nodig om opdracht 4 te maken.


Ontstaan van onze rechtstaat:
In 1798 kwam de allereerste "grondwet" tot stand, hierin werd het fundament van onze rechtsstaat gelegd. In 1814 werd het de hoogste wet. Tussen 1848 en 1983 kwamen er allerlei (sociale) grondrechten bij. Je spreekt van een sociale rechtstaat als het de plicht van de overheid is om te streven naar een goede gezondheidszorg en een inkomen voor iedereen. De laatste grote herziening van de grondwet kwam in 1983.
Waarom hebben we een grondwet?: De grondwet moet het fundament bieden waar iedereen het helemaal mee eens kan zijn en waar iedereen op kan vertrouwen. Dit is de basis voor een rechtsstaat.

Democratie
Wat is politiek en waarom is het belangrijk dat we ons ermee bemoeien? Er moeten keuzes gemaakt worden: Belangrijke besluiten worden genomen door de regering en parlement. Ze hebben de meeste politieke macht. Een paar terreinen waarover voortdurend besluiten worden genomen:
• Openbare orde en veiligheid (politieagenten)
• Buitenlandse betrekkingen (militairen)
• Infrastructuur (alle soorten wegen)
• Welvaart (werkgelegenheid)
• Welzijn (wachtlijsten ziekenhuizen)
• Onderwijs (gratis schoolboeken)


Vanuit Rechtsstaat en Democratie behandelen we 3 onderdelen. In de onderstaande links vind je informatie over:
1. De rechtsstaat
2. Meepraten en meebeslissen
3. Democratie


1. De rechtsstaat: klik op onderstaande link.

Open bestand Thema 1. Rechtsstaat


2. Meepraten en meebeslissen: klik op de onderstaande link.

Open bestand Thema 2. Meepraten en meebeslissen


3. Democratie: klik op de onderstaande link.

Open bestand Thema 3. Democratie

Opdracht 4: "Rechtsstaat en Democratie"

Opdracht 4: Rechtsstaat en Democratie
Maak de onderstaande vragen

De rechtsstaat

Vraag 1.
De macht van de overheid in een rechtsstaat wordt begrensd door wetten en regels.
Leg uit wat hiermee wordt bedoeld.


Vraag 2.
De trias politica is een belangrijk kenmerk van de rechtsstaat.

  1. Leg uit welke drie machten je volgens de trias politica kunt onderscheiden.
  2. Hoe kan de trias politica machtsmisbruik door de overheid voorkomen?

Vraag 3. In een rechtsstaat heeft iedere burger grondrechten,

  1. Leg uit wat grondrechten zijn.
  2. Waarom zijn grondrechten belangrijk in een rechtsstaat?
  3. Wat is het verschil tussen klassieke grondrechten en sociale grondrechten?
  4. Hoe kunnen sociale grondrechten zorgen voor meer gelijkheid in de samenleving?
  5. Geef een voorbeeld van een manier om gebruik te maken van de vrijheid van vereniging en vergadering.
  6. Geef een voorbeeld van het recht op bestaanszekerheid.

Vraag 4. Lees de uitspraak.

   Er is pas sprake van persvrijheid als de pers onafhankelijk is.

  1. Leg uit wat er wordt bedoeld met onafhankelijke pers.
  2. Waarom is onafhankelijke pers belangrijk voor persvrijheid?

Vraag 5. Lees het artikel.

'Scholen mogen homoleraar weren'
Christelijke scholen mogen homoseksuele leraren weren als deze zich buiten de school duidelijk in strijd met de grondslag van die school gedragen. Dat staat in een advies van de Raad van State, het belangrijkste adviesorgaan van de regering. Belangrijk is volgens de Raad van State wel dat het gedrag van een leraar duidelijk botst met de overtuiging van de school of het kerkgenootschap.

De regering had om het advies gevraagd, omdat niet duidelijk was of homoseksuele docenten altijd kunnen worden geweerd op orthodox-christelijke scholen. De regering heeft hier een 'lastige kluif' aan, verklaart woordvoerder Jurjen van den Bergh van de Algemene Onderwijsbond. 'Twee grondrechten botsen.'

  1. Leg uit hoe grondrechten met elkaar kunnen botsen.
  2. Hoe blijkt uit dit artikel dat er sprake is van een botsing van grondrechten?
  3. Vind jij dat scholen homoseksuele leraren mogen weigeren als zij buiten school tegen de grondslagen van de school ingaan? Leg je antwoord uit.

Meepraten en meebeslissen

Vraag 1.
In Nederland kan iedereen inspraak hebben in politieke besluiten.

  1. Op welke manier kan een burger inspraak hebben in het bestuur van Nederland?
  2. Leg in eigen woorden uit wat politiek is.

Vraag 2.
Leg uit wat het verschil is tussen het systeemmodel en het barrièremodel om tot politieke beslissingen te komen.

Vraag 3. Lees het artikel

'Onderzoek fraude met gezinsmigratie'
AMSTERDAM - Demissionair minister voor Immigratie en Asiel Gerd Leers (CDA) wil dat een groep internationale experts fraude en misbruik met gezinsmigratie in Europa in kaart brengen.
Hij heeft daarover een brief gestuurd naar de verantwoordelijke eurocommissaris Cecilia Malmström (Europese commissie). De experts moeten onder meer aan het licht brengen hoe vaak schijnhuwelijken en gedwongen huwelijken voorkomen. Leers wil met de cijfers een ultieme poging doen om het Europees vreemdelingenbeleid  aan te scherpen.

De brief, die in handen is van de krant, is mede ondertekend door Spanje, Frankrijk, Duitsland, Oostenrijk, Finland en Engeland. Leers is al langere tijd bezig om andere Europese landen te overtuigen van zijn plannen. Nu heeft een meerderheid van de landen nog geen behoefte voor het aanscherpen van de regels. Leers wil onder meer de inkomenseis verhogen voor mensen die een partner uit het buitenland willen laten overkomen. Ook moet de partner 24 jaar of ouder zijn.

 

  1. Welke stap uit het barrièremodel wordt in deze tekst besproken
  2. Welke sta[ van het systeemmodel wordt in deze tekst besproken

Vraag 4

Media kunnen een belangrijke rol spelen in het politieke besluitvormingsproces.

  1. Op welke manier spelen de media een rol
  2. Leg uit waarom het in een democratie belangrijk is dat de media het politieke besluitvormingsproces kritisch volgen.

Vraag 5
Lees de situaties door

Situatie 1

Frank zit in het bestuur van een voetbalclub in Apeldoorn. Het clubhuis moet worden opgeknapt en er moeten twee extra doucheruimtes worden gebouwd. De clubkas is helemaal leeg. Frank heeft gehoord dat de wethouder sportzaken in Apeldoorn binnenkort beslist welke sport­verenigingen extra subsidies krijgen.

Situatie 2

Peggy werkt als vrijwilliger bij de voedselbank. De voedselbank verstrekt voedselpakketten aan mensen die te weinig geld hebben om zelf eten te kopen. Peggy ziet dat er steeds meer mensen zijn die noodgedwongen gebruik maken van de voedselbank. Ze wil dat de politiek hier iets aan doet.

 

Leg voor elke situatie uit hoe je het probleem in de politiek zou kunnen aankaarten.
Leg ook uit hoe je ervoor zou kunnen zorgen dat er een oplossing voor het probleem komt.

  1. Situatie 1:
  2. Situatie 2:

Democatie

Vraag 1.
Leg in je eigen woorden uit wat de belangrijkste kenmerken van een democratie zijn.

Vraag 2.
Er zijn twee vormen van democratie: directe en indirecte democratie.

a. Wat is het verschil tussen directe en indirecte democratie?

b. Schrijf een voordeel op van een directe democratie.

c. Schrijf een nadeel op van een directe democratie.

d. Schrijf een voordeel op van een indirecte democratie.

e. Schrijf een nadeel op van een indirecte democratie.

f. Waarom is het referendum een vorm van directe democratie?

Vraag 3. Wat is de rol van volksvertegenwoordigers in een indirecte democratie?

Vraag 4. Schrijf vier kenmerken op van een dictatuur.

Vraag 5. Er zijn landen die een democratie zijn, maar veel corruptie kennen.

a. Leg in je eigen woorden uit wat corruptie inhoudt.

b. Waarom kan corruptie een gevaar vormen voor de democratie?

Vraag 6. Lees het artikel.

Europa heeft eerste e-dictatuur

Sinds kort is het voor Wit Russen verboden om e-mails te verzenden via buitenlandse websites. Ook betalingen mogen niet langer via buitenlandse sites worden verricht. Deze censuurmaatregelen zijn door dictator Alexander Lukashenko geïntroduceerd.

  1. Leg uit wat er wordt bedoeld met een e-dictatuur.
  2. Bekijk de cartoon. Leg uit wat deze cartoon met e-dictatuur te maken heeft.

 

  1.  
  2.  
  3.  
  4.  
  5.  
  6.  
  7.  
  8.  
  9.  
  10.  
  11.  
  12.  
  13.  
  14.  
  15.  
  16.  

  17. c. Waarom komt censuur in een dictatuur vaak voor?

Opdracht 5: Inburgeringstest

 


Artikel 1 uit de Grondwet

Allen die zich in Nederland bevinden, worden in gelijke gevallen gelijk behandeld. Discriminatie wegens godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht of op welke grond dan ook, is niet toegestaan.


Is het onderstaande filmpje nou wel of niet discriminerend? Waarom wel/niet?


Vooroordelen?


Opdracht 5: Test het zelf: kun jij het inburgeringsexamen halen?

Doel: meningvorming:
Meer dan de helft van de nieuwkomers in Nederland haalt het inburgeringsexamen niet. Maar hoe moeilijk is dat examen eigenlijk en hoe zien de vragen eruit?

Nog steeds slagen veel nieuwkomers niet voor hun inburgeringsexamen, schrijft minister Asscher (Sociale Zaken) in een brief aan de Tweede Kamer. Het percentage geslaagden steeg wel, namelijk van 32 procent in april naar 49 procent in oktober.

Hoe ziet het examen eruit?

Het inburgeringsexamen bestaat uit deze vijf onderdelen. Bij elk onderdeel staat een voorbeeldexamen, zodat je het zelf kunt proberen. LET OP: maak van de uitkomst een printscreen en sla deze op in je portfolio.

  • Een onderdeel is 'schrijven', waarbij de inburgeraar korte brieven moet schrijven en een formulier moet invullen. Doe het voorbeeldexamen hier.
  • Bij onderdeel spreken bekijkt de inburgeraar filmpjes en beantwoordt hij vragen. Doe het voorbeeldexamen hier.
  • Bij het examen leesvaardigheid leest de inburgeraar korte teksten en beantwoordt hij vragen. Doe het voorbeeldexamen hier.
  • Bij het examen Kennis Nederlandse Maatschappij bekijkt de inburgeraar korte filmpjes op de computer. Daarop ziet hij Nederlandse situaties. Bijvoorbeeld over boodschappen doen of naar de dokter gaan. Na elk filmpje komt er een vraag. Doe het voorbeeldexamen hier.
  • Voor het examen Oriëntatie op de Nederlandse Arbeidsmarkt moet de inburgeraar thuis opdrachten doen
  • Wat vind jij van deze testen?
  • Ben jij eigenlijk goed ingeburgerd?

De Dienst uitvoering onderwijs heeft een oefen testen. Indien bovenstaande testen niet werken is dit misschien een alternatief: Inburgeringstesten, klik vervolgens op oefenen.

 



Als je de de uitslag van de test hebt toegevoegd aan je portfolio, maak je de volgende vragen

  1. Wat is de uitslag van de test, ben je goed ingeburgerd?
  2. Ben je als tukker, sallander, achterhoeker of .... nu een echte Nederlander?
  3. Wat vind je van zo'n inburgeringstest?
  4. Wat vind je van de vragen die gesteld worden?
  5. Waarom is het terecht of onterecht dat buitenlanders die hier komen wonen een voldoende moeten halen voor deze test?
  6. Ben je na het behalen van de test een echte Nederlander? Waarom wel/niet?

opdracht 6: Debatteren

Docent bepaalt, of en hoe de opdracht debatteren uitgevoerd wordt. Spreken in het openbaar kan het beste spelenderwijs worden geleerd. Dit kan via een debatcompetitie. Voor ideeën en suggesties voor docent en leerlingen: http://www.debatunie.nl/lesmateriaal/

H4. Verkiezingen en stemmen


De onderstaande video legt uit hoe het is gegaan bij de tweedekamerverkiezingen in 2010. 
Welke onderdelen kloppen niet meer in deze film?


- Informatie: "Verkiezingen en Stemmen"


Standpunten vergelijken
Bij het onderwerp verkiezingen gaat het om standpunten vergelijken en keuzes maken. Als een lid van de Tweede Kamer iets zegt over een bepaald onderwerp, bijvoorbeeld over gratis schoolboeken voor het voortgezet onderwijs, dan zegt hij dat namens de partij waarvoor hij in de Tweede Kamer zit. Dit kamerlid zegt wat zijn partij van dit onderwerp vindt. Bij verkiezingen hebben we het over de politieke stromingen en partijprogramma's, het stemmen op een partij en welke gevolgen hebben die verkiezingen eigenlijk?

Nederlanders van 18 jaar en ouder hebben het recht om te stemmen en kunnen zich verkiesbaar stellen. Er zijn verkiezingen voor de leden van de Tweede Kamer, het Europees parlement, de gemeenteraad, Provinciale Staten en het waterschap. We behandelen 3 thema's te weten:

1. Politieke stromingen
2. Kiesrecht
3. Na de verkiezingen

Deze informatie heb je nodig om opdracht 7 te kunnen maken.


1. Politieke stromingen: klik op onderstaande link

Open bestand Thema 1. Politieke stromingen


2. Stemmen: klik op onderstaande link

Open bestand Thema 2. Kiesrecht


3. Na de verkiezingen: klik op onderstaande link

Open bestand Thema 3. Na de verkiezingen

Opdracht 7: "Verkiezingen en Stemmen"


Opdrachten over verkiezingen en stemmen.

Opdracht 7: Verkiezingen en stemmen

Politieke stromingen

1. In Nederland komen verschillende politieke partijen en stromingen voor

  1. Leg uit wat een politieke stroming is.
  2. Beschrijf 3 politieke stromingen.
  3. Benoem bij elke stroming minstens 1 partij
  4. Welk verband bestaat er tussen een politieke partij en een politieke stroming?
  5. Hoe denken liberalen over overheidsbemoeienis?
  6. Wat is het verschil tussen socialisme en sociaaldemocratie?
  7. Tot welke politieke stroming behoort een partij waarvan de standpunten grotendeels zijn gebaseerd op de waarden van de Islam?

2. a. Wat is het verschil tussen een links en een rechtse politieke visie?
   b. Wat is het verschil tussen een Progressieve en een Conservatieve politieke visie?
   c. Is de PVV conservatief of progressief?

3. Hieronder staan een aantal uitspraken van politieke partijen.
Noteer bij elke uitspraak bij welke politieke stroming die hoort, je kunt kiezen tussen het liberalisme, socialisme, de sociaaldemocratie, de christen­democratie, het sociaalliberalisme en het rechts-extremisme.

uitspraak

politieke stroming

1 Allochtonen moeten niet alleen integreren, ze moeten zich volledig aanpassen aan onze cul­tuur. Als ze dit niet doen, moeten ze direct het land uitgezet worden.

1

2 Mensen die veel verdienen moeten procentu­eel veel meer belasting betalen dan mensen die minder verdienen.

2

3 Het wettelijk minimumloon moet worden afge­schaft. Werknemers en werkgevers moeten zelf afspraken maken over de lonen.

3

4 Het verhuren van kamers moet aantrekkelij­ker gemaakt worden voor huiseigenaren door huurders minder huurbescherming te geven.

4

5 De overheid moet strengere regels maken die ervoor zorgen dat er minder ongelukken plaatsvinden op het werk.

5

6 Het probleem van het voetbalvandalisme is alleen op te lossen door een inspanning van ouders, school, supportersverenigingen en verder alle organisaties die op een of andere manier bij het voetbal betrokken zijn.

6

7 Het ongeboren leven moet beschermd worden. Er moet een hele strenge abortuswet komen.

7

4. Hieronder staan 3 stellingen. Een VVD politicus en een PvdA politicus reageren hierop.
   Zijn ze voor of tegen en waarom?

  1. De mensen die het meest verdienen moeten meer belasting betalen
  2. De overheid moet kunnen voorschrijven dat er in elke buurt zowel autochtonen als allochtonen wonen
  3. Op uitkeringen moet worden bezuinigd
  4. Kinderopvang moet door de overheid worden betaald

Kiesrecht

  1. Iedere Nederlander van 18 jaar of ouder heeft kiesrecht.
    a. Waarom is het kiesrecht een belangrijk onderdeel van de democratie
    b. Wat is het verschil tussen passief kiesrecht en actief kiesrecht?

     
  2. Verbind elk begrip in de linker kolom met een kenmerk in de rechterkolom.
     

Actief kiesrecht

 

Het recht om gekozen te worden als volksvertegenwoordiger.

Tweede Kamer

Het 'gezicht' van een politieke partij.

Voorkeurstem

De volksvertegenwoordigers in de provincie.

Provinciale Staten

Het recht om te stemmen bij de verkiezingen.

Lijsttrekker

Een stem op de nummer vijf van de kieslijst.

Passief kiesrecht

Bestaat uit 150 leden

 

3. In de aanloop naar de verkiezingen maken politieke partijen hun verkiezingsprogramma’s bekend.

a. Wat is het doel van het verkiezingsprogramma van een politieke partij?

b. Hoe kun je stemmen als je op de verkiezingsdag in het buitenland bent?


4. Bekijk de cartoon

den-haag-zwevende-kiezer.gif

 

a.  Over welk begrip gaat deze tekening?

b. Leg uit wat er met dit begrip wordt bedoeld

c. Wat willen partijen tijdens een verkiezingscampagne bereiken?

d. Lees de uitspraak. Waarom is het belangrijk om te weten welke standpunten de partijen hebben?

 


  Als je gaat stemmen, moet je wel weten welke standpunten de partijen hebben.
 

 

5. Schrijf drie manieren op om informatie te krijgen over de standpunten van politieke partijen die aan de verkiezingen meedoen.
 

Na de verkiezingen

  1. Na de verkiezingen wordt uitgerekend hoeveel zetels een politieke partij in de Tweede Kamer krijgt.
  1. Hoe werkt het stelsel van evenredige vertegenwoordiging?
  2. Hoe komt het dat door het stelsel van evenredige vertegenwoordiging veel politieke partijen in de Tweede Kamer kunnen komen?
  3. Waarom moet de winnaar van de verkiezingen vaak samenwerken met andere politieke partijen?
  4. Schrijf een voordeel op van het stelsel van evenredige vertegenwoordiging.
  5. Schrijf een nadeel op van het stelsel van evenredige vertegenwoordiging.
     
  6. Lees de krantenkop.
  7. Waarom kan een formatieproces lang duren?
  8. Waarom is het wenselijk dat er een regering wordt samengesteld die de meerderheid heeft in de Tweede Kamer?

  9. De meeste politieke partijen willen deel uitmaken van de regering. Geef twee redenen waarom een politieke partij ervoor zou kunnen kiezen om niet deel te nemen aan de regering.

- Informatie: Meerpartijenstelsel


Onderstaande informatie kun je gebruiken om een keuze te maken welke partij goed bij je past. klik op de blauwgedrukte woorden voor uitleg. Je kunt deze informatie gebruiken om een politieke keuze te maken bij opdracht 8.


Onderstaande informatie kun je gebruiken om een keuze te maken welke partij goed bij je past. klik op de blauwgedrukte woorden voor uitleg. Je kunt deze informatie gebruiken om een politieke keuze te maken bij opdracht 8.


In Nederland kennen we een meerpartijenstelsel.


Opdracht 8: "Stemrecht"

 


Wat is het nut van stemmen volgens scholieren? Bekijk de onderstaande video.


Opdracht 8 stemrecht:
Indien er geen verkiezingen plaatsvinden kunnen in ieder geval de vragen 1 en 2 beantwooord worden. De verschillende stemwijzers worden pas geactualiseerd als er verkiezingen in aantocht zijn, het is aan de docent of ze gemaakt moeten worden.

 

A. Gemeenteraadverkiezingen STEMWIJZER
1. Wat speelt er op dit moment in jouw gemeente dat veel aandacht krijgt van zowel de burger als de

   politiek?
2. Welke mening heb jij daarover?
3. klik op de link: Gemeenteraadverkiezingen en beantwoord de vragen.
   
Maak een printscreen van de uitkomst. Als jouw gemeente er niet tussen zit maak dan een
   stemwijzer van de dichtsbijzijnde grote plaats
4: Waarom ben je het met de uitslag eens/oneens?


B. Tweede Kamerverkiezingen STEMWIJZER
1. Wat speelt er op dit moment in Nederland dat veel aandacht krijgt van zowel de burger als de
   politiek?
2. Welke mening heb jij daarover?
3. klik op de link: Tweedekamerverkiezingen en beantwoord de vragen.
   Maak een printscreen van de uitkomst.
4: Waarom ben je het met de uitslag eens/oneens?
5: Wat is het nadeel van zoveel verschillende partijen in de tweede kamer?


C. Provinciale Staten verkiezingen STEMWIJZER
1: klik op de link: Provincialestatenverkiezingen en beantwoord de vragen.
   Maak een printscreen van de uitkomst.
2: Waarom ben je het met de uitslag eens/oneens?


D. Europese Parlementsverkiezingen
1. Waarom vind je het wel/niet belangrijk om te stemmen tijdens de Europese Parlementsverkiezingen?


Verzamel de antwoorden van de gemaakte opdrachten in een portfolio, bij voorkeur digitaal.


H5. Bestuur van Nederland


Bekijk de onderstaande film.


Hoe wordt Nederland bestuurd?

De Provincies
De Provincies
De gemeenten van Nederland
De gemeenten van Nederland

- Informatie: "Het bestuur van Nederland"


Nederland kun je als een vereniging beschouwen. Een vereniging met 16 miljoen leden. Het bestuur van de vereniging Nederland ziet er net zo uit als het bestuur van een voetbalvereniging. We gebruiken alleen andere namen. Opgeschreven regels noemen we wetten. Contributie heet bij de vereniging Nederland belasting en het bestuur noemen we onze regering. De voorzitter van de vereniging Nederland noemen we minister president. De penningmeester is de minister van financiën, etc.
Aangezien het niet mogelijk is om met alle Nederlanders bij elkaar een Algemene Ledenvergadering, over bijvoorbeeld de hoogte van de belasting te houden, kiezen we volksvertegenwoordigers. Die zitten in de Tweede Kamer. Zij beslissen namens ons. Je ziet, Nederland is van de Nederlanders, maar omdat we met 16 miljoen zijn kiezen we Tweede Kamerleden. Die zijn de hele week bezig om namens ons te beslissen. De Tweede Kamer controleert of de regering ons land wel goed bestuurt. 

Bij het onderwerp "het bestuur van Nederland" gaan we het hebben over de politieke verantwoording. Er zijn 3 belangrijke thema's:
1. De regering en het kabinet
2. Het parlement en volksvertegenwoordigers
3. Politiek en de samenleving
Deze informatie heb je nodig om opdracht 6 te kunnen maken.


1. De regering en het kabinet: klik op onderstaande link voor informatie

Open bestand Thema 1. De regering en het kabinet


2. Het parlement en volksvertegenwoordigers: klik op onderstaande link voor informatie

Open bestand Thema 2: Het parlement en volksvertegenwoordigers


3. Politiek en verantwoordelijkheid; klik op de onderstaande link voor informatie

Open bestand Thema 3. Politiek en verantwoordelijkheid

Opdracht 9: "Het bestuur van Nederland"


Vragen en opdrachten over het bestuur van Nederland.

De regering en het kabinet

Vraag 1.
Verbind elke omschrijving met het juiste begrip.

Omschrijving

 

Begrip


Persoon die beslissingen neemt over de inkomsten en uitgaven van de overheid.

 

Minister-president

 

Het gezicht van de regering.

 

Minister

 


De baas van een departement en de politiek verantwoordelijke voor de beslissingen die op dat departement worden genomen.

 

Minister van Financiën

 


De persoon die zich bezighoudt met een deel van het takenpakket van de minister.

 

Staatssecretaris


Vraag 2.

Het koningshuis in Nederland heeft vooral een ceremoniële functie.
a. Leg uit wat wordt bedoeld met de ceremoniële functie van het koningshuis.
b. Leg uit wat wordt bedoeld met het begrip ministeriële verantwoordelijkheid.
c. Wat heeft ministeriële verantwoordelijkheid te maken met de rol van de koning?

Vraag 3.
Het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap is het ministerie dat toeziet op de kwaliteit van het onderwijs. Op de ministeries wordt beleid gemaakt.

a. Leg uit wat met beleid wordt bedoeld.

b. Welke taken hebben ambtenaren?

c. Hoe kunnen ambtenaren invloed hebben op het beleid?


Vraag 4.

Wat is het verschil tussen een minderheidskabinet en een meerderheidskabinet?

Vraag 5 Lees de tekst

a. Leg uit welk bezwaar er in het artikel wordt genoemd tegen de huidige rol van het koningshuis.

b. Welke voordelen van de huidige rol van het koningshuis worden in het artikel genoemd?

c. Waarom kan een ceremonieel koningschap zonder ministeriële verantwoordelijkheid een probleem zijn?

d. Wat zou jij ervan vinden als het koningshuis werd afgeschaft?

 

Het parlement en volksvertegenwoordigers

Vraag 1

Waarom wordt het politieke systeem in Nederland een parlementaire democratie genoemd?

Vraag 2.
Wat is het verschil tussen de manier waarop de leden van de Eerste Kamer worden gekozen en de manier waarop de leden van de Tweede Kamer worden gekozen?

Vraag 3.
Een belangrijke regel in de politiek is de vertrouwensregel.
a. Leg uit wat de vertrouwensregel inhoudt.

b. Waarom is de vertrouwensregel belangrijk in een parlementaire democratie?

Vraag 4. Streep de onjuiste begrippen door.

 

De leden van de regering / het parlement zijn verantwoordelijk voor het dagelijks bestuur van Nederland. Ze maken plannen en wetten en voeren die ook uit. Voordat een wet wordt ingevoerd moet de regering / het parlement goedkeuring vragen aan de regering / het parlement. Als de meerderheid / minderheid van het parlement de wet niet ziet zitten, gaat de wet niet door. De regeringspartijen / oppositiepartijen zullen in het parlement meestal voor het wetsvoorstel stemmen dat door de regering is ingediend. De discussie over zo'n wetsvoorstel door de verschillende politieke partijen wordt in de regering / het parlement gevoerd. Een belangrijke taak van het parlement is het controleren / uitvoeren van het beleid van de regering. Kamerleden kunnen het de regering moeilijk maken. De leden van de Tweede Kamer kunnen bijvoorbeeld Kamervragen stellen. Ze maken dan gebruik van het vragenrecht / recht van motie. De ministers moeten altijd eerlijk antwoord geven op de vragen die de Kamerleden stellen. Ze mogen geen informatie achterhouden. Als een meerderheid van de Tweede Kamer het niet eens is met de plannen van de regering, ontstaat er een crisis. Als dit verschil van opvatting tussen de Tweede Kamer en de regering niet op te lossen is, moet / mag de regering aftreden.

 

 

Vraag 5. Lees de krantenkop.

Begroting regering goedgekeurd in parlement


a. Waarom moet een begroting worden goedgekeurd door het parlement?

b. Waarom is het goedkeuren van de begroting een belangrijk onderdeel van het democratische proces?


Vraag 6. Lees het artikel en maak de vraag:
Hoe blijkt uit dit artikel dat de Tweede Kamer een belangrijke functie heeft in de rechtsstaat?

GroenLinks stelt opnieuw vragen over aftapcijfers sociale media

GroenLinks stelt opnieuw vragen over aftapcijfers sociale media. Nederlanders worden op sociale media zoals Facebook, Twitter, Hyves en ook via google.nl gevolgd door opsporingsdiensten van politie of justitie. Herhaaldelijk heeft GroenLinks Tweede Kamerlid Arjan El Fassed gevraagd naar cijfers over politievorderingen van gegevens van sociale netwerkdiensten.

El Fassed: “De grondwet is heel duidelijk. De staatssecretaris moet deze informatie verstrekken zolang dit niet in strijd is met het belang van de staat. In een eerder antwoord stelde de staatssecretaris dat het niet in het belang is van de opsporing om inzicht te verschaffen in de mate waarin communicatie via sociale media door opsporingsautoriteiten wordt gevolgd terwijl informatie over het aftappen van telefoonverkeer door opsporingsdiensten wel openbaar wordt gemaakt.”GroenLinks wil duidelijkheid over welke opsporingsdiensten toegang vragen tot privégegevens en communicatie, hoe vaak dit gebeurt en op welke gronden dit gevraagd wordt. El Fassed: “Voor telefoontaps zijn duidelijke regels en die moeten ook gelden voor privécommunicatie via sociale netwerken. Dat betekent dat er sprake moet zijn van een ernstig misdrijf en er moet een machtiging zijn van de rechter-commissaris. Bovendien moeten personen achteraf geïnformeerd worden dat hun privécommunicatie is aftapt.
”El Fassed stelt aan de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie  de volgende vragen over online privacy. 1. Klopt het dat informatie over het aftappen van telefoonverkeer door opsporingsdiensten wel openbaar wordt gemaakt? 2. Bent u van mening dat het vrijgeven van deze informatie het risico met zich mee brengt dat personen hun gedrag daarop gaan afstemmen? 3. Bent u van mening dat voor het aftappen van communicatie via sociale media en via telefoon door opsporingsauthoriteiten, dezelfde juridische en democratische controle-mechanismen moeten gelden? 4. Zou u alsnog inzicht willen geven in de mate waarin communicatie via sociale media door de opsporingsautoriteiten gevolgd wordt? Zo nee, zou u deze weigering dan willen toelichten binnen het kader van artikel 68 van de Grondwet?

 

Politiek en verantwoordelijkheid

Vraag 1.

Er zijn verschillende groepen en organisaties in de samenleving die invloed hebben op de politiek en het beleid van de overheid.

a. Op welke manier hebben adviesorganen invloed op politiek en beleid?

b. Op welke manier hebben pressiegroepen invloed op politiek en beleid?

c. Op welke manier hebben massamedia invloed op politiek en beleid?

Vraag 2.
Wat is het verschil tussen actiegroepen en belangengroepen?

Vraag 3.

Lees het artikel

Raad van State negatief over wetten van Rutte

DEN HAAG - De wetsvoorstellen die het huidige kabinet van premier Mark Rutte indient, krijgen van de Raad van State (RvS) veel vaker een negatief advies dan die van het laatste kabinet van Balkenende.

Dat heeft RTL Nieuws berekend op basis van cijfers van de Raad van State, het belangrijkste adviesorgaan van de regering.

De Raad van State oordeelt met name negatief over wetsvoorstellen die voortvloeien uit het regeer- en gedoogakoord, zo zou blijken, aldus RTL.

a. Wat is de rol van de Raad van State

b. Leg uit waarom het kabinet een advies van de Raad van State kan negeren

c. Waarom volgt het kabinet in veel gevallen de adviezen van de Raad van State wel op?


Vraag 4.
Lees het artikel.

COC wil snel homovoorlichting

Plaatje bij COC wil snel homovoorlichting

COC Nederland wil dat het kabinet voorlichting over homo- en transseksualiteit op school snel verplicht stelt. De belangenorganisatie vraagt de Tweede Kamer om minister Van Bijsterveldt van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap hier op aan te spreken, tijdens een debat op over de vormende taak van het onderwijs.

Veel lesbische, homoseksuele, biseksuele en transgender (LHBT) jongeren hebben het zwaar in het onderwijs. Volgens het Sociaal en Cultureel Planbureau is de middelbare school voor hen geen veilige plek, scheldwoorden en pesterijen zijn schering en inslag. zelfmoordcijfers liggen onder homojongeren tot vijf maal hoger dan onder heterojongeren. Het gebrek aan voorlichting op school vormt een voedingsbodem voor geweld tegen homo’s en transseksuelen.

a. Op welke manier probeert de belangenorganisatie COC Nederland invloed te hebben in de politiek?

b. Wat wil COC Nederland bereiken in de politiek?

c. In het artikel wordt ook een onderzoek van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) genoemd. Op welke manier kan het SCP met dit onderzoek invloed hebben in de politiek?

 

Opdracht 10: "Bestuurlijke lagen"

 


Vul het werkblad in en gebruik de links die bovenin in het werkblad staan. Let op: het gaat bij deze opdracht om de huidige bestuurslagen

Download de onderstaande link om deze opdracht uit te kunnen voeren.


 

Open bestand Werkblad: Het bestuur van Nederland

Opdracht 11: "Wie beslist dat?"


Hoe kun jij invloed uitoefenen?


Deze opdracht gaat over de manieren waarop je invloed kunt uit oefenen op politieke besluiten. Invloed uitoefenen kan op verschillende manieren. Je kunt stemmen op een politieke partij en zo je stem laten gelden. Je kunt ook op een heel andere manier invloed hebben, bijvoorbeeld door ergens tegen te protesteren of een organisatie steunen die namens jou de aandacht op een bepaalde zaak richt (b.v. Greenpeace).


De eerste manier noemen we formele participatie, de tweede manier informele participatie. We zetten de manieren waarop je invloed kunt uitoefenen even op een rijtje:

Formele participatie
1. Je stem uitbrengen op een politieke partij tijdens de verkiezingen.
Verkiezingen zijn er op vier niveaus:
- Landelijk
- Provinciaal
- Gemeentelijk
- Europees niveau
2. Lid worden van een politieke partij (en wellicht zelf gekozen worden in b.v. de gemeenteraad).
3. Het oprichten van een politieke partij

Informele participatie
4. Zelf (of met een groep) actievoeren en de publiciteit zoeken.
5. Een organisatie steunen die actievoert en de publiciteit zoekt.


Opdracht 11: Wie beslist dat?


A. Zoek zelf een actueel probleem
Wat gebeurt er in de praktijk? De praktijk is in dit geval jouw leefwereld: jouw buurt, jouw stad, jouw land. Verzamel een politiek/maatschappelijk probleem die actueel is. Sla de krant open, kijk naar actualiteitenprogramma’s op TV, bekijk nieuws- en opiniesites op internet en let ook vooral goed op de dingen die om je heen gebeuren. Op deze manier kun je in korte tijd veel politieke en maatschappelijke problemen tegenkomen. Op welk probleem wil je dieper ingaan?


B. Kies een probleem en doorloop het stappenplan.

Stap 1. Bestudeer het zelfgekozen politiek probleem
Stap 2. Op welke wijze raakt dit probleem jouw leven?
Stap 3. Welke mening heb je hierover?
Stap 4. Wie neemt hierover beslissingen, welke van de besluitvormingsorganen?
Stap 5. Hoe kun je invloed uitoefenen op de besluitvorming rond dit probleem?
             Gebruik je de formele of informele weg?


C. Kom zelf in actie
Hoe kun je nu zelf in actie komen? Geef een voorbeeld.


Voeg de antwoorden toe aan je portfolio

H6. Rechtspraak in Nederland


Vraag jij je wel eens af waarom een kwajongensstreek verschillend kan worden bestraft? Welke argumenten spelen een rol spelen bij een scheiding? Weleens overhoop gelegen met de gemeente? En hoe komt de rechter tot zijn beslissing? Bekijk de voorbeelden en geef aan hoe jij erover denkt.

Vlak voordat de rechter een uitspraak doet krijg je in deze filmpjes zelf de kans een uitspraak te doen of een mening te geven.


 

- Informatie: "Rechtspraak in Nederland"


In onze maatschappij gelden allerlei regels en wetten. Iedereen heeft rechten en plichten, maar niet iedereen houdt zich daaraan. De huisbaas laat het onderhoud aan de woning versloffen. Een werkgever behandelt zijn personeel niet goed. Een winkelier laat een klant in de kou staan als een pas gekocht apparaat niet blijkt te werken. Mensen kunnen ook in conflict raken met de overheid. Met de belastinginspecteur of met de gemeente, bijvoorbeeld over een aanbouw aan een huis. Soms wordt iemand verdacht van een strafbaar feit. In al die gevallen willen mensen weten wat hun rechten zijn en wie er gelijk heeft. Vaak lukt het om ruzies en meningsverschillen onderling op te lossen, maar niet altijd. Dan moet een ander de knoop doorhakken. Iemand die verstand heeft van de wet en andere maatschappelijke regels. Iemand die onpartijdig is. De persoon die dat kan is de rechter. Zijn uitspraak is bindend.

Bij het onderwerp rechtspraak gaan we het hebben over de rechterlijke macht, het oplossen van conflicten, welke rechten je hebt en wat er eigenlijk bij een strafzitting gebeurt.
1. De rechterlijke macht
2. Het recht in Nederland
3. De strafzaak
Deze informatie heb je nodig om opdracht 9 te kunnen maken.


Thema 1. De rechterlijke macht: klik op onderstaande link.

Open bestand Thema 1. De rechterlijke macht


Thema 2. Het recht in Nederland: klik op onderstaande link.

Open bestand Thema 2. Het recht in Nederland


Thema 3. De strafzaak: klik op onderstaande link.

Open bestand Thema 3. De strafzaak

Opdracht 12: "Rechtspraak in Nederland"


Download de onderstaande link voor vragen en opdrachten over de rechtspraak in Nederland


Open bestand Vragen over de rechtspraak

Opdracht 13: "Welke rechter moet ik hebben?"


Welke rechter moet ik hebben? Beantwoord voor elke rechter welke zaken deze behandelt:

Sla de antwoorden op in je portfolio

 

H7. Politiek en het buitenland

Een van de belangrijkste principes voor het bereiken en behouden van vrede in en tussen naties is dat men in politieke, militaire, morele en spirituele confrontaties altijd een oprechte poging doet om verschillen te overbruggen alvorens geweld te gebruiken.’
Jimmy Carter, oud-president van de Verenigde Staten
 

- Informatie: "Politiek en buitenland"

Nederland en de wereld. Het Nederlandse veiligheidsbeleid is voornamelijk gebaseerd op lidmaatschap van de NAVO, dat in 1949 mede werd opgericht door Nederland. Verder is Nederland een sterke voorstander van Europese integratie. In dit onderdeel gaan we in op internationale organisaties en de Europese Unie. Als Nederland staan we niet alleen in de wereld, we raken steeds meer verweven met andere culturen en betrekkingen; globalisering. We behandelen in het onderdeel Politiek en het buitenland 2 thema's:

1. Internationaal samenwerken
2. Globalisering


Thema 1. Internationaal samenwerken. Klik op de onderstaande link.

Open bestand Thema 1. Internationaal samenwerken


Thema 2. Globalisering. Klik op de onderstaande link.

Open bestand Thema 2. Globalisering

Opdracht 14: Politiek en het buitenland


Download de onderstaande link voor vragen en opdrachten over de politiek en buitenland.

Open bestand Vragen over Politiek en buitenland


Opdracht 15: "Europa toen, nu en straks"


Bestudeer de onderstaande vragen en bekijk dan de film.

Beantwoord de vragen:

  1. Wie hebben er allemaal geprobeerd om van Europa 1 land te maken?
  2. Welke voorlopers kent de EU?
  3. Wat betekent het Neo-liberalisme?
  4. Waarom is er gekozen voor de Euro €?
  5. Wat is een referendum?
  6. Wat wordt er bedoeld met de financiële zeepbel?
  7. Zou de VVD inhoudelijk hetzelfde fimpje willen maken? Waarom wel/niet?

     

Lesideeën over Europa

H8. In de praktijk

De politiek-juridische dimensie

De politiek-juridische dimensie betreft jouw bereidheid en het vermogen om deel te nemen aan politieke besluitvorming. Hierbij gaat het om stemmen bij officiële verkiezingen en betrokkenheid bij besluitvorming op verschillende politieke niveaus (Europees, landelijk, regionaal, gemeentelijk, buurt). Maar ook je bereidheid mee te denken en een mening te vormen over actuele zaken, zoals duurzaamheid, veiligheid, internationalisering, ondernemerschap, interculturaliteit en levensbeschouwing.

Met dit arrangement heb je inzicht gekregen in de onderwerpen die voor jou van belang zijn en waarover politieke besluiten worden genomen. Ook dat er verschillende meningen en opvattingen bestaan en dat er verschillende belangen zijn die een rol spelen.

Je hebt kennis over en inzicht in de volgende onderwerpen gekregen:
De kenmerken en het functioneren van een parlementaire democratie, de rechtsstaat en het rechtssysteem, de rol van de overheid, de belangrijkste politieke stromingen en hun maatschappelijke agenda’s, de rol en de invloed op de politieke besluitvorming van belangen­groeperingen en maatschappelijke organisaties, de invloed van de Europese Unie op het Nederlandse overheidsbeleid en daarmee op de Nederlandse samenleving, en de rol en de invloed van de (massa)media.

Opdracht 16: "Wat doe jij eraan?"

 

  1. Noem 2 activiteiten die jij belangrijk vindt waaruit blijkt dat jij durft te kiezen, omdat je daar een onderbouwde mening of over nagedacht hebt.
  2. Geef aan wat jouw politieke voorkeur heeft.
  3. Schrijf op waarom deze voorkeur past bij jouw denk- en leefwijze.
  4. Lid zijn van de mbo-studentenraad is ook een soort politiek. Leg dit eens uit.

Docent


Nieuws en onderwerpen die relevant zijn voor de sector of belevingswereld van onze studenten veranderen snel. De uitvoerend docent van dit arrangement is, als vanzelfsprekend, er verantwoordelijk voor om zoveel mogelijk in te spelen op de actualiteit.

 

Vragen, opmerkingen, tips voor verbeteringen: fruiter@aoc-oost.nl



Klik op de onderstaande link voor het antwoordenmodel van de opdrachten uit het arrangement


antwoordenmodel opdrachten


klik op de onderstaande link naar de toets


Eindtoets Politiek-juridische dimensie


klik op de onderstaande link voor het antwoordenmodel van de toets


Antwoordenmodel eindtoets Politiek juridische dimensie


Er bestaan ook andere mogelijkheden om deze dimensie te toetsen met een cijfer. Bijvoorbeeld:

  • Presentatie
  • Onderzoek
  • Interview
  • Collage
  •