Plantenkennis onderbouw

Plantenkennis onderbouw

plantenkennis onderbouw

Arrangement geschreven door Johan Schuppert voor Zone college.

schuppert@zone.college

 

Afwijkingen: Pelorische topbloem en fasciatie

faciatie, bandvorming
faciatie, bandvorming
Pelorische topbloem
Pelorische topbloem

Planten in de fik steken!

Vuurwerkplant

eetbare planten

Magnolia eten

Klik op de links en zie dat je bloemen of bladeren van een tuinplant kunt eten!

 

Deze bloemen kan je ook eten:

  • Tulpen
  • Oost-Indische kers
  • dahlia's
  • rozen
  • viooltjes
  • afrikaantjes
  • anjers
  • begonia's
  • chrysanten
  • lavendel
  • madeliefjes
  • geraniums
  • leeuwenbekjes
  • salie
  • vlijtige liesjes
  • gladiolen

Niet alleen maar rozengeur en maneschijn

Bij het eten van de bloemen moet je goed opletten of ze niet giftig zijn. De bloemen van tomaten, pepers en paprika's zijn bijvoorbeeld giftig. Zo zijn bloemen van de daglelie eetbaar, maar de bloemen van een echte lelie zijn dan weer heel giftig.

Als je last hebt van astma, hooikoorts of gevoelig bent voor allergieën kan je ook beter voorzichtig zijn met het eten van bloemen.

 

Wat is onkruid?

Bij de tuinen van A. Vogel staan de paardebloemen keurig in rijtjes geplant. Als er een vaste plant tussen groeit wordt deze tuinplant verwijderd. Wat is dus onkruid? A. Vogel haalt uit de wortel van paardebloemen een stof die ze gebruiken in homeopatische middelen.

A. Vogel paardebloem
A. Vogel paardebloem

bestrijding onkruid

straatjesgras

relatie bodem en beplanting

Open bestand relatie bodem en beplanting

relatie bomen en insecten

bomen en insecten
bomen en insecten

Aandachtspunten bij snoei (laan)bomen

Eigenschappen en bijzonderheden per soort

 

Acacia (Robinia)

De acacia groeit door tot het gaat vriezen. De takken worden niet op tijd afgehard waardoor

de toppen in kunnen vriezen.

De acacia heeft veel last van dood hout, wat al op jeugdige leeftijd begint. De acacia is geen

straatboom bij uitstek.

 

Berk (Betula)

Berken maken van nature graag zuigers en dubbele to

ppen. Snoeien is een noodzaak. In verband met bloeden is snoei in het voorjaar niet aan te raden.

 

Beuk (Fagus)

De beuk heeft een dunne bast waaronder het groeiweefsel (het cambium) zeer gevoelig is

voor een sterke zonbestraling. Dit geldt zowel voor jonge als oude bomen. Door te sterke

verhitting sterft het cambium af en de bast verdroogt. Hierdoor ontstaan scheuren, welke de

verrotting van het hout inleiden.  De gehele boom kan daardoor afsterven.

De beuk heeft de neiging plakoksels te vormen.

 

Eik (Quercus)

Eiken moeten in de jeugdfase goed begeleid worden.

In de kroon van de eik ontstaan makkelijk  zuigers, zware zijtakken, dubbele toppen

en takkransen.

De eik verdraagt snoei goed. Bij sterke snoei of plotselinge vrijstelling aan licht zal zeker

waterlot ontstaan. De eik vormt ook waterlot op de stam als de conditie van de eik niet goed

is. We noemen deze takjes “de baard” van de eik

 

Els (Alnus)

Het hout van elzen rot vrij snel in. Voor het verkrijgen van een takvrije stamlengte is het

wegnemen van de onderste takken noodzakelijk. Verdere groeiproblemen hebben elzen

niet.

 

Es (Fraxinus)

Bij de es treedt makkelijk gaffelvorming op. Tevens groeien de takken bolvormig uit, wat op

elleboogtakken lijkt. Het vrijhouden van de top is erg belangrijk.

 

Esdoorn (Acer)

De esdoorn vormt makkelijk plakoksels en dubbele toppen. Deze probleemtakken dienen

tijdig uit de kroon gehaald te worden.

Snoeien mag pas na de langste dag, omdat anders sterke bloeding optreedt. 

 

Haagbeuk (Carpinus)

Omdat de haagbeuk een dunne bast heeft is deze gevoelig voor zonnebrand. Bij het snoeien

dient de stam bedekt te blijven om dunne takjes. Als de onderste takken breed genoeg

geworden zijn, kunnen deze de beschaduwing overnemen.

 

Iep (Ulmus)

De iep heeft een veervormige kroon, waar regelmatige snoei noodzakelijk is. Snoei tijdens

het planten is noodzakelijk om de groei van de wortels te activeren. De boom zal dan eerder

vast komen staan.

 

Linde (Tilia)

Veel lindesoorten vormen door hun bolvormige groei geen duidelijke doorgaande top.

Door snoei moet de top vrijgehouden worden. Zware zijtakken moeten tijdig in het geheel

weggenomen worden.

De linde staat bekend om de vorming van voetlot.

Bij zware snoei wordt de vorming van waterlot geactiveerd. Bij de leilinde wordt hiervan

dankbaar gebruik gemaakt.

 

Noot (Juglans)

De noot verdraagt, vooral in de jeugdfase, snoei sl

echt. De noot bloedt sterk bij snoei in het voorjaar. Het cambium kan slecht tegen vorst, zodat

bij snoei in de winter de wond slecht zal overgroeien.

aandachtspunten snoei 2

Plantsoort   Schorstbrand Gom ziekte Waterlot +20% Opschot   Bloeden, verkeerde tijd snoei
Abies                          
Acer                          
Aesculus                          
Alnus                          
Betula pendula                        
Fagus                          
Juglans                          
Liquidambar                        
Liriodendron                        
Malus                          
Metasequoia                        
Picea                          
Pinus                          
Platanus                          
Populus                          
Prunus                          
Pseudotsuga                        
Pterocarya                        
Pyrus                          
Quercus                          
Rhus                          
Robinia                          
Salix                          
Sophora                          
Sorbus                          
Thuja                          
Tillia                          
Toona                          
Tsuga                          
Ulmus                          

aandachtspunten snoei bomen 3

bloeden

Bij sommige planten komt de sapstroom op gang voordat de knoppen gaan uitlopen. Als je de boom snoeit in de periode tussen kerst totdat de plant in blad komt, gaat de plant bloeden. Zie ook video van de berk. Deze werd omgezaagd begin maart. Nadat de valkerf is gezet, zie je het water uit de wond lekken. De plant verzwakt door het bloeden. Hierdoor meer kans op ziekten en minder kans op vruchten.

 

Bomen/struiken die bloeden zijn:

ABC Bomen. (Acer = esdoorn, Betula is berk en Carpinus is haagbeuk)

Fruitbomen: Noot (Juglans) en tamme kastanje (Castanea)

klimplanten: Kiwi (Actinidia) en Druif (vitis)

berk

herkenning schors

schors of bast herkennen
schors of bast herkennen

Zonnebrand en bemantelingssnoei

Bemanteling en jute
Bemanteling en jute

De jonge bomen zijn niet opgekroond. De zijtakken zitten nog aan de stam. Je ziet ook dat de verdorde bladeren nog aan de tak zitten. Beuken zijn gevoelig voor fel zonlicht op hun gladde bast. Die takken met bladeren beschermen de boom in de winter tegen zonnebrand. Bij de oude beuk zie je jute om de stam. Vermoedelijk is een grote boom weggezaagd, die schaduw gaf aan deze boom. De jute beschermt tegen dit zonlicht. Jute zorgt dat de boomstam kan blijven ademen.

winterkenmerken

winterkenmerken Nederlands
winterkenmerken Nederlands
winterkenmerken (Engels)
winterkenmerken (Engels)

Coniferen snoeien

appeltern info coniferen

vijverplanten plantdiepte

Open bestand plantdiepte vijverplanten

planten en katten

Vaste planten tegen katten in de tuin

Niet alleen de geur van cacaodoppen houdt katten uit de buurt. Er zijn ook planten te vinden die katten vies vinden ruiken. Denk dan bijvoorbeeld aan:

Planten waar katten wél van houden

Net zoals er planten tegen katten zijn, zijn er ook planten waar katten juist wél dol op zijn. Katten zijn onder andere dol op:

giftig voor katten

Veel katten hebben de eigenschap ontzettend nieuwsgierig te zijn en daarom overal aan te willen snuffelen, likken of kauwen. Leuk om te zien, maar toch kun je hier maar beter goed mee oppassen. Zeker wanneer je regelmatig verse bloemen op tafel hebt staan. Met één extreem giftige bloem in het bijzonder.

Lelie giftig voor katten

Hoewel lelies prachtige bloemen zijn om te zien, hebben ze jammer genoeg wel verschillende nadelen. Ze kunnen behoorlijk stinken – al zijn de meningen daarover verdeeld–, het stuifmeel kan lelijke vlekken geven én ze zijn erg giftig voor katten. Met hele vervelende complicaties tot gevolg.

In principe is alles aan de lelie giftig voor een kat. De bloem zelf, het stuifmeel en zelfs het water waarin de lelies staan of hebben gestaan. Let dan ook extra goed op dat de kat niet uit de vaas drinkt wanneer je de bloemen weggooit. Daarnaast kan het zelfs al gevaarlijk zijn wanneer er wat stuifmeel op de vacht van de kat terechtkomt. Omdat katten zichzelf meerdere keren per dag wassen is de kans aanwezig dat ze het stuifmeel evengoed binnen krijgen.

Deze lelies zijn giftig voor katten

Wel zit er een verschil in het type lelie dat giftig kan zijn voor katten. De Liliaceae familie – oftewel de leliefamilie – bestaat namelijk uit ruim 160 soorten, maar hiervan zijn alleen de genera Lilium (ware lelie) en Hemerocallis (daglelie) giftig voor katten.

De Lilium groep bestaat uit:

  • Lilium asiatic (Aziatische lelie)
  • Lilium elegans
  • Lilium lancifolium (tijgerlelie)
  • Lilium longiflorum (graflelie)
  • Lilium orientalis (star gazer)
  • Lilium speciosum rubrum
  • Lilium umbellatum

De Hemerocallis groep bestaat uit:

  • Hemerocallis dumortieri
  • Hemerocallis fulva (daglelie)
  • Hemerocallis graminea (oranje daglelie)
  • Hemerocallis sieboldii (vroege daglelie)

Daarnaast bestaat er ook nog een zogenoemde ‘vredeslelie’ (Spathiphyllum), wat officieel geen lelie is, maar die wél evengoed giftig is voor katten.

Nierfalen

Als gevolg van lelievergiftiging kan een kat binnen 12 tot 36 uur acute nierfalen krijgen. Het is dan ook belangrijk direct in te grijpen en de dierenarts in te schakelen wanneer je vermoedt dat dit het geval is. Doe je dit niet, dan kunnen katten binnen drie tot vijf dagen overlijden als gevolg van deze nierfalen. En wanneer de kat zelfs meerdere bloemen heeft opgegeten, dan kan dit de kat al binnen een paar uur fataal worden.

Symptomen

Nierfalen herken je doordat katten gaan braken, sloom worden en stoppen met eten en drinken. Ook klachten als kwijlen, veel plassen of juist niet kunnen plassen kunnen wijzen op nierfalen. Daarnaast kan het er op een gegeven moment op lijken dat de klachten over zijn, maar komen ze na 12 tot 24 uur soms toch weer terug door verergerde nierschade.

Al met al is het dus heel belangrijk om goed op te letten welke lelies je in huis haalt en of je kat daar in de buurt kan komen. Daarnaast is het verstandig alert te blijven op de eerdergenoemde symptomen die kunnen wijzen op nierfalen en bij twijfel altijd de dierenarts te raadplegen.

lijst 43 giftige planten voor katten

  1. Agave
  2. Allemande
  3. Alocasia
  4. Amaryllis
  5. Anemoon
  6. Azalea
  7. Bitterblad
  8. Caladium
  9. Calla
  10. Chrysant
  11. Croton
  12. Cyclaam
  13. Dieffenbachia
  14. Ficus
  15. Hedera
  16. Hortensia
  17. Hulst
  18. Hyacinth
  19. Iris
  20. Kamerbrem
  21. Kamerpalm
  22. Kansenboom
  23. Kegelsleutelbloem
  24. Kerstroos
  25. Kerstster
  26. Lathyrus
  27. Lelie
  28. Lelietje-van-dalen
  29. Lepelplant
  30. Maagdenpalm
  31. Maretak
  32. Narcis
  33. Oleander
  34. Oranjeboompje
  35. Palmlelie
  36. Philodendron
  37. Sansevieria
  38. Sierpeper
  39. Sint Jozefplant
  40. Sneeuwklokje
  41. Vingerplant
  42. Wasbloem
  43. Zijdeplant

Planten en honden

planten en bijen

Hoe BIJdehand zijn bijen? Engelse film met verbluffende resultaten.

Zoutminnende planten

Waarom groeit Engels gras in de berm van de snelweg A1?
Waarom groeit Engels gras in de berm van de snelweg A1?

Engels raaigras houdt van zout!

Welke planten zijn zouttolerant en kun je aan de kust planten?

Bomen voor aan de kust

  • Azara microphylla
  • Koelreuteria (blaasjesboom)
  • Morus alba ‘Macrophylla’ (witte moerbei)
  • Tetradium daniellii (bijenboom)
  • Phillyrea angustifolia (steenlinde)
  • Quercus ilex (steeneik)
  • Bomen met smal geveerd of klein blad


Heesters en siergrassen voor aan de kust

  • Atriplex halimus (zoutmelde)
  • Bupleurum fruticosum (goudscherm)
  • Choisya ternata
  • Calamagrostis (diamantgras)
  • Callistemon citrinus (rode lampenpoetser)
  • Carex ‘Ice Dance’
  • Elaeagnus x ebbingei
  • Elsholtzia stauntonii (Chinese muntstruik)
  • Festuca glauca (blauw schapengras)
  • Helictotrichon sempervirens (sierhaver)
  • Libertia ixioides (Nieuw-Zeelandse iris)
  • Liguster
  • Miscanthus sinensis ‘Gracillimus’
  • Osmanthus
  • Phillyrea angustifolia (steenlinde)
  • Rhaphiolepis umbellata (Koreaanse mispel)
  • Salix exigua (coyotewilg)
  • Salix helvetica (zilvergrijze dwergwilg)
  • Stipa tenuissima
  • Kruiden zoals: rozemarijn, salie, tijm, laurier
  • Grijsbladige struikjes zoals lavendel, Santolina of Helichrysum


Vaste planten en eenjarigen voor aan de kust

  • Convolvulus soldanella (zeewinde)
  • Erysimum (muurbloemen)
  • Hesperis matronalis (damastbloemen)
  • Iberis sempervirens (scheefkelk)
  • Parahebe perfoliata
  • Raoulia australis
  • Sedum spathulifolium
  • Senecio cineraria
  • Trachycarpus fortunei in een pot

 

Geurende planten voor aan de kust

  • Abelia triflora
  • Abelia mosanensis ‘Monia’
  • Choisya ternata
  • Prostanthera cuneata (muntstruikje)
  • Trachelospermum jasminoides (sterjasmijn)
  • Alle planten uit de rozenfamilie: rozen, maar ook sierkwee (Chaenomeles), meidoorn, appelbomen, perenbomen, kweeperen, pruimen en mispels.

 

 

Zouttolerantie

interessante links

bomenalfabet floriade 2022

Open bestand stadsbomen WUR klimaat

boom info en boomproblemen

goede buren en slechte buren moestuin

goede buren en slechte buren moestuin

lijst giftige planten wikipedia

bijenplanten top10

lijst van bijenplanten, vlinderplanten en eetbare planten

eetbare planten Restaurant Wannee i.s.m. Snoek en Lageschaar

vlindertuin Tiel
mooie foto's en tips voor beplantingsplannen

lijst van beschermde planten in NL

openbaar groen. Veel info over openbaar groen beplanting

Boot en dart klimaatbestendig groen

lageschaar

griffioen vaste planten

boot en Dart klimaatbestendig

medigran zadenmengsels

dsv graszaden

planten determineren go botany

appeltern plantenencyclopedie

esveld zoeken op eigenschappen tuinplanten

milieu centraal tuin

Reinhard Witt Duitse ecologische tuinontwerper

bloembollen JUB

bollenacademie

de bonte berm (combi bollen en inheems)

planten zoeken op thema botanische tuinen

bloeiende planten per maand

Wikiwijs plantenkennis Edwin Vos
Flora en faunakennis voor studenten van AOC Oost locatie Almelo. Docent E. Vos

planten zoek tools

flora van Nederland

onkruiden achtergrondinfo

het bomenboek digitaal

ebben zoektool

bomen tabel

https://esveld.nl/a/winkel/

https://www.openbaargroen.be/vind-een-plant

https://www.arjanschepers.nl/vasteplantenwinkel/

appeltern alle planten

appeltern vaste planten

https://www.treecommerce.net/lageschaar/

https://www.tuinflora.be/tuinplanten/vaste-planten/alle-vaste-planten

velt plantenzoeker

https://sprinklr.co/collections/biologische-tuinplanten
biologische planten sprinklr

morfologie

Open bestand anatomie

Open bestand morfologie (opbouw plant)

betekenis Latijns

Open bestand Latijns betekenis

Plantenlijsten

plantenlijsten

Open bestand 1. bomen park en laan

Open bestand 2. bomenlijst sierbomen.doc

Open bestand 3. inheemse bomen.docx

Open bestand 4. struiken inheems

Open bestand 5a. struiken bladverliezend A

Open bestand 5b struiken bladverliezend B.docx

Open bestand 6a struiken bladhoudend.docx

Open bestand 6b. struiken bladhoudend B

Open bestand 7. coniferen

Open bestand 8. bol en knol

Open bestand 9a. vaste planten lijst A

Open bestand 9b. Vaste planten lijst b.docx

Open bestand 10. klimplanten, slinger en leiplanten

Open bestand 11. fruit

Open bestand 12. kuipplanten

Open bestand 13. waterplanten

Open bestand 14. eenjarigen

Open bestand 15. tweejarigen

Open bestand 16. geneeskrachtige kruiden.docx

Open bestand 17. onkruiden

Open bestand 18.bamboes en grassen

1. park- en laanbomen

Bomen kunnen worden ingedeeld naar groeihoogte:

  • hoger dan 15 meter zijn bomen van de eerste grootte
  • van 10 tot 15 meter zijn bomen van tweede grootte
  • van 6 tot 10 meter zijn bomen van derde grootte.

Laanbomen zijn bijna altijd van de eerste grootte. De bomen van de derde grootte zijn geschikt voor kleinere tuinen.

1. Quercus palustris of Moeraseik

2. Quercus rubra of Amerikaanse eik

3. Alnus cordata of hartbladige els

4. Carpinus betulus "Fastigiata" of zuilvormige haagbeuk

5. Fagus sylvatica "Atropurpurea" of bruine beuk

6. Liriodendron tulipifera of echte tulpenboom

7. Tilia platyphyllos of grootbladige linde

8. Platanus acerifolia of plataan

9. Catalpa bignonioides of Trompetboom

10. Aesculus hippocastanum of paardekastanje

11. Populus nigra "Italica"of Italiaanse populier

12. Ginkgo biloba of Japanse notenboom, eendenpootboom

13. Aesculus carnea of rode paardekastanje

14. Gleditsia triacanthos "Sunburst" of valse christusdoorn

15. Castanea sativa of tamme kastanje

2. Sierbomen voor tuinen

Hieronder een aantal bomen die vaak worden aangeplant in kleinere tuinen.

Meestal dus bomen van de derde grootte.

Kies je bomen van de eerste of tweede grootte, dan zal op den duur gesnoeid moeten worden om de boom in toom te houden.

1. Prunus cerasifera "Nigra" of roodbladige sierkers

2. Laburnum wateri-vossii of gouden regen

3. Malus "Liset" of Sierappel

4. Acer palmatum of Japanse esdoorn

5. Ulmus minor "Wredei" of goudiep

6. Prunus serrulata of Sierkers

7. Robinia pseudoacacia "Umbraculifera" of bolacacia

8. Liquidambar styraciflua of Amberboom

9. Acer platanoides "Globosum" of bolesdoorn

10. Rhus typhina of fluweelboom, azijnboom

11. Acer negundo of vederesdoorn

12. pindakaasboom, kansenboom

13. Koelreuteria paniculata of Koelruit

14. Catalpa bignonioides "Nana"of bolcatalpa

15. Magnolia Kobus of valse tulpenboom, beverboom

3. inheemse bomen

Inheems betekent dat deze planten al heel lang in Nederland voorkomen. Deze beplanting zie je vaak in houtwallen, bossen en andere landschappelijke beplantingen. Hieronder de soorten die als boom groeien, dus met 1 stam uit de grond komen. Na het afzagen kan de stobbe van loofbomen (bomen met blad) weer uitlopen. De groei lijkt dan meer op een struik.

1. gewone esdoorn of Acer pseudoplatanus

2. meidoorn of Crataegus monogyna

3. Els of Alnus glutinosa

4. Berk of Betula pendula

5. Haagbeuk of Carpinus betulus

6. beuk of Fagus sylvatica

7. es of Fraxinus excelsior

8. ratel populier

9. Eik of Quercus robur

10. Schietwilg of Salix alba

11. Noorse esdoorn of Acer platanoides

12. Iep of Ulmus carpinifolia (Ulmus minor)

13. (kleinbladige) Linde of Tilia cordata

14. Lijsterbes of Sorbus aucuparia

15. Acacia of Robinia pseudoacacia

4. inheemse struiken

Net als inheemse bomen zijn inheemse struiken planten die van nature in het landschsap voorkomen.

De struiken komen meestal met meerdere stammen uit de grond. Inheemse struiken kunnen uitgroeien tot behoorlijk hoge struiken. Een Hazelaar kan op den duur 8 meter hoog en breed worden.

In de lijst staat 1 exoot. Een exoot is een plant die van narture niet thuis hoort in het landschap. De Amerikaanse vogelkers is rond 1950 geimpoteerd uit de bossen van Amerika en Canada. In Nederland bleek de plant veel harder te groeien. De plant verdringt andere soorten en wordt daarom vaak bestreden.

1. veldesdoorn of Acer campestre

2. Drents krentenboompje of Amelanchier lamarckii

3. rode kornoelje of Cornus sanguinea

4. Hazelaar, hazelnoot of Corylus avellana

5. vlier of Sambucus nigra

6. Hulst of Ilex aquifolium

7. liguster of Ligustrum vulgare

8. Europese vogelkers of Prunus padus

9. Amerikaanse vogelkers (bospest) of Prunus serotina

10. Sleedoorn of Prunus spinosa

11. Gelderse roos of Viburnum opulus

12. Gele kornoelje of Cornus mas

13. vuilboom (sporkehout) of Rhamnus frangula

14. waterwilg (boswilg) of Salix caprea

15. kardinaalsmuts of Euonymus europaeus

5. struiken of heesters

Struiken worden ook wel heesters genoemd. Het verschil tussen een boom en een struik is dat een boom met 1 stam uit de grond komt en boven de grond vertakt. Struiken komen met meerdere stammen uit de grond. In het algemeen blijven struiken kleiner dan bomen, maar er zijn uitzondereingen. Een bolacacia (boom) wordt ongeveer 5 meter hoog, een volwassen hazelaar (struik) kan wel 8 meter hoog worden.

Hier de planten die je moet leren;

 

5a. struiken bladverliezend serie A

1. Buddleja davidii of Vlinderstruik

2. Ribes sanguineum of rode ribes

3. Weigela florida of weigelia

4. Chaenomelis of dwergkwee

5. forsythia of bloeiend hout

6. Potentilla of ganzerik

7. Berberis of zuurbes

8. Hydrangea macrophylla of hortensia

8. Spiraea of spierstruik

10. Symphoricarpos of sneeuwbes

11. boerenjasmijn Philadelphus

12. Viburnum of gelderse roos

13. symphoricarpos bodembedekkend

14. Deutzia scabra bruidsbloem

15. Hypericum Hidcote hertshooi

5b. struiken bladverliezend serie B

1. rimpelroos of japanse bottelroos of Rosa rugosa

2. ranonkelstruik of Kerria japonica

3. spierstruik of Spiraea arguta

4. toverhazelaar of Hamamelis mollis

5. schoonvrucht of Callicarpa bodinieri

6. sering of Syringa vulgaris

7. kronkelhazelaar of Corylus avellana "Contorta"

8. brem of Cyticus scoparius

9. kornoelje of Cornus alba "Siberica"

10. Hibiscus syriacus of Altheastruik

11. Caryopteris clandonensis

12. Kolkwitzia amabilis koninginnenstruik

13. Cornus stolonifera of kornoelje

14. Hydrangea paniculata of pluimhortensia, schapenkop

15. Exochorda racemosa

6a. groenblijvende heesters serie A

De meeste planten laten in de winter hun blad vallen. In de winter is er minder zonlicht. Daarnaast verdampt een plant door het blad water, terwijl de plant geen water opneemt. Onder de 5 graden celcius gaat het bodemleven in rust.

Een aantal planten kan 's winters het blad behouden. De meeste soorten hebben op het blad een dikke waslaag. Hierdoor verdampt er bijna geen water. Sommige coniferen laten hun naalden niet vallen in de winter. Een naald is een opgerold blad. Ook hierdoor is er minder verdamping.

1. Aucuba japonica of broodboom

2. Berberis julianae of zuurbes

3. Viburnum rhytidophyllum of Gelderse roos

4. Skimmia japonica of skimmia

5. Pieris japonica of Pieris

6. Cotoneaster "Coral Beauty of dwergmispel

7. Euonymus fortunei of bladhoudende kardinaalsmuts

8. Buxus sempervirens of palmboompje

9.Prunus laurocerasus of Laurierkers

10. Ilex crenata of Chinese hulst, Japanse hulst

11. Lonicera nitida of groenblijvende kamperfoelie

12. Osmanthus heterophyllus of schijnhulst

13. Choisya ternata

14. Photinia fraseri "Red Robin"

15. Leucothoe cultivars

6b. struiken bladhoudend serie B

1. lavendel of Lavendula angustifolia

2. mahoniestruik of Mahonia aquifolia

3. hypericum calycinum of hertshooi

4. Viburnum tinus of Gelderse roos

5. Viburnum davidii of Gelderse roos

6. Rhododendron cultivars of Rhododendron

7. Erica carnea of heide

8. Calluna vulgaris of struikheide

9. Eleagnus pungens of olijfwilg

10. Ceanothus cultivars of Amerikaanse sering

7. coniferen

Coni betekent kegel, feer betekent dragend.

De coniferen zijn dus kegeldragend. Coniferen hebben meestal naalden, soms schubben (denk aan levensboom of Thuja)

De meeste coniferen behouden hun naalden. Sommige zijn naaldverliezend.

1. Venijnboom of Taxus baccata

2. Jeneverbes of Juniperus communis

3. Grove den of Pinus sylvestris

4. (fijn)spar of Picea abies

5. Koreaanse den of Abies koreana

6. Lork of Larix decidua

7. levensboom of Thuja occidentalis

8. Chamaecyparis lawsoniana of Californische cypres

9. Cedrus atlantica "Glauca" of atlasceder

10. pseudotsuga menziessii of douglasspar

11. Taxodium distichum of Moerascipres

12. Metasequoia glyptostroboides of watercipres

13. Tsuga canadensis of hemliockspar

14. Sequiadendron giganteum of mammoetboom

15. Cupressocyparis leylandii of Leylandcipres

8. bollen en knollen

Een bol bestaat uit een;

  • bolschijf, de sterk gedrongen en verbrede stengel waarin een grote hoeveelheid reservevoedsel is opgeslagen en
  • rokken of schubben, de verdikte bladeren die op de bolschijf staan ingeplant. Men spreekt van rokken (bijvoorbeeld bij de tulp) als ze elkaar geheel omsluiten, en van schubben (bijvoorbeeld bij de lelie) als ze elkaar gedeeltelijk omsluiten.

Een goed voorbeeld is de ui. Bij het doorsnijden zie je ringen.

Een voorbeeld van een knol is een aardappel. Bij het doorsnijden zie je een vaste massa en ogen.

Een knol is dus een ondergrondse opslag van reservevoedsel.

Bollen en knollen die bloeien in het voorjaar, plant je in het najaar. Na een koudeperiode gaan de bollen en knollen uitlopen emn bloeien. Voorbeelden zijn de tulp, narci en de crocus.

Bollen en knollen die bloeien in de zomer of najaar, plant je in het voorjaar. Voorbeelden zijn de dahlia en de gladiool.

 

Sommige bollen en knollen moet je na de bloei uit de grond halen en bewaren. Andere bollen en knollen kun je in de grond laten zitten en laten verwilderen. Veel verwilderde soorten worden ook aangeduidt als stinsenplanten. zie link hieronder;

 

stinsenplant

1. Allium giganteum of reuze sierui

2. Anemone coronaria of Anemoon

3. Begonia tuberhybrida of knolbegonia

4. Tulipa cultivars of Tulp

5. Narcis cultivars of narcis

6. Krokus cultivars of krokus

7. Hyacint cultivars of hyacint

8. Muscari botryoides of blauwe druif

9. Dahlia cultivars of Dahlia

10. Galanthus nivalis of sneeuwklokje

11. Leucojum vernum of lenteklokje

12. Convallaria majalis of lelietje van dalen

13. Gladiolus cultivars of Gladiool

14. Lilium cultivars of of Lelie

15. Colchicum autumnale of herftstijloos

9. vaste planten

vaste planten kunnen goed tegen vorst, maar sterven vaak wel in de winter bovengronds af. Via de wortels overleeft de plant de winter en loopt dan weer uit. De hoogte verschilt enorm. Er zijn vaste planten van van planten van 5 cm hoog tot planten die wel 250 centimeter hoog kunnen worden. Sommige vaste planten bloeien in het voorjaar, de meeste in de zomer en herfst.

 

9A. Vaste planten lijst A

1. Alchemilla mollis of vrouwenmantel

2. Geitenbaard Aruncus diocus

2. Pulmonaria longifolia of longkruid

3. Achillea filipendulina of duizendblad

4. Helenium “ Moerheim Beauty” of zonnekruid

5. Yucca flaccida of palmlelie

6.Hosta sieboldiana of hartlelie

7. Nepeta faassenii of kattekruid

8. Coreopsis verticillata of meisjesogen

9. Geranium endressii of ooievaarsbek

10. Bergenia cordifolia of schoenlappersplant

11. Pachysandra terminalis of pachysandra

12. Aster novi-belgii of herfstaster

13. Polygonum amplexicaule of duizendknoop

14. Iris germanica of blauwe lis of baardiris

15. Salvia nemerosa of vaste plant salie

9B. vaste planten lijst B

1. Echinops ritro of kogeldistel

2. Agastache of dropplant

3. Waldsteinia of goudaardbei

4. Chelone oblique of schildpadbloem

5. Phlox of vlambloem

6. Astilbe chinensis of pluimspiraea

7. Echinacea of rode zonnehoed

8. Stachys of ezelsoor

9. Calamintha of steentijm

10. Physostegia of scharnierbloem

11. Lamium of dovenetel

12. Phlox subulata of kruipvlambloem

13. Phytolacca of karmozijnbes

14. phlomis of etagebloem

15. persicaria bistorta of adderwortel (duizendknoop)

10. klim, slinger en leiplanten

Klimplanten zijn planten die ondersteuning nodig hebben om omhoog te groeien omdat de stengels niet stevig genoeg zijn om de plant zelfstandig te dragen. Als er geen ondersteuning is zullen klimplanten een kruipende groeivorm aannemen. Je kunt klimplanten dus ook als bodembedekker planten!

Er zijn verschillende methoden waarmee klimplanten zich een weg omhoog banen.

  • Dat kan door middel van kruipen zoals bij de Akebia
  • Er zijn ook klimplanten die door middel van haakvormige stekels omhoog klimmen zoals bij Bougainvillea en de klimmende vormen van rozen.
  • Klimop, klimhortensia en trompetklimmer klimmen door middel van hechtwortels
  • De druif en de meeste soorten passiebloemen hechten zich met behulp van stengelranken.
  • Lathyrus (siererwten)  klimmen met bladranken.
  • De klimmende soorten uit het geslacht Clematis klimmen door middel van windende bladstelen.
  • Wilde wingerd klimt door middel van ranken met hechtvoetjes.

Slingerplanten groeien om een draad of paal naar boven. Voorbeeld Wisteria of Blauwe regen.

Leiplanten kun je door te snoeien leiden langs een muur of hekwerk. Voorbeeld Leilinde of leipeer.

1. Lonicera periclyneum of kamperfoelie

2. Hedera helix of klimop

3. Wisteria chinensis of blauwe regen

4. Clematis montana of bosrank

5. Fallopia (Polygonum) aubertii of bruidssluier

6. Hydrangea anomela "Petiolaris" of klimhortensia

7. Pyracantha cultivars of vuurdoorn

8. Rosa cultivars of klimroos

9. Humulus lupulus of Hop

10. Jasminum nudiflorum of winterjasmijn

11. Parthenocissus tricuspidata of wilde wingerd

12. Passiflora cultivars of passiebloem

13. Akebia quinata of chocoladeklimmer

14. Campsis radicans of trompetklimmer

15.Hedera colchica of klimop

11. fruit

Hieronder een aantal fruitsoorten.

Appels en Peren zie je al heel lang in tuinen. Oude hoogstamfruitbomen zie je vaak in boomgaarden. Fruittelers zijn over gegaan op laagstam. Dit omdat je het fruit makkelijk kunt oogsten aan lage struiken.

Ander fruit groeit aan struiken. Denk aan bessenstruiken.

Andere fruitsoorten vallen onder de categorie van klimplanten. Denk aan de kiwi en de braam.

1. braam of Rubus fruticosus

2. Framboos of Rubus idaeus

3. Aalbes of Ribes rubrum

4. zwarte bes of Ribes nigra

5. kruisbes of Ribes uva-crispa

6. Appel of Malus cultivars

7. Peer of Pyrus communis

8. walnoot of Juglans regia

9. Pruim of Prunus cultivars

10. Druif of Vitis vinifera

11. Kiwi of Actinidia deliciosa

12. Vijg of Ficus carica

13. Olijf of Olea europaea

14. blauwe bosbes of Vaccinium myrtillus

15. vossebes of Vaccinium vitis idaea

12. kuipplanten

 Een kuipplant is een plant die traditioneel in een oranjerie thuishoort. Zoals de naam suggereert wordt een dergelijke plant in een kuip gehouden, zodat de plant (al is het met moeite) verplaatst kan worden. De plant kan in de zomer buiten bewonderd worden en wordt voor de winter in de oranjerie gezet, alwaar ze vorstvrij gehouden wordt.

Kuipplanten zijn meestal  (sub)tropische planten die merendeels pas naar Nederland en België kwamen, nadat de handel over zee met verre continenten op gang kwam. Voorbeelden zijn citrusplanten. (bijvoorbeeld een sinaasappelboom,vandaar oranjerie)  De kuip zelf wordt traditioneel uit teak gemaakt.

1. Sinaasappel of Citrus sinenchis

2. Citrus limon of citroen

3. Agave americana of Agave

4. Nerium Oleander of Oleanderstruik

5. Agapanthus africanus of Afrikaanse lelie

6. Brugmansia candida of Datura

7. Camellia japonica of Camellia

8. Bougainvillea cultivars of Bougainvillea

9. Eucomis comosa of ananasplant, kuiflelie

10. Abutilon cultivars of Abutilon

13. waterplanten

zones waterplanten
zones waterplanten

waterplanten groeien in verschillende zones.

Zone A: 0 cm. vochtminnend.

Zone B: 0 tot -10 cm. oeverplant of moerasplanten.

Zone C: -20-40 cm. waterplanten.

Zone D: meer dan -60 cm. diep in het water.

Zone E: drijvende planten.

 

Zuurstofplanten geven zuurstof af aan het water. Zeker in een vijver met vissen moet je waterplanten hebben.

1. Caltha palustris of dotterbloem

2. Nuphar luteum of gele plomp

3. Nymphea alba of witte waterlelie

4. Stratiotes aloides of krabbescheer

5. Typha angustifolia of Sigaar, lisdodde

6. Riet of Pragmites australis

7. Acorus calamus of kalmoes

8. Mentha aquatica of watermunt

9. Alisma plantago aquatica of water weegbree

10. Eleodea canadensis of waterpest

11. Lemna cultivars of Kroos

12. Lysimachia nummularia of penningkruid

13. Sagittaria sagittifolia of pijlkruid

14. Butomus umbellatus of Zwanenbloem

15.Hottonia palustris of Waterviolier

14. eenjarigen

Eenjarigen kunnen niet goed tegen vorst. De planten kun je na de ijsheiligen (half mei) planten. Eerder planten kan, maar als nachtvorst wordt voorspeld, kun je de planten beter binnen zetten. De planten bloeien rijk en lang. De meeste soorten tot de eerste nachtvorst in de herfst.

1. Tagetes patula of afrikaantje

2. Pelargonium peltatum of hanggeranium

3. fuchsia cultivars of bellenplant

4. begonia

5. Canna, Indisch bloemriet

6. Lobelia erinus of lobelia

7. Lobularia maritima of sneeuwkleed

8. Salvia splendens of vuursalie

9. Petunia cultivars of petunia

10. Chrysanthemum frutescens of struikmargriet, chrysant

11. Ageratum houstonianum of mexicaantje

12. Impatiens walleriana of vlijtig liesje

13. Tropaeolum majus of Oost Indische kers

14. Nicotiana sanderea of siertabak

15. Calendula officinalis of goudsbloem

15. tweejarigen

Tweejarige planten maken in het eerste jaar alleen een bladrozet. Het 2e jaar bloeit de plant, maakt zaden en sterft af.  De zaden kiemen en maken een bladrozet. Deze planten blijven dus niet op dezelfde plek staan, maar zullen zich elk jaar op een andere plek vestigen.Tweejarige planten en planten die zich sterk uitzaaien, passen in wildere tuinen.

1. Viola cultivars of viooltje

2. Alcea rosea of stokroos

3. Digitalis purpurea of vingerhoed

4. Lunaria annua of judaspenning

5. Lychnis(Silene) coronaria of prikneus

6. Myosotis cultivars of vergeet me nietje

7. Oenothera biennis of theunisbloem

8. Verbascum nigra of Zwarte Toorts

9. Echium vulgare of slangenkruid

10. Verbena bonariensis of Yzerhard

16. kruiden geneeskrachtig

Kruiden worden gebruikt in de keuken. Ze geven smaak aan het eten. Kruiden bevatten etherische olien. Als het waait, zullen veel kruiden een geur afgeven. Veel insecten zijn dol op deze planten.

Kruiden staan ook bekend om hun geneeskrachtige werking. Het Latijnse woord officinalis betekent geneesskrachtig.

1. rozemarijn of Rosmarinus officinalis

2. Bieslook of Allium schoenoprasum

3. Marjolein of Origanum marjolana

4. tijm of Thymus cultivars

5. Wijnruit of Ruta graveolens

6. venkel of Foeniculum officinalis

7. Munt of Mentha spicata

8. Citroenmelisse of Melissa officinalis

9. echte laurier of Laurus nobilis

10. Kerrieplant of Helichrysum angustifolium

17. onkruiden A

Onkruiden zijn kruiden. Maar omdat de meeste soorten groeien op plekken waar we dat niet willen, noemen we ze onkruiden. Ooievaarsbek (Geranium) vinden we een onkruid, maar de Geranium is door de kwekers in de loop der tijd veredeld. De plant met grotere bloemen en sierlijke bladeren worden nu veel als vaste plant verkocht.

De top 15 van lastige onkruiden, met veel achtergrondinformatie, staat in de volgende link.

top 15 onkruiden

1. Heermoes of paardestaart

2. ridderzuring

3. haagwinde, pispot

4. paardebloem

5. kleine veldkers

6. muur

7. zevenblad

8. straatjesgras

9. kweek (gras)

10. grote brandnetel

11. Japanse duizendknoop

12. Ambrosia

13. jacobskruiskruid

14.knopkruid

15. nachtschade

17. Onkruiden B

1. kleine brandnetel

2. akkermelkdistel

3. akkerdistel

4. herderstasje

5. smalle weegbree

6. brede weegbree

7. varkensgras

8. rode klaver

9. witte klaver

10. melganzenvoet, melde

11. klein kruiskruid

12. madeliefje

13. kruipende boterbloem

14. wikke

15. kleefkruid

17. Onkruiden C

1. duizendblad

2. boerenwormkruid

3. hondsdraf

4. witte dovenetel

5. paarse dovenetel

6. reigersbekje

7. ooievaarsbek

8. fluitekruid

9. pitrus

10. perzikkruid

11. smeerwortel

12. stinkende gouwe

13. wilgeroosje

14. canadese fijnstraal

15. bijvoet

18. grassen en bamboes

Grassen en bamboe zie je steeds vaker. Vooral in strak aangelegde tuinen. De meeste soorten zijn ook in de winter groen. Grassen bloeien daarnaast ook en dit is een mooi gezicht. Bamboe kan ook bloeien, maar daarna gaan de planten dood. Bamboe groeit met name in Azie en wordt gegeten door panda beren. Als in een gebied massaal planten bloeien en afsterven, trekken de panda's naar een ander gebied. Zaden gaan uitgroeien en vormen nieuwe planten. Een andere slechte eigenschap an bamboe; Bamboe kan ondergronds woekeren. Vaak worden woekerende bamboesoorten geplant met om de pol een metalen band.

1. Carex of zegge

2. Cortaderia of pampasgras

3. Deschampsia of ruwe smele

4. Fargesia of bamboe

5. Festuca of blauw schapengras, zwenkgras

6. Luzula of veldbies

7. Miscanthus sinensis of prachtriet

8. Sasa of bamboe

9. Pennisetum of lampenpoetsergras

10. Phyllostachys of bamboe

milieu centraal tuin