zootechniek
inleiding
Een beschrijving van deze leeractiviteit vind je hier.
In deze leeractiviteit worden 2 onderwerpen behandeld die in het vaardigheidsexamen aan bod komen, namelijk voorlichting geven over zoonosen en over geschikte dieetvoeding.
toetsrooster en microrooster
bronnen
opdrachten voor een cijfer
les opdrachten
Algemeen onderzoek
algemeen onderzoek
systematiek levende organismen en celbiologie
Doelen: je kunt:
- organismen goed plaatsen in de systematiek
- celeigenschappen beschrijven van de diverse levensvormen
Opdracht 1:
Noem zo veel mogelijk levende organismen.
Samen met de docent ga je ze plaatsen in één van de volgende categorieen:
- dier
- plant
- schimmel/ gist
- bacterie
- virus
- protozo
- (eiwit)
Opdracht 2:
Celbiologie: Zoek op en teken schematisch:
- virus
- bacterie
- schimmel/ gist cel
- protozo
- plantencel
- dierencel
opdracht 3:
Leg uit, waarom je bovenstaande zaken moet weten
Link naar Filmpje Ziek door dier
De website is overigens ook zeer de moeite waard
Indien er voldoende aandacht besteed is aan de systematiek (virus, bact, protozo, schimmel etc) van de belangrijkste zoonosen, kan je de docent vragen om de uitwerking op intranet te plaatsen: lesstof Zwolle/Hardenberg; zootechniek; "uitwerking systematiek en belangrijkste zoonosen"
Bacteriën
Opbrengst van deze opdracht wordt beschikbaar gesteld aan allen.
Het Virus Verhaal
workshop zoonosen
een nieuwe zoonose: Brucella canis
veel voorkomende ziekten
Na de opdracht veel voorkomende ziekten zal onder leiding van de docent geinventariseerd worden wat je al weet omtrent ontvlooing en ontworming. (deze opdracht is alleen in te zien voor docenten om te voorkomen dat de test resultaten beinvloed worden).
Zowel je kennis van de cyclus, als het toepassen van deze kennis in je stage aan de balie wordt getest.
Doel is dat jij in je stage voorlichting kan geven aan eigenaren over het beste middel voor hun huisdier.
les veel voorkomende ziekten Hardenberg
Les veel voorkomende ziekten
Als paraveterinair krijg je dagelijks te maken met ziekteverwekkers die de gezondheid van onze huisdieren bedreigen.
Doel:
Je weet van een aantal veel voorkomende ziekteverwekkers:
- In welke groep ze thuishoren (systematiek: een virus is anders dan een worm)
- Wat de levenscyclus is van deze ziekteverwekker (legt hij eitjes, vormt hij sporen, is er een tussengastheer nodig? Etc)
- Vanuit deze levenscyclus:
- kun je hem bestrijden en zo ja hoe?
- Kun je het voorkomen en zo ja hoe?
- Wat zijn de klachten, bij welke dieren?
Werkvorm: bingo
Opdracht 1:
Jullie krijgen gezamenlijk een lijst met ziekteverwekkers toegewezen.
- Brainstorm: wat weten we al?
- Levenscyclus
- Welke diersoorten worden aangevallen?
- Wat zijn dan de symptomen?
- Vanuit de DAP: welke middelen worden ingezet ter preventie?
- Vanuit de DAP: welke middelen worden ingezet ter bestrijding?
- Bronnenonderzoek: nu pas ga je je antwoorden controleren en aanvullen. Maak gebruik van de leerstof van zoötechniek, internetsites van dierenartsen en medicijnfabrikanten/ bijsluiters
Opdracht 2:
Maak met bovenstaande gegevens een bingo.
Opdracht 3:
Speel gezamenlijk de bingo.
Ziekteverwekkers:
Spoelworm (hond/ kat)
|
Vlo
|
Lintworm (hond/ kat)
|
Hartworm (hond/ kat)
|
Kattenziekte
|
Niesziekte
|
Parvo
|
Hondeziekte
|
Kennelhoest (bordetella en parainfluenza)
|
Influenza (paard)
|
tetanus (paard)
|
Myxomatose (konijn)
|
VHD (konijn)
|
Leishmania (hond)
|
Teek
|
FIV
|
FeLV
|
Myiasis
|
Spoelworm (paard)
|
Rota/ corona (kalf)
|
E.Coli (varken)
|
de levenscyclus van diverse parasieten
Opdracht:
- je werkt alleen, in tweetallen of in drietallen.
- je beschrijft uit je hoofd de cyclus van de parasiet
- je controleert aan de hand van het filmpje hieronder of je de volledige cyclus beschreven hebt.
- je herhaalt stap 2 en 3 net zo lang tot je de cyclus uit je hoofd kent.
hartworm
rondwormen hond/ kat
lintwormen hond/ kat
rode bloedworm paard
leverbot
vlooien
teken
schimmel infecties
zandvliegen/ Leishmania
toxoplasma
vossenlintworm
levenscyclus vossenlintworm
endo- en ectoparasieten: advies uitbrengen over bestrijding
Transfer: straks in de praktijk……..
Op de vraag van diereigenaren welke ontworming ze hun huisdier kunnen toedienen kan je een protocol schrijven, zodat je gestructureerd advies gaat geven.
Opdracht 1. Noteer welke ontwormmiddelen er zijn voor hond en kat; kittens en pups; paard
Opdracht 2. Schrijf een protocol voor ontworming. Maak hierbij gebruik van onderstaande vragen:
- Welke vragen stel je in de anamnese?
- Tegen welke parasieten wil je het dier behandelen?
- Op welke manier kun je de ontworming toedienen?
- Wat zijn de mogelijkheden?
- Wat zijn de voor- en nadelen van elke methode?
Bronnen: je eigen ervaring, DAP stages, internet.
Vul je bevindingen in in onderstaand schema:
Middel:
|
Voor Hond?
|
Voor Pups?
|
Voor kat?
|
Voor kittens?
|
voor paard? |
Opdracht 3. Doseren:
Stel: een eigenaar heeft een labrador van 30 kg en een Europese Korthaar poes van 4 kg. Beide dieren zijn volwassen en kerngezond.
Kies uit bovenstaande lijst het meest geschikte middel.
Bepaal de hoeveelheid ontwormingsmiddel dat deze dieren nu krijgen en hoe vaak de eigenaar met de meegegeven verpakking deze dieren kan ontwormen.
Vul de advieskaart in:
Advies ontworming:
Voor uw hond adviseren wij: ………………………..
De dosering is voor uw hond is: ………………….
Met één verpakking kunt u uw hond …………. x behandelen
Deze behandeling moet herhaald worden na ………. (weken/ maanden)
Voor uw kat adviseren wij: ……………………….
De dosering is voor uw kat is: ………………….
Met één verpakking kunt u uw kat …………. x behandelen
Deze behandeling moet herhaald worden na ………. (weken/ maanden)
dieren in de opname
cases: dieren in opname
Inleiding Nazorg opdracht
shock en vloeistof therapie
infuus en vloeistof therapie
infuus systeem
Een infuus kan verschillende functies hebben. Uiteraard leg je een infuus aan bij dieren die uitgedroogd zijn en bij dieren die niet kunnen, willen of mogen drinken en daardoor kunnen uitdrogen.
Je kunt een infuus ook gebruiken als waakinfuus. Een waakinfuus gebruik je als een dier geopereerd gaat worden en onder anesthesie moet worden gebracht.
Via het waakinfuus kun je premedicatie intraveneus toedienen, eventueel tijdens de operatie bepaalde medicijnen intraveneus toedienen en postoperatief intraveneus medicatie geven. Bovendien is het dier al aangesloten aan een infuus, als na de operatie blijkt dat het nodig is om infuusvloeistof toe te dienen.
Je weet al dat intraveneus toedienen van infuusvloeistof de beste methode is. Zeker bij honden is gebleken dat subcutaan toegediende infuusvloeistof vaak maar matig wordt opgenomen en dus niet in voldoende mate in de bloedvaten terechtkomt.
De video laat zien hoe je een (waak)infuus aanlegt. Je begint met het klaarmaken van het infuussysteem. Daarna breng je de slang in de zak met infuusvloeistof. Daarbij zorg je dat alle lucht uit de infuusslang is verdwenen. Vervolgens bereid je je patiënt voor om een braunule in de poot te kunnen aanbrengen. Als laatste sluit je de infuusslang op deze braunule aan.
een infuus voorbereiden en aansluiten
oefenen: aansluiten infuussysteem
braunule
opdracht:
- bestudeer onderstaande video
- maak een stappenplan voor het aanleggen van een braunule
Braunule plaatsen
Evt. aanvullende video over klaarmaken infuus
opdracht:
Bekijk de video nog een keer. Is je stappenplan volledig? Zo nee: vul dit aan.
Hieronder vind je nog enkele aanvullende video's.
een braunule inbrengen
een braunule inbrengen (hond)
oefenen: aanbrengen braunule
rekenen!
Reken opgaven: infuus berekeningen.
- De dierenarts spreekt als infuusbeleid af dat een patiënt per etmaal 1,5 liter glucose/zout per infuuspomp toegediend krijgt.
Welke pompstand stel je in? (ml/uur)
N.B.: Rond de uitkomst naar boven af in hele ml/uur!
2. Een patiënt krijgt 1000 ml infuus per 24 uur. Na 4 uur constateer je dat de zak van 500 ml nog 100 ml bevat.
Klopt dit volgens schema?
N.B.: Antwoord met ja of nee. En laat met een berekening zien waarom het ja of nee is.
3. Je moet een 500 ml glucoseoplossing van 2,5% maken.
Hoeveel mg glucose heb je nodig?
4. Een patiënt krijgt 1000 ml infuus per 24 uur. Na 2 uur constateer je dat de zak van 500 ml nog 350 ml bevat.
Bereken hoeveel ml per uur het infuus exact (met twee cijfers achter de komma) te snel heeft gelopen.
5. Een patiënt moet 3,3 liter infuus per 24 uur hebben. Je hebt geen infuuspomp tot je beschikking.
Bereken de druppelsnelheid per minuut. 1 ml = 20 druppels.
N.B.: Rond de uitkomst naar beneden af in hele druppels!
6. Je moet 15 mg Lasix per uur onverdund per spuitpomp toedienen. Een ampul van 10 ml bevat 100 mg lasix.
Op welke stand zet je de pomp? (ml/uur)
7. Een patiënt moet 2,1 liter infuus per 24 uur hebben. Je kunt gebruikmaken van een infuuspomp (waarbij de stand ingesteld kan worden op aantal ml/uur).
Op welke stand zet je de pomp?
N.B.: Rond de uitkomst naar boven af in ml/uur.
8. Een patiënt heeft de afgelopen 24 uur gedronken: 125 ml, 50 ml, 150 ml, 75 ml, 125 ml, 200 ml, 200 ml, 75 ml, 125 ml, 50 ml. De patiënt heeft 1,8 liter infuus gehad. De urineproductie is 3435 ml.
Bereken de vochtbalans over de afgelopen 24 uur (in ml).
N.B.: Als de vochtbalans negatief is, laat de uitkomst dan voorafgaan door een -.
9. Een hond van 25 kg krijgt een antibioticum voorgeschreven. Een ampul bevat 100 mg/ml. De eerste keer moet je hem 4 mg/kg lichaamsgewicht toedienen. Hoeveel ml dien je toe?
10. Je hebt een zoutoplossing van 10%. Hierin zit 20 gram zout.
Hoeveel ml oplossing is dit?
11. Je moet 30 mmol magnesiumsulfaat aan een infuus toevoegen. Op het etiket van de ampul staat 1,25 mmol / ml.
Hoeveel ml voeg je aan het infuus toe?
12.Een patiënt heeft een infuus via een spuitenpomp. In de spuitenpomp zit een spuit met een oplossing van 0,2 ml Canisulin 100 IE/ml en 39,8 ml NaCl 0,9 %.
Als de pomp op stand 2,3 ml/uur staat, hoeveel IE Canisulin heeft de patiënt dan na 3,5 uur gehad?
reiniging en desinfectie
Hieronder vind je opdracht 1 horend bij reiniging en desinfectie:
Opdracht 2 behorend bij reiniging en desinfectie:
- vorm een groep van 3-4 studenten
- Stel je de volgende situatie voor: vanwege ziekte van een collega ben jij op een dag de enige aanwezige paraveterinair. Naast de zorg voor de dieren in de opname doe je alle voorkomende werkzaamheden
- Verwerk in max. 10 minuten in een woordweb alle "viezigheid" die in 2 uur kan ontstaan. Ga hierbij uit van het "worst case scenario": naast een hond met parvo in de opname, een druk OK programma, er ligt nog een vies setje van de spoed keizersnede Sint Bernard, enzovoort.
- Vanuit je woordweb: maak een actielijst:
- In welke volgorde ga de de ruimtes/ instrumenten schoonmaken?
- Met welke middelen?
- Welke PBM (persoonlijke beschermingsmiddelen) ga je gebruiken?
- Hang je woordweb en je actielijst op in het lokaal
- Met de groep bereid je je voor om de woordweb uit te leggen aan de klas.
Opdracht 3: test je kennis!
In het wikiwijs arrangement van instrumentenleer vind je een test, waarmee je kunt scoren hoe goed jouw kennis van Instrumentenleer (maar ook van reiniging, desinfectie en sterilisatie) al is. Maak deze test net zo vaak tot je op een score van 80 % goed zit.
Als naslagwerk en vol met hele goede tips,
vindt je hieronder een tijdschrift geheel gewijd aan Reiniging en Desinfectie in de Dierenartspraktijk.
sectie
presentaties zoonosen
Hier komen de ppt's van de presentaties zoonosen te staan.
dieetvoeding
orientatie
Orientatie.
In de diergeneeskundige praktijk nemen speciale voeders een steeds grotere plaats in. Niet alleen curatief, maar ook preventief.
Als paraveterinair speel je een belangrijke rol in de advisering: welk voer is nu het beste voor die ene patient?
Hoe veel van dat voer moet hij krijgen? En wat nu als het dier het voer weigert???
Advies geven over diervoeding komt aan bod in je werk, en daarom is het weggezet in het vaardigheids examen. Ook tijdens je proeve van bekwaamheid moet je in staat zijn om vragen over dieetvoeding te kunnen beantwoorden.
Hoe zat het ook alweer?
Benoem de 6 voedingsstoffen.
Benoem ook welke van deze voedingsstoffen energie leveren.
Check je antwoord m.b.v. dit filmpje.
Weende analyse
Hill's Veterinary nutrition academy (VNA): de boeken dit zijn de PDF's
VNA Hill's powerpoints
Les opdrachten bij dieetvoeding
Opdracht dieetvoeding: de VNA cursus van Hill’s.
Opdracht 1:
Deze opdracht telt voor Hardenberg mee in de eindbeoordeling. Je maakt een presentatie over twee specifieke dieetvoeders van Hills.
De opdracht zelf vind je hier:
presentaties dieetvoeding Hardenberg 2018:
Opdracht dieetvoeding:
- Zoek 2 verschillende dieetvoedingen van Hills uit.
- Bestudeer de karakteristieken van de beide soorten voer, werk dit uit
- Vergelijk jouw soort dieetvoer met een ander gerenommeerd merk: Specific, Royal Canin, anders (check bij docent).
- Zijn er verschillen in benadering van de karakteristieken?
- Worden de accenten op dezelfde zaken gelegd?
- Is het duidelijk voor de consument? Waarom wel of waarom niet?
- Maak een lijst van 10 FAQ voor de consument.
- Maak van de uitwerkingen bij 1 t/m 4 een presentatie. Deze mail je naar je docent.
- Op 13 november 2018 presenteer je je uitwerknig aan je collega's. Daarna kunnen jullie je in alle dieetvoedingen van het vaardigheids examen verdiepen.
Soort dieetvoer:
|
Welke studenten gaan het bestuderen:
|
R/d + W/d: Chenoa
C/d + s/ d: Willeke
D/d + z/d: Britt
J/d + t/d: Danique
K/d + a/d: Encarni
I/d + u/d: Denise
Opdracht 2:
Bestudeer de pdf bestanden. Maak de zelftoetsvragen. Check je antwoorden (indien nodig) bij een collega.
Kom je er niet uit: vraag het de docent.
Opdracht 3. Het portfolio.
Je maakt individueel alle portfolio opdrachten.
-
VNA 1 opdracht 1 t/m 5
-
VNA 4 opdracht einde hoofdstuk
-
VNA 5 opdracht einde hoofdstuk
-
VNA 6 opdracht einde hoofdstuk
-
VNA 8 opdracht einde hoofdstuk
Vervolgens maak je met een groep (zelf in te delen) een film over één van bovenstaande portfolio opdrachten. Je mag zelf kiezen welke.
Je werkt de opdracht uit d.m.v. een rollenspel. Jullie zijn zelf zowel de acteurs als de filmmakers.
Eindproduct is een filmpje, wat in de les getoond zal worden aan een aantal klasgenoten.
NB als het filmpje heel goed gelukt is, bewaar het dan als bewijsmateriaal voor je proeve!!
NB 2: een filmpje is uiteraard alleen bewijsmateriaal als JIJ de rol van paraveterinair laat zien!
NB 3: het filmpje wordt NIET op social media geplaatst, niet op je eigen en ook niet op andersmans site.
Opdracht 4: intervisie t.a.v. de film
In groepen van 2 tot max. 6 personen worden de gemaakte films bekeken.
Per film wordt er als volgt feedback geleverd:
- jij benoemt van jezelf een verbeterpunt
- je groepsgenoten benoemen elk een sterk punt van jou als paraveterinair (het punt moet zichtbaar zijn in deze film)
Tot slot maak je met behulp van de feedback voor jezelf een certificaat of diploma. Dit document lever je in bij je docent.
Hill's VNA examens voedingsadviseur
De examenvragen zijn hier verwijderd.
Studenten kunnen deze test individueel maken om een certificaat te behalen.
Overleg met je docent hierover.
BARF
Film: BARF
Dieetvoeding module van ECC
Om inzicht te krijgen in de eigenschappen van de diverse dieetvoeders kan je goed het werkblad invullen.
In de powerpoint vind je vele antwoorden.
Gegevens die je niet vindt in de powerpoint vind je mogelijk in de module van de ECC.
Tot slot kan je ook de sites van de betreffende voerfabrikanten bezoeken.
Module dieetvoeding van ECC
Opdracht in Vaardigheidsexamen
Keurmerk Zoönosen
nieuw
Tekst bij plaatje voorkom ziek worden op de boerderij
verdiepingsstof: verhoog je kennisniveau
Test je kennis van rundveeziekten!