Wie ben ik & leerloopbaan
Dit lesprogramma "Wie ben ik & leerloopbaan" wordt gegeven aan alle eerstejaars studenten.
Je bent gestart met de opleiding omdat je ..... wilt worden. Past dit bij je? Wat kun je al goed? Wat nog niet? Wat moet je allemaal kunnen en kennen om dit beroep uit te voeren? En tot slot wat moet je dan allemaal doen om daar te komen, om je droomberoep uit te voeren? In dit lesprogramma ga je met deze vragen aan de slag.
Daarom zijn er verschillende onderwerpen. We gaan het hebben over:
- Wie je bent;
- Wat je kunt;
- Wat je kunt met je opleiding;
- Wat je wil bereiken;
- Wat je moet doen om daar te komen.
Door het maken van testen, opdrachten en te praten met anderen krijg je meer inzicht in je functioneren en kan je dit meenemen in je persoonlijke loopbaan.
De onderwerpen zijn verdeeld over 8 theorielessen van 90 minuten per week. Alles wat je in deze theorielessen doet is ter voorbereiding op de eindopdracht. De laatste (negende) week wordt je beoordeeld op je eindproduct. Alles wat je maakt en de inzichten die je hebt verkregen, bewaar je in je eigen portfolio. Deze kan worden / wordt ook gebruikt bij je coachlessen en/of coachgesprekken.
De competenties die aan bod zullen komen in deze lessen zijn onder andere:
- Ethisch en integer handelen
- Formuleren en rapporteren
- Onderzoeken
- Leren
- Relaties bouwen en netwerken
- Presenteren
Leerdoelen
Doelen:
- Aan het einde van dit lesprogramma heb je inzicht in je eigen persoonlijkheid, je persoonlijk kunnen en deelt dit met anderen.
- Aan het einde van dit lesprogramma heb je inzicht in de mogelijkheden van je huidige opleiding en je carrierekansen.
- Aan het einde van dit lesprogramma weet je door middel van reflecteren hoe je mindere kanten en acties van jezelf kunt aanpassen zodat je toch je droombaan kunt bereiken.
- Aan het einde van dit lesprogramma ben je in staat je persoonlijke loopbaan te bespreken/presenteren en weet je hoe je dit kunt bereiken.
PvTA
Om dit onderdeel van LOB te behalen moet je:
- zelfstandig je portfolio 'up to date' houden en inleveren op de afgesproken datum;
- de opdracht (zie op te leveren product) op tijd inleveren en minimaal een voldoende scoren;
- minimaal 80% aanwezig zijn.
INHALEN EN HERKANSEN MOET NOG. IN LOB overleggen.
Wie ben ik?
Persoonlijkheid staat gelijk aan de uitstraling die iemand heeft. Bijvoorbeeld je gedrag, houding en taalgebruik. Maar ook openheid, eerlijkheid, kennis en het gezag dat je uitstraalt. Het is datgene wat je laat zien aan anderen maar ook wat je niet laat zien. Het is opgebouwd uit een aantal eigenschapen en (karakter)trekken die een persoon maakt tot wat hij/zij is en wat je ook moeilijk kunt veranderen.
Een goed zelfbeeld, weten wie je bent en wat je kunt en niet kunt is heel belangrijk. Zelfinzicht vereist dat je openstaat voor jezelf. Dat je kritisch (positief en negatief) naar jezelf kunt kijken.
Op basis van de uitslagen van de testen en opdrachten bij het onderdeel 'wie ben ik' ga je reflecteren of je het met de uitslag eens bent. Wat heeft de uitslag te maken met jouw houding tijdens je studie, je stage, het samenwerken met klasgenoten, etc.?
Bouwstenen
Gebruik de bouwstenen om je verhaal te vertellen, en zelf meer over jouw eigen persoon duidelijk te krijgen. Laat jezelf zien, horen, lezen en bekijken. Jij bepaalt natuurlijk wat je wel en wat je niet wilt “vertellen”.
Hoe je de bouwstenen van je leven uit gaat werken bepaal je zelf. Probeer minimaal 6 bouwstenen uit te werken. Je kunt je ideeën overleggen met je docent. Je kunt ook bepaalde onderwerpen met anderen uitwerken. Veel dingen zal je zelf moeten doen, omdat het over jezelf gaat. Soms zitten er in een uitwerking meerdere bouwstenen of komt een bouwsteen meerdere keren aan bod.
Opdracht
1. Kies minimaal 6 bouwstenen uit.
2. Lees de toelichting van jouw bouwstenen in de bijlage.
3. Kies een manier van uitwerken (zie voorbeelden hierboven)
4. Werk de 6 bouwstenen uit volgens jouw manier.
5. Leg uit wat voor een effect deze bouwstenen hebben gehad op je studiekeuze.
6. Stop de uitwerken in je portfolio en bewaar het goed. Dit is een uitgangspunt van je gesprek met je coach.
7. Zorg dat (een deel van) de inhoud van deze opdracht in je eindopdracht terug komt.
Hieronder staan een aantal suggesties waar je gebruik van kunt maken. Maar er zijn nog veel meer mogelijkheden. Je kunt een manier van uitbeelden kiezen omdat je er goed in bent of juist omdat je er nog niet zoveel ervaring mee hebt.
Voorbeelden opdracht
*Jijzelf geknipt en geplakt
Een collage (op stevig karton) van knipsels, foto’s, stukken tekst, krabbels, tekeningetjes, notities, data enz. Geef een beeld van jezelf. Als je deze opdracht met meerdere mensen tegelijk doet, dan kun je andere studenten laten raden welke collage van wie is. Jouw collage kan steeds aangevuld worden.
*Teken jezelf
Mensen die iets voor jou betekenen, gebeurtenissen, een plek die voor jou belangrijk is, een voorwerp dat voor jou een speciale betekenis heeft. Een stripverhaal. Gebruik het materiaal wat je aanspreekt, wat bij je past. Klein en fijn of juist grof en groot.
*Blijf jij plakken op film/foto?
Je kunt jouw verhaal of het verhaal van een ander fotograferen. Bedenk zelf een manier hoe je je foto’s presenteert. Wil je liever filmen?
*Gebruik een symbool/voorwerp
Een symbool/voorwerp kan verbonden zijn met gebeurtenissen, gevoelens enz. Presenteer jezelf via symbolen/voorwerpen.
*Zet heb in een verslag (met mooie opmaak) of laat het zien via PowerPoint.
Hoe integer ben je?
Als je moet samenwerken in kleine of grote groepjes moet je goed met elkaar om kunnen gaan en ook kunnen zeggen wat je wilt. Soms moet je de ander confronteren met iets wat niet goed is gegaan of wordt er naar je mening gevraagd. Een leugentje is om bestwil dan wel handig maar voel je je er dan ongemakkelijk bij of heb je er geen moeite mee? Hoe ga jij om met de waarheid en tot hoever wil je gaan om je doel te bereiken? Ben je altijd volledig, eerlijk en oprecht?
Opdracht
1. Ga naar www.123test.nl, klik op ‘persoonlijkheidstests’ en zoek dan de test ‘integriteitstest’ en voer deze uit.
klik hier voor de test.
2. Beantwoord onderstaande vragen:
- Ben jij altijd eerlijk of gebruik je vaker een leugentje om bestwil?
- Hoe belangrijk vind jij het dat jijzelf eerlijk bent?
- Wil jij dat iedereen altijd helemaal eerlijk tegen jou is?
- Vind je dat je bij het werken in groepjes altijd eerlijk moet zijn? Leg uit.
- Vind jij dat je bij het werken in groepjes iets mag aanpassen voor jezelf?
- Zijn er nog verbeterpunten gericht op je integriteit? Zo ja, welke?
3. Plaats de belangrijkste zaken in je portfolio.
Hoe ga je om met conflicten?
Bij het werken met anderen kunnen er altijd irritaties naar voren komen. Je kunt ze voor jezelf houden waardoor het uiteindelijk tijdens een grote ruzie naar buiten komt of je kunt ze gelijk bespreken waardoor je er samen van kunt leren. Conflicten zijn nooit leuk en je kunt ze ook ontwijken of dat nare gevoel maar niet te krijgen. Hoe ga jij om met conflicten?
Opdracht
1. Ga naar www.123test.nl, klik op ‘carrièretests’ en zoek dan de test ‘conflicttest’ en voer deze uit.
Klik HIER voor de test.
2. Beantwoord onderstaande vragen.
-
Geef jij toe bij conflicten of dram je jouw mening door?
-
Denk je aan je eigen gevoelens of let je meer op de gevoelens van de ander?
-
Ontwijk je conflicten of vind je het niet erg om ze aan te pakken?
-
Hoe denk je conflicten aan te pakken op school, stage en in je verdere loopbaan?
-
Hoe kan je ervoor zorgen, vanuit jouw conflictstijl, dat er een compromis komt?
3. Plaats de belangrijkste zaken in je portfolio.
Kwaliteitenspel
Speel met je klas het kwaliteitenspel.
Volg eerst de instructie van de docent en ga hierna aan de slag.
Let op: behandel elkaar met respect en geef feedback volgens de feedbackregels!
Kernkwadrant
Jouw kernkwaliteiten zijn positieve eigenschappen die bij jou horen en heb je zelf ontwikkeld. Ze bepalen voor een belangrijk deel jouw houding en gedrag in allerlei situaties. Door het opstellen van een kernkwadrant maak je overzichtelijk wat je zwakke punten zijn. Ze helpen je duidelijk te maken van hetgene waarin je je verder kunt ontwikkelen. Ook door te weten wat je valkuil is en waar je uitdaging ligt, kan je je ontwikkelen en deze tegengaan.
Je hebt sterke kwaliteiten en zwakkere kwaliteiten. Ze maken je tot wie je bent. Je sterke kwaliteiten, zoals ordelijk zijn, kunnen soms doorschieten tot valkuilen, zoals alles uit willen plannen. Dit is dan een zwakte. Wat je kunt oefenen is dan alles op zijn beloop te laten en kijken waar het schip strand. Dit is dan je uitdaging. Aangezien je zelf ordelijk bent kan je je irriteren aan mensen die dit helemaal niet zijn. Dit is je allergie.
Opdracht
Kies 2 kwaliteiten die je in het kwaliteitenspel hebt gekregen en maak voor jezelf je eigen 2 kernkwadranten.
Wat kan ik?
Leren en studiehouding
Hoe pak jij dingen aan? Hoe leer jij?
Als je een nieuwe telefoon hebt, lees je dan eerst de handleiding door of zoek je het zelf uit door ermee aan de slag te gaan?
Op het MBO wordt er meer van je verwacht dat op het VMBO. Je moet zelfstandig aan de slag kunnen gaan, als je iets niet weet word er van je verwacht dat je het eerst zelf opzoekt en probeert op te lossen in plaats van gelijk iemand erbij te halen.
Zijn er dingen die je zou willen/moeten veranderen om je studie zo goed mogelijk uit te voeren en je droomberoep te halen?
Deze onderwerpen komen in deze les aan bod. De bedoeling is dat je meer inzicht krijgt in hetgene wat je doet en welke effecten dit heeft op je werkhouding en je studie- en werkresultaten.
Opdracht studiehouding
- Vul de test ‘Hoe is mijn studiehouding?’ in.
- Beantwoord de vragen:
- Komt de uitslag van de test overeen met je eigen ervaring?
- Vind je dat je goed georganiseerd bent? Denk aan overzichtelijkheid, opgeruimd bureau, USB, op tijd voor afspraken. Leg uit met een voorbeeld.
- Heb je elke week / dag voldoende tijd voor je privé en school activiteiten?
- Maak je op het werk / stage altijd eerst je taak af voordat je aan een nieuwe taak begint? Waarom wel of niet? Leg dit uit.
Opdracht weekplanning
- Hou een hele week bij wat je doet in de bijgevoegde tabel.
- Beantwoord hierna de vragen:
- Vind je dat je je tijd goed efficiënt hebt gebruikt? Leg uit.
- Ben je een keer in de problemen gekomen door je planning? Leg uit.
- Vind je dat je voldoende tijd heb gespendeerd aan je studie? Leg uit.
- Hoe zou je je tijd het efficiënts kunnen gebruiken (zonder school te schrappen ;) ).
- Beschrijf een ideale planning van een standaard schooldag.
Inventarisatie
Bij alles wat je doet doe je ervaring op. Bij het stappen doe je bijvoorbeeld ervaring op in het communiceren met en benaderen van anderen. Bij het voetballen leer je te vertrouwen op anderen en samen een doel na te streven. Bij je stage ervaar je hoe het is om te werken in de branche, wat je wel ligt, wat niet enzovoort.
Ervaringen maken wie je bent en bepalen deels wat je kunt.
Opdracht
Maak een lijst van alle dingen waar je ervaring in hebt en dus (goed) kunt. Hierbij hebben we het alleen over alles wat je moet kennen en kunnen om je toekomstige beroep goed uit te oefenen.
Tip: pak je competentiescan er nog eens bij.
Carriere mogelijkheden
Je bent gestart met deze opleiding omdat je .... wilt worden. Maar is dit wel het enige wat je kunt met dit diploma?
Als je jouw diploma hebt waar kun je dan allemaal gaan werken? Dit komt terug in deze opdracht.
Opdracht
Breng alle carriere mogelijkheden in kaart. Denk dus verder dan de standaard of veelvoorkomende beroepen. Je docent zal uitleggen hoe je dit moet doen en aan welke eisen de inventarisatie moet voldoen.
Tip: kijk ook eens naar de (hoeveelheid) vacatures.
Wat wil ik?
Iedereen is wel ergens de beste in. Het onderwijs zou erop gericht moeten zijn je ambities, passies en talenten naar boven te halen en te ontwikkelen. Als je je ambitie, je droom, uitspreekt wordt er al vlug gezegd, “Is dat wel slim? Is dat wel haalbaar?”. Tegenwoordig kan je niet vrijuit zeggen dat je ergens heel goed in bent want dan ben je een opschepper. Presteren mag uiteraard wel, maar uitblinken en opscheppen liever niet. Durf jij er wel voor uit te komen, zonder schaamte? De kansen die je krijgt moet je natuurlijk wel zelf pakken.
Jij hebt voor deze studie gekozen omdat je iets wil bereiken hiermee. Maar wat dan?
Droombaan onderzoeken
Wat wil ik? Wat moet ik daarvoor kunnen en kennen? Past dit bij mijn kwaliteiten en nog veel meer vragen komen terug in deze opdrachten.
Opdracht
1. Omschrijf kort je droomberoep en leg uit waarom dit beroep.
2. Onderzoek je droomberoep door 2 interviews te houden met ervaringsdeskundigen: 1 met een leerling van Helicon Opleidingen (ouderejaars) die stage heeft gelopen richting of in jouw droomberoep en 1 interview met iemand die minimaal 5 jaar werkervaring heeft in jouw droomberoep. Zorg dat je genoeg informatie krijgt over het beroep zoals de werkzaamheden, de leuke dingen
stap 1: bedenk met wie je twee afspraken kunt maken
stap 2: regel twee afspraken (niet onder lestijd)
stap 3: volg de instructie van de docent over het voorbereiden en houden van een interview
stap 4: bedenk vragen
stap 5: neem een interview af. Tip: vraag vooraf of je het gesprek mag opnemen dan hoef je niet heel de tijd antwoorden mee te schrijven., de dingen niet leuk zijn, wat je moet kennen en kunnen en andere eisen om het beroep goed uit te voeren, hoe je hier kunt komen enzovoort. Dit interview moet 'live' afgenomen worden en mag dus niet via de mail of telefoon. Skype met camara mag wel.
3. Maak er een net, compact verslag van.
Hoe bereik ik dat?
Stappenplan
Je hebt een droomberoep. Hoe kun je dat bereiken? Wat houdt je tegen? Wie kan je daarbij helpen?
Opdracht
- Bedenk wat je allemaal moet doen om dat droomberoep te bereiken. Schrijf alle soorten acties op. Iedere actie schrijf je op 1 briefje. Enkele voorbeelden van acties: op verschillende plaatsen stage lopen, contact onderhouden met mijn oude stage's, ervaringen uitwisselen met klasgenoten, altijd op tijd komen, vragen stellen, minder verlegen worden enzvoort.
- Leg nu de acties in de goede volgorde. Waar moet je als eerste mee beginnen? Leg dit vooraan. Helemaal achteraan ligt de actie die je als laatst doet.
- Maak een foto hiervan en plaats deze waar je vaak kijkt. Je wordt dan vaak herinnert aan de acties die je moet doen om je droomberoep te bereiken. Dit kan je helpen om jezelf te motiveren als je even geen zin hebt in je huiswerk, vroeg je bed uit komen enzovoort.
- Nummer de acties en stapel de briefjes op. Bewaar dit stapeltje goed.
Netwerken
Wie kan jou helpen bij het bereiken van je droomberoep? Je netwerk.
Het is dus belangrijk dat je tijdens je (school)carriere een netwerk opbouwt die je kunnen helpen. Dit kan door bijvoorbeeld een tip te geven maar ook door jou in contact te brengen met een mogelijke toekomstige werkgever. Vaak is er wel iemand in je netwerk die wel weer iemand kent enzovoort. Via, via, via dus.
Opdracht
Breng samen met je klas jullie gezamelijke netwerk in kaart. Na deze opdracht weet je precies bij wie je moet zijn om jou een klein stapje dichterbij je droomberoep te brengen.
Optioneel
Nodig een professional met een begenswaardige baan uit in de klas en laat hem/haar vertellen over het beroep en hoe hij/zij daar gekomen is.
Eindopdracht
Je maakt alleen (individueel) een eindproduct. Er zijn drie manieren (vormen) waarop je kunt aantonen dat je de leerdoelen hebt behaald. De inhoud is bij alle manieren hetzelfde. In de laatste les wordt je eindproduct beoordeeld met een cijfer.
Vooraf
- Lees de 3 manieren (vormen) van presenteren en de eisen aan de inhoud door.
- Kies met je klas voor één manier. Iedereen in de klas moet dus op dezelfde manier de inhoud presenteren. Overleg dit goed met je klasgenoten en docent. We leven in een democratisch land dus luister goed naar elkaar en komen samen tot een beslissing.
- Ga aan de slag met het maken van de ‘presentatie’.
Eisen aan de inhoud
- Je presenteert jezelf (persoonlijkheid, bouwstenen, kwaliteiten, valkuilen);
- Je benoemt de mogelijkheden van je huidige opleiding (carrièrekansen);
- Je benoemt welk werk past bij je persoonlijkheid en je kwaliteiten;
- Je benoemt wat je moet kennen en kunnen om je droomberoep uit te voeren;
- Je benoemt wat je moet doen om je droomberoep te bereiken.
Manieren van presenteren
1. Film
Je maakt een filmpje van minimaal 3 en maximaal 6 minuten waarin je jezelf en je loopbaan presenteert (zie eisen aan de inhoud). Dit filmpje is één bestand met je naam en klas in de bestandsnaam en is af te spelen met een VLC speler. De laatste les presenteer je dit filmpje aan (een deel van) de klas. Hierbij moet je van minimaal 5 klasgenoten reacties verzamelen. De reacties lever je samen met het filmpje in bij de docent.
2. Iets creatiefs
Je maakt ‘iets’ wat een goed beeld van jezelf geeft. Bijvoorbeeld als je erg hard overkomt maar werkelijk heel zachtaardig bent kun je een stevig blik meenemen die gevuld is met zachte stoffen. Let wel op de eisen aan de inhoud. Dit ‘iets’ moet je mee kunnen nemen naar school en in de laatste les presenteer je dit aan (een deel van) de klas. Vertel waarom je gekozen hebt voor dit ‘iets’ en wat dit zegt van/over jou. Hierbij moet je van minimaal 5 klasgenoten verzamelen.
3. Presentatie aan de klas
Je geeft een presentatie van minimaal 3 en maximaal 6 minuten waarin je jezelf en je loopbaan presenteert (zie eisen aan de inhoud). Hierbij moet je gebruik maken van een hulpmiddel (Prezi, Powerpoint, A2 poster).
Vraag voordat je de film, je ‘iets’ of je presentatie gaat presenteren aan (een deel van) de klas aan je docent waarop je moet letten bij het presenteren.