Aardrijkskunde

In Nederland hebben we te maken met een gematigd zeeklimaat. Dit betekent dat we over het algemeen zachte winters en koele zomers hebben. Het hele jaar door kunnen we een regenbui verwachten. In het overgrote deel van Spanje tref je een mediterraan klimaat. Ze hebben warme droge zomers. De regen valt eigenlijk alleen tijdens de zachte winters. Verder vindt je in Spanje in het binnenland en een stukje langs de kust een steppeklimaat. Hier valt bijna geen regen. In de Pyreneeën, een gebergte in het noorden van Spanje, vind je een hooggebergteklimaat. Hier is het in verhouding kouder en regenachtiger dan in de rest van Spanje.

opdracht 5

Zeg van onderstaande stellingen of deze juist of onjuist zijn.

a          De temperatuurverschillen langs de kust zijn groter dan die van het binnenland.

b          Na een langer periode van droogte is de kans op bosbranden groot.

c          In Spanje is het meestal warmer dan in Nederland.

d         Nederland ligt verder van de evenaar dan Spanje.

 

Het water zit in een kringloop. Het gaat van zee, door verdamping en condensatie via wolken naar het land. Hier koelt de lucht af en vallen de regendruppels op aarde. Via de rivieren stromen ze dan weer terug naar zee. Kijk voor het ontstaan van wolken naar filmpje via de link hieronder. Of dat het echt gaat regenen kan drie oorzaken hebben.

1 Stuwingsneerslag: Als lucht tegen een berg botst, moet de lucht opstijgen. Hoger in de lucht is het kouder en zullen er meer waterdruppels ontstaan.

2 Stijgingsneerslag: Als de zon de aarde verwarmt zal de lucht daar hoger stijgen. Hoog in de lucht zal de lucht afkoelen en condenseert de waterdamp. Zo kunnen wolken ontstaan waaruit neerslag kan vallen.

3 Frontale neerslag: Lucht stijgt ook op als koude lucht en warme lucht met elkaar in botsing komen. Dit noem je een front. De koude lucht duwt de warme lucht omhoog waardoor deze weer afkoelt

opdracht 6

Maak een schematische weergaven van de kringloop van het water. Gebruik in je weergave minimaal deze woorden: zeewater, grondwater, neerslag, condensatie, verdamping, wolken. Bekijk eerst onderstaand filmpje

opdracht 7

In Nederland hebben we vooral te maken met…

A         Stuwingsneerslag

B         Stijgingsneerslag

C         Frontale neerslag

 

opdracht 8

De verschillen in het klimaat betekent ook dat er verschillen zijn in de landbouw en levensstijl van de mensen. Maak twee kolommen. Een voor Nederland en een voor Spanje. Zet de woorden in de juiste kolom. Het kan zijn dan een woord in beide kolommen geplaatst moeten worden. Let op: de vraagstelling heeft te maken met het klimaat en dus niet de groei in kassen!

sinaasappel, tomaat, suikerbiet, druif, aardappel, olijf, peer

 

opdracht 9

Nederlandse boeren proberen de natuur te helpen door de aanleg van kassen. Hierdoor kan er ook bij minder mooi weer toch een lekker warme omgeving worden gecreëerd. In Spanje heb je juist een ander probleem. Door de warme droge zomers wil er normaal gesproken weinig groeien. Wat moeten Spaanse boeren doen om hun probleem aan te pakken?