Dwars door Europa

Dwars door Europa

Introductie Dwars door Europa

Introductie

 

In het thema Dwars door Europa gaan we een aantal Europese landen bezoeken die in de geschiedenis van Nederland een belangrijk rol hebben gespeeld. Bij het bespreken van de verschillende landen wordt er gekeken naar geschiedkundige, aardrijkskundige en economische achtergronden. Je komt in aanraking met Griekenland, Italië, Noorwegen, Spanje, Turkije, Engeland, Frankrijk, België, Duitsland en Polen

 

Geschiedenis

Van elk land zul je in een zelf te maken tijdbalk moeten aangeven wanneer dit land betrokken was in de Nederlandse geschiedenis. In de legenda zal je in een paar zinnen een toelichting moeten geven over de gebeurtenissen in deze periode. Meer informatie krijg je bij de eindopdracht geschiedenis. Kijk op de planner wanneer de opdracht ingeleverd moet worden. In de planner kun je ook terugvinden dat deze opdracht nog verder wordt uitgelegd.

Per land zullen een aantal historische gebeurtenissen worden behandeld die je wellicht nog zult herkennen uit het thema ‘de tien tijdvakken’. De gebeurtenissen en personen zijn een voorbereiding voor geschiedenis leerjaar 3 en 4.

 

Aardrijkskunde

Vanuit het vak aardrijkskunde worden onderwerpen als toerisme, water en milieu behandeld. Dit zijn ook onderwerpen die in leerjaar 3 en 4 veelvuldig aan de orde komen. Je krijgt nu dus de kans om alvast kennis te maken met deze begrippen. Aan het einde van de tocht door Europa zal je dus een begrippenlijst moeten maken/ leren rondom de thema’s toerisme, water en milieu. Na het proefwerk zal er nog een praktische opdracht komen dat gaat over de verschillende richtingen en afstanden van de verschillende hoofdsteden.

 

Economie

Europa wordt nu vaak verward met de EU. De Europese Unie is een samenwerkingsverband tussen verschillende Europese landen. Toch zijn niet alle landen in Europa lid van deze EU. Om te kunnen handelen heb je te maken met wisselkoersen en verschillende regels. Je krijgt te maken met protectionisme, vrijhandel en de invoering van de euro. Je krijgt een overhoring rondom het rekenen met vreemde valuta. Noteer de datum van de overhoring in je agenda. De datum kun je op de planner terugvinden. Aangezien veel leeringen dit een moeilijk onderdeel vinden is er een extra oefenles ingepland.

 

Griekenland

Introductie

 

 Hoofdstad

 Athene (800.000 inwoners)

 Inwoners

 10.300.000

 Valuta

 Euro

 Lid EU

 Sinds 1981

 Religie

 Grieks-orthodox

 Oppervlakte

 132.000 km² (3,5x zo groot als Nederland)

 Heesch - Athene

 2.088 kilometer

 

 

 

 

 

 

 

 

 

De oude grieken

histoclips: oude grieken

http://members.home.nl/keesdebrouwer/grieken.htm

Geschiedenis

Op dit moment is Griekenland vooral in het nieuws als het land met de economische crisis. De Griekse overheid wil meer geld uitgeven dan dat er binnen komt. De Grieken betalen in verhouding weinig belasting en ontvangen al op ‘jonge’ leeftijd een ouderdomsuitkering. De Europese Unie helpt Griekenland met het op orde brengen van het financiële beleid. Deze maatregelen zijn uiteraard niet populair bij de Griekse burgers.

Griekenland staat verder bekend als het land van de mythen en sagen. Je hebt vast wel gehoord van namen als Achilles, Zeus, Pandoras, Aphrodite, Poseidon en Heracles. Je komt ze tegen als namen van sportverenigingen, winkels en spreekwoorden. Belangrijke wetenschappers en filosofen kwamen uit het oude Griekenland. Namen als Plato, Aristoteles, Archimedes en Pythagoras kun je nu nog steeds tegenkomen.

Een historisch belangrijk sportief evenement is ontstaan in Griekenland. De huidige Olympische Spelen komen voort uit de hardloopwedstrijden die al 776 jaar voor Christus werden gehouden in Olympia. Olympia was een plek waar veel tempels en standbeelden stonden. Een van de zeven klassieke wereldwonderen, een 12 meter hoog beeld van Zeus, is de bekendste. Als winnaar van de spelen, kreeg je naast een olijfkrans ook veel aanzien. De eerste Olympische Spelen zoals we die nu nog kennen, was in 1896 in Athene. De spelen worden elke vier jaar gehouden. 

opdracht 1

Zoek op Wikipedia naar de bekende Griekse wetenschappers. Verbind de juiste omschrijving aan de wetenschapper.

 

a          Plato

nauwkeurige benadering van Pie

b          Aristoteles

alles wat we doen is niet perfect, toch gaan we uit van perfectie

c          Archimedes

voortdurende drang om de waarheid te beschrijven

d          Pythagoras

alles bestaat uit verhoudingen van getallen

 

opdracht 2

Zoek op wikipedia naar de bekende Griekse goden. Verbind de juiste omschrijving aan de Griekse God.

 

a          Achilles           

Held uit de Trojaanse Oorlog, alleen kwetsbaar op de plek waar zijn moeder hem vasthield in Styx.

b          Aphrodite

God van de zee, vaak afgebeeld met een drietand.

c          Heracles

Godin van de liefde, vruchtbaarheid en schoonheid

d          Pandoras

Oppergod van de donder en bliksem die heerst van de berg Olympus

e          Poseidon

Opende een vat omdat ze haar nieuwsgierigheid niet kon bedwingen.

f           Zeus   

Door kracht en slimheid kon hij 12 moeilijke opdrachten vervullen.

 

 

opdracht 3

Het hardlopen is altijd een onderdeel geweest van de Olympische Spelen. Open de hyperlink onder het standbeeld van Zeus. Bekijk het filmpje en geef aan of onderstaande stellingen juist of onjuist zijn.

a          Vroeger was meedoen al belangrijker dan winnen.

b          Nog belangrijker dan winnen was het onsterfelijk maken van je naam.

c          Zeus was de winnaar van de eerste Olympische Spelen.

d          Niké is de Godin van de overwinning.

e          De Olympische Spelen worden om de vier jaar gehouden.

f           Iedereen kon, na een medische keuring aan de Olympische Spelen deelnemen.

g          Als er een oorlog was tijdens de Olympische Spelen dan was er een wapenstilstand van drie maanden.

 

 

 

opdracht 4

Kies een van de in de tekst genoemde Griekse goden en beschrijf deze God in minimaal 80 en maximaal 120 woorden. Het moet een eigen tekst zijn over de gekozen God. Zoek ook een afbeelding van deze God. De volgende onderdelen moeten in je tekst terugkomen. De ouders van de God, de partner, kinderen en waarom deze God belangrijk was voor de Grieken. Benoem ook een bijzonderheid over deze God over hoe wij deze naam nog dagelijks tegen kunnen komen.

 

De Grieken stonden in de oudheid bekend om het strijdlust. Ze vonden het heel normaal om oorlogen te voeren. De bekendste koning was Alexander de Grote. Deze in Macedonië geboren krijgsheer wordt nog steeds gezien als een van de meest succesvolle bevelhebbers. In 334 voor Christus begon hij zijn veldtochten. Na tien jaar oorlog voeren, was het rijk van Alexander de Grote meer dan 4000 kilometer lang. De tactische meesterzetten in oorlogsvoering, aanleg van wegen en steden en het gebruik van verhalen over zijn gruwelijkheden maakte zijn naam onsterfelijk.

 

Opdracht 5

Gebruik een atlas om de landen te achterhalen die door Alexander de Grote werden veroverd. Onder welke namen kennen we nu de (gedeeltelijk) veroverde landen?

veroveringen Alexander de Grote

Aardrijkskunde

Griekenland is, mede dankzij de vele eilanden en rijke historie een geliefd vakantieland. Het toerisme is dan ook een belangrijke inkomstenbron van land. Bekijk het promotiefilmpje via de hyperlink onder het plaatje hiernaast. Athene is de hoofdstuk van Griekenland. De stad heeft ruim drie miljoen inwoners. Deze inwoners veroorzaken met hun auto’s voor veel luchtvervuiling in de stad. In de zomermaanden hebben ze dan ook veel last van smog.

Griekenland zonvakanties

Balkan

Opdracht 6

Griekenland behoort tot een van de Balkanlanden.

Wat betekent het woord Balkan?

 

 

Opdracht 7

Vruchtbare grond is in Griekenland moeilijk te vinden. De rotsachtige grond heeft maar een dun laagje vruchtbare grond. Deze gaat bij een gebrek aan begroeiing verloren door regen en wind.

Hoe noem je het onvruchtbaar worden van land omdat deze verloren raakt door regen en wind?

 

 

Dankzij verschillende televisieprogramma’s komen verschillende Griekse eilanden regelmatig in het nieuws. In 2010 komt O, O, Cherso voor het eerst op televisie. De titel is een combinatie van het lied O, O, Den Haag en het vakantiestadje Chersonissos op het eiland Kreta. Naast Kreta zijn ook Rhodos, Thessaloniki, Kos en Corfu populaire bestemmingen voor strandvakanties. Voor de echte culturele uitstapjes zul je op het vaste land moeten zijn in de omgeving van Olympia. De grootste groep toeristen komen uit Duitsland, gevolgd door Engeland. In Griekenland worden ongeveer 500.000 Nederlandse toeristen ontvangen. De jongeren vind je vooral in de buurt van Starbeach op Kreta. 

 

Opdracht 8

De luchthavens Athene en Thessaloniki bevinden zich op het vaste land van Griekenland.

Bereken het aandeel van deze luchthavens van het totaal aantal toeristen dat per vliegtuig Griekenland bezoekt.

 

Opdracht 9

Naast het vliegtuig zijn er meerdere mogelijkheden om Griekenland te bezoeken.

Noem nog drie mogelijkheden waarmee je naar Griekenland kunt reizen?

Economie

Griekenland komt regelmatig in het nieuws met de economische crisis. Griekenland is sinds 1981 lid van de Europese Unie en een van de 12 landen die in 2002 de euro als wettig betaalmiddel hebben ingevoerd. Om de euro geloofwaardig te houden, zal Europa een oude vriend altijd willen helpen. De Europese Commissie heeft steun toegezegd aan het noodlijdende Griekenland. Om de steun te ontvangen moet Griekenland drastische veranderingen doorvoeren. In de media kun je lezen dat Griekenland failliet zal gaan. Op dat moment is de overheid niet meer in stand de lonen en renteverplichtingen te betalen. De overheid zal dan grond en gebouwen moeten afstaan aan schuldeisers.

 

 

Opdracht 10

Ongeveer 15% van het totale inkomen van Griekenland wordt verdiend via het toerisme. Het totale inkomen van Griekenland was in 2011 € 233 miljard.

Hoeveel euro werd er in 2011 aan toerisme verdiend?

 

Opdracht 11

Naast het toerisme is de scheepvaart de belangrijkste inkomstenbron van Griekenland.  Dit heeft vooral te maken met het zeer gunstige belastingklimaat voor de reders (scheepvaartmaatschappijen).

De Griekse reders hebben in totaal 3075 schepen. Dit is 17,5% van totale wereldcapaciteit.

Bereken de totale wereldcapaciteit. Rond je antwoord af op hele schepen.

 

Opdracht 12

Europa verplicht Griekenland veel te bezuinigen en de belastingen te verhogen. De Griekse overheid wil de belasting voor de rederijen niet verhogen.

Wat is het gevaar voor Griekenland als de rederijen te maken krijgen met hoge belastingen?

Test jezelf

Toets: Test jezelf

Start

Italië

Introductie

 

 Hoofdstad

 Rome (2,7 miljoen inwoners)

 Inwoners

 61.482.297

 Valuta

 euro

 Lid EU

 sinds 1957 (jaar van oprichting)

 Religie

 90% Rooms-katholiek

 Oppervlakte

 301.336 km²  (7,25x zo groot als Nederland)

 Heesch - Rome

 1.214 kilometer

 

 

 

 

 

 

 

 

http://www.ntr.nl/player?id=15012020&ssid=269

Geschiedenis

Als je het nieuws een beetje volgt dan kom je regelmatig de naam Silvio Berlusconi tegen. Deze Italiaanse zakenman is eigenaar van verschillende media. Hij is negen jaar de president geweest van Italië. Hiermee is hij de langst zittende president sinds de tweede wereldoorlog. Nu is hij regelmatig in opspraak wegens machtsmisbruik en corruptie. Tevens is hij eigenaar (geweest) van voetbalclub AC Milan.

 

opdracht 1

Wat versta je onder het woord media?

De Romeinen zijn sinds 47 voor Christus ruim 400 jaar in ons land de baas geweest. Dankzij hun aanwezigheid hebben we hier veel uitvindingen en producten gekregen. In Nederland liep de grens tot aan de Rijn. De grens is bewust gekozen omdat deze goed te verdedigen is. Verder bleek een rivier ideaal voor het vervoeren van (zware) spullen. De Romeinen verbeterden de Griekse ideeën en zorgden in heel Europa voor wegen en bruggen.

 

opdracht 2

Noem tien producten die dankzij de Romeinen in ons land terecht zijn gekomen.

 

opdracht 3

Gebruik de kaart en geef aan hoe het Romeinse Rijk er uit heeft gezien.

 

In de geschiedenis van het Romeinse Rijk zijn er een aantal grote keizers geweest. De naam keizer is afgeleid van de eerste heerser Julius Ceasar. De C wordt door de Italianen als K uitgesproken. Je kent zijn naam wellicht uit de Astrix en Obelix stripboeken. Hij had veel macht en had een affaire met de Egyptische koningin Cleopatra. Naast politus, generaal en schrijver bracht hij ook nieuwe technieken in omloop. Hij zorgde voor onze huidige kalender en voor geheimschriften (het Ceasarcijfer). Hij was populair bij het volk dankzij het organiseren van wrede gladiatorspelen in het Colosseum. Via het testament werd hij na zijn dood een volksheld.

 

opdracht 4

Gebruik de hyperlink om de ROT13 code op te lossen. ROT is een afkorting van Caesarrotatie van letters in het alfabet.

QRMR GRXFG VF TBFQ BAGPVWSREQ

 

opdracht 5

Hoewel het gebruik van een geheimschrift best handig kan zijn, was het in de meeste gevallen niet echt nuttig. Waarom waren de codes niet echt nodig?

A         Ceasar kon ook gewoon Egyptische tekens gebruiken, dat was veel sneller.

B         De Ceasarcode was eenvoudig te kraken.

C         De meeste mensen konden niet lezen of schrijven.

D         Een aantal letters komen helemaal niet voor in het Romeinse alfabet.

 

opdracht 6

De meeste soldaten van het Romeinse leger waren niet eens Romeinen. Veel volken sloten zich aan bij het Romeinse legioen. Het geloof speelde in die tijd een belangrijke rol. Welke beloning werden de soldaten in het vooruitzicht gesteld als zij hun diensttijd voor de Romeinse keizer wilde vervullen?

 

opdracht 7

Welk ‘aards’ risico liepen de soldaten die weigerde te vechten/ werken voor de Romeinse keizer?

 

opdracht 8

Voor veel mensen in Nederland veranderde er weinig. Rome was immers ver weg en er werd nauwelijks gereisd. Het contact met de Romeinse overheersers liep via het leger. Dit waren vaak geen Romeinen. Rondom de legerplaatsen kwamen nederzettingen om zo gemakkelijk handel te kunnen drijven. Nederland heeft twee echte Romeinse steden. Over welke twee steden gaat het?

Het Romeinse Rijk

Aardrijkskunde

Italië is duidelijk herkenbaar aan zijn karakteristieke vorm; de laars. Het land is echter duidelijk geografisch en economisch verscheurd. Het vruchtbare noorden en het dorren  zuiden. Vanuit het noorden is de rest van Europa goed te bereiken. Dit betekent veel handelsmogelijkheden waardoor de kennis en rijkdom toeneemt. Het zuiden zit met lange droge periode en is omsloten door water. Zij zijn daardoor snel aangewezen op het noordelijk deel van het land. Het huidige Italie bestaat pas sinds 1861. Over de onderhandelingen tussen de verschillende bevolkingsgroepen werd 46 jaar lang gedaan. San Marino en Monaco wilde zelfstandig blijven en het de katholieke Vaticaanstad wilde de eigen grenzen bewaken. Ook nu nog is de politiek verdeeld over noord en zuid. Het noorden vindt dat ze het zuiden niet meer moeten helpen. Het zuiden vindt dat de noordelingen alle macht toe-eigenen en alleen maar beslissingen nemen die voor het noorden gunstig zijn.

 

Noord-Italië

 

opdracht 9

Zoek in een atlas de belangrijkste steden van Noord-Italië. Maak een top 3 naar inwonersaantal en een top 3 van historisch economisch belang (industriële driehoek).

 

opdracht 10

In het Noorden van Italie vind je naast de bergen (Alpen en Dolomieten) een vruchtbaar dal. Deze vlakte ontvangt het water van de bergen en vervoert dit naar de Adriatische Zee. Onder welke naam kennen we deze vlakte in Noord-italie?

A         Apennijns Schiereiland

B         Po-vlakte

C         Piëmont

D         Gardaland

 

 

opdracht 11

Zoek van de niet gekozen antwoordmogelijkheden een korte beschrijving op internet. De woorden hebben allemaal te maken met Italië.

 

 

 

Midden-Italië

Het midden van Italië hoort de verbinding te zijn tussen het rijke noorden en het arme westen. Het is niet voor niets dat de stad Rome is verkozen tot hoofdstad. Economisch gezien zou er wellicht een andere stad beter zijn geweest. Nu is Rome uitgegroeid tot een miljoenenstad van waaruit de regering het beleid bepaald. De stad trekt, mede door de historische bouwwerken, jaarlijks miljoenen toeristen naar Italië. Dankzij de vele toeristische uitgaven is de stad in staat de belangrijke gebouwen te onderhouden en te bewaren voor een volgende generatie.

 

opdracht 12

Rome is een stad vol historische verhalen. Een van deze verhalen gaat over de oprichters van de stad. De Romeinen hadden voor de bouw van een stad een helder plan. Je moet zorgen voor een goede infrastructuur. Wat werd door de Romeinen als basis gezien voor de bouw van een stad? 

 

opdracht 13

Welke historische bouwwerken zie je op onderstaande afbeeldingen.  Gebruik eventueel deze link. Kies uit onderstaande woorden:  Engelenbrug, Forum Romanum, Colloseum, Pantheon

1                            2

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 3                           4

 

 

 

 

 

 

opdracht 14

In het jaar 79 na Chr., in de tijd dat het Romeinse Rijk in haar volste bloei was,  veranderde de vredige Vesuvius in een moordenaar. 

a         Wie/ wat is Vesuvius?

b         Wie/ wat is er vermoord?

c         Hoeveel slachtoffers waren er?

 

Zuid-Italië

 

Het zuiden van Italië is het arme gedeelte. Door de droogte is de productiviteit in de landbouw laag. De overheid heeft geprobeerd de landbouw te moderniseren. Door te werken met machines zou de productiviteit moeten gaan stijgen. Keerzijde was wel dat er hierdoor juist meer werkloosheid (armoede) ging ontstaan. Later is de overheid begonnen met het stimuleren van grote bedrijven om zich in het zuiden te gaan vestigen. Deze bedrijven zitten in een economisch slechte omgeving. Personeel is nauwelijks opgeleid en de mensen hebben te weinig geld om veel spullen te kunnen kopen. De bedrijven kunnen alleen maar bestaan dankzij steun van de overheid. De aanwezigheid van de Maffia en trage/ corrupte werking van ambtenaren zorgen ook niet voor enige vooruitgang.

opdracht 15

Zuid-Italië staat bekend om het ontstaan van de maffia. Zowel op het eiland Sicilië als in de stad Napels en Calabria. 

a          Waar is de Maffia ontstaan?

b          Hoe wordt je lid van de Maffia?   

c          Wat is pizzo en hoe werkt dit?

d          Dankzij de omerta is het voor de politie moeilijk grip te krijgen op de Maffia. Wat is de omerta?

e          Mussolini wilde een einde maken aan de Maffia praktijken. Hoe probeerde veel Maffiosi aan de wil van      Mussolini te ontsnappen?

f           De bekendste Maffia film heet the godfather. Wat is een godfather?

Economie

In de oudheid was het de gewoonte om spullen met elkaar te ruilen. In de tijd van de romeinen kregen de soldaten betaald met zout. Later gingen ze munten en bankbiljetten gebruiken. Het gebruik van geld maakt de handel gemakkelijker. Het voordeel van het gebruik van geld is dat het niet kan bederven, gemakkelijk mee te ruilen is en je er ook mee kunt rekenen. Geld heeft dus drie verschillende functies: spaarmiddel, ruilmiddel en rekenmiddel. 

opdracht 16

Geef van onderstaande voorbeelden aan om welke functie van geld het gaat.

a          Je stort maandelijks een deel van je zakgeld op je bankrekening om straks een spelcomputer te kunnen gaan kopen.

b          Je ziet in een reclamefolder een spelcomputer met twee spellen voor € 499

c          Je koopt in de pauze een bekertje soep.

 

 

Het ruilen van goederen of diensten tegen andere goederen of diensten noem je directe ruil. Zodra je geld gaat gebruiken als tussenstapje dan spreek je van indirecte ruil.

 

 

opdracht 17

Vul in onderstaande zin het juiste woord in. Kies uit: indirecte ruil, directe ruil

De romeinse soldaten kregen in ruil voor hun werk een zakje zout. Dit is een voorbeeld van …

Toen meneer Seelen in Rome was kocht hij voor € 6 een pizza. Dit is een voorbeeld van …

 

opdracht 18

Neem onderstaand schema over en vul de woorden op de juiste plek in:

munten, bankbiljetten, giraal geld, chartaal geld, totale geldhoeveelheid

 

 

 

 

 

 

 

opdracht 19

Steeds meer bedrijven zien graag dat hun klanten met giraal geld betalen. Bij veel pompstations kun je niet eens meer met contant geld betalen. Waarom zullen de pomphouders blij zijn dat de mensen met de pinpas betalen ipv chartaal geld?

 

opdracht 20

Bij supermarkten kun je nog steeds kiezen of je chartaal of giraal wilt betalen. Noem naast de veiligheid (minder kans op overvallen) twee andere redenen waarom supermarkten graag zien dat mensen met een bankpas betalen?

 

 

Test jezelf

Toets: Test jezelf

Start

Noorwegen

Introductie

Hoofdstad

Olso (613.000 inwoners)

Inwoners

5.063.709

Valuta

Noorse kroon (NOK 100 = € 12,15)

Lid EU

Niet

Religie

Lutheranisme

Oppervlakte

323.787 km²(8x zo groot als Nederland)

Heesch - Oslo

967 kilometer

 

 

 

 

 

 

 

 

Geschiedenis

De Vikingen waren als plunderaars en overvallers tussen grofweg de jaren 789 en 1100 de schrik van Europa en omstreken. Ze behoorden tot de Noormannen, een noordelijke tak van de Germanen en woonden oorspronkelijk in Scandinavië. Hun godsdienst, dagelijkse leven, cultuur en mythologie kwamen grotendeels met die van de overige Germanen van Europa overeen. Dezen waren echter inmiddels grotendeels christelijk geworden en ze hadden veel cultuur overgenomen van de voormalige 'Romeinen'

 

opdracht 1

Werk de hele webpagina over de Vikingen door en beantwoord de vragen.

opdracht 2

a          Uit welke huidige landen kwamen de Vikingen?

b          Wat is een drakkar?

c          Wat is de bekendste Nederlandse plaats waar de Vikingen geweest zijn?

d          Wat bedoelen de Vikingen met Walhalla?

 

opdracht 3

Schrijf je naam volgens het runnen-alfabet. Maak hierbij gebruik van de Engelstalige link onder het kopje ‘schrift’.

 

opdracht 4

Wat betekende de aanwezigheid van de Noormannen in Nederland. 

Aardrijkskunde

Noorwegen is een land dat deel uit maakt van Scandinavië. Noorwegen heeft een kustlijn van ruim 25.000 kilometer en staat bekend om zijn fjorden. Er zijn vele kleinen eilanden voor de kust te vinden. Noorwegen is door het Scandinavisch Hoogland heuvelachtig te noemen. De hoogste bergen zijn bijna 2500 meter hoog. Je kunt er ook de grootste gletsjers van Europa vinden. Dankzij de ligging aan de Atlantische Oceaan profiteer Noorwegen van de warme Golfstroom. Hierdoor hebben ze weinig last van bevroren wateren langs de kust. Dit maakt de scheepvaart tot een belangrijk vervoersmiddel voor transport. Dankzij de gletsjers is Noorwegen niet aangewezen op fossiele brandstoffen. Aardolie en aardgas zijn aanwezig maar  door snelle rivieren is hydro-elektrische energie mogelijk.

 

opdracht 5

a          Wat zijn fjorden?

b          Welke type mensen zullen kiezen voor een vakantie in Noorwegen?

c          Wat was het primaire doel van een vaste vaardienst langs de kust?

d          Wat is een gletsjer?

e          Wat is hydro-elektrische energie?

 

Het verschil tussen groene stroom en grijze stroom is de manier waarop de energie is opgewekt. Groene stroom is milieuvriendelijk. Want groene stroom wordt gemaakt uit energiebronnen die nooit opraken. Bijvoorbeeld zon, wind, waterkracht en biomassa. Biomassa is een verzamelterm voor hout, afval en diermeel. Je kunt hier energie uit halen door het te verbranden. Grijze stroom is niet milieuvriendelijk. Je kunt het verdelen in twee groepen: Energie die is gemaakt uit energiebronnen die kunnen opraken. Bijvoorbeeld gas en steenkool. Als je hier elektriciteit van maakt, ontstaan er broeikasgassen. Deze gassen zijn slecht voor het milieu. Kernenergie is slecht voor het milieu omdat er schadelijk afval ontstaat als je deze energie maakt.

Veel mensen willen kunnen kiezen hoe hun elektriciteit is opgewekt: milieuvriendelijk of niet. Daarom is er in Nederland een systeem gemaakt waarin je milieuvriendelijk opgewekte stroom als apart product kunt kopen. Dit noemen we groene stroom. Groene stroom is wat duurder dan grijze stroom. De overheid wil stimuleren dat mensen groene stroom gebruiken, daarom geven ze subsidie op groene stroom. Hierdoor is er geen prijsverschil voor de consument.

 

opdracht 6

Wat is het grote (economische) voordeel voor de milieuvriendelijke manier van energie opwekken en het gebruik van de traditionele manier via steenkolen/ aardolie/ aardgas.

 

opdracht 7

Geef van onderstaande energiebronnen of deze onder groene of grijze stroom behoren

a         energie opgewekt met zonnepanelen

b         energie opgewekt door kernsplitsing

c         energie opgewekt door verbranding afval

d         energie opgewekt door een stuwmeer

 

opdracht 8

Door de klimaatveranderingen op aarde zullen de gletsjers verdwijnen. Welke twee invloeden hebben hier mee te maken. 

Economie

Noorwegen is geen lid van de Europese Unie en kan daarom ook geen euro gebruiken als wettig betaalmiddel. In de begin jaren van de EU hielt Frankrijk een Noors lidmaatschap tegen. Later gaf de bevolking van Noorwegen via een referendum te kennen, geen lid te willen worden. Nu is Noorwegen via andere samenwerkingsverbanden wel nauw betrokken bij Europa. Mocht Noorwegen alsnog lid willen worden, dan zijn ze van harte welkom.

 

opdracht 9

Jij bent als deskundige gevraagd om de Noorse regering te adviseren over de eventuele toetreding tot de EU. Geef in je advies aan of Noorwegen wel of geen lid moet worden en geef hierbij drie argumenten waarom je dit advies wil geven.

 

Omdat niet alle landen dezelfde munt hebben, zul je soms moeten wisselen. De bank heeft verkooplijstjes gemaakt. Hierop staat wat je moet betalen om een buitenlandse munt te kopen. Ook staat er wat je terugkrijgt als je buitenlandse munten wil inwisselen. De lijstjes zijn door de bank gemaakt. Als er staat verkoopkoers, dan betekent dat, dat de bank verkoopt, jij koopt dus. Als er staat aankoopkoers, dan koopt de bank en ben jij dus de verkoper. De aankoopkoers is altijd lager dan de verkoopkoers. Op deze manier maakt de bank dus winst in de handel met vreemde valuta.

 

koerslijst                                           

                                                     aankoopkoers  verkoopkoers

  Amerikaanse dollar (USD)                 € 0,63              € 0,66

  Engelse pond (GBP)                          € 0,87              € 0,93

  Canadese dollar (CAD)                     € 0,62              € 0,67

  Noorse Kroon (NKR)                          € 0,11              € 0,13

 

 

Gebruik voor de opgaven 10 t/m 17 de koerslijst.

Opgave 10

Hoeveel moet je betalen als je 75 Canadese dollar wil kopen?

 

Opgave 11

Hoeveel moet je betalen als je 2.500 Engelse pond wil hebben?

 

Opgave 12

Via internet wil je een dvd kopen voor 30 USD. Wat kost deze cd in euro?

 

Opgave 13

Je hebt van je oudtante uit Miami 70 Amerikaanse dollar gekregen. Hoeveel krijg je hiervoor bij de bank?

 

Opgave 14

Terug van een vakantie naar Amerika lever je 280 Amerikaanse dollar in bij de bank. Hoeveel krijg je hiervoor terug?

 

Opgave 15

Hoeveel Engelse Pond krijg je voor € 100?

 

Opgave 16

Hoeveel Amerikaanse dollar krijg je voor € 1.750?

 

Opgave 17

Meneer en mevrouw Seelen willen een weekend naar Oslo. In Nederland wisselen ze € 250 om naar Noorse Kroon. Na het weekend hebben ze nog  350 Noorse kroon over. Deze worden weer ingewisseld naar euro.

a          Hoeveel Noorse Kronen krijgen meneer en mevrouw Seelen voor € 250?

b          Hoeveel euro krijgen ze terug voor NKR 650?

c          Hoeveel heeft het weekendje gekost?

 

Test jezelf

Toets: Test jezelf

Start

Spanje

Introductie

Hoofdstad

Madrid (3,3 miljoen inwoners)

Inwoners

5.063.709

Valuta

Euro

Lid EU

1986

Religie

70% Rooms-katholiek

Oppervlakte

505.992 km² (12,3 x zo groot als Nederland)

Heesch - Madrid

1.445 kilometer

Geschiedenis

Spanje werd een wereldmacht onder de Habsburgers (1504-1700) en de Bourbons (1700-1868). Het Spaanse rijk strekte zich over de hele wereld uit. Keizer Karel V heerste over de Nederlanden. Bij Karels troonsafstand in 1556 werd het rijk verdeeld tussen zijn zoon Filips (Spanje plus koloniën en de Nederlanden) en zijn broer Ferdinand (Oostenrijk en het keizerschap). In deze tijd sloten in Spanje het koningshuis en de Rooms-katholieke Kerk een nauw verbond tot onderdrukking van afwijkingen op kerkelijke en politiek gebied.

Filips II is streng katholiek en verbied alle andere vormen van godsdienst. Het arme volk komt in opstand tegen de rijke kerk. In 1566 komt dit tot uitbarsting in een beeldenstorm. 

 

Als tegenactie stuurt Filips II zijn beste generaal Alva naar Nederland om de onrusten de kop in te drukken. De protestanten worden zwaar gestraft.

Een van de edelen die in opstand komen tegen de Spaanse koning is Willem van Oranje. 

http://www.ntr.nl/player?id=TELEA_1038250

Willem van Oranje werd in 1584 vermoord door  Baltasar Gerards, een katholiek uit Frankrijk die uit was op de beloning. Het land zal 80 jaar in oorlog zijn om los te komen van de Spaanse koning. De vrede werd getekend in 1648. Voor een mooie samenvatting klik hieronder. 

http://www.schooltv.nl/eigenwijzer/2157332/geschiedenis/item/1961526/van-opstand-naar-tachtigjarige-oorlog/

De vele oorlogen brachten Spanje, ondanks de ontzaglijke rijkdommen die uit Amerika toestroomden, aan de rand van de financiële afgrond. Zware belastingen drukten op de bevolking. Na de Spaanse heerschappij stonden Frankrijk en Engeland te trappelen de leidende rol over te nemen.

 

opdracht 1

Geef in de tijdlijn wanneer Spanje een belangrijke rol heeft gespeeld in de Nederlandse geschiedenis.

 

opdracht 2

Spanje was in de tijd van Filips II lange tijd in verschillende oorlogen verzeild geraakt. Op welke manieren wist Filips II voldoende geld te krijgen om de oorlog te kunnen betalen.

 

opdracht 3

Zorg dat je begrippen de juiste beschrijving krijgen

1

Hertog van Alva

A

Verboden religieuze bijeenkomst van protestanten

2

Willem van Oranje

B

Geloven in God maar willen geen beelden of rijkdom

3

Hagenpreek

C

Volgens Filips II het enige ware geloof dat iedereen moet dienen

4

Watergeuzen

D

Vernietiging van rijkdom in kerken in 1566

5

Protestanten

E

Generaal die de Nederlandse ketters een lesje moest leren

6

Beeldenstorm

F

Leider van de katholieke kerk

7

Rooms-Katholiek

G

Vader des vaderlands, werd in 1584 vermoord

8

Paus

H

Nederlanders die vanaf het water de Spanjaarden wilden verdrijven.

 

opdracht 4

Hieronder staat een fragment uit ons volkslied. Verklaar de onderstreepte zinsdelen uit dit fragment.

Wilhelmus van Nassouwe

ben ik, van Duitsen bloed,

den Vaderland getrouwe

blijf ik tot in den dood.

Een prinse van Oranje

ben ik, vrij onverveerd,

den Koning van Hispanje

heb ik altijd geëerd.

 

Aardrijkskunde

In Nederland hebben we te maken met een gematigd zeeklimaat. Dit betekent dat we over het algemeen zachte winters en koele zomers hebben. Het hele jaar door kunnen we een regenbui verwachten. In het overgrote deel van Spanje tref je een mediterraan klimaat. Ze hebben warme droge zomers. De regen valt eigenlijk alleen tijdens de zachte winters. Verder vindt je in Spanje in het binnenland en een stukje langs de kust een steppeklimaat. Hier valt bijna geen regen. In de Pyreneeën, een gebergte in het noorden van Spanje, vind je een hooggebergteklimaat. Hier is het in verhouding kouder en regenachtiger dan in de rest van Spanje.

opdracht 5

Zeg van onderstaande stellingen of deze juist of onjuist zijn.

a          De temperatuurverschillen langs de kust zijn groter dan die van het binnenland.

b          Na een langer periode van droogte is de kans op bosbranden groot.

c          In Spanje is het meestal warmer dan in Nederland.

d         Nederland ligt verder van de evenaar dan Spanje.

 

Het water zit in een kringloop. Het gaat van zee, door verdamping en condensatie via wolken naar het land. Hier koelt de lucht af en vallen de regendruppels op aarde. Via de rivieren stromen ze dan weer terug naar zee. Kijk voor het ontstaan van wolken naar filmpje via de link hieronder. Of dat het echt gaat regenen kan drie oorzaken hebben.

1 Stuwingsneerslag: Als lucht tegen een berg botst, moet de lucht opstijgen. Hoger in de lucht is het kouder en zullen er meer waterdruppels ontstaan.

2 Stijgingsneerslag: Als de zon de aarde verwarmt zal de lucht daar hoger stijgen. Hoog in de lucht zal de lucht afkoelen en condenseert de waterdamp. Zo kunnen wolken ontstaan waaruit neerslag kan vallen.

3 Frontale neerslag: Lucht stijgt ook op als koude lucht en warme lucht met elkaar in botsing komen. Dit noem je een front. De koude lucht duwt de warme lucht omhoog waardoor deze weer afkoelt

http://www.schooltv.nl/beeldbank/clip/20060209_neerslag01

opdracht 6

Maak een schematische weergaven van de kringloop van het water. Gebruik in je weergave minimaal deze woorden: zeewater, grondwater, neerslag, condensatie, verdamping, wolken. Bekijk eerst onderstaand filmpje

opdracht 7

In Nederland hebben we vooral te maken met…

A         Stuwingsneerslag

B         Stijgingsneerslag

C         Frontale neerslag

 

opdracht 8

De verschillen in het klimaat betekent ook dat er verschillen zijn in de landbouw en levensstijl van de mensen. Maak twee kolommen. Een voor Nederland en een voor Spanje. Zet de woorden in de juiste kolom. Het kan zijn dan een woord in beide kolommen geplaatst moeten worden. Let op: de vraagstelling heeft te maken met het klimaat en dus niet de groei in kassen!

sinaasappel, tomaat, suikerbiet, druif, aardappel, olijf, peer

 

opdracht 9

Nederlandse boeren proberen de natuur te helpen door de aanleg van kassen. Hierdoor kan er ook bij minder mooi weer toch een lekker warme omgeving worden gecreëerd. In Spanje heb je juist een ander probleem. Door de warme droge zomers wil er normaal gesproken weinig groeien. Wat moeten Spaanse boeren doen om hun probleem aan te pakken?

Economie

Spanje heeft te maken met een extreem hoog werkloosheidspercentage. Veel jongeren kunnen ondanks hun goede opleiding geen baan vinden. Dit zorgt voor armoede, demotivatie onder studenten en onrust onder de bevolking. Veel Spaanse jongeren met een hoge opleiding trekken naar de toeristische gebieden voor eenvoudige vakantiebaantjes. Anderen kiezen er voor om Europa in te gaan op zoek naar werk. Dit zorgt voor een snelle vergrijzing van de Spaanse bevolking. Lees de tekst en bekijk het filmpje via de link hieronder .

http://tegenlicht.vpro.nl/nieuws/2013/april/jeugdwerkloosheid.html

opdracht 10

In de tekst worden verschillende nadelen van jeugdwerkloosheid genoemd. Bedenk nog een nadeel van een hoog werkloosheidscijfer.

 

opdracht 11

De overheid probeert door speciale maatregelen jeugdwerkloosheid tegen te gaan. Dit om te voorkomen dat er een verloren generatie ontstaat. Wat wordt bedoeld met een verloren generatie? Gebruik bij het beantwoorden de link.

http://altijdwat.ncrv.nl/nieuwsblogs/altijd-wat-wijzer-jeugdwerkloosheid

Jongeren moeten naar school totdat zij 18 jaar zijn of een startkwalificatie hebben (een diploma mbo-2, havo of vwo). Zij mogen wel een bijbaan of vakantiebaan hebben of stage lopen. De Rijksoverheid stelt regels om te voorkomen dat dit werk te zwaar of gevaarlijk is. Werkloze jongeren krijgen hulp van de Rijksoverheid om een baan te vinden.

 

opdracht 12

http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/jongeren-en-werk/aanpak-jeugdwerkloosheid

School Ex is. Geef een korte omschrijving van School Ex.

 

opdracht 13

Iedereen in Nederland moet over zijn inkomen belasting betalen. Iemand die werkloos is geeft de overheid dus een dubbel nadeel. Welke twee nadelen heeft de overheid bij een stijgend werkloosheidscijfer?

 

opdracht 14

Wat kun je allemaal doen om te voorkomen dat je straks tot de verloren generatie gaat behoren? Gebruik voor je antwoord minimaal 50 en maximaal 150 woorden.

Test jezelf

Toets: Test jezelf

Start

Turkije

Introductie

 

Hoofdstad

Ankara (4,5 miljoen inwoners)

Inwoners

80.694.485

Valuta

Turkish Lira ( Tl 100 = € 36,80)

Lid EU

Nee

Religie

99,8% Islam

Oppervlakte

783.562 km² (19 x zo groot als Nederland)

Heesch - Ankara

2.473 kilometer

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Turkije ligt op de grens van Europa en Azië. De stad Istanbul ligt zelf op twee continenten. De Bosporus (vaarweg) vormt de grens tussen Europa en Azië. Economisch gezien wordt Turkije beschouwd als de poort naar het Oosten. Turkije heeft een belangrijke rol gespeeld in de Europese geschiedenis. Door de eeuwen heen zijn er diverse oorlogen geweest waarin de katholieke landen tegenover de moslims stonden.

Geschiedenis

https://encrypted-tbn3.gstatic.com/images?q=tbn:ANd9GcRXDwMNKT3eh9yGImtQr4Wh99BJzBJxqRnuVG6eHmdmqSKfgpefEen belangrijk onderdeel van de Europese geschiedenis is het Osmaanse rijk. Rond 1345 staken zij bij de rivier Dardanellen over naar Europa. Langzaam maar zeker rukten de Ottomanen verder in Europa op. Onder sultan Murat I veroverden zij gebieden in Bulgarije en Servië, waarmee ze een zeer sterke aanwezigheid in Europa kregen. Sofia werd in 1385 veroverd, Thessaloniki in 1387, later werd ook Albanië veroverd. In de 15e eeuw gingen de veroveringen door, meer gebieden in onder andere Servië werden veroverd en in 1453 viel de Byzantijnse hoofdstad Constantinopel, dat de nieuwe hoofdstad van het Ottomaanse Rijk werd. Lange tijd werden de Ottomanen in Europa gezien als bedreiging voor het voortbestaan van het christendom, zodat er diverse militaire coalities tegen werden gesmeed. Spanje, dat in die tijd dankzij de zilver- en goudimport uit Amerika veel te besteden had, speelde hierbij een hoofdrol, zowel uit religieuze als geopolitieke motieven. Tijdens de eerste wereldoorlog werden er hevige gevechten gevoerd om de invloed van het Osmaanse Rijk te vernietigen. In 1922 werd de laatste sultan van de troon gestoten en werd de huidige staat, de Republiek Turkije, gesticht door Mustafa Kemal Atatürk.

 

 

 

opdracht 1

Wat is de huidige naam van de Constantinopel?

 

opdracht 2

Wie wordt er door de Turken gezien als de grootste leider van de 20e eeuw?

 

opdracht 3

De Turkse vloot beheerste het gebied van de Middellandse zee. Dit was lastig voor de (Italiaanse) zeevaarders die via Egypte naar het oosten wilde varen. Zij kregen te maken met extreem hoge belastingen op de handelswaar. Hier komt ook de term peperduur vandaan. Welke oplossing werd er gevonden door de Italiaanse zeevaarders om de hoge heffingen te ontlopen?

 

Aardrijkskunde

De aardkorst bestaat uit verschillende platen die ‘los’ op de aarde liggen. Doordat deze voortdurend verschuiven, kan het gebeuren dat sommige platen tegen elkaar botsen. Zo kan er een aardbeving ontstaan

Uitleg over het ontstaan van aardbevingen.

Turkije heeft door haar ligging te maken met drie verschillende aardplaten.

opdracht 4

Maak van onderstaande woorden een beknopte begrippenlijst.

Magma

Platentektoniek

Epicentrum

Hypocentrum

Schaal van Richter

Breuklijn

 

 

Wat een aardbeving allemaal kan aanrichten.

opdracht 5

Turkije wordt regelmatig opgeschrikt door aardbevingen.  Dit komt omdat verschillende aardplaten met elkaar in aanraking komen. Gebruik de Bosatlas kaart 83A om op te zoeken welke platen bij elkaar komen in Turkije.

 

Zware aardbeving Oost-Turkije

opdracht 6

In 2011 werd Turkije opgeschrikt door een aardbeving. Het epicentrum lag in de buurt van de stad Van. Direct na de beving is het Rode Kruis begonnen met het bieden van noodhulp. Wat hebben de bewoners van het getroffen gebeid direct nodig na een aardbeving? Geef vier voorbeelden van passende noodhulp.

 

opdracht 7

Op de afbeelding hieronder zie je de kaart van Turkije ingekleurd op de kans op een aardbeving Bij welke kleur is de kans op een aardbeving het grootst? 

 

opdracht 8

Gebruik bovenstaande kaart en de Bosatlas kaart 83I.

a          In welke provincie komen de meeste buitenlandse toeristen?

b          Hoeveel toeristen kwamen in 2002 naar deze provincie?

c          Moeten deze toeristen zich zorgen maken over de kans op een aardbeving? Verklaar je antwoord.

d         Wat kunnen hoteleigenaren doen voor de veiligheid van hun gasten?

 

opdracht 9

Op welke drie manieren kunnen de aardplaten met elkaar in aanraking komen? Geef bij elke vorm ook welke gevolgen dat heeft voor het aardoppervlak

 

 

Economie

Turkije is voor veel bedrijven de poort naar het oosten. Zij zullen dan ook graag zien dat er meer handelsmogelijkheden met Turkije zullen ontstaan. Dankzij de kennis en bestaande contacten vanuit Turkije hopen deze bedrijven meer te kunnen handelen met de Islamitische wereld. Vanuit Turkije is er ook wel de wens om meer te handelen met de EU-lidstaten. Een eenvoudige oplossing zou zijn als Turkije ook lid werd van de EU. Dit is echter een gevoelig punt. Naast de voorstanders zijn er ook veel tegenstanders. Zo heeft Turkije een grote achterstand in infrastructuur en sociale voorzieningen. Ook worden de westerse regels niet altijd toegepast. De doodstraf bestaat in Turkije nog. Europa zal na toetreding flink moeten investeren in de enorme arme gebieden in Turkije. De onderhandelingen lopen al jaren, toch zal het nog wel even duren voordat Turkije zal toetreden. Griekenland heeft met de Turken een lang lopend conflict over Cyprus. Dit eiland is verdeeld in een Grieks deel en een Turks deel. Beide landen zijn van mening recht te hebben op het gehele eiland. Voorlopig zal een Grieks veto-recht toetreding van Turkije aan de EU kunnen blijven belemmeren.

 

opdracht 10

Welk product staat symbool voor de handel tussen Nederland en Turkije? Klik hier voor informatie.

 

De lidstaten van de EU zijn voor vrijhandel. Het gaat dan over een vrij verkeer van goederen, diensten, personen en vermogen. Je mag dus zonder belemmeringen spullen verhandelen, reizen en sparen binnen de lidstaten. Op sommige producten zit nog wel een wettelijke beperking, denk maar aan vuurwerk of drugs. Voor de niet EU-landen geldt een gemeenschappelijk buitentarief. Het maakt voor Turkije niet uit aan welk EU-land wordt verkocht. Het heeft altijd te maken met dezelfde regels.

 

opdracht 11

Uit welke gegevens van de figuur hiernaast blijkt dat Nederland en Duitsland lid zijn van de EU?

 

opdracht 12

Wat gaat er veranderen aan de invoerrechten van Turkije, als Turkije lid is van de EU?

A         de invoerrechten 5%, 8% en 10% worden 0%

B         de invoerrechten 5%, 8% en 10% worden 3%

C         de invoerrechten 5% en 8% worden 0% en het invoerrecht 10% wordt 3%

D         de invoerrechten 5% en 8% worden 3% en het invoerrecht 10% wordt 0%

 

opdracht 13

Vooral Duitsland en Oostenrijk verwachten een grote toestroom van immigranten uit Turkije.

Een Duitse tegenstander van de uitbreiding zegt: “Door het vrij verkeer van personen zal

onze koopkracht dalen.”

Hieronder staan drie tussenstappen:

1 lagere lonen

2 meer immigranten

3 groter aanbod van arbeidskrachten

In welke van de onderstaande regels staan de tussenstappen in een zodanige volgorde

dat ze de gedachtegang van de tegenstander goed weergeven?

A         vrij verkeer van personen --> 1 --> 2 --> 3 --> koopkrachtdaling

B         vrij verkeer van personen --> 1 --> 3 --> 2 --> koopkrachtdaling

C         vrij verkeer van personen --> 2 --> 1 --> 3 --> koopkrachtdaling

D         vrij verkeer van personen --> 2 --> 3 --> 1 --> koopkrachtdaling

E         vrij verkeer van personen --> 3 --> 1 --> 2 --> koopkrachtdaling

F          vrij verkeer van personen --> 3 --> 2 --> 1 --> koopkrachtdaling

 

opdracht 14

Nederlanders houden van klagen. Toen er een referendum kwam om meer zeggenschap aan Europa te geven, stemde we tegen. Veel politici kwamen in het nieuws met argumenten tegen Europa. Zo zou je in je eigen land niets meer te zeggen hebben, gaat er geld naar achterstandsgebieden, moeten we blijven betalen voor corruptie in Zuid-Europa en moeten we ons gaan houden aan betuttelende regels van Europa. Bekijk deze website en benoem vijf argumenten waarom we juist wel meer met Europa zouden moeten doen.

 

opdracht 15

Neem in onderstaande zin de juiste woorden over.

Mocht Turkije lid worden van de EU dan zal de EU veel/ weinig geld moeten uitgeven aan de lokale Nederlandse/ Turkse boeren. Door de gemiddeld lage/ hoge lonen in Turkije zullen weinig/ veel Turken naar de rest van EU gaan op zoek naar werk. Door het lidmaatschap zullen minder/ veel bedrijven uit de EU een vestiging beginnen in Turkije. Hierdoor zal de werkgelegenheid in Turkije dalen/ stijgen.

 

opdracht 16

Je hebt voor- en tegenstanders over de toetreding van Turkije tot de EU. Wat vind jij? Geef minimaal vier argumenten die je mening ondersteunen.

Test jezelf

Toets: Test jezelf

Start

Engeland

Introductie

Hoofdstad

Londen (7,8 miljoen inwoners)

Inwoners

50.894.485

Valuta

Engelse pond ( £ 100 = € 119,50)

Lid EU

Nee

Religie

72% Anglicaans

Oppervlakte

130 395km² (3,2 x zo groot als Nederland)

Heesch - Londen

392 kilometer

Geschiedenis

Tijdens de Tachtigjarige Oorlog waren Engeland en de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden bondgenoten tegen een gemeenschappelijke vijand: de Habsburgers. Na de Vrede van Münster in 1648 verloor Spanje zijn sterke politieke positie. De Spaanse koloniale bezittingen lagen voor het grijpen, wat de twee vroegere bondgenoten tegen elkaar opzette.

Als het gaat om het vervoeren van goederen over zee, zijn Nederland en Engeland directe concurrenten van elkaar. Om de Engelse positie in Noord-Amerika te beschermen keurde het Engelse Parlement in 1651 de Akte van Navigatie goed.  Goederen uit Noord-Amerika mogen alleen door Engelse schepen worden vervoerd. Dit was de aanleiding voor de eerste van in totaal vier oorlogen:

 

opdracht 1

Geef in een korte zin antwoord op onderstaande vragen.

a          Wie zijn de Habsburgers?

b          Wie tekenden de Vrede van Munster?

c          Waarom was de Akte van Navigatie voor Nederland een rede om een oorlog te beginnen?

d         Waar werden het grootste deel van de Engels-Nederlandse Oorlogen uitgevochten?

e          Waarom kwam er geen vijfde Engels-Nederlandse Oorlog?

 

 

Een van de bekendste personen uit de Engels-Nederlandse Oorlog is Michiel de Ruyter. Hij had als admiraal een belangrijke rol in de eerste drie oorlogen. Onder zijn leiding zijn diverse zeeslagen gewonnen. Bekijk zijn leven via deze link. Om te kijken hoe het uiteindelijk met hem is afgelopen klik je hier.

 

opdracht 2

Maak onderstaande puzzel over Michiel de Ruyter

van links naar rechts:

3.    In een zeeslag met dit land (op de Middellandse Zee) werd Michiel de Ruyter gedood.

5.    De bekendste Nederlandse zeeheld.

7.    In deze plaats werd Michiel de Ruyter geboren.

9.    Als eigen baas handel voeren met je schip. Michiel werd er heel rijk mee.

10. Het beroep van Michieltje bij Lampsin.

11. Tegen dit land voerde De Ruyter verschilde zeeoorlogen.

12. Leider van een aantal oorlogsschepen.

 

Van boven naar beneden:

1.    De allerhoogste baan bij de marine

2.    Een … had van de regering toestemming om op zee schepen aan te vallen van landen met wie er oorlog was.

4.    In deze kerk in Amsterdam is een mooi praalgraf en gedenksteen voor De Ruyter gemaakt.

6.    Scheepseigenaar.

8.    Het beroep van de vader van Michiel de Ruyter

 

opdracht 3

Gebruik deze link  en maak de Michiel de Ruyterquiz. Het gaat om tijd en uiteraard om de goede antwoorden. Noteer je scorepercentage goede antwoorden en de benodigde tijd.

 

 

 

opdracht 4

In de Engelse geschiedenis heeft het jaartal 1666 een bijzondere betekenis. Waarom is dit jaartal zwart omrand door de Engelsen?

A         Michiel de Ruyter had het vlaggenschip van de Engelse vloot gestolen.

B         Een grote brand verwoeste een groot deel van Londen.

C         Er werd een Nederlander koning van Engeland.

D         De pestepidemie kwam tot stilstand. 

Aardrijkskunde

Londen is de hoofdstad van Engeland en met ruim 8 miljoen inwoners de grootste stad binnen de Europese Unie. Tussen 1831 en 1921 was Londen zelfs de grootste stad ter wereld. Nu staat Londen op de 24e plaats op de wereld ranglijst.  Voor het bekijken van de bezienswaardigheden van de stad klik op de link van de Union Flag (Engelse vlag) op pagina 1. Dankzij de verwoestende brand in september 1666 is de pestepidemie beëindigd. De stad moest weer helemaal opnieuw worden opgebouwd. Bij de opbouw, die behoorlijk wat jaren zou duren werden brede wegen, omvangrijk rioleringsstelsel en metrostelsel aangelegd. Om dezelfde reden werden in de stad ook daken van riet verboden.

opdracht 5

Londen is een echte metropool. New Castle is een ook grote Engelse stad met een metrolijn maar geen metropool. Wat maakt een stad een metropool?

opdracht 6

Welk dier/ welke dieren zijn verantwoordelijk voor de verspreiding van de pest?

opdracht 7

De Londense metro is de oudste ter wereld. Dankzij de metro kunnen dagelijks gemiddeld 3 miljoen passagiers op een snelle en veilige manier op de plaats van bestemming komen.  Bekijk de metrokaart van Londen en beantwoord de volgende vragen. Voor een goed leesbare kaart gebruik deze link.

a          Aan welke kleur metrolijnen ligt Bakerstreet?

b          Je wilt van Picadilly Circus naar Peddington. Welke kleuren metrolijn heb je nodig?

c          Hoeveel haltes liggen er tussen Waterloo en Webley Central (bruine lijn)

d         Beschrijf de kortst mogelijke metroroute van London Bridge naar Knightsbrigde.       

 

 

 

Londen heeft veel forenzen die dagelijks meer dan een uur moeten reizen om op het werk te komen. Hetzelfde geldt voor de middag wanneer ze weer naar huis gaan. Dit betekent een grote druk op het wegennetwerk van Londen. Logisch dat er veel files ontstaan. Het hebben van een goed metrostelsel is dus niet een volledige oplossing tot het verkeersprobleem. Naast de drukte en tijdverlies veroorzaken de vele auto’s ook veel luchtvervuiling. De uitlaatgassen zorgen voor fijnstof in de lucht. Deze luchtvervuiling wordt smog genoemd. Smog is een samenvoeging van smoke (rook) en fog (mist). Het lijkt wel om het in grote steden zoals London altijd mistig is. In de zomermaanden is dit nog duidelijker zichtbaar omdat er dan minder wind is. In de winter zorgt de wind voor een snellere verspreiding van de vieze lucht.

 

opdracht 8

In 1952 had Londen te maken met The Great Fog. Wat waren de oorzaken voor deze dikke mist waardoor ongeveer 12.000 mensen kwamen te overleiden?

 

opdracht 9

Bedenk drie oplossingen voor het beperken van smog in een grote stad als Londen. Gebruik eventueel deze link.

Economie

Bij de opdrachten van Noorwegen heb je al gerekend met vreemde valuta. Belangrijke veel gebruikte munten worden meestal per stuk geprijsd. Veel andere buitenlandse munten worden per 100 (soms per 1000) geprijsd. Dit betekent dat je eerst moet terugrekenen naar de waarde van 1. Dit doe je net als bij procenten met een verhoudingstabel.

 

Stel je wil 960 Japanse Yen kopen. Maak gebruik van de koerslijst.

       
   
 
 

 

 

euro

0,76

0,0076

7,30

yen

100

1

960

 

Je moet voor 960 yen dus € 7,30 betalen.

 

 

koerslijst                  

                                       aankoopkoers         verkoopkoers

  Amerikaanse dollar               € 0,65            € 0,68

  Engelse pond                     € 0,86            € 0,91

  Canadese dollar                  € 0,60            € 0,64

  Australische dollar              € 1,60            € 1,66

  Japanse yen (100)                € 0,72            € 0,76

  Indiase rupees (10.000)          € 136,50          € 144,89

  Turkse lira (100)                € 44,46           € 46,73

  Mexicaanse pesos (100)           € 5,22            € 5,34

  Zuid-Afrikaanse rand (100)       € 8,91            € 9,24

  Zwitserse frank (100)            € 65,94           € 68,15

 

 

Gebruik voor de volgende opgaven bovenstaande koerslijst.

 

Opgave 10

Hoeveel moet je betalen voor 635 Zwitserse frank?

 

Opgave 11

Hoeveel moet je betalen voor 45.250 Indiase rupees?

 

Opgave 12

Hoeveel krijg je terug van de bank voor 1.250 Japanse Yen?

 

Opgave 13

Hoeveel Mexicaanse peso’s krijg je voor € 200

 

In deel van vreemde valuta is al uitgelegd dat het verschil tussen de aankoop en verkoop winst is voor de bank. Maar dit is niet de enige winst voor de bank. Een bank berekent voor elke keer, dat er gewisseld wordt provisie. Provisie is een ander woord voor bankkosten. Je moet dus extra betalen als je vreemd geld gaat kopen en je moet ook betalen als je vreemde valuta gaat inwisselen naar euro. Provisie moet je altijd betalen!

 

Maak de volgende opgaven met de koerslijst van pagina 5 en houd hierbij rekening met een provisie van € 6

 

Voorbeeld 1

Je koopt 40 Engelse ponden van de bank.

Berekening voorbeeld 1

40 x € 0,91 =     € 36,40   (= door jou te betalen)

provisie betalen  €  6,00 +

totaal betalen    € 42,40

 

Voorbeeld 2

Je verkoopt 40 Engelse ponden aan de bank.

Berekening voorbeeld 2

40 x € 0,86 =     € 34,40   (= door jou te ontvangen)

provisie betalen  €  6,00  -

totaal ontvangen  € 28,40

 

Opgave 14

Hoeveel moet je betalen voor 245 Zwitserse frank?

 

Opgave 15

Hoeveel krijg je terug voor 90 Canadese dollar?

 

Opgave 16

Hoeveel krijg je terug voor 180 Turkse lira?

 

Opgave 17

Hoeveel moet je betalen voor 5.250 Indiaanse rupies?

 

Opgave 18

Hoeveel krijg je terug voor 2 Amerikaanse dollar???

 

Opgave 19

Meneer Timmerman heeft voor zijn vakantie alvast 3.850 Zuid-Afrikaanse rand gekocht. Door omstandigheden kan de reis niet doorgaan. Het hele bedrag wordt weer terug gewisseld.

a        Reken uit wat meneer Timmerman heeft betaald voor 3.850 rand.

b        Reken uit hoeveel meneer Timmerman terug krijgt voor 3.850 rand.

c        Reken uit hoeveel verlies meneer Timmerman heeft door het wisselen.

Test jezelf

Toets: Test jezelf

Start

Frankrijk

introductie

Hoofdstad

Parijs (2,3 miljoen inwoners)

Inwoners

62.814.233

Valuta

euro

Lid EU

1957 (= oprichtingsdatum)

Religie

62% Rooms-katholiek

Oppervlakte

551.500 km² (13 x zo groot als Nederland)

Heesch - Parijs

392 kilometer

Geschiedenis

De Nederlandse Republiek was al in 1795 door Franse troepen veroverd, met hulp van Nederlandse patriotten. Tot 1806 bleef de Bataafse Republiek, zoals Nederland toen werd genoemd, formeel onafhankelijk van Frankrijk, maar in werkelijkheid gebeurde er weinig zonder goedkeuring van de Fransen. In 1806 benoemde Napoleon zijn broer Lodewijk tot koning van Holland, en werd Nederland een koninkrijk. Daarmee werd de grondslag gelegd voor de latere monarchie. In 1810 zette Napoleon zijn broer af en lijfde hij Nederland bij het Franse Keizerrijk in. Drie jaar later werd Napoleon verslagen en naar Elba verbannen. Nederland werd weer onafhankelijk.

Napoleon speelde in deze tijd dus een hoofdrol in de Europese geschiedenis. Van grote betekenis is geweest dat hij in de gebieden waarover hij macht uitoefende, het bestuur en de rechtspraak gemoderniseerd heeft. Ook voerde hij nieuwe maten (de meter) en gewichten (de kilogram) in. Bovendien werd er een burgerlijke stand geïntroduceerd, waardoor iedereen een familienaam moest aannemen. Bekijk de aflevering van Klokhuis over Napoleon.

 

Opdracht 1

Napoleon heeft veel geld nodig om de oorlog te kunnen financieren. Op welke manier komt Napoleon aan geld om de soldaten te kunnen betalen?

 

Opdracht 2

Noem minimaal vijf dingen die dankzij Napoleon in ons land zijn gekomen en nu nog steeds in ons dagelijks leven terug te vinden zijn.

 

opdracht 3

Via de link van het plaatje krijg je informatie over de ondergang van Napoleon.

a          Waar wordt Napoleon verslagen?

b          Wanneer vond deze slag plaats?

c          Welke landen vochten tegen Napoleon?

d         Wat gebeurt er na het verlies met Napoleon?

e          Wat is de bijnaam van Napoleon?

Aardrijkskunde

Nederland is een aardgasland. Bijna alle huishoudens zijn aangesloten op  het aardgasnet. Daarnaast wordt de helft van de elektriciteit opgewekt met aardgas. In Groningen ligt een van de grootste gasvelden ter wereld. Aardgas is in vergelijking met andere brandbare stoffen een schone brandstof. De uitstoot van het broeikasgas CO2 is lager dan bij steenkool of aardolie. 

 

 

Broeikasgassen (klik op de afbeelding voor meer informatie) verwarmen de atmosfeer, waardoor er klimaatverandering kan optreden. Frankrijk heeft geen grote hoeveelheden aardgas in de grond. Om niet afhankelijk te zijn van de import, heeft Frankrijk gekozen voor negentien kerncentrales. Kernenergie wordt opgewekt  met uranium. Frankrijk moet overigens het benodigde uranium importeren. Voor informatie over kernenergie gebruik deze link. De laatste jaren wordt er ook flink geïnvesteerd in waterkrachtcentrales. Met kracht van vallend en stromend water wordt dan elektriciteit opgewekt. Langs de kust wordt druk gewerkt aan windmolenparken.

 

opdracht 4

Er is niet veel uranium nodig om via kernsplitsing energie op te wekken. Elektriciteit dat via kernenergie wordt opgewekt, zorgt nauwelijks voor broeikasgassen, toch heeft kernenergie een groot nadeel. Welk nadeel zit er aan kernenergie?

 

opdracht 5

Een van de oorzaken voor het broeikaseffect is de verbranding van fossiele brandstoffen zoals aardolie en steenkool. Noem nog twee andere oorzaken voor het ontstaan van het broeikaseffect.

 

 

opdracht 6

Frankrijk heeft vorig jaar ongeveer 584 miljard kWh (kilowattuur) geproduceerd. Hiervan is 74,1% opgewekt door middel van  kernenergie en 14,2% op een ‘groene’ manier.

a          Welke mogelijkheden zijn er voor de productie van ‘groene’ energie?

b          Hoeveel kWh groene energie produceerde Frankrijk vorig jaar?

c          Hoeveel kWh kernenergie produceerde Frankrijk vorig jaar?

 

            Frankrijk produceert meer energie dan dat ze zelf nodig hebben. Van de geproduceerde energie wordt ongeveer 451 miljard kWh zelf verbruikt.

 

d         Hoeveel procent van de totale productie is ‘overtollig’?

e          Wat doen ze met de overtollige hoeveelheid energie?

 

 

Het nadeel van kernenergie zit in het radioactieve afval. De meerderheid (95%) van dit afval is als grondstof bruikbaar voor bijvoorbeeld de medische industrie. Het overige deel is echter onbruikbaar en kan tienduizenden jaren radioactieve straling geven. Radioactieve straling kan dodelijk zijn. Er is nu geen goede oplossing voor het radioactieve afval. Op dit moment wordt het afval opgeslagen in ruimtes met dikke wanden in de hoop ooit een oplossing te kunnen vinden.

 

opdracht 7

Waarom wordt kernenergie niet tot groene energie gerekend? Geef twee verklaringen.

 

opdracht 8

In Aquitanie, West-Frankrijk wordt op een groene manier stroom opgewekt. Op welke manier doen ze dit? Gebruik deze link of Google

 

Economie

Landen worden al snel met elkaar vergeleken. Het is natuurlijk goed om te kijken of je iets kunt leren van andere landen. De vergelijking moet dan natuurlijk wel eerlijk zijn. We kunnen best trots zijn op een lager aantal werklozen dan Frankrijk of een hoger nationaal inkomen dan België. Het is natuurlijk eerlijker om in percentages of per hoofd van de bevolking te kijken. Binnen de economie is de beroepsbevolking een belangrijk cijfer. De beroepsbevolking is iedereen tussen de 15 en 65 jaar die werk heeft of actief werk zoekt voor minimaal 12 uur per week. Actief werk zoeken betekent hier, ingeschreven staan bij het UWV als werkzoekende. Je moet dan direct beschikbaar zijn voor een baan van minimaal 12 uur per week. Dit betekent dat mensen in loondienst, mensen met een eigen bedrijf (zzp-er) en geregistreerde werklozen tot de beroepsbevolking kunnen behoren.

Er is een behoorlijke groep mensen die wel tussen de 15 en 65 jaar is maar niet bereid is om meer dan 12 uur per week te gaan werken. Denk hierbij aan studenten, huisvrouwen en de arbeidsongeschikten. Als je de beroepsbevolking vergelijkt met de totale bevolking van een land dan spreek je over de arbeidsdeelname. De totale bevolking is dan 100%.

opdracht 9

Nederland heeft een totale bevolking van 16,7 miljoen inwoner. Er behoren 11 miljoen Nederlanders tot de beroepsbevolking. Noem vijf verschillende groepen Nederlanders die niet tot de beroepsbevolking behoren.

opdracht 10

Nederland heeft een totale bevolking van 16,7 miljoen inwoner. Er behoren 11 miljoen Nederlanders tot de beroepsbevolking. Bereken de arbeidsdeelname van Nederland. Rond je antwoord af op 1 decimaal.

opdracht 11

Frankrijk heeft een totale bevolking van 62,8 miljoen inwoner. Er behoren 26,5 miljoen Fransen tot de beroepsbevolking. In welk land (Nederland of Frankrijk) zijn de bewoners het meest bereid om te gaan werken voor meer dan 12 uur per week. Verklaar je antwoord met een berekening.

opdracht 12

De overheid wil vooral de arbeidsdeelname van vrouwen laten toenemen. Veel vrouwen blijven nu thuis om voor de kinderen te zorgen. Bedenk twee maatregelen die de overheid kan nemen zodat meer vrouwen bereid zijn om een baan te zoeken voor meer dan 12 uur per week.

opdracht 13

Geef van onderstaande personen aan of ze wel of niet tot de beroepsbevolking behoren. Indien ze niet tot de beroepsbevolking behoren geef dan aan waarom niet.

  1. Anne (18) loopt een stage bij een dierenspeciaalzaak voor 20 uur per week.
  2. Benthe (67) is tandartsassistente en werkt nog 15 uur per week.
  3. Carla (31) is fulltime huisvrouw.
  4. Dave (14) werkt 18 uur per week in de winkel van zijn ouders.
  5. Ellen (48) werkt drie ochtenden per week van 8.30 tot 11.00 uur bij een bakkerij.
  6. Fina (18) werkt elke zaterdag bij een benzinestation.
  7. Geert (61) heeft als computerconsultant een eigen bedrijf.
  8. Hilde (50) heeft een ww-uitkering en zoekt een fulltime baan.
  9. Inge (22) studeert rechten en zoekt een baan de maandag en dinsdag avond.

De werklozen die ingeschreven staan bij het UWV rekenen we tot de beroepsbevolking maar leveren geen bijdrage aan de productie in een land. Het werkloosheidcijfer is dan ook belangrijk om landen met elkaar te vergelijken. Hoe lager het werkloosheidcijfer hoe beter het is voor de overheid. Werklozen horen namelijk een uitkering te ontvangen en betalen omdat ze nu met minder geld rond moeten komen ook minder belasting. Bij het werkloosheidscijfer vergelijk je de geregistreerde werklozen met de beroepsbevolking.

opdracht 14

Nederland heeft een totale bevolking van 16,7 miljoen inwoner. Er behoren 11 miljoen Nederlanders tot de beroepsbevolking. Bij het UWV staan 1.250.000 mensen als actief werkzoekenden geregistreerd. Bereken het werkloosheidscijfer van Nederland.

opdracht 15

Frankrijk heeft een totale bevolking van 62,8 miljoen inwoner. Er behoren 26,5 miljoen Fransen tot de beroepsbevolking. Het werkloosheidspercentage voor Frankrijk is berekend op 12,5%. Hoeveel Fransen uit de beroepsbevolking zijn op zoek naar een baan voor meer dan 12 uur per week.

 

Beroepsbevolking:

Iedereen tussen de 15 en 65 jaar

de werk heeft of actief werk zoekt*

voor minimaal 12 uur per week.

 

*direct beschikbaar en ingeschreven bij UWV

 

 

Test jezelf

Toets: Test jezelf

Start

België

Introductie

Hoofdstad

Brussel (166.000  inwoners)

Inwoners

11.099.554

Valuta

euro

Lid EU

1957 (= oprichtingsdatum)

Religie

57% Rooms-katholiek

Oppervlakte

30.528km² (0,7 x zo groot als Nederland)

Heesch - Brussel

128 kilometer

Geschiedenis

opdracht 1

 

Gebruik deze link en beantwoord onderstaande vragen.

a          Naast uitvindingen als prikkeldraad, tanks en vliegtuigen was er nog een verschrikkelijk wapen dat voor het eerste in de eerste wereldoorlog werd gebruikt. Wat is de naam van dit wapen?

b          Nederland en België wilde beide neutraal blijven tijdens de eerste wereldoorlog. Wat is de reden dat het België niet is gelukt om neutraal te blijven?

c          In Versailles wordt officieel de vrede getekend. Wie wordt in het verdrag van Versailles aangewezen als schuldige aan de eerste wereld oorlog?

d         In het verdrag van Versailles staan drie belangrijke eisen waaraan Duitsland moet voldoen. Over welke drie eisen gaat het hier?

e          Duitsland is niet het enige land waartegen de geallieerde vochten. Welke twee landen waren belangrijke bondgenoten van Duitsland.

f          Wat was de aanleiding voor Amerika om zich ook met de ‘Europese oorlog’ te bemoeien? 

opdracht 2

Nederland wil neutraal blijven maar krijgt wel te maken met de gevolgen van de oorlog. Handel met andere landen is niet meer mogelijk. Voedsel is daardoor ook moeilijker te verkrijgen. Veel Belgen ontvluchten het eigen land en komen naar het ‘veilige’ Nederland.  Schaarste van voedsel heeft honger tot gevolg. In november 1914 waren er ruim 320.000 Belgen gevlucht naar Nederland.  Het aantal zou niet verder groeien omdat de Duitsers de weg hadden afgesneden met een ijzeren gordijn. Wat wordt er bedoeld met dit ijzeren gordijn? Gebruik eventueel deze link.

 

 

 

opdracht 3

 

Wat is het grote voordeel van het gebruik van loopgraven?

Wat is het grote nadeel van het gebruik van loopgraven?

 

 

opdracht 4

Welk product is het symbool van de grote oorlog. 

 

 

EXTRA beeldmateriaal

Aardrijkskunde

 

Een bekend en populair vakantie gebied in België is de Ardennen. Dit bosrijke laaggebergte ligt in het zuidoosten van België.

Voor onderstaande opdrachten heb je een atlas nodig.

opdracht 5

Aan welke buurlanden grenst België?

opdacht 6

In welke Belgische stad regent het gemiddeld per jaar het meest?

A         Oostende

B         Antwerpen

C         Brussel

D         Namen

E         Bastogne

 

opdracht 7

Welk type industrie kom je veel in Luik tegen?

A         metaalindustrie, ijzer-en staalproductie en chemische industrie

B         textielindustrie, chemische industrie en auto-industrie

C         textielindustrie, ijzer-en staalproductie en metaalindustrie

D         metaalindustrie, chemische industrie en koperproductie

 

opdracht 8

Neem het juiste cursief gedrukte woord over, zodat de zin waar is.

a         Charleroi is een plaats in Vlaanderen/ Wallonië de officiële taal is daar Nederlands/Duits/Frans.

b          Hasselt is een plaats in Vlaanderen/ Wallonië de officiële taal is daar Nederlands/Duits/Frans.

c          Leuven is een plaats in Vlaanderen/ Wallonië de officiële taal is daar Nederlands/Duits/Frans.

 

Opdracht 9

Welke belangrijke havenstad vindt je aan het einde van de Schelde?

 

Opdracht 10

De rivieren worden vaak als vuilnisbelt gebruikt. Zware metalen, chemische stoffen en allerlei andere producten werden vroeger gewoon in de rivier gedumpt. Welke rivier stroomt er door Luik waardoor het afval van Frankrijk en België uiteindelijk in Nederland terecht komt?

Economie

Economie

Na de tweede wereld oorlog wil Nederland de Nederlandse boeren helpen door het geven van landbouwsubsidies. Door het geven van subsidies worden de prijzen van landbouwproducten zoals melk, boter en suiker lager. Boeren kunnen dus hun producten onder de kostprijs verkopen. Ze krijgen toch een extra bedrag van de overheid. Vooral Belgen kochten in de jaren na de tweede wereldoorlog graag de goedkope Nederlandse boter. De Belgische boeren konden de tent wel sluiten omdat niemand de dure producten uit eigen land wilde hebben. De Belgische regering reageerde door een extra belasting te zetten op Nederlandse boter. Dit leverde wel al snel smokkelroutes op. Door de komst van de EU werden dit soort landbouwsubsidies verboden en kon de extra belasting op Nederlandse boter ook worden teruggedraaid.

 

opdracht 11

Bereken de uiteindelijke verkoopprijs van een vat boter indien de kostprijs € 2,50 is, de boer € 0,50 winst wil maken en de overheid € 1,25 subsidie geeft?

 

opdracht 12

Waarom zal er door het geven van subsidies meer worden verkocht?

 

De overheid geeft op dit moment subsidies op openbaar vervoer, kunst en cultuur, aan startende ondernemers en milieuvriendelijk gedrag. Denk bij dat laatste aan het aanbrengen van zonnepanelen of extra isolatie aan de woning.

opdracht 13

Waarom zal de overheid subsidies willen geven?

 

Het tegenovergestelde van subsidies is accijns. Door het heffen van een extra belasting wil de overheid het gebruik van deze producten afremmen. Een voorbeeld van een product waar accijns op wordt geheven is de benzine. Door de accijns op brandstoffen wordt het product duurder waardoor er hopelijk ook minder gebruik van wordt gemaakt. Als mensen minder gaan rijden is dat goed voor het milieu en het voorkomt lange files.

opdracht 14

Noem twee producten waarop de overheid, om gezondheidsredenen, een accijns laat heffen.

 

opdracht 15

Een liter brandstof kost zonder overheidsbemoeienis € 0,50 per liter. Door btw, milieubelasting en accijnzen wordt de prijs met 220% verhoogd. Wat is de uiteindelijke literprijs die de consument moet betalen?

Test jezelf

Toets: Test jezelf

Start

Duitsland

Introductie

Hoofdstad

Berlijn (3,4 miljoen  inwoners)

Inwoners

81.147.265

Valuta

euro

Lid EU

1957 (= oprichtingsdatum)

Religie

31% katholiek , 30% protestants

Oppervlakte

357.121km² (8,7 x zo groot als Nederland)

Heesch - Berlijn

545 kilometer

Geschiedenis

Hitler wilde van Duitsland het machtigste land van Europa maken. Eerst viel hij met zijn leger zijn buurlanden aan: Oostenrijk, Tsjecho-Slowakije en Polen. Daarna wilde hij Duitslands grote vijand uitschakelen: Frankrijk. In de aanval op Frankrijk werden ook Nederland en België bezet.

Het Nederlandse leger was veel te zwak om de Duitse aanval tegen te houden. De Duitsers bombardeerden het centrum van Rotterdam. Ze dreigden om ook andere steden te bombarderen. Toen besloot de leiding van het Nederlandse leger zich over te geven. De regering en de koningin waren toen al gevlucht naar Engeland.

opdracht 1

Gebruik deze link en beantwoord de vragen.

  1. Wat is de naam van de politieke partij van Adolf Hitler?
  2. Welke straf gaven de Duitsers als Nederlanders geen gehoor gaven een oproep?
  3. Wie was de leider van de NSB?
  4. Welke datum wordt gebruikt om de bevrijding van Nederland te herdenken?
  5. Op welke manier werd het beetje eten dat beschikbaar was, zo eerlijk mogelijk onder de mensen verdeeld?
  6. Waarom moesten mensen hun ramen afplakken zodat er geen licht naar buiten zou schijnen?

Adolf Hitler heeft een zondenbok nodig om de schuld tegen van de slechte situatie. Dit zijn de Zigeuners en de Joden. De Joden moeten verplicht een Jodenster dragen. Meer dan 100.000 Nederlandse Joden worden opgepakt en getransporteerd naar concentratiekampen. In totaal vinden zo’n 3 miljoen mensen de dood in een van de kampen.

 

opdracht 2

Hoe noem je de Joden die zich verstoppen voor de Duitsers omdat ze niet naar een concentratiekamp willen worden afgevoerd?

opdracht 3

Hoe probeerde de Duitsers het leven voor de Joden zo lastig mogelijk te maken?

 

In het najaar van 1944 werd het zuiden van Nederland bevrijd door het Engelse, Amerikaanse en Canadese leger. Deze samenwerkende legers werden de ‘geallieerden’ genoemd. Het gebied boven de grote rivieren (vooral de grote steden in het westen) was nog niet bevrijd. Zij hadden te lijden onder een verschrikkelijke ‘hongerwinter’. Er was bijna geen eten meer. Mensen aten bijvoorbeeld tulpenbollen om in leven te blijven. Meer dan 20.000 mensen stierven van honger.
Op 5 mei 1945 gaf het Duitse leger zich over en was heel Nederland bevrijd. Op dat moment was Nederlands-Indië nog bezet door het Japanse leger, dat (samen met Italië) aan de kant van Duitsland stond. Japan gaf zich over op 15 augustus 1945.

 

opdracht 4

Speel de kennisquiz over Anne Frank. Noteer de namen van je tegenspelers en de behaalde scores. Gebruik hiervoor deze link

 

Aardrijkskunde

Na de tweede wereld oorlog werd het toezicht op Duitsland verdeeld door de geallieerde. Het land werd zelfs in twee delen gesplitst. West-Duitsland stond onder toezicht door het kapitalistische Amerika, Frankrijk en Engeland. Oost-Duitsland werd communistisch door de Sovjet-Unie (Rusland).

 

 

 

 

 

opdracht 5

Verdeel onderstaande begrippen in typisch communisme en kapitalisme:

democratisch gekozen, privébezit, iedereen is gelijk, vrije marktwerking, staatseigendom, armoede, geen werkloosheid

 

communisme

kapitalisme

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Door de splitsing in Oost en West kwamen er ook grote verschillen voor de Duitsers. Na de oorlog was er een tekort aan woningen en bedrijventerreinen. De kwaliteit van de gebouwen was in Oost-Duitsland een stuk minder. Het Westen kon het land redelijk snel weer opbouwen. In het Ruhrgebied werden hoge winsten behaald. Dit leidde tot een flinke welvaarts groei. In het Oosten bleef de economische groei uit. In het westen konden mensen auto’s kopen en daardoor verder van hun werk gaan wonen. Dit noem je suburbanisatie. In Oost-Duitsland gebeurde dat pas na de val van de muur in 1990 toen Oost en West weer samen werden gevoegd tot één Duitsland.

opdracht 6

Waar moet de overheid flink in investeren als er veel suburbanisatie gaat plaatsvinden?

 

Mensen die in een andere plaats wonen dan waarin ze werken noem je forensen. Door forensisme neemt de druk op het wegennet toe. Meer mensen zullen gaan reizen en veelal gebruik maken van de auto. Vooral rondom de steden ontstaan problemen door congestie.

 

opdracht 7

a          Zoek via een woordenboek op wat de betekenis van congestie is.

b          Welke twee problemen ontstaan door congestie?

Economie

De prijzen van producten worden steeds hoger. Dit noem je inflatie. De inflatie wordt elke maand berekend. Als de prijzen dalen noem je het deflatie. Het centraal bureau voor de statistiek verzamelen de prijzen van veel verschillende producten. Zij berekenen de gemiddelde prijsstijging. Door de prijsstijgingen kun je minder spullen kopen. De werknemers zullen dan vragen om loonsverhoging om toch evenveel te kunnen kopen. Dit noem je koopkracht behoud. 

opdracht 8

Neem de juiste woorden over uit de zin.

Het stijgen van de prijzen noem je inflatie/ deflatie. Hierdoor kun je meer/ minder producten kopen met je inkomen. De koopkracht zal dus stijgen/ dalen.

 

opdracht 9

Als er inflatie is dan zullen werknemers vragen om een loonsverhoging. Veel economen vragen juist de bedrijven en vakbonden om de lonen niet te veel te laten stijgen. Ze zijn namelijk bang dat er anders extra inflatie zal ontstaan. Zet de volgende zinnen in de juiste volgorde zodat de mening van deze economen duidelijk wordt.

  1. werknemers ontvangen een loonsverhoging
  2. de bedrijven verhogen de verkoopprijs van de producten
  3. vakbonden vragen voor hun leden meer looon
  4. de loonkosten voor de bedrijven stijgen
  5. er ontstaat meer inflatie

opdracht 10

In 2013 moest voor een boodschappenpakket € 248,30 worden betaald. In 2014 is dit pakket, met dezelfde producten, in prijs gestegen naar € € 253,50. Bereken het inflatiepercentage. Rond je antwoord af op één decimaal

 

opdracht 11

In 2013 moest voor een fiets gemiddeld € 642 worden betaald. Als de gemiddelde verkoopprijs van een fiets met het berekende inflatiepercentage van vraag 10 wordt verhoogd, wat moet er dan in 2014 gemiddeld voor een fiets worden betaald?

 

opdracht 12

Sparen en inflatie gaat niet vaak samen. Bij sparen krijg je rente van de bank. Je spaargeld groeit dus door de ontvangen rente. Door inflatie worden de prijzen hoger, waardoor je dus eigenlijk weer langer moet sparen. Als de inflatie hoger is dan het rentepercentage is het dus niet verstandig om te gaan sparen. In welke situatie is het het meest verstandig om te gaan sparen?

            rentepercentage      inflatie

A         4%                               2%

B         2%                               2%

C         2%                               4%

D         6%                               5%

E         6%                               9%

Test jezelf

Toets: Test jezelf

Start

Polen

Dit land komt te vervallen in de lessenreeks Dwars door Europa schooljaar 13-14.

Antwoorden

Geschiedenis

Griekenland

1             a             alles wat we doen is niet perfect, toch gaan we uit van perfectie

                b             voortdurende drang om de waarheid te beschrijven

                c              nauwkeurige benadering van Pie

                d             alles bestaat uit verhoudingen van getallen

 

2             a             “held – Styx”

                b             “Godin – schoonheid”

                c              “Door – vervullen”

                d             “Opende – bedwingen”

                e             “God – drietand”

 

3             a             onjuist

                b             juist

                c              onjuist

                d             juist

                e             juist (hoewel winterspelen ook om de vier jaar worden gehouden)

                f              onjuist

                g             juist

 

 

4             Eigen antwoord.

 

 

Italië

1             Eigen antwoord zou kunnen zijn: media is een verzamelnaam voor televisie, kranten, radio en              andere middelen van communicatie.

 

2             Bijvoorbeeld de onderstaande:

               

-Kippen

-Geld

-Steden

 

 

3             Als het Romeinse rijk op zijn grootst is (omstreeks 200 n.c.) strekt het tot Schotland in het       noordwesten, de noordgrens ligt langs de rivieren de Rijn en de Elbe. Het Romeinse rijk                omsluit de Middellandse zee en bevat de gebieden in het noorden van Afrika. Aan de     Oostgrens strekt het rijk zich tot delen van Irak.

 

4            

 

5             C

6             De meeste soldaten werden uitbetaald in muntstukken, andere werden uitbetaalt in stukken              land. Soldaten die stierven tijdens de veldslag werd een plek in Elysium beloofd (soort hemel)

 

7             Afhankelijk van de afkomst van de soldaat werden ze gestraft of gedood, maar soms werd     ook het Romeinse burgerschap afgenomen. Dit laatste was in die tijd ook een flinke straf.

 

8             Nijmegen en Maastricht (andere steden zoals, Arnhem, Utrecht en Voorburg mogen ook        goed gerekend worden).

 

 

Noorwegen

1             De leerling zal de tekst op de site gaan doornemen.

 

2a           Vooral uit Noorwegen, Zweden en Denemarken.

  b           Een boot die de Vikingen gebruikten.

  c            Dorestad (vermoedelijk is dat het dorp Wijk bij duurstede geweest)

  d           Walhalla was voor de Vikingen wat voor ons de hemel is.

 

3             Eigen antwoord.

 

4             De Nederlanders waren ontzettend bang voor de Noormannen (Vikingen). Dorpen werden   geplunderd, veel mensen werden gedood. De schepen van de Noormannen waren       indrukwekkend.

 

Spanje

1             De leerling werkt aan de tijdlijn.

 

2             Filips de Tweede verkreeg veel opbrengsten (goud)  uit de veroveringen van Midden en Zuid               Amerika.

 

3             1 E

                2 G

                3 A

                4 H

                5 B

                6 D

                7 C

                8 F

 

4             -              Willem van Oranje is van geboorte een Duitser.

                -              Hij was prins van het prinsdom Orange (Oranje) in Frankrijk

                -              Willem heeft de grondgebieden in Nederland gekregen (geleend) van de koning van                                 Hispanje. Lange tijd bestuurd Willem deze gebieden dus namens de koning van                           Spanje.

                              

 

 

Turkije

1             Istanboel

 

2             Mustafa Kemal Atatürk

 

3             Alternatieve handelsroutes over land werden bedacht. De Italiaanse koopman Marco Polo is                 liep bijvoorbeeld via de “zijderoute”.

 

 

 

Engeland

1a           Een koninklijke familie die voornamelijk gebieden hadden in Duitsland, Oostenrijk, Hongarije                en Tsjechië. 

  b           Nederland en Spanje.

  c            De akte van navigatie maakte het voor de VOC en WIC moeilijker om handel te drijven.

  d           In de Noordzee en “het kanaal”.

  e           Nederland verloor de laatste oorlog en verloor het monopolie op de handel in Indonesië.

 

 

2            

                Links naar rechts

3             Engeland

5             Michiel de Ruyter

7             Vlissingen

9            

10           ? Walvisvaard(er) Past niet

                               11           Engeland/Frankrijk

                               12           Admiraal

 

                Boven naar beneden

                               1             Admiraal-maarschalk? Past niet

                               2             ?

                               4             Nieuwe kerk

                               6             Reder

                               8             Bierdrager         

 

3             Eigen antwoord.

 

4             A

 

Frankrijk

1             Door middel van belastingen.

 

2             Registratie van achternamen en geboortedatum,  invoeren van standaardmaten (meter,         liter, kilo etc.), rechts rijden in het verkeer.

 

3a           Uiteindelijk wordt Napoleon verslagen bij de slag om Waterloo.

  b           1815.

  c            Engeland, Pruisen (Duitsland) en Rusland.

  d           Napoleon wordt verbannen (weggestuurd om niet meer terug te komen)  naar het eiland Sint             Helena.               

  e           De kleine korporaal

 

 

 

Aardrijkskunde

Griekenland

6. Wat betekent het woord Balkan?  Bebost gebergte. – Door Turkije zo genoemd-.Waarom denk je toevoegen in de vraag.  Er zijn veel bergketens in dat gebied.

7. Hoe noem je het onvruchtbaar worden van land door regen en wind? Erosie

8. toeristen aandeel van luchthavens Athene en Thessaloníki  in Griekenland? Samen 3.252.093 totaal 10.555.344

9. Naast vliegen kun je nog naar Griekenland met 1. De trein, 2. De auto, en 3 de boot.

Italië

9. 3 belangrijkste steden: inwoneraantal  Milaan, Rome,  Turijn. Economisch belang: Industriële driehoek: Milaan, Turijn Genua krt 111 in atlas GB BB krt nr. ….

10. B. Po- vlakte

11. A. Apennijns Schiereiland: Gebergte Apennijnen is ruggegraat van de laars van Italie.

C. Piedmonte: Noord West Italië, aan de voet van de bergen (van Zwitserland én Frankrijk). Turijn is de hoofdstad. Veel industrie.

D. Gardaland: groot pretpark aan het Gardameer in Italië.

12

Steden en dorpen vormden de bouwstenen van het Romeinse Rijk. De Romeinen bouwden hun steden altijd in vierkante vorm. Maar eerst bouwde men de wegen naar de stad. Waren die wegen klaar dan begon men met de stad zelf.

 

Eerst werden de stadsmuren gebouwd.
Dan werd de Hoofdstraat aangelegd. Als tweede straat de Kruisstraat. (Nijmegen en Maastricht kennen nog steeds de Kruisstraat).
In het midden van de stad kwam een groot marktplein: het forum.
Aan het forum stond ook het stadhuis. Verder had de stad diverse badhuizen (thermen), een theater  (toneel), een amfitheater (gevechten) en een circus (renbaan).

 

13.

 1. Forum Romanum

2. Engelenbrug

3. Colloseum

4. Pantheon.

 

14.

a. Vesuvius: vulkaan bij Pompeii.

b. de stad Pompeii is vermoord.

c. de hoeveelheid slachtoffers is 2.000

15

 a. de maffia is ontstaan op Sicilie. ( eiland zuid Italie).

b. lid wordt je door als arbeider of boer voor je capo te werken tegen de buitenlandse overheersers/ landeigenaren.

c. pizzo is beschermgeld wat de maffia int betaald door winkeliers

d. omerta is de zwijgplicht van iedere maffioso, bij overtreding volgt de doodstraf.

e. de Maffiosi ontsnapte aan de wil van Mussolini door of naar Amerika te vluchten of naar het vaste land in zuidelijk Italië.

f. een godfather is hoofd van een maffiafamilie, aan de top van de hierarchie.

Noorwegen

5.

a. fjorden zijn diepe/ hoge steile rotskusten en inhammen aan de zeekust in Noorwegen die door gletsjers zijn uitgeslepen.

b. de mensen die   sportief zijn en graag wandelen of bergbeklimmen en mensen die graag kamperen in vrije natuur en van rust en ruimte houden kiezen voor een vakantie in Noorwegen

c. het primaire doel van  een vaste vaarroute langs de kust is het vervoeren van mensen en post.

d. een gletsjer is een dikke ijsmassa, ontstaan op land, dik groot en dus ook zwaar genoeg om bergafwaarts te stromen. Door het grote/enorme gewicht hebben ze een slijpende werking op het land. Ze maken u vormige dalen.

e. hydro-elektriciteit is waterkracht; energie gemaakt door gebruik te maken van hoogteverschil op land of hoogteverschil in rivieren. Ook wel witte steenkool genoemd. In waterkrachtcentrales wordt allle waterkracht meteen omgezet in elektriciteit. Vroeger was bv. Een watermolen ook een vorm van waterkracht die meteen werd gebruikt om water op te pompen, dus niet omgezet in elektriciteit..

6.

Voordeel: Als je eenmaal de installaties gebouwd hebt is de grondstof gratis en oneindig. Het raakt in principe niet op zoals bv aardolie en aardgas wel op gaan raken. Hiernaast is het minder vervuilend.

 

7.

a. zonnepanelen- groen

b. kernsplitsing of kernenergie - grijs

c. afval verbranding -grijs

d. stuwmeer/ waterkracht –groen

 

8. Door opwarming van de aarde en minder sneeuwval in de bergen  smelten de Gletsjers .

Spanje

5 stelling

A  niet waar

B  waar

C  waar

D  waar

6.

kringloop van het water; gebruik deze woorden: zeewater, grondwater, neerslag, condensatie

Verdamping en wolken

7.

frontale neerslag komt het meest voor in Nederland

8.

Nederland                                         Spanje

Suikerbiet, aardappel, peer       Sinaasappel, tomaat,druif, olijf, peer, aardappel

9.

Irrigeren/bevloeien van land

 

 

 

 

Turkije

4. begrippenlijst

Magma: dik-vloeibaar gesmolten gesteente in de aardbol onder de aardkorst. In midden zit de aardkern, hieromheen in de mantel,  zit het magma, daaromheen zit de aardkorst.

Platentectoniek: de bewegingen tussen zowel de aardplaten onderling als  de zeeplaten en aardplaten. De platen drijven als het ware op het dik-vloeibare magma in de aardbol.

Epicentrum: het gebied op de aardkorst waar de aardbeving het sterkst te voelen is.

Hypocentrum: de plaats van de aardbeving in de aarde. De aardbevingshaard.

Schaal van Richter: het meetinstrument waarmee de aardbevingen gemeten wordt heeft als meet term de schaal van Richter. Het zegt wat over de kracht van de aardbeving en wat de schade kan zijn daardoor. Deze meneer is seismoloog en  heeft het bedacht en ontworpen. Hoe sterk de beving is wordt hiermee gemeten. Dat kan gaan van bevingskracht 1 tot en met 12.

Breuklijn: de randen van de aard/zeeplaten. De gebieden waar de platen tegen elkaar aan liggen en waar dus ook bewegingen kunnen ontstaan of juist bezig zijn.

5. De platen Euraziatische plaat, de Grieks-Turkse plaat, de Arabische plaat, Afrikaanse plaat en Iraanse plaat . Het zijn er dus erg veel vandaar het grote risico op aardbevingen.

6. noodhulp na een aardbeving kan zijn: tenten/onderdak, water, voedsel, dekens, medische hulp.

7. Bij de roze kleur

8.

a. meeste buitenlandse toeristen: Antalya

b. hoeveel in 2002: 2100.000. 30 maal ….

c. Nee, het ligt niet aan de op een breuklijn gebied.

d. Een noodplan hebben en hierover informeren bij hun gasten.

 

9. divergeren, convergeren, transform bewegen.

 Beschrijving: https://encrypted-tbn0.gstatic.com/images?q=tbn:ANd9GcTmZ4pUg5A18Qbh-jEvk3PPch_HdzBF9JRBCnsEOle_ZOaBnxGhvA

Platen kunnen divergend bewegen: platen gaan uit elkaar, dit heeft vulkanisme tot gevolg. Op zee onderwater ontstaat zo een midoceanische rug. Magma komt aan de oppervlakt en maakt een bergrug met vulkanen erin. Op land ontstaan vulkanisme.

Platen kunnen convergerend bewegen: platen bewegen naar elkaar toe. ( con lijkt op komen) dit kan 2 gevolgen hebben. 1. Twee dezelfde platen aard aard, zee zee platen  dan krijg je opduwen met als gevolg gebergtevorming. 2. Het zijn verschillende platen, de zeeplaat is zwaarde en zal onder de aardplaat schuiven, dan het je kans op aardbevingen en het ontstaan van vulkanen.

Platen kunnen langs elkaar heen schuiven dit noem je transform: dit gaat stroef en drukt ook tegen elkaar aan. Dit bouwt een spanning op die ineens los kan schieten waardoor er een echte beweging komt, aardbeving.

Engeland.

 

opdracht 5

Vanuit het Grieks is het letterlijk ‘meer stad’ en ‘moederstad’. Dus groot en met een verzorgende rol. Een Metropool is een agglomeratie dit is een aan elkaar gegroeid stedelijk gebied. Een, van zichzelf al, grote stad met voorsteden eraan vast gegroeid. De dorpen in de omgeving zijn afhankelijk van de stad voor allerlei voorzieningen en werkgelegenheid.

opdracht 6

Ratten waren er overal in die tijd. Ze waren in de buurt van mensen, daar was voedsel te vinden, de ratten waren besmet maar brachten de ziekte niet zelf over op mensen. De vlooien die besmet bloed van ratten opzogen en hierna mensen prikten hierdoor  de pest konden krijgen.

De ratten reisden met de handelsschepen mee.

 

opdracht 7

a             Aan welke kleur metrolijnen ligt Bakerstreet? Paars, geel en rose

b             Je wilt van Picadilly Circus naar Peddington. Welke kleuren metrolijn heb je nodig? Bruin

c             Hoeveel haltes liggen er tussen Waterloo en Webley Central (bruine lijn)

d             Beschrijf de kortst mogelijke metroroute van London Bridge naar Knightsbrigde.         

 

opdracht 8

Luchtvervuiling die dankzij erge kou en winstilte tot vette smog leidde door de vervuiling van de kolenindustrie.

 

opdracht 9

1.Verkeer verminderen; bv even kentekennummers om de dag rijden met oneven kentekennummers.

2. maximum van wat uitlaatgassen van auto’s mogen uitstoten verminderen.

3. rijsnelheid van het verkeer verlagen.

4. in geval van Londen; uitstoot van de kolenfabriek verlagen. Dus betere filters in de schoorsteenpijpen.

Frankrijk

opdracht 4

Het afval is radioactief wat duizenden jaren zo blijft, dit is gevaarlijk  voor mens en natuur. Het wordt nu opgeslagen in dikke betonnen tonnen in dikke pakhuizen en ondergrondse opslag wordt onderzocht.

opdracht 5

 1.Het verkeer gebruikt benzine en diesel wat CO2 uitstoot geeft.

2. Fabrieken hebben uitstoot van verbrandingsgassen bij de productieprocessen.

3. de scheten van de koeien in de wei.

4. mest, bij het uitrijden van mest over het land komen er stoffen in de lucht die het broeikaseffect versterken.

opdracht 6

a          Welke mogelijkheden zijn er voor de productie van ‘groene’ energie? Wind energie en hydro-energie. (waterkracht)

b          Hoeveel kWh groene energie produceerde Frankrijk vorig jaar?

14.2 x 5,84 = 82.93miljard kwh.

c          Hoeveel kWh kernenergie produceerde Frankrijk vorig jaar?

 74.1 x 5,84= 432.74 miljard kwh

            Frankrijk produceert meer energie dan dat ze zelf nodig hebben. Van de geproduceerde energie wordt ongeveer 451 miljard kWh zelf verbruikt.

 

d         Hoeveel procent van de totale productie is ‘overtollig’?

584 – 451=133 kwh. 133: 5,84= 22,8 %

e          Wat doen ze met de overtollige hoeveelheid energie?

De overtollige energie verkopen ze aan het buitenland, handel in energie dus.

 

 

 

opdracht 7

1.Het afval blijft nog duizenden jaren lang gevaarlijk en vervuilend.

 2. Kernenergie wordt gemaakt uit het gesteente Uranium. Dit is niet onbeperkt voorradig op de wereld. Het kan dus opraken. Bij groene energie is dit niet het geval.

3. Bij het produceren van kernenergie wordt gebruik gemaakt van allerlei materialen en beschermingsmiddelen die radioactief worden. Ook dit is besmet afval.

 

opdracht 8

Bij Aquitane wordt energie opgewekt door een groot veld zonnepanelen/ zonne -collectoren. Er zijn daar veel zonuren.

 

Belgie.

opdracht 5

Nederland, Duitsland, Luxemburg, Frankrijk.

opdacht 6

E             Bastogne

 

opdracht 7

A             metaalindustrie, ijzer-en staalproductie en chemische industrie

 

opdracht 8

a             Charleroi is een plaats in Wallonië de officiële taal is daar Frans.

b             Hasselt is een plaats in Vlaanderen de officiële taal is daar Nederlands

c             Leuven is een plaats in Vlaanderen de officiële taal is daar Nederlands.

 

Opdracht 9

Antwerpen

 

Opdracht 10

De Maas.

Economie

Griekenland

Opdracht 10

€ 233

..

34,95

100%

1%

15%

 

ongeveer € 35 miljard

 

Opdracht 11

3075

17.571,42857

17,5%

1%

100%

afgerond 17.571 schepen

Opdracht 12

Als Griekenland de belasting gaat verhogen voor rederijen dan zullen rederijen op zoek gaan naar een ander land waar een gunstiger belastingklimaat heerst. Griekenland zal dus belastinginkomsten mislopen omdat rederijen vertrekken naar andere (goedkopere) landen.

 

Italië

opdracht 16

Geef van onderstaande voorbeelden aan om welke functie van geld het gaat.

a          spaarmiddel

b          rekenmiddel

c          ruilmiddel

 

 

opdracht 17

De romeinse soldaten kregen in ruil voor hun werk een zakje zout. Dit is een voorbeeld van directe ruil.

Toen meneer Seelen in Rome was kocht hij voor € 6 een pizza. Dit is een voorbeeld van indirecte ruil

 

opdracht 18

Neem onderstaand schema over en vul de woorden op de juiste plek in:

munten, bankbiljetten, giraal geld, chartaal geld, totale geldhoeveelheid

 

 

opdracht 19

De kans op overvallen wordt kleiner, er is immers geen geld aanwezig.

 

opdracht 20

Door giraal te betalen ligt er minder geld in de kassa. Dit betekent dat er minder wisselgeld aanwezig hoeft te zijn, minder kans op fouten met teruggeven van wisselgeld, minder kans op vals geld en de winkelier hoeft aan het einde van de dag het geld niet te storten bij de bank.

 

Noorwegen

Opgave 10

75 x € 0,67 = € 50,25

 

Opgave 11

2500 x € 0,93 = € 2.325

 

Opgave 12

30 x € 0,66 = € 19,80

 

Opgave 13

70 x € 0,62 = € 43,40

 

Opgave 14

280 x € 0,66 = € 184,80

 

Opgave 15

€ 100 : € 0,93 = 107,53 Engelse pond

 

Opgave 16

€ 1.750 : € 0,66 = 2.651,52 Amerikaanse dollar

 

Opgave 17

a          € 250 : € 0,13 = 1.923,08 Noorse kroon

b          650 x € 0,11 = € 71,50

c          € 250 - € 71,50 = € 178,50

 

Spanje

opdracht 10

Jongeren hebben geen werk en dus geen inkomen de kans dat deze jongeren de criminaliteit in gaan is hierdoor groter.

opdracht 11

De verloren generatie heeft nu ondanks de opleiding geen werk. Hierdoor doen ze geen werkervaring op terwijl de kennis wel verouderd. Ook in de toekomst zullen ze waarschijnlijk geen baan vinden. Zij zullen dus hun hele leven afhankelijk blijven van uitkeringen.

opdracht 12

De overheid wil voorkomen dat jongeren werkloos zijn. Dit betekent dat jongeren die werkloos zijn  een opleiding moeten volgen of een baan aangeboden krijgen om werkervaring op te doen.

opdracht 13

Meer werklozen betekent meer geld uitgeven aan (werkloosheids)uitkeringen.

Meer werklozen betekent een lager inkomen en dus minder belastinginkomsten.

opdracht 14

Eigen antwoord:

Je kunt nu wel kijken of er straks met de gekozen opleiding wel werk voor je is. Ga een opleiding volgen waarmee er ook straks nog kans op werk is.

 

Turkije

 

opdracht 10

Tulpen

 

opdracht 11

Tussen Nederland en Duitsland is het tarief 0%

Nederland en Duitsland hebben voor niet EU-landen hetzelfde tarief (3%)

 

opdracht 12

Wat gaat er veranderen aan de invoerrechten van Turkije, als Turkije lid is van de EU?

A         de invoerrechten 5%, 8% en 10% worden 0%

B         de invoerrechten 5%, 8% en 10% worden 3%

C         de invoerrechten 5% en 8% worden 0% en het invoerrecht 10% wordt 3%

D         de invoerrechten 5% en 8% worden 3% en het invoerrecht 10% wordt 0%

 

opdracht 13

Vooral Duitsland en Oostenrijk verwachten een grote toestroom van immigranten uit Turkije.

Een Duitse tegenstander van de uitbreiding zegt: “Door het vrij verkeer van personen zal

onze koopkracht dalen.”

Hieronder staan drie tussenstappen:

1 lagere lonen

2 meer immigranten

3 groter aanbod van arbeidskrachten

In welke van de onderstaande regels staan de tussenstappen in een zodanige volgorde

dat ze de gedachtegang van de tegenstander goed weergeven?

A         vrij verkeer van personen --> 1 --> 2 --> 3 --> koopkrachtdaling

B         vrij verkeer van personen --> 1 --> 3 --> 2 --> koopkrachtdaling

C         vrij verkeer van personen --> 2 --> 1 --> 3 --> koopkrachtdaling

D         vrij verkeer van personen --> 2 --> 3 --> 1 --> koopkrachtdaling

E         vrij verkeer van personen --> 3 --> 1 --> 2 --> koopkrachtdaling

F          vrij verkeer van personen --> 3 --> 2 --> 1 --> koopkrachtdaling

 

opdracht 14

# Europa zorgt voor meer werkgelegenheid (oa haven Rotterdam)

# Het grootste deel van onze export gaat naar Europa

# Afschaffen/ uitstappen is duurder dan blijven zitten

# Vermogensverlies voor banken, pensioenfondsen en verzekeringsmaatschappijen

# Gemiddeld verdienen we € 2400 per persoon aan Europa, terwijl het maar € 210 kost.

 

opdracht 15

Neem in onderstaande zin de juiste woorden over.

Mocht Turkije lid worden van de EU dan zal de EU veel geld moeten uitgeven aan de lokale  Turkse boeren. Door de gemiddeld lage lonen in Turkije zullen  veel Turken naar de rest van EU gaan op zoek naar werk. Door het lidmaatschap zullen veel bedrijven uit de EU een vestiging beginnen in Turkije. Hierdoor zal de werkgelegenheid in Turkije stijgen.

 

opdracht 16

Je hebt voor- en tegenstanders over de toetreding van Turkije tot de EU. Wat vind jij? Geef minimaal vier argumenten die je mening ondersteunen. Doe het zo:

Ik ben voorstander van toetreding van Turkije tot de EU omdat,

#1        dan goedkopere spullen kunnen kopen uit Turkije

#2        meer exportkansen naar Islamitische landen

#3        meer werkgelegenheid binnen de EU

#4        Turkije biedt een enorm afzet gebied voor Nederlandse bedrijven

Ik ben tegenstander van toetreding van Turkije tot de EU omdat,

#1        meer Turken komen naar Nederland om werk te zoeken

#2        Nederland zal meer moeten bijdragen aan EU-lidmaatschap

#3        Nederlandse boeren krijgen meer concurrentie

#4        Turken hebben een andere geloofsovertuiging

 

Engeland

Opgave 10

€ 68,15

€ 432,75

100

1

635

 

Opgave 11

€ 144,89

€ 655,63

10.000

1

45.250

 

Opgave 12

€ 0,72

€ 9

100

1

1.250

 

Opgave 13

€ 5,34

1

€ 200

100

3.745,31 pesos

 

 

 

Opgave 14

€ 68,15

€ 166,97

100

1

245

€ 166,97 + € 6 = € 172,97

 

Opgave 15

€ 0,60

€ 54

1

1

90

€ 54 - € 6 = € 48,00

 

Opgave 16

44,46

 

€ 80,03

100

1

180

€ 80,03 - € 6 = € 74,03

 

Opgave 17

144,89

 

€ 76,07

10000

1

5.250

€ 76,07 - € 6 = € 70,07

 

Opgave 18

2

 

1,30

1

 

0,65

€ 1,30 – 6 = € 4,70 bijbetalen!!!!

 

Opgave 19

a        € 355,74 + € 6 = € 361,74

b        € 343,04 - € 6 = € 337,04

c        € 361,74 - € 337,04 = € 24,70

 

 

Frankrijk

opgave 9

- jonger dan 15 jaar

- ouder dan 65 jaar

- studenten

- huisvrouwen

- arbeidsongeschikten

 

opgave 10

16,7

1

11

100%

 

65,9%

opgave 11

62,8

1

26,5

100%

 

42,2%

Het percentage arbeidsdeelname is in Nederland hoger. Nederlanders zijn dus over het algemeen bereidwilliger om te werken dan de Fransen.

 

opgave 12

- zorgen voor goedkope kinderopvang (moeders kunnen hun kind naar de opvang brengen en zelf gaan werken)

- zorgen voor mogelijkheid tot thuiswerk (moeders kunnen de zorg van (basisschool)kinderen combineren met het werk

 

opgave 13

a          nee, stage is geen betaalde baan

b          nee, leeftijd te hoog

c          nee, geen betaalde baan

d          nee, leeftijd te lag

e          nee, werkt maar 7,5 uur per week

f           nee, werkt maar ong. 8 uur per week

g          ja, zzp-er

h          ja, actief op zoek naar werk voor meer dan 12 upw.

I           nee, werkt maar ong. 10 uur per week

 

opgave 14

11.000.000

1

1.250.000

100%

 

11,4%

 

opgave 15

26.500.000

 

3.315.500 werklozen

100%

1

12,5%

 

 

België

 

opdracht 11

€ 2,50 + € 0,50 - € 1,25 = € 1,75

 

opdracht 12

De verkoopprijs van het product wordt lager. Lagere prijs, meer verkopen.

 

opdracht 13

stimuleren dat sommige producten (openbaar vervoer, milieuvriendelijke maatregelen, cultuur) meer worden verkocht

 

opdracht 14

- alcohol

- brandstof

- tabak

 

opdracht 15

€ 0.50

1

€ 1,60

100%

1

320%

 

 

Duitsland

 

opdracht 8

Het stijgen van de prijzen noem je inflatie. Hierdoor kun je minder producten kopen met je inkomen. De koopkracht zal dus dalen.

 

opdracht 9

3-1-4-2-5

 

opdracht 10

€ 248,30

1

€ 5,20

100%

 

2,1%

 

 opdracht 11

€ 642

 

€ 655,48

100%

1

102,1%

 

opdracht 12

A