Voor de docent
Dit overzichtsarrangement is gemaakt voor studenten van de 2e graads (Bachelor) lerarenopleiding Biologie in het kader van de cursus Landschapsecologie.
De verschillende onderwerpen zijn in als aparte arrangementen opgenomen in Wikiwijs en ondergebracht in dit arrangement. De verschillende onderwerpen zullen zich zo beter lenen voor een breder gebruik binnen het onderwijs.
Tip: Maak een kopie van dit arrangement, verwijder deze paar regels en deel het eindresultaat met je leerlingen via SharePoint, Blackboard of je ELO.
Achtergrondinformatie
Achtergrondinformatie module landschapsecologie
In deze cursus wordt de nadruk gelegd op de relatie tussen het landschap en de daarin voorkomende planten, dieren en overige organismen. Om iets van het Nederlandse landschap en van de Nederlandse bodem te kunnen begrijpen is het belangrijk om te beginnen bij twee processen:
- De geologische geschiedenis van de aarde en in het bijzonder van Nederland;
- De macrobeweging van de aardkorst in de oppervlakte van Nederland in de loop van de tijd.
Verderop komt ook de invloed van het grondgebruik door de mens op de bodem en daarmee op de daarop voorkomende vegetatie aan bod.
Er is veelvuldig gebruik gemaakt van de website www.geologievannederland.nl. Veel links naar deze site zijn opgenomen vanwege de grote bruikbaarheid en de relevantie voor deze cursus. Alle links zijn in de tekst onderstreept. De hoofdstukken Geologische tijdschaal, Landschappen en Bodem zijn voor een belangrijk deel gebaseerd op informatie van deze site.
Ten aanzien van de in het landschap aanwezige vegetatie is een apart hoofdstuk aan Floradistricten gewijd. De indeling van de Heukels’ Flora is hierbij aangehouden. Daarnaast wordt hier het gebruik van het door onderzoeksbureau Alterra ontwikkelde programma SynBioSys toegelicht.
Tenslotte wordt vooruitgekeken naar de gebieden van de excursies die in de cursus Landschap-praktijk bezocht worden. Hierbij wordt het ter plaatse gevoerde beheer nader toegelicht. Belangrijk bij het bezoeken van een gebied is dat je in staat bent het omringende landschap te lezen. In dit hoofdstuk wordt als voorbereiding op de excursies aandacht hieraan besteed.
Het werken met de KNNV veldgids Plantengemeenschappen van Nederland (Schaminée et al., 2010) wordt uitgelegd. Behalve bij Landschapsecologie wordt de veldgids gebruikt bij de derdejaars cursussen Veldtechnieken en de Buitenlandexcursie (alleen voltijd). In het derde jaar zal zelfstandig gebruik gemaakt moeten worden van de veldgids Plantengemeenschappen van Nederland.
De cursus Landschap (theorie) wordt afgesloten met een theorietentamen en een tweetal opdrachten. Bij het tentamen worden de inhoud van deze reader, de colleges en hoofdstuk 56 uit Campbell getoetst.
De cursus Landschap (praktijk) wordt afgesloten met een herkenningstoets en een determinatietoets. Aanwezigheid bij vijf van de zes excursies is verplicht gesteld en daarnaast dient een vakdidactische opdracht (op het gebied van de voorbereiding op één van de excursies) uitgevoerd te worden.
Voor wie
Deze leerlijn is bedoeld voor de bachelorstudenten van de lerarenopleiding Biologie van Fontys Tilburg, maar de kennis en de afzonderlijke arrangementen evenals de excursies zijn ook zeer goed bruikbaar voor docenten in het VO en het MBO.
Naar de website geologie van nederland
Leeswijzer
Deze module wordt aangeboden via wikiwijsleermiddelenplein.nl. Je kan deze reader/modules los downloaden ( of in 1 keer) als ebook/ibook op je tablet of pc.
Ook is het mogelijk de tekst te printen of te downloaden. Omdat de tekst een groot aantal hyperlinks bevat, is het de bedoeling dat je deze reader vanaf scherm leest en geldt het advies om niet te pringen.
Symbolen bij hyperlinks
Het symbool & staat bij links waarop informatie te vinden is die tot de leerstof behoort. Deze links worden bij het stuk tekst ook apart opgenomen.
Bij veel gebruikte termen vind je via deze link een toelichting op het begrip zelf. Bij een aantal andere links die van dit symbool voorzien zijn, staat een substantieel deel van de leerstof op de site waarnaar verwezen wordt: in de tekst is dan aangegeven welk deel van de betreffende site gekend moet worden.
Links zonder symbool verwijzen naar achtergrondinformatie die niet tot de tentamenstof behoort. Deze links worden niet extra opgenomen na de tekst.
Inleiding
Deze reader landschapsecologie kan je als ibook of pdf uitdraaien vanaf Wikiwijs.
De verschillende modulen en lessen worden als aparte arrangementen aangeboden in Wikiwijs. Om te komen tot een overzicht van deze arrangementen kan je gebruik maken van dit arrangement.
Landschapsecologie
Landschapsecologie is een richting die tot de ecologie wordt gerekend maar ook aanpalende gebieden omvat. Het vak handelt over de ecologische aspecten van het landschap inclusief de rol van de mens en is tevens gericht op toegepaste aspecten zoals de ruimtelijke ordening.
Landschapsecologie is altijd een praktijk georiënteerde en interdisciplinaire wetenschap geweest. Landschapsecologie stelt de relatie tussen abiotische factoren en biotische factoren op landschapsschaal centraal. De aandachtsvelden van landschapsecologie omvatten het domein van de algemeen ecologen de fysisch geografen, de biogeografen en de vegetatiekundigen.
Thema's
Landschapsecologie is een richting die tot de ecologie wordt gerekend maar ook aanpalende vakgebieden omvat. Het vak handelt over de ecologische aspecten van het landschap inclusief de rol van de mens en is tevens gericht op toegepaste aspecten zoals de ruimtelijke ordening. Landschapsecologie is altijd een praktijkgeoriënteerde en interdisciplinaire wetenschap geweest.
Landschapsecologie stelt de relatie tussen abiotische factoren en biotische factoren op landschapsschaal centraal. De aandachtsvelden van landschapsecologie omvatten het domein van de:
- algemeen ecologen;
- fysisch geografen;
- biogeografen;
- vegetatiekundigen.
Het vak is sterk op toepassingen gericht en is nauw verwant met landschappelijke planning, natuurherstel en landschapsinrichting. Landschapsecologen houden zich bezig met thema's op het snijvlak van milieuwetenschap, planning en beleid zoals:
- ruimtelijke oplossingen voor klimaatverandering in natuur en landschap;
- consequenties van plannen voor het Europese natuurbeleid, vastgelegd in Vogelrichtlijn en Habitatrichtlijn gezamenlijk als Natura 2000 aangeduid;
- natuuraspecten in de Milieueffectrapportage (MER);
- ecologische duurzaamheid in landschaps- en stadsplannen.
De Werkgemeenschap voor Landschapsonderzoek (WLO) is een vereniging voor professionals en wetenschappers die zich bezig houdt met landschapsonderzoek. De WLO behartigt het belang van het landschapsonderzoek en de landschapsecologie in het bijzonder als wetenschapsgebied en als toegepast vakgebied.
Inhoud
In de Menubalk ( links in beeld) staan de verschillende onderwerpen van deze module.
Indien een onderwerp wordt aangeklikt verschijnt een link naar het desbetreffende arrangement. U opent een arrangement door op de betreffende link te klikken. Dit arrangement zal openen in een nieuw tabblad in uw browser waardoor dit " arrangement landschapsecologie overzicht" beschikbaar blijft.
De geologische tijdschaal
De geologische tijdschaal
Landschappen
Landschappen
Bodems
Bodems
Floradistricten
Floradistricten
Lezen van het landschap
Lezen van het landschap
Excursies
Over de excursies
Belangrijk bij het bezoeken van een gebied is dat je in staat bent het omringende landschap te lezen. In dit arrangement wordt hier als voorbereiding op de excursies aandacht aan besteed.
Het werken met de KNNV veldgids Plantengemeenschappen van Nederland (Schaminée et al., 2010) wordt uitgelegd. Behalve bij Landschapsecologie wordt de veldgids gebruikt bij de derdejaars cursussen Veldtechnieken en de Buitenlandexcursie (alleen voltijd).
In het derde jaar zal zelfstandig gebruik gemaakt moeten worden van de veldgids Plantengemeenschappen van Nederland.
Plantgemeenschappen en werkwijze
Vegetatie komt bijna overal voor, zelfs op een druk belopen plein of in een uiterst droge woestijn. Wilde planten groeien niet willekeurig door elkaar: planten komen in karakteristieke combinaties met elkaar voor en op basis daarvan kunnen plantengemeenschappen worden onderscheiden.
Het voorkomen en de verspreiding van plantengemeenschappen vertoont een samenhang met klimaat, bodem, waterhuishouding en landgebruik. Plantengemeenschappen zijn meer indicatief dan afzonderlijke soorten
De veldgids Plantengemeenschappen van Nederland is een praktisch handboek waarmee plantengemeenschappen in het veld kunnen worden herkend.
Met behulp van de veldgids kun je zelf komen van de op naam gebrachte planten tot de naam van de vegetatie als geheel: van flora naar vegetatie.
Per gemeenschap zijn verspreidingskaartjes, samenvattende tabellen met de belangrijkste soorten en grafieken over standplaats en levensvormen opgenomen.
Het boek bevat determinatiesleutels waarmee de Nederlandse plantengemeenschappen op naam zijn te brengen. De sleutels leiden tot de juiste klasse, waarna aan de hand van standplaatskenmerken en soortensamenstelling op eenvoudige wijze de plantengemeenschap kan worden bepaald. Een Vogelpootjes-associatie in het grasland is zodoende snel herkend.
Werkwijze
Eerste stap is natuurlijk dat een vegetatieopname gemaakt moet worden. Daarnaast moet bepaald worden in wat voor type landschap de vegetatie is aangetroffen. In het hoofdstuk Sleutels (blz. 16-25 van de veldgids) worden vier Hoofdsleutels beschreven:
Open water, moerassen en natte heiden
Graslanden, zomen en droge heiden
Kust en binnenlandse pioniermilieus
Ruigten, struwelen en bossen
Binnen de gekozen Hoofdsleutel kies je vervolgens voor het best passende biotooptype.
Stel: je zit in een kano in de Biesbosch ergens op een breder water met wat stroming en golfslag en ziet in de eerste meters uit de oever veel waterlelies, gele plomp en andere waterplanten met drijvend blad. Van dat stuk water wil je onderzoeken tot welke plantengemeenschap de vegetatie behoort.
Je kiest dan voor Hoofdsleutel 1 (Open water, moerassen en natte heiden). Binnen deze Hoofdsleutel (blz. 18-19) heb je de keuze tussen:
Brakke en zoute wateren
Zoete wateren
Moerassen
Hoogvenen en natte heiden
Je kiest hier voor Zoete wateren. Op grond van de daar opgenomen beschrijvingen kom je uit op Matig voedselrijk tot voedselrijk water met wortelende, drijvende en/of ondergedoken waterplanten en wordt je verwezen naar de Fonteinkruiden-klasse. De eerste twee beschrijvingen (Stilstaand water met drijvende, kleine waterplanten en Helder water met ondergedoken waterplanten) voldoen namelijk niet aan wat je ziet en bij de vierde beschrijving (Ondiep, voedselarm, stilstaand water met wisselende waterstand op mineraal substraat) staan niet de planten die je gezien hebt.
Via de beschrijvingen bij de Fonteinkruiden-klasse (blz. 29) kom je tot het juiste verbond: het Waterlelie-verbond (5Ba). Vanwege het voorkomen van Witte waterlelie en Gele plomp kies je hier voor associatie 5Ba3: de Associatie van Witte waterlelie en Gele plomp. Ook de beschrijving van de standplaats klopt. Op blz. 100 in de veldgids vindt je nu veel extra informatie over deze associatie, zoals, herkenning, ecologie, successie, verspreiding (met kaartje van Nederland) en de soorten die bij deze associatie horen.
Koppeling met SynBioSys
SynBioSys
Binnen SynBioSys is veel aanvullende informatie per plantengemeenschap te vinden.
Als je onder Plantengemeenschappen associatie 5Ba3 selecteert, kun je bij Tabel zien welke plantensoorten frequent voorkomen binnen deze associatie. Zo geeft het getal 89 achter Gele plomp aan dat deze soort in 89% van de opnamen binnen deze associatie voorkomt. Dat is te zien als een maat voor de trouwgraad van Gele plomp binnen de Associatie van Witte waterlelie en Gele plomp.
Meer tabbladen geven onder andere een korte Beschrijving van de associatie en de Verspreiding binnen Nederland, de Successie wordt in een schema beschreven en onder Ecologie kun je voor de geselecteerde associatie, maar ook voor soorten afzonderlijk, bekijken binnen welke grenzen de associatie voor kan komen.
Ter illustratie zijn printscreens van de verspreiding en successie hieronder weergegeven.
Links naar de excursies
Excursie Biesbosch noordwaard
Excursie Drunense duinen en de Brand
Excursie Rijk van Nijmegen de stuwal en de Millingerwaard
Excursie Zuid-Limburg: Sint Pietersberg en Savelsbos
Excursie zuidkust van Schouwen Duivenland
Excursie Brabants beekdallandschap: Strijbeekse heide, Goudberg en Bleeke heide