Paragraaf 2 Arm en rijk in de islamitische wereld

Paragraaf 2 Arm en rijk in de islamitische wereld

Welkom op onze website!!

Deze website is gemaakt door:

Elize van Dijk

Pip Henzen

Max Henkelman

Jarmo van Grinsven

Medine Demir

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

De website gaat over paragraaf 2 "Arm en rijk in de islamitische wereld" van hoofdstuk 3 "De islamitische wereld"- aardrijkskunde vmbo-t/havo leerjaar 1.

We hebben met veel plezier gewerkt aan deze website en we hopen dat je het leuk vindt om onze website te bekijken!!

Samenvatting van de leertekst

Binnen de islamitische wereld bestaan veel verschillen;

  • culturele verschillen
  • verschil in welvaart
  • verschil in levensomstandigheden

Binnen in de islamitische wereld ligt een niet-islamitisch land: Israel.

Israel verschilt erg van de islamitische wereld:

  • de belangrijkste godsdienst in Israel is het Jodendom
  • ze spreken er geen Arabisch, maar Hebreeuws
  • de cultuur lijkt op de westerse cultuur

Hoe kun je rijkdom en armoede herkennen:

  • Kijk om je heen. Je kunt bv. vaak aan kleren die mensen aan hebben zien of ze arm of rijk zijn.
  • Rijkdom en armoede meten in getallen: er wordt dan gekeken naar kenmerken van ontwikkeling.

Voorbeelden van ontwikkelingskenmerken:

  • het gemiddelde inkomen van mensen
  • basisbehoefte van mensen (voedsel, huisvesting, onderwijs en gezondheidszorg)
  • het ontwikkelingspeil (het inkomen per inwoner en de basisbehoeften samen)

De islamitische wereld heeft drie gezichten als het gaat om het ontwikkelingspeil:

  • Rijke oliestaten (bv. Koeweit, Verenigde Arabische Emiraten en Saudi-Arabië). Er wordt veel geld verdient met de verkoop van aardolie. Het gemiddelde inkomen is hier bijna gelijk als in de meeste Europesche landen. Maar echt niet iedereen die in een oliestaat woont is rijk. Je hebt er rijke oliesjeiks, maar ook veel mensen met een laag inkomen.
  • Arme oliestaten (bv. Iran en Irak). In deze landen gaat het slecht als je kijkt naar de ontwikkelingskenmerken.
  • Rijk zonder olie (Israel). In Israel leven de mensen welvarender dan in de meeste andere landen in de islamitische wereld. De inwoners van Israel zijn rijk. In Israel kunnen de meeste mensen lezen en schrijven (weinig analfabeten).
De oranje blokken geven de islamitische wereld aan
De oranje blokken geven de islamitische wereld aan

Wat moet je kennen en kunnen??

Wat moet je allemaal kennen en kunnen voor het proefwerk?

Deze paragraaf gaat over armoede en rijkdom in de islamitische wereld.

Je moeten weten hoe je rijkdom en armoede kunt herkennen.
Je kunt rijkdom en armoede herkennen door:

  • Zien: kijk om je heen als je bv. op vakantie bent. Je kunt foto’s bekijken of het op tv zien. Zo kun je bv. zien dat mensen in heel slechte en kleine huisjes wonen (krotten) of juist in super grote huizen.
  • Meten: Armoede en rijkdom kun je ook meten in getallen. Er wordt dan gekeken naar de verschillende ontwikkelingskenmerken.

De ontwikkelingskenmerken die je voor het proefwerk moet kennen zijn:

Ook moet je weten dat binnen de islamitische wereld een land ligt dat met veel dingen heel anders is dan de landen die eromheen liggen. Dit land is Israel.
De grootste verschillen tussen Israel en de landen die eromheen liggen:

  • mensen in Israel zijn niet islamitisch. De meeste mensen zijn er joods.
  • mensen in Israel spreken niet Arabisch maar Hebreeuws.
  • de cultuur in Israel lijkt heel erg om de westerse cultuur.
  • de welvaart en levensomstandigheden in Israel zijn beter/anders dan in de landen die eromheen liggen.

Wat ook heel belangrijk is voor het proefwerk is dat je weet dat de Islamitische wereld in 3 groepen kan worden verdeeld als je kijkt naar het ontwikkelingspeil:

  • rijk met olie. In Koeweit, de Verenigde Arabische Emiraten en in Saudi-Arabie leven veel mensen die geld verdienen met de olie. Het gemiddelde inkomen in deze landen is net zo hoog als in veel Europesche landen. Maar echt niet iedereen in deze landen is rijk. Er zijn veel rijke olie-sjeiks, maar er zijn ook veel mensen die heel hard werken voor heel weinig geld.
  • arm (met of zonder olie). De meeste landen in de islamitische wereld zijn arm. Voorbeelden zijn Iran en Irak.
  • rijk zonder olie. Rijk zonder olie in de islamitische wereld is Israel.

Je moet het ontwikkelingspeil kunnen herkennen aan kenmerken.
Kenmerken waaraan je het ontwikkelingspeil kunt herkennen zijn:

  • Armoede. Als het bnp hoog is in een land, is er vaak niet zoveel armoede. Maar als het bnp laag is, dan is er vaak veel armoede in een land. Armoede kun je vaak ook zien. Zo kun je bv. zien dat mensen in hele oude/kapotte kleren lopen. Dat mensen geen auto’s hebben maar een paard of een ezel gebruiken als ze iets moeten vervoeren. Mensen in armoede kunnen op straat leven.
  • Honger is ook een kenmerk van het ontwikkelingspeil. Als mensen honger hebben, is er te weinig voedsel. Als je echt honger hebt, krijg je vaak ook te weinig voedingsstoffen binnen, waardoor je ook weer ziek kan worden.
  • Ziekte is ook een kenmerk van het ontwikkelingspeil. Als de gezondheidszorg niet goed geregeld is in een land dan kunnen zieke mensen ook niet snel beter worden gemaakt. Vaak hebben ziekte en armoede met elkaar te maken in arme landen. Mensen die heel arm zijn, kunnen weinig of geen eten betalen en hebben vaak geen schoon drinkwater. Daardoor kunnen ze vaak sneller ziek worden.
  • Onderwijs is ook een belangrijk kenmerk van het ontwikkelingspeil. In veel arme landen hebben mensen geen geld om hun kinderen naar school te laten gaan. Mensen moeten daar vaak de school zelf betalen en is het dus niet zoals hier in Nederland. Als kinderen niet naar school gaan, blijven ze vaak analfabeet. Als je niet of heel kort naar school bent gegaan, is het vaak moeilijk om werk te vinden. En als je geen werk hebt, heb je geen geld en is er armoede.

Het ontwikkelingspeil moet je ook kunnen herkennen aan foto's.


 

 

 

 

De gebouwen zien er mooi uit en de stad is schoon. Het ontwikkelingspeil hier is goed. Het is een foto van Dubai. Dubai ligt in de Verenigde Arabische Emiraten.

Maar het kan ook anders:

 

 

 

 

 

Deze foto is gemaakt in Afghanistan. Je kunt zien dat het ontwikkelingspeil hier niet goed is.

Wat je ook nog moet kennen voor het proefwerk:

  • de begrippen uit het lesboek (klik hier).
  • de begrippen uit het basisboek (klik hier).
  • ook is het slim om de opdrachten uit je werkboek nog een keer door te lezen (klik hier).

Islamitische wereld

Deze paragraaf gaat over het verschil in rijkdom in de islamitische wereld. Maar wat is de islamitische wereld nu eigenlijk?
De islamitische wereld is een cultuurgebied in het Midden-Oosten en Noord-Afrika.
Een cultuurgebied is een gebied waar mensen wonen met dezelfde godsdienst, taal en gewoonten.
In de 7e en 8e eeuw werden grote delen van het Midden-Oosten en Noord-Afrika veroverd vanuit de stad Mekka. De meeste bewoners werden toen moslim. Dat is ook de reden dat er nu bijna alleen moslims wonen in de islamitische wereld.
Het geloof dat een hele grote rol speelt in de islamitische wereld is de islam. Bij de islam hoort de Koran. De koran is geschreven in het Arabisch. Arabisch is een heel belangrijke taal in de islamitische wereld.
Aan het dagelijks leven van mensen in de islamitische wereld is te zien dat het geloof een belangrijke rol speelt:

  • vrijdag is een islamitische rustdag
  • alcohol en varkensvlees zijn verboden

 

 

 

 

Een moslim-meisje met de Koran


Maar niet alle moslims zijn hetzelfde. In de islamitische wereld zijn er verschillende soorten moslims: zoals de soennieten en de sjiieten. Deze groepen denken anders over de islam. Vaak is er om die reden ook oorlog tussen verschillende groepen moslims.

Bijzonder in de islamitische wereld is Israël. Dit land ligt midden in de islamitische wereld, maar in Israël wonen bijna geen moslims.

Behalve een niet islamitsch land in de islamitische wereld zijn er nog meer belangrijke verschillen in de islamitische wereld zoals het ontwikkelingspeil. Je kunt de islamitische wereld verdelen in 3 groepen: rijk met olie, arm (met of zonder olie) en rijk zonder olie.

Israël

Binnen de islamitische wereld ligt een land dat anders is dan de andere landen die eromheen liggen. Dit land is Israël. 
Maar waarom is Israël anders dan de landen eromheen?

Israël is een land waar de meeste inwoners Joods zijn. Ongeveer 76% van de inwoners is Joods. Natuurlijk is dat dus een van de grote verschillen met de landen eromheen (Libanon, Syrie, Jordanië, Egypte en de Palestijnse Gebieden). Want in die landen zijn de meeste inwoners Islamitisch.

 

 


 

Joodse kinderen in Israël

In Israël spreken de mensen Hebreeuws. Hebreeuws is de taal van het Jodendom: net als Arabisch voor de Islam.
In de landen rondom Israël spreken de mensen Arabisch.

De cultuur in Israël is ook anders dan de cultuur in de landen eromheen. De cultuur in Islamitische landen is vaak te herkennen aan kleding (hoofddoeken, burka's, etc...), het grote verschil tussen mannen en vrouwen en de moskeen en minaretten die bijna overal te zien zijn. De cultuur in Israël lijkt heel erg op de westerse cultuur. Met de westerse cultuur wordt bedoeld: de cultuur in o.a. West-Europa (bv. Nederland en Duitsland), Nieuw-Zeeland, Australië en grote delen van Amerika.

Ook zijn de welvaart en de levensomstandigheden in Israël veel beter dan in de landen die eromheen liggen. Het gemiddelde inkomen van inwoners van Israël is best goed.
Maar Israël heeft wel een groot probleem: de landen in de Islamitische wereld willen geen producten kopen die gemaakt worden in Israël. Dit komt omdat moslims over het algemeen problemen hebben met Joodse mensen door het geloof. Israël moet dus proberen producten te verkopen aan bv. Europa en Amerika. 
Ook is er best vaak oorlog in Israël; omdat anderen vinden dat zij Israël mogen hebben en dat de Joodse mensen maar moeten vertrekken uit Israël.

Ontwikkelingspeil in de islamitische wereld

Het ontwikkelingspeil in de islamitische wereld is niet overal hetzelfde.
Het ontwikkelingspeil in de islamitische wereld kun je verdelen in 3 groepen:

Rijk met olie.
Koeweit, de Verenigde Arabische Emiraten en Saudi-Arabië zijn voorbeelden van landen in de islamitiche wereld die rijk zijn met olie. In deze landen wordt veel geld verdiend met de verkoop van aardolie. In deze landen zijn er veel rijke oliesjeiks: de mensen die echt veel geld verdienen aan olie. Maar er zijn ook heel veel mensen die in die landen heel hard moeten werken voor weinig geld. Zij moeten al het vieze en zware werk doen. Het gemiddelde inkomen van de rijke oliesjeiks en de hardwerkende mensen die weinig verdienen zorgt voor een gemiddeld inkomen dat gelijk is aan het gemiddeld inkomen in de meeste Europese landen.
Klik hier voor een filmpje over Koeweit.

Arm (met of zonder olie).
Niet alle landen met aardolie zijn rijke landen. Iran en Irak hebben bijvoorbeeld ook olie en ze verkopen dit ook. Toch zijn dit arme landen. Aan de ontwikkelingskenmerken is te zien dat het ontwikkelingspeil in deze landen niet zo hoog is. Veel mensen zijn er arm; wonen met veel mensen in kleine/slechte huisjes. Ook is er voor veel mensen geen geld om naar school of naar de dokter te gaan.
Klik hier voor een filmpje over Pakistan.

Rijk zonder olie.
Israël is het enige land in de islamitische wereld dat rijk is zonder olie. Dit komt omdat het ontwikkelingspeil in Israël goed is. Er zijn bijvoorbeeld weinig analfabeten in Israël.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Tekening "Verschil tussen arm en rijk", gemaakt door Pip Henzen.

Begrippen

Begrippen paragraaf 2 lesboek

Analfabeet - Iemand de niet kan lezen en schrijven (iemand die het alfabet niet kent).
Ook in Nederland zijn er mensen die analfabeet zijn; klik hier voor een filmpje.

Basisbehoefte - Iets wat iedereen nodig heeft om redelijk te kunnen leven (voedsel, huisvesting, onderwijs en gezondheidszorg).

 

 


 

 Onderwijs is een basisbehoefte

Ontwikkelingskenmerk - Iets waarvan je de ontwikkeling kunt zien, zoals bnp (bruto nationaal product) per inwoner, analfabetisme, de basisbehoefte.

 

 

 

 

 

Bnp: het bruto nationaal product

Onwikkelingspeil - Hoe arm of rijk een land is. Een land is ontwikkeld als de meeste mensen kunnen voorzien in de vier basisbehoeften.

 


 

Leven in een arm land

 

 

 

Begrippen paragraaf 2 basisboek

BNP - Bruto nationaal product. Om het bnp te berekenen, moet je weten hoeveel alle inwoners van een land samen verdienen. Dit bedrag deel je door het aantal inwoners van een land. Het bnp is dus eigenlijk het gemiddelde inkomen per inwoner van een land. Met het bnp kun je landen met elkaar vergelijken.

BBP - Bruto binnenlands product. Met het bbp druk je de totale productie van een land uit in geld. Het grote verschil met het bnp is dat er bij het bnp ook gekeken wordt naar het inkomen wat mensen verdienen die in het buitenland werken. Vaak is het bbp bijna gelijk aan het bnp.
Het bnp en bbp zijn gemiddelden. Dat kan soms een beeld geven wat niet helemaal klopt. Bv. in een rijke oliestaat als Koeweit. Het bnp is daar best hoog; dit komt omdat er veel rijke oliesjeiks wonen die veel geld verdienen met olie. Maar wat je vaak vergeet als je ziet dat een bnp hoog is, is dat er ook mensen wonen die niet veel of misschien wel geen geld hebben.

Artsendichtheid - Hoeveel mensen er gebruik moeten maken van 1 arts. Bv. per 4500 mensen is er 1 arts. Je kijkt dus of er genoeg ziekenhuizen en artsen zijn om mensen te helpen als ze ziek zijn. In een arm land is de artsendichtheid vaak laag: veel mensen moeten gebruik maken van 1 arts. Het kan dan dus zijn dat mensen heel ver moeten reizen als ze ziek zijn om naar een arts te gaan. Reizen kost geld en arme mensen hebben vaak weinig of geen geld om te reizen. Wat dus ervoor kan zorgen dat mensen die ziek zijn niet naar de dokter kunnen. Artsendichtheid heeft te maken met de basisbehoefte gezondheidszorg.

Zuigelingensterfte - Het aantal kinderen dat dood gaat voordat ze 1 jaar oud zijn. In een arm land is de zuigelingensterfte vaak hoger, omdat er weinig eten is en omdat de gezondheidszorg er niet goed is. Zuigelingensterfte heeft te maken met de basisbehoefte gezondheidszorg.

 

 

 

 

 


Als baby's dood gaan voordat ze 1 jaar oud zijn, noem je dat zuigelingensterfte


Analfabeet - Iemand de niet kan lezen en schrijven (iemand die het alfabet niet kent). Als het onderwijs in een land niet goed geregeld is, zijn er vaak meer analfabeten in een land. Analfabeten hebben te maken met de basisbehoefte onderwijs.

Basisbehoeften - Iets wat iedereen nodig heeft om redelijk te kunnen leven (voedsel, huisvesting, onderwijs en gezondheidszorg).
De begrippen zuigelingensterfte, artsendichtheid en analfabeet hebben te maken met de basisbehoeften gezondheidszorg en onderwijs. Maar er zijn nog twee basisbehoeften; voedsel en huisvesting.
Basisbehoefte voedsel: Mensen hebben eten nodig, omdat mensen energie nodig hebben. Naast energie hebben mensen ook eiwitten en vitaminen nodig. Daarom moet je goed en verschillend eten. In arme landen is er vaak niet veel geld voor voedsel en eten mensen vaak hetzelfde. Doordat ze vaak hetzelfde eten, krijgen ze niet alle voedingsstoffen die ze nodig hebben.
Basisbehoefte huisvesting: Mensen hebben een dak boven hun hoofd nodig; onderdak. Een huis moet goed en stevig zijn en je hebt ruimte nodig. Een goed huis moet ook een wc hebben en een kraan waar schoon water uit komt. Door te kijken naar hoeveel huizen in een land stromend water en een riolering hebben, weet je meer over hoe het zit met de huisvesting in een land.

 

 

 

 

Huisvesting is een basisbehoefte. De huisvesting van de mensen van wie dit huis is is niet echt goed geregeld.

Opdrachten

Opdrachten werkboek

Als huiswerk hebben we opgekregen om de volgende opdrachten van paragraaf 2 te maken:
1,2,3,4,5,7,9 en 12. Daarom hebben we ook alleen deze opdrachten op de website gezet

Opdracht 1. Lees in je lesboek de begintekst en Israël een uitzondering.
Noem vier verschillen tussen Israël en de omringende landen.

Opdracht 2. Lees Ontwikkelingspeil en bekijk de vier foto's van figuur 6.
a. Op welke twee manieren kun je ontwikkeling herkennen?
b. Hoe kun je op de foto's zien hoe het ontwikkelingspeil is: arm, rijk, of er een beetje tussenin?

Opdracht 3. Bekijk figuur 7 in je lesboek.
a. Hoe hoog is het inkomen per inwoner in Turkije?
b. Hoeveel inwoners heeft Turkije?
c. Maak in W5 een top vijf van de landen waar de mensen het meest en van de landen waar de mensen het minst verdienen. Zet erachter hoeveel het inkomen per inwoner is.

 

 

 

 

 

 

 

 

Opdracht 4. Lees in het Basisboek B173 Basiskenmerk: inkomen.
a. Over welke indicator gaat de tekst?
b. Wat betekent de afkorting BNP?
c. Waarom zegt het BNP niets over de inkomensverschillen binnen een land?
d. Waarom wordt het BNP vaak gedeeld door het aantal inwoners van een land?
e. Hoe mag je het BNP per hoofd dus ook noemen?
f. Bekijk figuur 10.4 in het Basisboek. Tot welke groep behoort Nederland: arme landen, rijke landen of tot een tussengroep?
g. Wat valt op als je die islamitische landen bekijkt? Kruis het goede antwoord aan.

  • alle landen zijn er arm
  • alle landen zijn er rijk
  • er zijn grote verschillen in rijkdom

Opdracht 5. Lees in het Basisboek B174 Basiskenmerk: basisbehoeften
a. Wat zijn de vier basisbehoeften?
b. Bij welke basisbehoeften behoren de dingen uit de eerste kolom van W6? Zet een kruisje in de juiste kolom van W6.

 

 

 

 

 

 

 

 

c. Bekijk de foto's op bladzijde 130 van het Basisboek. Bespreek met je buurman of buurvrouw welke verschillen jullie het meeste opvallen. Schrijf die verschillen op in W7.

 

 

 

 

 

 

 

 

Opdracht 7. 
a. Kleur de kaart van W9 in.

 

 

 

 

 

 

 

 

b. In welke drie landen is de zuigelingensterfte het hoogst?
c. In hoeveel landen is de zuigelingensterfte laag?
d. Wat laat deze kaart dus zien over de gezondheidszorg in de islamitische wereld?

Opdracht 9. Lees in je lesboek Het ontwikkelingspeil: drie gezichten
a. Schrijf in W10 de drie gezichten in de eerste kolom.

 

 

 

 

 

 

 

 

b. Schrijf op beide invullijnen drie voorbeelden van landen die erbij horen.

Opdracht 12. 
Ga naar De Geo-online en maak de uittreksels van B173 en B174 en print ze uit.
 


 

 

 

 

 

Extra opdrachten/toetsvragen

Vraag 1.

Bekijk de foto hierboven. Kun je iets vertellen over het onwtikkelingspeil van de omgeving waarin deze meneer leeft?

Vraag 2.

Bekijk de foto hierboven. Kun je iets vertellen over het ontwikkelingspeil van de omgeving waarin deze mensen leven?

Vraag 3.

Stel je gaat naar een land waar het ontwikkelingspeil laag is. Hoe zou je mensen die daar wonen kunnen helpen?

Vraag 4.

In welke 3 groepen kun je de islamitische wereld verdelen als het gaat om rijkdom/armoede?

Vraag 5.

Welk landen valt op als je kijkt naar de landen van de islamitische wereld? En waarom valt dit land op?

Voor het beantwoorden van vraag 6,7 en 8 moet je eerst een filmpje bekijken - klik hier.

Vraag 6.

Naar welke kant is de voorkant van de moskee gericht?

Vraag 7.

Wat is de belangrijkste dag om te bidden voor moslims?

Vraag 8.

In welke taal is de Koran geschreven?

 

 

Opdrachten Topografie

Vraag 1.

Hierboven zie je een kaart van de islamitische wereld. Geef per nummer (1 t/m 19) aan om welk land het gaat.

Vraag 2.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Hierboven zie je een kaart van de Israël. Geef per nummer (1 t/m 6) aan wat het is.

Antwoorden opdrachten werkboek

Antwoord opdracht 1.

  1. Ze zijn joods in Israël
  2. Ze spreken Hebreeuws in Israël
  3. Leefomstandigheden verschillen
  4. De cultuur in Israël lijkt op de westerse cultuur

Antwoord opdracht 2a.

  1. Door goed om je heen te kijken
  2. Je kunt armoede en rijkdom ook meten in getallen

Antwoord opdracht 2b.

  • Foto A: arm, huizen zijn kapot
  • Foto B: rijk, mensen hebben mooie kleren aan, alles ziet er netjes uit
  • Foto C: arm, simpel marktje
  • Foto D: rijk, het ziet er verzorgd en mooi uit

Antwoord opdracht 3a.

Ongeveer 8000 euro

Antwoord opdracht 3b.

Ongeveer 80 miljoen

Antwoord opdracht 3c.

 

 

 

 

 

 

 

 

Antwoord opdracht 4a.

inkomen

Antwoord opdracht 4b.

Bruto Nationaal Product

Antwoord opdracht 4c.

omdat het een gemiddelde is

Antwoord opdracht 4d.

om landen met elkaar te kunnen vergelijken

Antwoord opdracht 4e.

inkomen per hoofd

Antwoord opdracht 4f.

Nederland hoort bij de rijke landen

Antwoord opdracht 4g.

  • Er zijn grote verschillen in rijkdom

Antwoord opdracht 5a.

  1. voedsel
  2. huisvesting
  3. onderwijs
  4. gezondheidszorg

Antwoord opdracht 5b.

 

 

 

 

 

 

 

 

Antwoord opdracht 5c.

 

 

 

 

 

 

 

 

Antwoord opdracht 7a.

 

 

 

 

 

 

 

 

Antwoord opdracht 7b.

Jemen, Afghanistan en Irak

Antwoord opdracht 7c.

in 8 landen

Antwoord opdracht 7d.

dat er grote verschillen zijn

Antwoord opdracht 9.

 

 

 

 

 

 

 

 

Antwoord opdracht 12.

Voor deze website hebben we al een soort van samenvatting van de begrippen van B173 en B174 van het basisboek gemaakt. Deze samenvatting willen we ook gebruiken als antwoord op deze vraag. Klik hier voor de samenvatting.

Antwoorden extra opdrachten/toetsvragen

Antwoord vraag 1.

Deze meneer leeft in rijkdom. Hij heeft mooie kleren aan en is in een mooie kamer. De meneer leest de krant, dus hij is geen analfabeet. De meneer ziet er gezond uit. En het ziet er schoon uit.

Antwoord vraag 2.

Deze mensen leven in armoede. Ze zien er niet netjes en niet schoon uit en ze hebben oude kleren aan. De mensen zien er ook een beetje verdrietig uit.

Antwoord vraag 3.

Je zou de mensen kunnen helpen door een school voor de kinderen te bouwen en zorgen dat er boeken zijn voor de kinderen. Soms hebben mensen niet eens schoon drinkwater en moeten ze water halen uit een rivier. Je kunt dan een waterput maken voor de mensen, daar kunnen ze schoon drinkwater uit halen. Je kunt ook zorgen voor dokters in de buurt. Dat je bijvoorbeeld uit Nederland een paar dokters mee neemt die voor het goede doel een tijdje in een arm land mensen willen helpen. De dokters kunnen de mensen daar leren hoe ze beter voor zichzelf kunnen zorgen. Soms hebben mensen geen huizen. Je kunt de mensen dan helpen met het bouwen van een huisje.

Antwoord vraag 4.

  1. Rijk met olie
  2. Arm (met of zonder olie)
  3. Rijk zonder olie

Antwoord vraag 5.

Israël. Het valt op omdat het een land is met een andere godsdienst en een andere taal dan de landen die eromheen liggen. Ook is de cultuur er anders en de welvaart en de leefomstandigheden.

Antwoord vraag 6.

De voorkant van de moskee is naar de stad Mekka gericht.

Antwoord vraag 7.

De vrijdag is de belangrijkste dag om te bidden voor moslims.

Antwoord vraag 8.

De Koran is in het Arabisch geschreven.

Antwoorden opdrachten topografie

Antwoord vraag 1.

  1. Marokko
  2. Algerije
  3. Tunesië
  4. Libië
  5. Egypte
  6. Israël
  7. Libanon
  8. Jordanië
  9. Syrië
  10. Irak
  11. Turkije
  12. Iran
  13. Koeweit
  14. Pakistan
  15. Saudi-Arabië
  16. Jemen
  17. Oman
  18. Verenigde Arabische Emiraten
  19. Katar

Antwoord vraag 2.

  1. Nazareth
  2. Jeruzalem
  3. Dode Zee
  4. Gazastrook
  5. Middellandse Zee
  6. Egypte

Extra

Sleepspel

  • Het arrangement Paragraaf 2 Arm en rijk in de islamitische wereld is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    onbekend Demir
    Laatst gewijzigd
    2014-01-31 15:52:27
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 3.0 Nederlands licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    Voor developers

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.