Dierenwelzijnslessen groep 5-6

Dierenwelzijnslessen groep 5-6

De geit les A: Van alles over de geit

Over de anatomie en het dagelijks leven van de geit.

 

Doelen:

De leerlingen:

  • kunnen de verschillen noemen tussen de geit en het schaap.
  • kunnen vertellen hoe een geit eruit zien en wat de verschillen tussen een mannetje en een vrouwtje zijn.
  • kunnen vertellen wat de geit eet en uitleggen hoe de vertering werkt.
  • kunnen uitleggen wat herkauwen betekend.
  • kunnen vertellen hoe de geit in het wild leeft.

 

Duur:

Introductie           : 5 minuten

Aan de slag         : 5 – 10 – 10 – 5 minuten

Afsluiting              : 10 minuten

 

Benodigdheden:

  • Werkblad & Antwoordenblad
  • Computers met internet

Het antwoordblad bij deze les is te vinden via de volgende link: http://edepot.wur.nl/250285

Werkvormen:

Klassikaal, individueel, zelfstandig, samenwerken.

Introductie – De geit

In deze les leren de leerlingen wat de verschillen tussen geiten en schapen zijn, hoe een geit eruit ziet en wat de verschillen tussen mannetjes en vrouwtjes zijn. Daarnaast leren ze wat de geit eet en hoe de vertering werkt, wat herkauwen betekend en hoe de geit in het wild leeft.

Alle informatie die u voor deze les nodig hebt is te downloaden als pdf bestand, links onderaan de pagina. Tevens zijn alle lessen te vinden op http://dierenwelzijnslessen.groenkennisnet.nl; ga naar het leerkrachtgedeelte of klik in het leerlingengedeelte op de geit.

 

Wat weten de leerlingen over geiten en waar denken zij aan als ze het over geiten hebben? Welke leerlingen zijn al eens op een boerderij met geiten geweest? Misschien zijn er leerlingen die mensen kennen die geiten houden als hobby of beroep.

Aan de slag – Wat is een geit?

Laat de leerlingen individueel opdracht 1 beantwoorden op het werkblad en bespreek deze vervolgens klassikaal. Kunnen de leerlingen nog meer verschillen noemen tussen geiten en schapen?

Aan de slag – De geit van top tot teen

De leerlingen maken opdracht 2. De leerlingen leren hoe de geit eruit ziet doordat ze de goede namen bij de juiste nummers moeten zetten. Laat de leerlingen eerst individueel de lichaamsdelen invullen en de overige vragen beantwoorden. Behandel klassikaal hoe ver ze zijn gekomen. Vraag de leerlingen of ze ook de functie van alle lichaamsdelen kennen. Geef hierbij beurten.

Aan de slag – Eten, drinken en…herkauwen?

Een geit is een herkauwer, wat betekent dat het de kenmerkende manier van verteren heeft. Het voedsel wordt terug naar de bek gebracht om een tweede keer gekauwd te worden. De leerlingen gaan in groepjes aan de slag met opdracht 3. Geef na deze opdracht de leerlingen een duidelijke uitleg wat herkauwen betekent.

 

Aan de slag – Een leven in het wild

Hier leren de leerlingen over het leven van wilde geiten. Laat de leerlingen  de vragen van opdracht 4, bij voorkeur zonder hulp van internet of andere bronnen, beantwoorden. Zo gebruiken zij hun eigen inzicht en redenatie om tot een antwoord te komen.

Afsluiting

Bespreek de antwoorden met de leerlingen, zodat nagegaan kan worden of ze alles begrepen hebben. Geef wanneer nodig extra uitleg bij lastige onderwerpen. Probeer de link naar de volgende les alvast te leggen. Deze gaat over het hoe en waarom van het houden van geiten.

Extra activiteit – Uitstapje

Neem de leerlingen mee naar een kaasmakerij of geitenhouderij in de buurt. Dit geeft ze een beter beeld van wat ze geleerd hebben. U kunt adressen vinden op de website, op het leerkrachtgedeelte onder ‘Excursies’.

 

De geit les B: De geit op de boerderij

Over de productie van melk en de houderij van de geit op de boerderij.

 

Doelen:

De leerlingen:

  • kunnen vertellen dat geiten gehouden worden voor verschillende doelen, waaronder melk.
  • kunnen uitleggen dat in de loop van de tijd hierdoor verschillende rassen zijn ontstaan.
  • kunnen de verschillen noemen tussen de geiten die leven in het wild en de geiten die leven op de boerderij.

 

Duur:

Introductie           : 5 minuten

Aan de slag         : 10  - 10 - 10  minuten

Afsluiting              : 5 minuten

 

Benodigdheden:

  • Werkblad & Antwoordenblad
  • Computers met internet
  • Geitenkaas of ander product van geitenmelk (suggestie)

Het antwoordblad bij deze les is te vinden via de volgende link: http://edepot.wur.nl/250288

Werkvormen:

Klassikaal, Individueel, samenwerken,

proeverij (suggestie).

Introductie – Geitenhouderij en melk

De biologie van de geit is al uitgebreid behandeld in les a. Deze les gaat verder waar les a stopte; het temmen van geiten om ze te kunnen houden. Waarom houden we geiten en hoe worden ze gehouden? Introduceer het onderwerp aan de leerlingen en ga na wat zij al weten.

Alle informatie die u voor deze les nodig hebt is te downloaden als pdf bestand, links onderaan de pagina. Tevens zijn alle lessen te vinden op http://dierenwelzijnslessen.groenkennisnet.nl; ga naar het leerkrachtgedeelte of klik in het leerlingengedeelte op de geit.

Aan de slag – Verschillende geiten

Hier leren de leerlingen over het ontstaan van de geitenhouderij en de gebruiksdoeleinden van de geit. Weten de leerlingen al wat over de geitenhouderij? En waarvoor wordt de geit nog meer gehouden naast de melk die zij produceert? Laat de leerlingen in tweetallen opdracht 1 beantwoorden.

Aan de slag – Op de geitenboerderij

Zojuist hebben de leerlingen geleerd over het waarom van de geitenhouderij. Hierin wordt verder ingegaan op hoe de geiten gehouden worden. Laat de leerlingen opdracht 2 beantwoorden. Voor het beantwoorden van vraag 2a, kunnen de leerlingen samenwerken. Bespreek klassikaal de antwoorden. Wat hebben de leerlingen bij de verschillende categorieën gekozen als ‘het beste’; het wild of de boerderij, en waarom? Waar zouden zij het liefst leven als zij een geit waren?

Welke antwoorden hebben de leerlingen verzonnen bij vraag 2d? Laat ze hun antwoord zo goed mogelijk beargumenteren. Probeer klassikaal nog wat andere maatregelen te verzinnen die het leven van de geiten kunnen verbeteren.

Aan de slag – Melk, dat komt toch van koeien?

De leerlingen weten nu dat geiten onder anderen gehouden worden voor de melk. Laat de leerlingen individueel of in tweetallen opdracht 3 maken. Er is één rekenvraag in dit deel opgenomen.

 

Suggestie: U kunt het onderwerp wat extra kracht geven, door na afloop jonge geitenkaas of een ander product van geitenmelk te laten zien, ruiken en proeven.

 

Afsluiting

Vraag de leerlingen wat ze geleerd hebben en of ze de les leuk en interessant vonden. Wisten ze al veel of was het meeste nieuw voor ze? Welk deel van de les vonden zij het leukste en welke het minst?

Extra activiteit – Uitstapje

Ga, indien mogelijk, naar een geitenboerderij in de buurt. Zo zien de leerlingen de geiten in het echt, wat een hele ervaring zal zijn! U kunt adressen vinden op de website, onder het kopje ‘Excursies’ bij het onderdeel Leerkrachten.

 

De honingbij les A: Alles over de honingbij

Over de anatomie en de sociale structuur van honingbijen.

 

Doelen:

De leerlingen:

  • kunnen vertellen welke verschillende bijen in een bijenkorf  zijn te herkennen en kunnen deze benoemen.
  • kunnen uitleggen wat een bij is en hoe de anatomie van de bij in elkaar zit en welke functies verschillende lichaamsdelen hebben.
  • kunnen vertellen waarom een bij steekt.
  • kunnen uitleggen hoe men het beste met bijen om kan gaan.

 

Duur:

Introductie           : 15 minuten

Aan de slag         : 5 – 10 – 10 minuten

Afsluiting              : 10 minuten

 

Benodigdheden:

  • Werkblad  & Antwoordenblad
  • Computers met internet

Het antwoordblad bij deze les is te vinden via de volgende link: http://edepot.wur.nl/250293

Werkvormen:

Klassikaal, zelfstandig, samenwerken, filmpje.

Introductie – De honingbij

Ieder kind kent de bij van naam. Deze les gaat over de anatomie van de bij en over de sociale structuur van bijen in een bijenkorf.

Alle informatie die u voor deze les nodig hebt is te downloaden als pdf bestand, links onderaan de pagina. Tevens zijn alle lessen te vinden op http://dierenwelzijnslessen.groenkennisnet.nl; ga naar het leerkrachtgedeelte of klik in het leerlingengedeelte op de honingbij.

 

Introduceer het onderwerp aan de leerlingen. Hebben ze al eens iets over bijen gezien of gehoord of zijn ze wel eens bij een imker geweest? Kijk daarna het filmpje ‘Honing van de bijtjes naar je boterham’ op http://www.schooltv.nl/beeldbank.

Aan de slag – Bij, wesp of hommel

Hier worden de leerlingen getest of zij de bij kunnen herkennen. Laat ze daarvoor opdracht 1 maken op het werkblad.  De leerlingen kunnen hier in groepjes naar kijken.

Aan de slag – De bij van top tot teen

Laat de leerlingen opdracht 2 maken op het werkblad. De leerlingen leren hoe de bij eruit ziet doordat ze de goede namen bij de juiste nummers moeten zetten. Laat de leerlingen eerst in groepjes de namen invullen. Behandel klassikaal hoever ze zijn gekomen. Vraag de leerlingen of ze ook de functie van alle lichaamsdelen kennen.

Deel de antwoorden ten slotte uit. De leerlingen kunnen nu zelf bekijken welke onderdelen zij goed en fout hadden en welke ze niet wisten.

Aan de slag – Eén bij is geen bij

Een bijenvolk bestaat uit drie verschillende soorten bijen, namelijk de koningin, werksters en darren. Bekijk het filmpje ‘Bijen’ op www.schooltv.nl/beeldbank, waarin meer wordt verteld over de functie van de koningin en de werkster. Laat de leerlingen opdracht 3 maken. Aanvullende informatie is te vinden op http://dierenwelzijnslessen.groenkennisnet.nl, onder het kopje ‘Gedrag’. Bespreek de verschillen tussen de bijen met de leerlingen. 

Afsluiting

Laat de leerlingen als afsluiting opdracht 4 maken. Bespreek de antwoorden met de leerlingen en  bespreek daarbij wat de leerlingen het beste kunnen doen als zij een bij zien.

Extra activiteit – Poster

Laat de leerlingen de informatie uit deze les gebruiken om een poster of muurkrant te maken. Dit kan huiswerk zijn. Hang de gemaakte posters op in de klas zodat de leerlingen elkaars posters kunnen bekijken en lezen.

Extra activiteit – Uitstapje

Neem de leerlingen mee naar een bijenhouderij in de buurt. Contactgegevens van diverse bijenhouderijen in Nederland zijn te vinden op de website, op het leerkrachtgedeelte onder het kopje ‘Excursies’. Zo kunnen leerlingen met eigen ogen zien hoe bijen gehouden worden. Deze trip is af te raden wanneer er kinderen zijn die allergisch zijn voor bijensteken. Ga dit goed na alvorens deze excursie te organiseren.

De honingbij les B: De imker en de honingbij

Over de productie van honing en het gebruik hiervan door de mens.

 

Doel:

De leerlingen:

  • kunnen vertellen hoe honing gemaakt wordt door bijen en hoe het in de winkel terecht komt.
  • kunnen vertellen wat een imker is en hoe en waarom deze bijen houdt.
  • kunnen verklaren dat bijen een bepaald nut hebben voor de mens en de omgeving

 

Duur:

Introductie           : 10 minuten

Aan de slag         : 10 – 10 – 10 minuten

Afsluiting              : 5 minuten

 

Benodigdheden:

  • Werkblad & Antwoordenblad
  • Computers met internet
  • Honing of honingproduct

Het antwoordblad bij deze les is te vinden via de volgende link: http://edepot.wur.nl/250297

Werkvormen :

Klassikaal, individueel, samenwerken, discussie.

 

Introductie – Honing

In de vorige les hebben de leerlingen geleerd hoe de anatomie van de bij in elkaar zit en hoe de sociale structuur in de bijenkorf is. Deze les gaat over het maken van honing en andere producten uit de bijenkorf.

Alle informatie die u voor deze les nodig hebt is te downloaden als pdf bestand, links onderaan de pagina. Tevens zijn alle lessen te vinden op http://dierenwelzijnslessen.groenkennisnet.nl; ga naar het leerkrachtgedeelte of klik in het leerlingengedeelte op de honingbij.

 

Vraag de leerlingen of zij wel eens honing eten. Vraag de leerlingen of zij weten waar honing vandaan komt. Laat het filmpje ‘De honingbij’ zien, welke te vinden is op www.schooltv.nl/beeldbank.

Aan de slag – Eigen honing smaakt het lekkerst

De leerlingen gaan aan de slag met opdracht 1. Zij gaan in tweetallen of groepjes de vragen beantwoorden. Bespreek de antwoorden daarna klassikaal. Ga zeker in op vraag 1. Inventariseer of de leerlingen op dit moment de bij als nuttig dier zien. Deel dit resultaat met de leerlingen.

Aan de slag – De bij als huisdier

Introduceer de bij als huisdier/productiedier en de bijenhouder; de imker. Ga met leerlingen na het beantwoorden van opdracht 2  een korte discussie aan. Wat vinden zij van het idee dat je een bij als huisdier kunt houden? Vinden de leerlingen dat je voor een bij net zo goed moet zorgen als een hond of kat?

Aan de slag – Nuttig of lastig

Bespreek klassikaal kort wat stuifmeel is en wat het doet. Laat de leerlingen, bij voorkeur individueel, de vragen van opdracht 3 maken. Bespreek de antwoorden vervolgens klassikaal. Is de mening van de leerlingen over bijen positief veranderd? Zijn de leerlingen meer bewust van het nut van de honingbij?  Hoe denken de leerlingen nu over de bij als diersoort?

Afsluiting

De leerlingen zijn bezig geweest met onderzoeken hoe honing geproduceerd wordt en dat mensen hiervan gebruik maken. Vraag aan de leerlingen wat nieuw voor ze was. Vonden ze de les interessant? Deel eventueel een lekker tussendoortje met honing erin uit (bijvoorbeeld koekjes of thee). Dit stimuleert de leerlingen ook om thuis het onderwerp aan te snijden bij gezinsleden.

Extra activiteit – Uitstapje

Ga, indien mogelijk, naar een imker in de buurt. Zo zien de leerlingen de bijen in het echt, wat een hele ervaring zal zijn! U kunt adressen vinden op de website, op het leerkrachtengedeelte onder het kopje ‘Excursies’. Deze trip is af te raden wanneer er leerlingen zijn die allergisch zijn voor bijensteken. Ga dit goed na alvorens deze excursie te organiseren.

De kip les A: Allemaal Kippen

Over de biologie en het gedrag van de kip.

 

Doelen:

De leerlingen:

  • kunnen de diverse onderdelen van de bouw van de kip benoemen en aanwijzen.
  • kunnen vertellen hoe een kip leeft in de natuur en in de huidige houderij.
  • kunnen vijf basisbehoeften van de kip opnoemen.
  • kunnen uitleggen dat kippen voor twee hoofddoeleinden gehouden worden, namelijk voor eieren en voor vlees. Tevens weten ze hoe we deze kippen noemen.

 

Duur:

Introductie           : 10 minuten

Aan de slag         : 5 – 10 – 20 minuten

Afsluiting              : 30 minuten

 

Benodigdheden:

  • Werkblad & Antwoordenblad
  • Computers met internet

Het antwoordblad bij deze les is te vinden via de volgende link: http://edepot.wur.nl/250301

Werkvormen:

Klassikaal, zelfstandig, individueel, samenwerken, brainstormen.

Introductie – De kip

Deze les gaat over de kip. Als eerste wordt de biologie van de kip behandeld. Daarna wordt er bekeken hoe een kip leeft in de natuur, in de ren (hobby)en in de houderij (productie). Ook wordt duidelijk wat de basisbehoeften van de kip zijn en of en hoe aan deze behoeften tegemoet gekomen wordt in de huidige houderij. Welke behoeften van de kip komen in de knel, en wat kunnen we hieraan doen of wat wordt hier al aan gedaan? De twee doeleinden waarvoor kippen gehouden wordt, worden besproken en voor één van de twee doeleinden, de vleesproductie, gaan we uitzoeken wat we nu precies allemaal van de kip gebruiken en hoe we dat noemen.

Alle informatie die u voor deze les nodig hebt is te downloaden als pdf bestand, links onderaan de pagina. Tevens zijn alle lessen te vinden op http://dierenwelzijnslessen.groenkennisnet.nl; ga naar het leerkrachtgedeelte of klik in het leerlingengedeelte op de kip.

 

Stel ter introductie van het onderwerp enkele vragen aan de leerlingen, zoals: Eten jullie thuis wel eens kip? Wat eten jullie dan (gehakt, rollade, poot, vleeswaren)? Wie heeft er laatst een ei of stukje kippenvlees gegeten, waar komt dat vandaan denk je? Wie heeft er zelf kippen?

Aan de slag – Onderdelen van de Kip

Hebben de leerlingen de parate kennis om de onderdelen van een kip te kunnen benoemen? Laat de leerlingen individueel opdracht 1 invullen. Loop daarna gezamenlijk alle onderdelen van de kip na en bespreek de antwoorden. Vraag de leerlingen bij elk onderdeel wat ze denken dat de functie van het betreffende onderdeel is.

Aan de slag – Verschillende Kippen

Er wordt nu verder ingegaan op de twee doeleinden die de kip heeft; het produceren van eieren en het vlees. Laat de leerlingen zelfstandig opdracht 2 invullen. Bespreek kort de antwoorden.

Aan de slag – De Kip en haar omgeving

Deze opdracht gaat over de behoeften van de kip. Weten de leerlingen al wat de kip allemaal nodig heeft? Leeft de kip bijvoorbeeld graag samen? Waar slaapt de kip en hoe verzorgt het zijn veren? Laat de leerlingen individueel of in groepjes opdracht 3, 4 en 5 invullen.

 

Suggestie: Wanneer er leerlingen zijn die eerder klaar zijn met opdracht 3, 4 en 5 dan andere leerlingen, kunt u hen aan het werk zetten met de extra activiteit welke is beschreven onderaan de les.

Afsluiting

Als het goed is hebben de leerlingen nu een idee wat de behoeften van een kip zijn en hoe wij hieraan tegemoet komen in de huidige houderij. Om alles eens goed op een rijtje te krijgen kunt u gezamenlijk een woordspin maken.

 

Teken in het midden van het bord een kip en laat elk kind een behoefte van de kip opnoemen. Als de meeste behoeften omtrent verzorging, rusten, voortplanting, groepsleven en eten en drinken op het bord staan kunt u verder gaan met de vraag hoe wij aan deze behoeften tegemoet komen in de houderij en/of wat we eventueel nog meer zouden kunnen doen om in de behoeften van de kip te voorzien.

Extra activiteit – Het ideale kippenhok

Op het werkblad is onderaan de extra activiteit te vinden. De activiteit is een opdracht waarbij de leerlingen hun ideale kippenhok moeten tekenen. Ga nadien na waarom de leerlingen voor deze inrichting van hun kippenhok hebben gekozen.

Extra activiteit – Uitstapje

Neem de leerlingen mee naar een pluimveehouderij of eipakstation in de buurt. Contactgegevens van diverse bedrijven in Nederland zijn te vinden op de website, op het leerkrachtengedeelte onder het kopje ‘Excursies’. Zo kunnen de leerlingen met eigen ogen zien hoe de kip leeft en hoe de eieren van de kip verwerkt worden. Eventueel kunt u na afloop bij de plaatselijke supermarkt stoppen, zodat de leerlingen de eierdozen die ze zojuist nog bij het pakstation zagen staan nu in de schappen zien liggen.

De kip les B: Van ei tot kip tot ei!

Over de levenscyclus van de kip.

 

Doelen:

De leerlingen:

  • kunnen globaal vertellen hoe de levenscyclus van een kip in elkaar zit en kunnen de verschillende stadia in de juiste volgorde plaatsen.
  • kunnen benoemen hoe een ei er van buiten en van binnen uitziet.
  • kunnen de verschillende onderdelen in het ei aanwijzen.
  • kunnen vertellen wat er gebeurt met een ei zodra deze door de kip gelegd is (eten, uitbroeden, verwerken.)
  • kunnen ten minste vijf voedingsmiddelen noemen waarin ei verwerkt zit.



Duur:

Introductie           : 10 min.

Aan de slag         : 10 - 15 – 15  min.

Afsluiting              : 30 min.

 

Benodigdheden:

  • Werkblad  & Antwoordenblad
  • Computers met internet
  • Rauw of gekookt ei (suggestie)
  • Posterpapier & Knutselmateriaal
  • Tijdenschriften/reclamefolders met voedingsmiddelen

Het antwoordblad bij deze les is te vinden via de volgende link: http://edepot.wur.nl/250305

Werkvormen:

Klassikaal,  zelfstandig, samenwerken, knutselen.

Introductie – Het ei

In de vorige les zijn de leerlingen van alles over de kip te weten gekomen. Ze hebben gekeken naar de diverse onderdelen van de kip en weten hoe we deze onderdelen noemen. Ook hebben ze geleerd wat de basisbehoeften van een kip zijn en hoe wij in de houderij aan deze behoeften tegemoet komen (of juist niet).

In deze les gaan de leerlingen het hebben over de levenscyclus van de kip. Ook gaan ze kijken wat er nu precies gebeurt van ei tot kip tot ei. Daarnaast wordt de inhoud van een ei bekeken, leren ze wat er gebeurt met een ei zodra deze gelegd is in de houderij en waarvoor wij allemaal eieren gebruiken.

Alle informatie die u voor deze les nodig hebt is te downloaden als pdf bestand, links onderaan de pagina. Tevens zijn alle lessen te vinden op http://dierenwelzijnslessen.groenkennisnet.nl; ga naar het leerkrachtgedeelte of klik in het leerlingengedeelte op de kip.

 

Kijk ter introductie van het onderwerp het filmpje ‘Veilig onder moeders vleugels’. Dit filmpje is te vinden op www.schooltv.nl/beeldbank.

Aan de slag – Van ei tot kip

Na het korte introductiefilmpje kunnen de leerlingen zelfstandig aan de gang met opdracht 1a. In deze opdracht moeten de leerlingen de plaatjes over de levenscyclus van de kip in de juiste volgorde leggen. Geef de leerlingen ongeveer 5 minuten de tijd om de juiste lijnen tussen de plaatjes te trekken. Laat daarna een kind voor de klas komen en deze zijn of haar volgorde aan de klas presenteren.

Aan de slag – Van kip tot ei

Laat de leerlingen zelfstandig de resterende vragen behorend bij opdracht 1 beantwoorden. Laat de leerlingen daarna hun antwoorden vergelijken met die van hun klasgenoten. Ook kunt u na afloop van de les antwoordbladen uitdelen zodat ze hun eigen antwoorden na kunnen kijken.

Aan de slag – Wat is een ei nu precies?

Het ei is opgebouwd uit verschillende onderdelen. Weten de leerlingen enkele onderdelen te noemen? Laat de leerlingen zelfstandig opdracht 2 maken. Vraag naderhand of de leerlingen weten welke functie de verschillende onderdelen hebben.

 

Suggestie: Neemt een rauw en/of gekookt ei mee en maak deze open. Zijn de verschillende onderdelen goed te zien?  

Afsluiting

De les wordt afgesloten met het maken van een ‘collage’. Verdeel de klas in groepjes van ongeveer vijf leerlingen en geef ieder groepje een wit of gekleurd A3 vel, voldoende scharen, lijm en een stapel tijdschriften, folders e.d. met daarin afbeeldingen van voedingsmiddelen. Laat de leerlingen een collage maken met zo veel mogelijk voedingsmiddelen waarvan ze denken dat er eieren in verwerkt zitten. Hang de posters op een goed zichtbare plek in het lokaal en bespreek ze één voor één met de gehele groep. Kloppen ze? Waarin zit wel ei, en waarin niet?

Extra activiteit – Uitstapje

Neem de leerlingen mee naar een pluimveehouderij of eipakstation in de buurt. Contactgegevens van diverse bedrijven in Nederland zijn te vinden op de website, op het leerkrachtengedeelte onder het kopje ‘Excursies’. Zo kunnen de leerlingen met eigen ogen zien hoe de kip leeft en hoe de eieren van de kip verwerkt worden. Eventueel kunt u na afloop bij de plaatselijke supermarkt stoppen, zodat de leerlingen de eierdozen die ze zojuist nog bij het pakstation zagen staan nu in de schappen zien liggen.

De koe les A: Een lesje over de koe

Over de anatomie en het natuurlijke gedrag van de koe.

 

Doelen:

De leerlingen:

  • kunnen vertellen hoe een koe eruit ziet en wat de verschillen zijn tussen een koe en een stier.
  • kunnen de zintuigen van een koe benoemen en vertellen en hoe ze werken.
  • kunnen vertellen wat het natuurlijke gedrag van een koe is.
  • kunnen uitleggen wat rangorde is.

 

Duur:

Introductie           : 5 minuten

Aan de slag         : 5 – 10 – 10 minuten

Afsluiting              : 10 minuten

 

Benodigdheden:

  • Werkblad & Antwoordenblad
  • Computers met internet

Het antwoordblad bij deze les is te vinden via de volgende link: http://edepot.wur.nl/250309

Werkvormen:

Klassikaal, zelfstandig, individueel, samenwerken.

Introductie – De koe

Deze les behandelt de biologie van de koe; zowel anatomie als gedrag.

Alle informatie die u voor deze les nodig hebt is te downloaden als pdf bestand, links onderaan de pagina. Tevens zijn alle lessen te vinden op http://dierenwelzijnslessen.groenkennisnet.nl; ga naar het leerkrachtgedeelte of klik in het leerlingengedeelte op de koe.

 

Introduceer de koe aan de leerlingen; wat weten ze er al over? Veel leerlingen hebben vast wel eens koeien in de wei zien staan.  Misschien zijn ze wel eens op een boerderij geweest of hebben ze familie of kennissen met een boerderij.

Aan de slag – De koe van top tot teen

Hier worden de leerlingen getest op hun kennis van de anatomie van de koe. Laat de leerlingen alleen of in tweetallen opdracht 1 maken en de lichaamsdelen van de koe benoemen. Bespreek de antwoorden vervolgens in de klas of laat de leerlingen hun antwoorden nakijken met behulp van het antwoordenblad.

Aan de slag – Horen, zien en ruiken

De leerlingen leren meer over de zintuigen van de koe. Laat de leerlingen in tweetallen op het internet de antwoorden op de vragen van opdracht 2 zoeken. Laat ze hiervoor zoeken op de website. Bespreek de vragen later klassikaal.

Aan de slag – Koeienmanieren

De leerlingen leren hier meer over het gedrag van koeien. Laat de leerlingen in tweetallen op de website of elders op internet de antwoorden op de vragen van opdracht 3 zoeken. Bespreek deze stof klassikaal. Gebruik duidelijke voorbeelden. Waarom zie je koeien nooit alleen in de wei staan, maar altijd in groepen? Wat zijn koeien meestal aan het doen als je ze ziet?

Afsluiting

Laat de leerlingen hun antwoorden bij opdracht 3 met behulp van het antwoordenblad nakijken. Bespreek alle antwoorden met de leerlingen, zodat nagegaan kan worden of ze alles begrepen hebben. Geef zo nodig extra uitleg.

Extra activiteit – Tekening

Laat de leerlingen de informatie uit deze les gebruiken om een tekening te maken van de koe. De lichaamsdelen van de koe moeten op de tekening duidelijk naar voren komen. Hang de gemaakte posters op in de klas zodat de leerlingen elkaars tekeningen kunnen bekijken.

Extra activiteit – Uitstapje

Neem de leerlingen mee naar een melkveebedrijf in de buurt. Hier krijgen de leerlingen een beter beeld van hoe koeien gehouden worden. U kunt adressen van bedrijven in de buurt vinden op de website, op het leerkrachtgedeelte onder ‘Excursies’.

De koe les B: Houden van koeien

Over de productie van melk, kaas en vlees en de houderij van koeien.

 

Doelen:

De leerlingen:

  • kunnen vertellen hoe koeien op de boerderij gehouden worden en welke behoeftes zij hebben.
  • kunnen uitleggen wat de boer doet om het leven van de koeien aangenamer te maken.
  • kunnen benoemen hoe van melk kaas gemaakt wordt.
  • kunnen uitleggen hoe melk, kaas en vlees van de boerderij thuis op tafel komt.
  • kunnen een mening vormen over de houderij van koeien.

 

Duur:
Introductie           : 5 minuten

Aan de slag         : 10 – 10 – 10 – 10  minuten

Afsluiting              : 5 minuten

 

Benodigdheden:

  • Werkblad & Antwoordenblad
  • Computers met internet

Het antwoordblad bij deze les is te vinden via de volgende link: http://edepot.wur.nl/250313

Werkvormen:

Individueel, samenwerken, discussie, filmpje.

.

 

Introductie – Melk en vlees

In de vorige les hebben de leerlingen de biologie van de koe behandeld; zowel de anatomie als gedrag. Deze les gaat over het produceren van melk, kaas en vlees.

Alle informatie die u voor deze les nodig hebt is te downloaden als pdf bestand, links onderaan de pagina. Tevens zijn alle lessen te vinden op http://dierenwelzijnslessen.groenkennisnet.nl; ga naar het leerkrachtgedeelte of klik in het leerlingengedeelte op de koe.

 

Introduceer het onderwerp aan de leerlingen. Vraag bijvoorbeeld wat ze op hun brood hebben of wat ze graag op het brood eten, grote kans dat het kaas of vlees is. Misschien hebben ze ook melk bij zich of drinken ze schoolmelk. Weten de leerlingen waar melk en vlees eigenlijk vandaan komen? En hoe zit dat met kaas, komt dat ook van de koe?

Aan de slag – De boerderij

De leerlingen leren hoe koeien gehouden worden en leren na te denken over de ethische kanten hiervan. Laat de leerlingen eerst individueel opdracht 1 maken.

Bespreek de antwoorden van de leerlingen klassikaal. Vraag de leerlingen naar hun mening en vraag door waar mogelijk. Wat zijn volgens de leerlingen de behoeften van de koe en welke oplossingen kunnen ze verzinnen wanneer er niet in deze behoeftes wordt voorzien? Kiezen de leerlingen voor ‘goedkoop’ of ‘diervriendelijk’ vlees? Eventueel kunt u de uitslag van deze vraag op het bord turven.

Aan de slag – Melk en vlees

De leerlingen gaan in tweetallen of groepjes opdracht 2 beantwoorden. Hiervoor kunnen ze internet gebruiken. De leerlingen kunnen hun antwoorden nakijken met behulp van het antwoordenblad. Bespreek de antwoorden later klassikaal.

Aan de slag – Van melk naar kaas

Op www.schooltv.nl/beeldbank kunt u het filmpje ‘Kaas maken’ vinden. Laat dit filmpje aan de leerlingen zien. De leerlingen beantwoorden hierna individueel of in tweetallen opdracht 3. Daarvoor kunnen ze de ook de informatie gebruiken van de website. De leerlingen kunnen hun antwoorden nakijken met behulp van het antwoordenblad of de antwoorden kunnen klassikaal besproken worden.

Aan de slag – Naar de koelkast

Laat  de leerlingen opdracht 4 in tweetallen beantwoorden. De informatie die ze nodig hebben kunnen ze vinden op de website. De leerlingen kunnen hun antwoorden nakijken met behulp van het antwoordenblad. U kunt de antwoorden achteraf in de klas bespreken.

Afsluiting

De leerlingen hebben geleerd over de houderij van koeien met als doel ze kennis te laten maken met de productie van vlees en melk(producten). Vraag de leerlingen wat ze geleerd hebben en of ze het leuk vonden. Stimuleer de leerlingen om thuis over het onderwerp te praten: eten ze thuis wel eens biologisch vlees?

Extra activiteit – Uitstapje

Neem de leerlingen mee naar een melkveebedrijf in de buurt. Hier krijgen de leerlingen een beter beeld van hoe koeien gehouden worden. U kunt adressen van bedrijven in de buurt vinden op de website, op het leerkrachtgedeelte onder ‘Excursies’.

Het konijn les A: Een konijnenleven

Over konijnen in de vrije natuur en konijnen in gevangenschap.

 

 

Doelen:

De leerlingen:

  • kunnen benoemen welke vijf basisbehoeften een konijn heeft.  
  • denken gedurende de les na over hoe de basisbehoeften van een konijn in de knel kunnen komen in gevangenschap.
  • vormen een eigen mening over de huidige manier van konijnen houden, zowel als huisdier als in de vleesindustrie.

 

Duur:

Introductie           : 10 minuten  

Aan de slag         : 20  - 15 minuten

Afsluiting              : 10 minuten

 

Benodigdheden:

  • Werkblad & Antwoordenblad
  • Computers met internet

Het antwoordblad bij deze les is te vinden via de volgende link: http://edepot.wur.nl/250315

Werkvormen:

Klassikaal, zelfstandig, individueel, brainstormen.

 

 

Introductie – Het konijn

Deze les gaat over het leven van een konijn in de vrije natuur.

Alle informatie die u voor deze les nodig hebt is te downloaden als pdf bestand, links onderaan de pagina. Tevens zijn alle lessen te vinden op http://dierenwelzijnslessen.groenkennisnet.nl; ga naar het leerkrachtgedeelte of klik in het leerlingengedeelte op het konijn.

 

Alle leerlingen weten wat een konijn is en waarschijnlijk heeft een aantal leerlingen thuis ook een konijn als huisdier in een hokje in de tuin of in de huiskamer. Schrijf in het midden van het schoolbord het woord ‘Konijn’ en vraag de leerlingen waar ze aan denken bij het woord konijn. Schrijf alle suggesties op het bord om het woord Konijn heen.

 

Als het even stil is, stel dan vragen zoals: Hoe ziet het leven van een konijn in de vrije natuur eruit? Wat doet hij zoal op een dag? Wat eet hij? Waar rust hij? Hoe noem je zijn huis? Leeft een konijn alleen, of leven ze in groepen? Als de leerlingen niet goed weten wat een konijn in de vrije natuur doet, of wat hij in de vrije natuur eet, vraag ze dan of ze misschien zelf een konijn als huisdier hebben. Wat doet hun huisdier zoal op een dag? En wat geven ze hem allemaal te eten?

Aan de slag – Het leven van een konijn in de vrije natuur

De leerlingen gaan zelfstandig aan de slag met de opdrachten op het werkblad. Deze opdrachten gaan over de basisbehoeften van het konijn. Om de vragen te kunnen beantwoorden hebben ze een computer met internetverbinding nodig. Via de website komen de leerlingen bij de juiste informatie.

Aan de slag – Het leven van een konijn in gevangenschap

Als het goed is weten de leerlingen nu wat de vijf basisbehoeften van het konijn in de vrije natuur zijn. In gevangenschap zijn deze basisbehoeften natuurlijk niet anders. Wat wel anders is, is of en hoe deze basisbehoeften vervuld worden. Ga over dit onderwerp met de leerlingen in discussie.

Schrijf linksboven op het bord ‘Natuur’ en rechtsboven ‘Huisdier’. Vraag de leerlingen naar de vijf basisbehoeften van het konijn in de vrije natuur. Schrijf deze vijf basisbehoeften onder ‘Natuur’. Vraag dan of er leerlingen zijn met een konijn als huisdier. Hoe komen zij tegemoet aan deze vijf basisbehoeften? Ook leerlingen welke geen konijn als huisdier hebben mogen natuurlijk wat inbrengen. Schrijf alles wat ingebracht wordt op het bord en laat dit staan als hulpje bij de extra activiteit.

Afsluiting

Na de discussie worden de vragen op het kopieerblad gezamenlijk besproken om te controleren of de leerlingen serieus met de stof aan de gang zijn gegaan. Indien hiervoor te weinig tijd beschikbaar is, kunnen de leerlingen de antwoorden ook zelf nakijken met behulp van het antwoordenblad.  

Indien dit laatste het geval is, vraag ze dan in ieder geval wat ze geleerd hebben van deze les. Wat weten ze nu allemaal van het leven van een konijn in de vrije natuur en van het leven van een konijn in gevangenschap?

Extra activiteit – Het ideale konijnenhok

Onderaan het werkblad is een extra activiteit te vinden. Hier kunnen de leerlingen hun  ideale konijnhok tekenen. Laat ze hierbij rekening houden met de basisbehoeften die op het bord staan. Vraag naderhand aan enkele leerlingen waarom zij voor deze inrichting hebben gekozen.

 

Suggestie: Laat de leerlingen allemaal een lege schoenendoos of andere soortgelijke doos meebrengen en deel tijdens de les knutselmateriaal uit. De leerlingen kunnen nu het ideale konijnenhok ontwerpen. Laat ze hierbij wederom rekening houden met de basisbehoeften die nog op het bord staan. Wanneer alle konijnenhokken klaar zijn kunt u ze op een lege tafel in de klas tentoonstellen.

 

Het varken les A: Beren? De les ging toch over varkens?

Over mannetjes en vrouwtjes varkens.

 

Doelen:

De leerlingen:

  • kunnen vertellen in welke groepen varkens worden ingedeeld en hoe we deze varkens noemen (gelt, zeug, borg, beer, gespeende biggen, vleesvarkens).
  • kunnen de vier verschillende afdelingen in een varkenshouderij opnoemen, vertellen hoe deze afdelingen eruit zien en hoe de varkens hier gehouden worden, en kunnen de juiste varkens in de juiste afdeling plaatsen.

 

Duur:

Introductie:          : 10 minuten

Aan de slag:        : 5 - 15 minuten

Afsluiting:             : 25 minuten

 

Benodigdheden:

  • Werkblad & Antwoordenblad
  • Computers met internet

Het antwoordblad bij deze les is te vinden via de volgende link: http://edepot.wur.nl/250320

Werkvormen:

Klassikaal, zelfstandig, individueel, samenwerken, brainstormen, discussie.

Introductie – Mannetjes en vrouwtjes

Deze les gaat over mannetjes- en vrouwtjesvarkens. Er wordt besproken hoe mannetjes- en vrouwtjesvarkens genoemd worden en welke namen er nog meer zijn in de varkenshouderij. Ook wordt behandeld, bij elk soort varken, hoe deze varkens gehouden worden en waarom.

Alle informatie die u voor deze les nodig hebt is te downloaden als pdf bestand, links onderaan de pagina. Tevens zijn alle lessen te vinden op http://dierenwelzijnslessen.groenkennisnet.nl; ga naar het leerkrachtgedeelte of klik in het leerlingengedeelte op het varken.

 

Schrijf de woorden ‘Mannetjesvarken’ en ‘Vrouwtjesvarken’ op het bord. Vraag de leerlingen vervolgens of ze weten hoe we een mannetjesvarken en een vrouwtjesvarken noemen, hoe deze dieren volgens hen gehouden worden, en waarom ze op deze manier gehouden worden. Schrijf alle woorden die genoemd worden op het bord. Aan het eind van de les kunt u hierop terug komen.

Aan de slag – Verschillende Varkens

Mannetjesvarkens worden op varkenshouderijen voor verschillende doeleinden gebruikt. Het grootste gedeelte van de mannetjesvarkens wordt gehouden als vleesvarken, maar er zijn ook enkele mannetjesvarkens die gehouden worden als dekbeer of als zoekbeer. Ook de  vrouwtjes varkens worden voor verschillende doeleinden gehouden.  Laat de leerlingen individueel opdracht 1 op het werkblad maken.

 

Aan de slag – Verschillende Kamers

De verschillende varkens worden in verschillende afdelingen gehouden. Deze afdelingen worden ook wel kamers genoemd. Zo is er een dekstal, een drachtige zeugenstal, een kraamstal, een gespeende biggen afdeling en een vleesvarkensstal. Bespreek deze kamers kort en vraag daarbij aan de leerlingen of zij kunnen raden welk varken in welke afdeling zit. Geef hierbij nog geen antwoorden.  Laat de leerlingen daarna in tweetallen een start maken met opdracht 2.

Afsluiting

Discussieer met de klas over de verschillende afdelingen. Wat vinden zij van hoe de verschillende varkens gehouden worden? Voordat u met de klas de discussie aangaat, schrijft u eerst de verschillende afdelingen (kraamstal, vleesvarkensstal, gespeende biggenafdeling, dekstal, drachtige zeugenstal), bovenaan naast elkaar, op het bord. Deel de klas door vijf en geef iedere groep een afdeling. Laat de leerlingen steekwoorden onder hun afdeling zetten. Geef ze een voorzetje door vragen te stellen zoals: Hoe ziet de afdeling eruit? Welke varkens verblijven er? Wat hebben die varkens nodig? Wat willen de varkens?

Zodra alle steekwoorden op het bord staan, neemt u deze met de leerlingen door. Leg met name nadruk op ‘wat hebben de varkens nodig en wat willen varkens?’.

 

Wat hebben varkens nodig en wat willen varkens:

  1. Varkens zijn groepsdieren die in kleine familiegroepen leven.
  2. Varkens lopen in het wild veel om hun voedsel te verzamelen.
  3. Varkens zijn ongeveer zeven uur per dag bezig met eten zoeken en eten. Hierbij wroeten ze de aarde om met hun neus. Ze hebben vezelrijk voer nodig om langer vol te zitten, zoals stro.
  4. Varkens rusten het liefst op een zachte ondergrond, dit doen ze soms wel negentien uur per dag.
  5. Varkens nemen graag een modderbad tegen parasieten en jeuk.
  6. Varkens zijn intelligente dieren die zich snel gaan vervelen in een prikkelarme omgeving.

 

Ga vervolgens de discussie aan, waarbij elke groep zijn eigen afdeling vertegenwoordigd.

Stel aan het eind van de discussie nog enkele vragen zoals: Hoe zou jij het liefste willen wonen als je een varken was, waarom? Welk varken is het meest gelukkig, waarom? Wat zou jij veranderen aan de stal als je zelf boer was, waarom?

Extra activiteit – Uitstapje

Neem de leerlingen mee naar een varkensbedrijf in de buurt. Zo kunnen de leerlingen met eigen ogen zien hoe de verschillende afdelingen in een varkenshouderij er nu echt uitzien. Door het met eigen ogen te zien gaat het onderwerp meer leven voor de leerlingen. U kunt adressen vinden op de website, op het leerkrachtgedeelte onder het kopje ‘Excursies’.

Het varken les B: Varkensgeluk: wat varkens willen

Over basisbehoeften van het varken.

 

Doel:

De leerlingen:

  • kunnen vijf basisbehoeften van het varken opnoemen.
  • kunnen behoeften van het varken noemen welke in de knel komen in de huidige varkenshouderij.
  • kunnen voor enkele behoeften die in de knel komen in de huidige manier van varkens houden een creatieve oplossing aandragen. Of deze oplossing werkelijk toepasbaar is, is niet van belang.

 

Duur:

Introductie           : 15 minuten

Aan de slag         : 15 - 15 minuten

Afsluiting              : 30 minuten

 

Benodigdheden:

  • Werkblad & Antwoordenblad
  • Bijlage
  • Computers met internet
  • Tekenmateriaal en A2/A3 papier

Het antwoordblad bij deze les is te vinden via de volgende link: http://edepot.wur.nl/250324

Werkvormen:

Klassikaal, zelfstandig, brainstormen, discussie, filmpje.

Introductie – Wat varkens willen

De vorige les ging over mannetjes- en vrouwtjesvarkens. Er is besproken hoe mannetjes- en vrouwtjesvarkens genoemd worden en welke namen er nog meer zijn in de varkenshouderij. Ook is behandeld, bij elk soort varken, hoe deze varkens gehouden worden en waarom. In deze les gaan we het hebben over  wat varkens willen. We kijken naar de behoeften van het varken in de vrije natuur en maken dan een koppeling naar de huidige manier van varkens houden in Nederland.

Alle informatie die u voor deze les nodig hebt is te downloaden als pdf bestand, links onderaan de pagina. Tevens zijn alle lessen te vinden op http://dierenwelzijnslessen.groenkennisnet.nl; ga naar het leerkrachtgedeelte of klik in het leerlingengedeelte op het varken.

                                                                                   

Maak een woordspin op het bord. Vraag de leerlingen wat ze denken dat varkens graag willen. Wat willen ze eten, drinken? Willen ze alleen zijn of juist samen? Wat doen ze graag op een dag? Stuur de leerlingen indien nodig en zorg dat in ieder geval alle basisbehoeften (zie kader) van het varken aan bod komen. Wanneer het even stil is, kunt u de leerlingen vragen te denken aan wat zij graag willen. Ze zullen erachter komen dat hetgeen zij willen niet veel verschilt van hetgeen een varken wil!

Enkele basisbehoeften van het varken

Wroeten: varkens zijn tot 7 uur per dag bezig met (het zoeken naar) eten. Van nature doen ze dit door te wroeten (het met hun neus wegschuiven van de aarde).

Groepsleven: varkens zijn sociale dieren en hebben een sterke behoefte aan contact met soortgenoten. Belangrijk is wel dat de groep stabiel is (duidelijke rangorde)

Rusten: varkens rusten tot wel 19 uur per dag, de beste rustplaats is een veilige, comfortabele plaats met zicht op de omgeving.

Verzorgen: om irritaties (bijvoorbeeld van insecten) te bestrijden schuren en krabben varkens graag en nemen ze graag modderbaden.

Onderzoeken: varkens besteden een groot deel van hun actieve tijd aan exploratiegedrag. Indien dit niet mogelijk is, gaan varkens stereotiep gedrag vertonen.

Aan de slag – Verschillende Behoeften

Na gezamenlijk de basisbehoeften van het varken te hebben besproken, kunnen de leerlingen nu zelfstandig of in tweetallen aan de slag met opdracht 1 tot en met 6, welke gaan over enkele basisbehoeften. Informatie om de vragen te kunnen beantwoorden is te vinden op http://dierenwelzijnslessen.groenkennisnet.nl. Bij opdracht 3 wordt verwezen naar het filmpje ‘Varkensparadijs’, deze is te vinden op www.schooltv.nl/beeldbank. U kunt er voor kiezen om de leerlingen zelfstandig op de computer het filmpje te laten bekijken of u kunt de leerlingen eerst opdracht 1 en 2 te laten maken, waarna u klassikaal het filmpje bekijkt. De leerlingen kunnen hierna verder met opdracht 3 tot en met 6.

 

Aan de slag – Knelpunten

De vragen die de leerlingen zojuist hebben gemaakt, gaven een voorzetje voor de knelpunten die ontstaan bij de huidige manier van varkens houden.

Voer een kleine discussie met de leerlingen. Laat de leerlingen de plaatjes uit bijlage zien. Er zijn meerdere manieren van varkens houden. Bij de gangbare varkenshouderij kunnen de varkens bijvoorbeeld niet naar buiten, maar bij de biologische varkenshouderij en scharrelstallen wel. Zien de leerlingen wel eens varkens buiten lopen? Ligt er in alle stallen stro? In welke houderij hebben de varkens de meeste ruimte? Vraag aan de leerlingen of zij denken dat varkens hun behoeften kunnen uiten in de verschillende houderijen. Wat vinden de leerlingen hiervan? Wat zou er beter kunnen?

Afsluiting

Verdeel de klas in groepjes en laat de leerlingen per groepje een natuurlijke behoefte uitwerken op een poster. Elk groepje werkt een andere behoefte uit bovenstaande kader uit. De bedoeling van het maken van de poster is dat de leerlingen extra gaan nadenken over de natuurlijke behoeften die in de huidige varkenshouderij in de knel komen. Ook worden de leerlingen gestimuleerd in het bedenken van creatieve oplossingen ter verbetering van het welzijn van de varkens. Het is de bedoeling dat ze deze creatieve oplossingen dan ook in de poster verwerken.

 

 

Het is afhankelijk van de beschikbare tijd hoelang de leerlingen met deze opdracht bezig zijn. Zodra de posters klaar zijn kunnen ze op een goed zichtbare plaats in het lokaal/gebouw opgehangen worden. Laat de leerlingen vervolgens eerst individueel alle posters kritisch bekijken. Als afsluiting presenteren de leerlingen hun eigen poster en beantwoorden zij vragen van hun medeleerlingen.

 

Voorbeeld: in de natuur wroeten varkens 7 uur per dag, in de varkenshouderij wordt eten kant en klaar aangeboden. Varkens hoeven dus niet meer 7 uur per dag te zoeken naar hun eten, dit maakt dat ze zich snel zullen vervelen. Oplossing: eten aanbieden in stro, zodat de varkens in de stro kunnen wroeten en zo zelf moeite moeten doen voor hun eten.

Extra activiteit – Spreekwoorden en gezegden

Er bestaan veel spreekwoorden en gezegden waarin varkens het onderwerp zijn. Doe een rondje door de klas en vraag iedere leerling of deze een spreekwoord of gezegde weet. En weten ze ook wat het spreekwoord of gezegde betekent? Hieronder staan vast enkele voorbeelden:

 

Zo lui zijn als een varken – Erg lui zijn.

Schreeuwen als een mager speenvarken – Met veel kabaal de aandacht trekken.

Eten als een varken – Ongemanierd eten.

Zo vet als een varken – Erg dik zijn.

Het feestvarken zijn – Degene zijn waarom het feest wordt gevierd.

We zullen dat varkentje wel even wassens – We zullen dat moeilijke karwij wel opknappen.

Dat slaat als een tang op een varken – Dat slaat nergens op.

Twee ruggen uit een varken willen snijden – Uit een ding dubbel het voordeel willen halen.

De vuilste varkens willen ’t beste stro. – Wie het thuis maar heel eenvoudig heeft, is bij een ander veeleisend.

Die een varken ringen wil, moet zich het gieren (schreeuwen) getroosten. – Wie een zaak aanpakt, moet zich niet storen aan de moeilijkheden. .

Elk varken heeft wel een krul in zijn staart. – Zelfs de eenvoudigste man heeft nog wel iets waarop hij trots kan zijn.

Een vet varken weet niet, dat een mager varken honger heeft. – Wie zelf genoeg van alles heeft, denkt niet aan de behoeften van een ander.

Het varken is op een oor na gevild. – Het is bijna afgerond.

Het varken is vet. – Er is een goed gedekte tafel.

Hij hangt er tegen als een varken dat geringd wordt. – Hij ziet er vreselijk tegenop.

Hij is bij de varkens grootgebracht. – Hij kan zich niet netjes gedragen.

Hij is een ijzeren varken. – Hij is erg sterk.

Extra activiteiten – Uitstapje

Neem de leerlingen mee naar een varkensbedrijf in de buurt. Zo kunnen de leerlingen met eigen ogen zien hoe de verschillende afdelingen in een varkenshouderij er nu echt uitzien. Door het met eigen ogen te zien gaat het onderwerp meer leven voor de leerlingen. U kunt adressen vinden op de website, op het leerkrachtgedeelte onder het kopje ‘Excursies’.

Vissen les A: Als een vis in het water

Over het leven van vissen.

 

 

Doelen :

De leerlingen:

  • kunnen de onderdelen van de vis benoemen.
  • kunnen vertellen waar een vis leeft en wat het nodig heeft.
  • kunnen verschillende soorten vissen benoemen.
  • kunnen vertellen hoe vissen ontkomen aan roofdieren.

 

Duur:

Introductie           : 10 minuten

Aan de slag         : 10 – 15 – 10 minuten
Afsluiting              : 5 – 10 minuten

 

Benodigdheden:

  • Werkblad & Antwoordenblad
  • Computers met internet
  • Bijlage (suggestie)

Het antwoordblad bij deze les is te vinden via de volgende link: http://edepot.wur.nl/250326

Werkvormen:

Kringvorm, brainstormen, knutselen.

Introductie – Vissen

Deze les gaat over het leven van de vis onder water.

Alle informatie die u voor deze les nodig hebt is te downloaden als pdf bestand, links onderaan de pagina. Tevens zijn alle lessen te vinden op http://dierenwelzijnslessen.groenkennisnet.nl; ga naar het leerkrachtgedeelte of klik in het leerlingengedeelte op de vis.

Alle leerlingen weten wat een vis is en ze hebben er allemaal wel eens een gezien. Maar weten ze ook hoe een vis in elkaar zit, hoe hij leeft en wat hij nodig heeft? Vraag de leerlingen waar ze aan denken als ze het woord vis horen. Schrijf hiervoor het woord vis op het bord en schrijf de suggesties van de leerlingen eromheen. Als de brainstorm op het bord compleet is willen sommige leerlingen misschien wel iets vertellen over hun eigen vis. Wat heeft die vis nodig? Waar leeft hij? Alleen of met vriendjes?

Aan de slag – Leven onder water

Een vis kan onder water leven, terwijl mensen dit niet kunnen. Het grootste probleem dat mensen hebben onder water is ademhalen, dat kunnen wij namelijk niet. Hoe doet een vis dit? Bekijk met de leerlingen het filmpje ‘Kieuwen’ op www.schooltv.nl/beeldbank. Beantwoord na het filmpje eventuele vragen van de leerlingen.

 

Een vis heeft dus kieuwen, maar er zijn nog veel meer dingen anders aan vissen dan aan mensen. Denk maar eens aan hoe hij eruit ziet. Een vis lijkt totaal niet op een mens.

Laat de leerlingen de onderdelen in opdracht 1 benoemen. De informatie die nodig is om deze vragen te beantwoorden staat op de website. Let op: Deze vis is een karper. Andere vissen kunnen er heel anders uitzien. De te benoemen onderdelen zijn echter bij iedere vis aanwezig.

Aan de slag – Alles over vissen

De leerlingen weten nu hoe een vis onder water kan ademen en hoe hij eruit kan zien, maar welke soorten er zijn, hoe een vis leeft en waar hij leeft weten de leerlingen nog niet. Laat ze in groepjes van 3 of 4 opdracht 2 tot en met 4 maken. De informatie die ze nodig hebben voor het beantwoorden van de vragen is te vinden op de website. Controleer de antwoorden klassikaal. De leerlingen kunnen de opdrachten eventueel zelf ook nakijken met behulp van het antwoordenblad.

Aan de slag – Vissenkunstjes!

Vissen moeten continu oppassen dat ze niet worden opgegeten door roofdieren. De meeste vissen weten zich goed te verstoppen. Een andere truc die vissen (maar ook andere dieren) vaak toepassen is camouflage. Laat de leerlingen nu naar het filmpje ‘De steenvis’ kijken op  www.schooltv.nl/beeldbank. Het filmpje gaat over de goed gecamoufleerde steenvis. Zo kunnen de leerlingen met eigen ogen zien hoe camouflage werkt. Vraag de leerlingen vooraf aan het filmpje of ze kunnen bedenken waar de steenvis zijn naam aan te danken heeft.

 

Suggestie: Kunnen de leerlingen nog meer dieren opnoemen die camouflage gebruiken om zich te beschermen tegen roofdieren (wandelende takken, eenden, vlinders, kikkers, hagedissen)? In de bijlage kunt u nog enkele plaatjes vinden van dieren die camouflage gebruiken. Kunnen de leerlingen de dieren vinden?

Afsluiting

Bespreek tot slot wat ze geleerd hebben. Weten ze nu bijvoorbeeld hoe een vis onder water kan leven en welke verschillende soorten er zijn?

Extra activiteit – Collage

Laat de leerlingen in groepjes van 4 een collage maken over een onderwerp uit deze les. Bijvoorbeeld over kieuwen, kunstjes, verschillende soorten vissen, de leefomgeving van de vis, zoet- en zoutwatervissen et cetera. Laat ze op een A3-vel plaatjes, tekst en dergelijke plakken. Hang de collages op in de klas en laat de groepjes elkaars collage bekijken.

 

Extra activiteit – Uitstapje

Bezoek met de leerlingen eens een viskwekerij. Dan kunnen ze met eigen ogen zien hoe dit er aan toegaat en de kwekers zijn vaak bereid vragen te beantwoorden en het een en ander te vertellen. U kunt adressen vinden op de website, op het leerkrachtgedeelte onder het kopje ‘Excursies’.

Vissen les B: Een hapje vis, dat is niet mis!

Over het kweken, vangen en eten van vissen.

 

 

Doelen:

De leerlingen:

  • kunnen vertellen wat we van de vis kunnen eten
  • kunnen vertellen hoe vissen gevangen worden
  • kunnen uitleggen waarom en hoe vissen gekweekt worden
  • kunnen vertellen wat sportvissen is

 

Duur:

Introductie           : 5 minuten

Aan de slag         : 5 – 10 – 15 minuten

Afsluiting              : 10 minuten

 

Benodigdheden:

  • Werkblad & Antwoordenblad
  • Bijlage
  • Computers met internet

Het antwoordblad bij deze les is te vinden via de volgende link: http://edepot.wur.nl/250332

Werkvormen:

Klassikaal, zelfstandig, individueel, samenwerken, discussie, filmpje.

Introductie – Vissen eten

De vorige les ging over het leven van de vis onder water Deze les gaat over vissen en de behoeften van mensen.

Alle informatie die u voor deze les nodig hebt is te downloaden als pdf bestand, links onderaan de pagina. Tevens zijn alle lessen te vinden op http://dierenwelzijnslessen.groenkennisnet.nl; ga naar het leerkrachtgedeelte of klik in het leerlingengedeelte op de vis.

 

Ieder kind heeft wel eens een vis gezien en weet wat het is maar weten ze ook dat mensen vissen eten? En wat er allemaal gebeurt voor die vis op ons bord ligt? Vraag de leerlingen of ze wel eens vis (of kaviaar) hebben gegeten en wat ze daarvan vonden. Was het lekker? Weten ze welke soort vis ze hebben gegeten? (Waarschijnlijk hebben ze allemaal wel eens vissticks gehad, die zijn gemaakt van kabeljauw of koolvis). Vraag aan de leerlingen hoe ze denken dat een vis die in de zee zwom uiteindelijk op je bord kan belanden (ze denken waarschijnlijk heel klein maar er worden tienduizenden vissen per dag gevangen, geef dit ook aan).

Aan de slag – Vissen vangen

De vissers gaat met de vissersboot de zee op een gooien netten uit. De vissen worden in deze netten gevangen en op de boot binnen gehaald. Maar wat gebeurt er eigenlijk met de vis wanneer deze gevangen is? Wordt deze direct naar de supermarkt en de visboer gebracht of gaat daar nog wat aan vooraf? Het filmpje ‘Visafslag en veiling’ op www.schooltv.nl/beeldbank laat zien wat er met de vis gebeurt nadat het is gevangen. Bekijk het filmpje klassikaal en bespreek het nadien. Wat zagen de leerlingen? Wat viel ze op? Wisten de leerlingen dat de vis op grootte/kwaliteit wordt beoordeeld? Snappen ze hoe de veiling in zijn werk gaat?

Aan de slag – Vissen kweken

Door het vangen van vis zijn er steeds minder vissen in de zee te vinden. Er zijn zelfs vissoorten die bijna uitsterven. Een manier om dit tegen te gaan is door vissen voor consumptie te kweken in gevangenschap. Op deze manier hoeft de visser niet met zijn boot de zee op om vis te vangen. Het kweken van vissen gebeurt in speciale visverblijven en als de kweekvissen groot genoeg zijn worden ze naar de fabriek gebracht zodat die ze kan klaarmaken voor de supermarkt. Laat de leerlingen in individueel of in tweetallen opdracht 1 en 2 maken. De informatie die ze nodig hebben voor het beantwoorden van de vragen is te vinden op de website. Controleer de antwoorden klassikaal of laat de leerlingen hun antwoorden zelf nakijken met behulp van het antwoordenblad.

Aan de slag – Discussie

Start een discussie. Wat vinden de leerlingen ervan dat mensen zoveel vis eten en er daarom veel vis moet worden gevangen? Weten de leerlingen ook wat de gevolgen zijn van het vele vissen? Hoe noemen wij dit (overbevissing)? Wat hebben de netten, die gebruikt worden voor het vangen van vis, voor gevolgen voor de natuur? Wat vinden de leerlingen van het kweken van vissen, is dit een goede oplossing? Hebben zij nog creatieve oplossingen om overbevissing of de gevolgen voor de natuur tegen te gaan?

Afsluiting

Om een verantwoorde keus te maken wat betreft het kopen en het eten van vis, zijn er keurmerken gemaakt welke aangeven dat de vis duurzaam is gevangen. Laat de verschillende keurmerken uit de bijlage zien aan de leerlingen en leg uit wat deze keurmerken betekenen. Stimuleer de leerlingen om het er thuis nog eens over te hebben en op zoek te gaan naar de keurmerken in de supermarkt.

Extra activiteit – Uitstapje

Bezoek met de leerlingen eens een viskwekerij. Dan kunnen ze met eigen ogen zien hoe dit er aan toegaat en de kwekers zijn vaak bereid vragen te beantwoorden en het een en ander te vertellen. U kunt adressen vinden op de website, op het leerkrachtgedeelte onder het kopje ‘Excursies’.

  • Het arrangement Dierenwelzijnslessen groep 5-6 is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    Lenny van Erp
    Laatst gewijzigd
    2014-02-27 16:56:17
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 3.0 Nederlands licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Leerniveau
    PO groep 6; PO groep 5;
    Leerinhoud en doelen
    Aardrijkskunde; Natuur;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    0 uur 50 minuten
    Trefwoorden
    boerderijdieren, dieren, dierenwelzijn
  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    Voor developers

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.