Excursie Rijk van Nijmegen de stuwal en de Millingerwaard

Excursie Rijk van Nijmegen de stuwal en de Millingerwaard

Inleiding

Deze reader landschapsecologie kan je als ibook of pdf uitdraaien vanaf Wikiwijs.

De verschillende modulen en lessen worden als apparte arrangementen aangeboden in Wikiwijs. Om te komen tot een overzicht van deze arrangementen kan je gebruik maken van het arrangement Landschapsecologie.

Landschapsecologie is een richting die tot de ecologie wordt gerekend maar ook aanpalende gebieden omvat. Het vak handelt over de ecologische aspecten van het landschap inclusief de rol van de mens en is tevens gerich top toegepaste aspecten zoals de ruimtelijke ordening.

 

Landschaps ecologie is altijd een praktijk georiënteerde en interdisciplinaire wetenschap geweest. Landschaps ecologie stelt de relatie tussen abiotische factoren en biotische factoren op landschapsschaal centraal. De aandachtsvelden van landschapsecologie omvatten het domein van de algemeen ecologen de fysisch geografen, de biogeografen en de vegetatiekundigen.

Wat vindt je in dit Arrangement?

In dit arrangement vindt je meer informatie over de excursies.

Toetsing

Voor informatie over toetsing zie arrangement landschapsecologie overzicht.

 

Symbolen bij hyperlinks
Het symbool & staat voor links waarop informatie te vinden is die tot de leerstof behoort. Deze links worden bij het stuk tekst ook apart opgenomen.

Bij veel gebruikte termen vind je via deze link een toelichting op het begrip zelf. Bij een aantal andere links die van dit symbool voorzien zijn, staat een substantieel deel van de leerstof op de site waarnaar verwezen wordt: in de tekst is dan aangegeven welk deel van de betreffende site gekend moet worden.

Links zonder symbool verwijzen naar achtergrondinformatie die niet tot de tentamenstof behoort. Deze links worden niet extra opgenomen na de tekst.

Gebieden van de excursies

Gebieden van de excursies
 
Belangrijke informatie over de gebieden die bezocht worden tijdens de excursies is te vinden op Natura 2000. Uitgangspunt en doelstellingen van Natura 2000 zijn terug te lezen via volgende link. In totaal worden zes excursies georganiseerd. Voor komend jaar zijn onderstaande gebieden geselecteerd.

Nederlands deltagebied in ruimere zin:
• Millingerwaard en stuwwal Nijmegen
• Noordwaard van de Biesbosch
• de zuidkust van Schouwen-Duiveland
Overige excursies:
• Sint Pietersberg en Savelsbos
• Drunense Duinen en De Brand
• Strijbeekse heide, Goudberg en Bleeke heide

 
De drie eerst genoemde excursies kunnen opgevat worden als een dwarsdoorsnede door het Nederlandse Deltagebied in ruimere zin. Bij de Gelderse Poort komen de grote rivieren (met uitzondering van de Maas) Nederland binnen. De Millingerwaard maakt deel uit van de Gelderse Poort. De grote rivieren stromen vervolgens onder andere langs de Biesbosch naar zee. De Oosterschelde is één van de zeearmen die de verbindende schakel vormen tussen de rivieren en de Noordzee. Ook dit deel van het Deltagebied is opgenomen in het excursieprogramma (zuidkust Schouwen-Duiveland).
De overige excursies laten andere, karakteristieke gebieden in Zuid-Nederland zien. In Zuid-Limburg worden de Sint Pietersberg en het Savelsbos bezocht. In West-Brabant de Strijbeekse heide, de Goudberg en de Bleeke heide. In Midden-Brabant staat een bezoek aan de Drunense Duinen en het aangrenzende De Brand op het programma.
Het programma als geheel wordt overigens jaarlijks tegen het licht gehouden, waarbij wijziging van een of enkele bestemmingen mogelijk is. Als een wijziging in het programma plaatsvindt nadat deze reader beschikbaar is gesteld, zal een aanvulling op dit hoofdstuk toegevoegd worden.

Het Rijk van Nijmegen

Deze excursie bestaat uit twee landschappelijk sterk verschillende gedeelten. Langs de Waal bezoeken we natuurontwikkelingsgebied de Millingerwaard en op de stuwwal de Duivelsberg. Millingerwaard en Duivelsberg liggen slechts een kilometer of tien van elkaar af.
De Millingerwaard maakt deel uit van Natura 2000 gebied de Gelderse Poort en van het voor Nederland zo karakteristieke rivierengebied.

lees meer over deze excursie in dit arrangement

Het rivierengebied

Deze excursie bestaat uit twee landschappelijk sterk verschillende gedeelten. Langs de Waal bezoeken we natuurontwikkelingsgebied de Millingerwaard en op de stuwwal de Duivelsberg. Millingerwaard en Duivelsberg liggen slechts een kilometer of tien van elkaar af.
De Millingerwaard maakt deel uit van Natura 2000 gebied de Gelderse Poort en van het voor Nederland zo karakteristieke rivierengebied.
 
Het rivierengebied
Het rivierengebied vormt het oostelijke gedeelte van de delta van de Maas en de Rijn. Als grote rivieren in het laagland terecht komen gaan ze zand en klei afzetten en ontstaan er oeverwallen en kommen. Bij de Rijn is dat al in de buurt van Kleef het geval, bij de Maas begint het bij Cuijk. Het stroomopwaartse deel van de Maas heeft een ander karakter. De rivier heeft zich daar ingesneden in een plateau, waardoor er terrassen zijn ontstaan. Hier ontbreken de voor het overige rivierengebied kenmerkende kommen en stroomruggen.
Het grootste deel van het rivierengebied ligt in een breed dal, dat in de ijstijden is gevormd tussen de Brabantse zandgronden en de stuwwallen van de Veluwe en de Utrechtse Heuvelrug. Dit dal is in de loop van de huidige geologische periode, het Holoceen, opgevuld met rivierafzettingen van de Rijn en de Maas. In elk deltagebied vertakken de rivieren zich, en ‘onze’ delta maakt daarop geen uitzondering. De Rijn komt als één stroom het land binnen en splitst zich in drie takken: Waal, Nederrijn en IJssel.
In het westen gaat het rivierkleigebied geleidelijk over in het veenlandschap van West-Nederland. Hier is de bewoningsgeschiedenis en de inrichting van het landschap duidelijk verschillend van het rivierkleigebied. In historisch-geografische zin wordt met het rivierkleigebied alleen de streek bedoeld waar de rivieren sterke invloed op het reliëf uitoefenden. Zo opgevat heeft het gebied in het westen een duidelijke grens, die ongeveer langs de lijn Woerden-Vianen-Leerdam-Gorinchem-Geertruidenberg loopt.
 
Oeverwallen en kommen
In de natuurlijke toestand hebben meanderende rivieren een tamelijk smalle bedding. Bij een grote aanvoer van water treedt de rivier al snel buiten zijn oevers. Daar verliest het water snelheid waardoor de grootste en zwaarste korrels het eerst worden neergelegd. Hierdoor ontstaan er direct langs de rivier twee lage, zandige ruggen: de oeverwallen. Verder bij de bedding van de stroom vandaan, in de komgebieden, blijft het water langere tijd staan en komen de fijnere deeltjes tot bezinking: hier vinden we kleilagen in de bodem. De beide oeverwallen en de bedding van een rivier worden samen ook wel een stroomrug genoemd.
 

Door het voortdurend afzetten van klei en zand heeft de rivier de neiging om zijn stroomrug steeds verder op te hogen. In de tijd dat de rivieren nog niet bedijkt waren kon het gebeuren dat de rivier zo hoog kwam te liggen ten opzichte van het omringende land dat hij op een gegeven moment zijn bedding verliet en een nieuwe koers ging volgen. De bedding groeide dicht en de oeverwallen bleven als ruggen in het landschap achter. In het rivierengebied komen tal van dergelijke fossiele stroomruggen voor.
Zie vooral ook: oeverwallen en komgronden zoals beschreven in het arrangement de geologische tijdschaal
hierna wordt tevens een link opgenomen naar dit arrangment.
 
 

Meer over oeverwallen en komgronden

Ruimte voor de rivier

Ruimte voor de Rivier
In Nederland hebben we steeds meer kans op overstromingen omdat de rivier ruimte verliest. De rivieren liggen ingeklemd tussen steeds hogere dijken, waarachter steeds meer mensen wonen. Tegelijkertijd is de bodem achter de dijken gedaald. Bovendien regent het vaker en harder, waardoor de rivieren meer water moeten verwerken. Het gevolg: stijgende waterstanden en meer kans op overstromingen met grote impact op mens, dier, infrastructuur en economie.
 
Om dit probleem aan te pakken zijn binnen het zogenaamde project Ruimte voor de Rivier negen verschillende oplossingen bedacht. Dit project biedt fantastische kansen voor natuurontwikkeling en daarvan wordt langs de grote rivieren in Nederland op ruime schaal gebruik gemaakt. Eén van de grotere projecten is dat van de Millingerwaard, waar voor uiterwaardvergraving als oplossing is gekozen.

Links naar Ruimte voor de rivier, Oplossingen en Uiterwaardvergraving staan hieronder opgenomen.

Ruimte voor de rivier

Hoe lossen we dit op?

Uiterwaardvergraving

Stuwwal Rijk van Nijmegen

Stuwwal Rijk van Nijmegen
Het Pleistoceen is de tijd waarin ijstijden en warmere perioden elkaar afwisselden. Tijdens de voorlaatste ijstijd, het Saalien, bereikte het Scandinavische landijs ook ons land. Voor de komst van het landijs was door de rivieren Maas en Rijn een dik pakket afzettingen neergelegd, bestaande uit kleilagen en – vooral – zand- en grindlagen. De ijsmassa drukte de bevroren riviersedimenten voor zich uit of opzij, waardoor stuwwallen werden gevormd.
Tijdens de maximale uitbreiding van het landijs stroomde het smeltwater over de laagste plaatsen van de stuwwallen en schuurde daarbij smeltwaterdalen uit. Aan de voet van de stuwwal werden waaiers van smeltwatersedimenten afgezet. Na het relatief warme Eemien, de periode tussen de beide laatste ijstijden, brak wederom een koudeperiode aan, het Weichselien. In deze tijd was de begroeiing schaars en de bodem vrijwel permanent bevroren. Alleen de bovenste bodemlaag ontdooide in de zomer. Hierdoor kon het sneeuwsmeltwater niet wegzakken en moest oppervlakkig afstromen. Daarbij ontstonden in de hellingen van de stuwwallen op diverse plaatsen diepe dalen en werden bestaande dalen dieper uitgeslepen. Elders trad op de hellingen verspoeling van zand en leem op.
Doordat er in sommige perioden van de laatste ijstijd vrijwel geen begroeiing was had de wind vrij spel. Het zand uit de directe omgeving werd door de wind opgenomen en in langgerekte ruggen afgezet (dekzandruggen). Veel fijnere deeltjes werden door de wind aangevoerd uit het grotendeels drooggevallen Noordzeebekken en op luwe plaatsen afgezet. Dit fijne, leemachtige materiaal wordt löss genoemd. Dit verklaart de aanwezigheid van enkele holle wegen, die we verder alleen in het lössgebied van Zuid-Limburg tegenkomen.
Ongeveer 10.000 jaar geleden kwam een einde aan de laatste ijstijd: dit is het begin van het Holoceen. Het klimaat werd warmer en vochtiger en binnen enkele eeuwen was het gebied bedekt met een gesloten bos. Gedurende het Holoceen zijn in het gebied slechts geringe geologische veranderingen opgetreden

  • Het arrangement Excursie Rijk van Nijmegen de stuwal en de Millingerwaard is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteurs
    Tom Toebes Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
    Laatst gewijzigd
    2013-11-13 15:51:38
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 3.0 Nederlands licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Dit arrangement is onderdeel van een groter geheel, zie voor meer informatie het arrangement " landschapsecologie overzicht"
    Leerniveau
    HAVO 4; VWO 6; HAVO 3; HAVO 5; VWO 4; VWO 5; HBO - Bachelor;
    Leerinhoud en doelen
    Natuur, leven en technologie; Biologie; Mens en natuur; Mens en maatschappij; Aardrijkskunde;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    5 uur en 50 minuten
    Trefwoorden
    aardrijkskunde, biologie, biologie en natuur, biologie excursie landschapsecologie, biologie landschapsecologie, ecologie, eindtermen, excursie, excursie biesbosch, landschap, landschappen, landschapsecologie, nederlands landschap, omgeving, ruimtelijke ordening, water

    Bronnen

    Bron Type
    Meer over oeverwallen en komgronden
    http://maken.wikiwijs.nl/47480/Landschapsecologie_De_geologische_tijdschaal_
    Link
    Ruimte voor de rivier
    http://www.ruimtevoorderivier.nl/waar-doen-we-dit/projecten/noord-brabant/ontpoldering-noordwaard/
    Link
    Hoe lossen we dit op?
    http://www.ruimtevoorderivier.nl/hoe-lossen-we-dit-op/hoe-lossen-we-dit-op/
    Link
    Uiterwaardvergraving
    http://www.ruimtevoorderivier.nl/waar-doen-we-dit/projecten/gelderland/uiterwaardvergraving-millingerwaard/
    Link

    Gebruikte Wikiwijs Arrangementen

    Toebes, Tom. (2013).

    Landschapsecologie Excursie overzicht

    https://maken.wikiwijs.nl/47492/Landschapsecologie_Excursie_overzicht

  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    Meer informatie voor ontwikkelaars

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.