Veehouderij Bedrijfskunde Onderwerpen 2014

Veehouderij Bedrijfskunde Onderwerpen 2014

Inleiding

Voor studenten V 4.4  die in 2014 willen diplomeren geldt als deadline :

Deze opdracht afsluiten vóór 31 maart  2014.
Het staat de student  vrij om de opdracht (veel)  eerder af te ronden.

 

De studenten van V 4.2 en V 4.3 moeten 7 van de 10 onderwerpen af hebben en als voldoende of goed beoordeeld voor 31 maart 2014.

 

 

Dit Veehouderij Bedrijfskunde Onderwerpen is een onderdeel van het programma dat moet leiden tot het behalen van de  laatste proeve (PvB) op niveau 4 veehouderij.

Er is een directe samenhang met het "4e klas Project Toekomst 2014" en met de eindopdracht van deze PvB. Zie daarom ook de inleiding bij het project toekomst.

Relevantie.

Bestudeer het onderwerp en geef aan of het voor jou of voor de ondernemer cq het bedrijf relevant kan zijn.

Neem de onderwerpen zoveel mogelijk mee naar het ( jouw) ondernemingsplan/ de Eindopdracht.

 

Dit leer arrangement is  in eerste instantie bedoeld als een "Zelf-Leer-Arrangement".

Dat neemt niet weg dat er steeds de mogelijkheid bestaat om klassikaal aandacht te besteden aan bepaalde onderwerpen. Ook is er wel een kans dat er een overlap zal zijn met één of meerdere onderwerpen uit het project toekomst. Het is juist goed als we de samenhang vinden met andere onderwerpen.

Samen de opdrachten maken mag ook. Zorg dat je dan ook aan geeft met wie je de opdracht hebt gemaakt. Zorg dan ook dat je leert van elkaar.

Conclusie:

In alle gevallen probeer jij de vertaalslag te maken naar de praktijk, het (eigen) bedrijf. 

Dit arrangement is een kapstok om meerdere onderwerpen aan te hangen. Daardoor is actualisering steeds mogelijk. Suggesties zijn welkom. Maaktwerk per student is ook mogelijk. Maak daarvoor afspraken.

aldus Ben Mulder. bmulder@aoc-oost.nl

Oefensituatie

De oefensituatie is het bedrijf vanuit het perspectief van de ondernemer. Steeds is er een andere invalshoek.

Lees daarvoor de Examendocumenten van de Groene Standaard. (Het verhaal van Bas)

Doelstelling

  1. Kennis van bedrijfskundige onderwerpen. 
  2. Ontwikkelen van ondernemers vaardigheden. 
  3. Ontwikkelen van een op duurzaamheid gerichte ondernemende houding.
  4. Maatschappelijke Oriëntatie.
  5. Belangrijkste doel is het vertalen van deze kennis en vaardigheden naar jouw eigen bedrijf ( of keuzebedrijf)
    Verwerk de stof daarom waar mogelijk ook in je eindopdracht. Dat doe je ook met de verworvenheden uit het project toekomst. Laat de kennis doorwerken in jouw visie op het bedrijf; jouw visie op de markt en de omgeving; jouw keuzes als ondernemer met betrekking tot het bedrijf in de toekomst. (of laat het onderdeel zijn van jouw advies aan de ondernemer) In (het) jouw ondernemingsplan komt alles samen.
    ?

In alle gevallen probeer jij de vertaalslag te maken naar het eigen bedrijf. (of leerbedrijf)

Werkprocessen

De werkprocessen die je hebt geoefend en die je kunt scoren hangen in de eerste plaats af van de Groene Standaard.

Kijk naar het cohort (startjaar) wat voor jou geldig is. Verder hangen de werkprocessen af van de keuze van jouw  (keuze-) onderwerpen en de manier waarop je deze hebt behandeld.

Bespreek dit met de docent-coach.

     Als er werkprocessen zijn waarop jij nog moet scoren dan kun je met de keuze van de onderwerpen daarmee rekening houden.

     Voorbeeld: Veilig werken. Veilige werkomgeving.

 

 

 

De OPDRACHT. / minimaal 10 onderwerpen

Algemene Voorwaarden

 

1. Er dienen minimaal 10 onderwerpen behandeld te worden. In principe  6 verplichte en 4 vrij te kiezen onderwerpen. De lijst van onderwerpen biedt keuzemogelijkheden. Ook mag je zelf met onderwerpen komen. Iedere deelnemer stelt op deze manier zijn/haar arrangement samen en stelt dit vast samen met de begeleidende docent.

2. Jij levert de onderwerpen aan via KISS en die worden beoordeeld door de docent. Desgewenst krijg je de kans tot verbeteren en er kan je gevraagd worden eea mondeling toe te lichten. Als je de opdracht(en) samen hebt gemaakt noem dat dan ook.

Toetsen en bewijzen en reflecteren doen we  de gehele opdracht (met minimaal 10 deelopdrachten)  in één keer en wel mondeling; met de begeleidende docent. Jij maakt zelf een afspraak.

3. Relevantie. Het is de bedoeling dat jij het onderwerp bestudeert en dan kunt aangeven of en hoe het onderwerp voor jou of voor de ondernemer cq het bedrijf relevant kan zijn. Vertaal de onderwerpen zoveel mogelijk naar het (naar jouw) ondernemingsplan. Daarmee maak je ook mogelijke bouwstenen voor je eindopdracht.

4. De Keuzeonderwerpen: Kijk ook bij bronnen. Er zijn ter ondersteuning een aantal links gegeven. De links leiden je naar belangrijke vindplaatsen van expertise. Deze opsomming van links is echter niet compleet en gaat daar ook niet van uit. Je moet zelf (verder) op zoek naar de benodigde kennis.

5. Het kan ook voorkomen dat een of meer links niet (meer)  beschikbaar zijn. Dat is voor jou nooit een reden om de opdracht niet te kunnen maken. 

6.  Per onderwerp vindt je in het arrangement een aantal vragen.
Die zijn bedoeld om jou op gang te helpen. Het is niet voldoende om alleen die vragen te beantwoorden.

 

Samengevat:
Jij verwerft zelf kennis over een aantal onderwerpen en geeft de relevantie aan voor jou of voor het bedrijf. De opdracht wordt mondeling getoetst. Jij maakt daarvoor een afspraak met de docent. Voeg het verkregen BEWIJSSTUK VAN HET TOETSGESPREK toe aan je portfolio.

1 / Marktgericht denken.

We gaan ons een duidelijk beeld vormen van MARKTGERICHT DENKEN. (De onderstaande vragen beantwoorden alleen is niet genoeg. Lees de algemene voorwaarden daarom nog eens door.

DISCUSSIE..............................

 

  1. Wat betekent marktgericht denken? Wat is marketing? (Denk algemeen, dus ook buiten onze sector.)
  2. Wie zijn onze klanten? Welke wensen heeft de klant? Waar is onze klant?
  3. Maken wij de gewenste producten en hoe weet je dat? Wat produceer ik op mijn bedrijf en voor wie? Halen wij genoeg geld uit de markt? Waarom wel of waarom niet?
  4. Wie levert nog meer op die markt? Dus: Wie is onze concurrent?
  5. Hoe ziet de keten eruit waaraan jij deel neemt?
  6. Wat is de rol van Friesland Campina? Is het wij of zij? Is het redelijk dat FC eisen gaat stellen aan de melkveehouders? Is het redelijk dat er prijsverschillen worden gemaakt voor speciale producten zoals weidemelk?
  7. Wie is de 'baas' over FC? GRAAG DISCUSSIE HIEROVER.
  8. Waar komen onze inkomsten of anders gezegd, waar komen onze (geld-)opbrengsten vandaan?    
  9. Wat is jou visie op de markt waarop jij je beweegt voor de komende jaren?
    Zuivel? Varkensvlees? Pluimveevlees? Eieren? Groente en fruit? anders...
  10. Welke keuzes denk je te gaan maken op basis van jou visie op de markt?

Dit zijn allemaal hulpvragen voor het behandelen van het onderwerp.

 

Relevantie. Het is de bedoeling dat jij het onderwerp bestudeert en dan kunt aangeven of en hoe het onderwerp voor jou of voor de ondernemer cq het bedrijf relevant kan zijn. Vertaal de onderwerpen zoveel mogelijk naar het (naar jouw) ondernemingsplan. Daarmee maak je ook mogelijke bouwstenen voor je eindopdracht.

2 / Ruimtelijke Ordening

Wij gaan ons in dit geval richten op het begrip omgeving uit de ruimtelijke ordening. Hier speelt de overheid een belangrijke rol. Met name de gemeente, de provincie en het Rijk. 

ondertande vragen kunnen ons op weg helpen.

Ter voorbereiding moet je wel een aantal zaken en begrippen leren kennen.

  1. Wat is ruimtelijke ordening?
  2. Wat is het doel van RO??
  3. Wat zijn bestemmingsplannen?
  4. Wat is de WABO? Wat is een omgevingsvergunning?
  5. Wat is een LOG? Deze en andere zijn begrippen waar je als ondernemer en als burger mee te maken kunt krijgen.
  6. Welke informatie kun jij vinden op www.ruimtelijkeplannen.nl  ?
  7. Welke informatie geeft de gemeente?
  8. Kernvraag:  
    Wat zijn de mogelijkheden en beperkingen voor  het (jouw) bedrijf nu en in de toekomst op de huidige plek?

Relevantie. Het is de bedoeling dat jij het onderwerp bestudeert en dan kunt aangeven of en hoe het onderwerp voor jou of voor de ondernemer cq het bedrijf relevant kan zijn. Vertaal de onderwerpen zoveel mogelijk naar het (naar jouw) ondernemingsplan. Daarmee maak je ook mogelijke bouwstenen voor je eindopdracht.

 

3 / Energie. Energiegebruik nu. Toekomst?

Energie is een grote kostenpost maar energie biedt ook kansen. Vertaal dat naar het bedrijf.

Om te beginnen: Analyseer de huidige situatie mbt energie op het bedrijf.

Dat betekent:

  1. Wat is energie? 
  2. Welke energiebronnen gebruikt de mensheid wereldwijd? moem er meer dan 10.
  3. Welke energiebronnen gebruiken wij in NL?
  4. Waarvoor gebruiken wij energie in NL?  Neem NL als uitgangspunt.
  5. Wat is het verschil tussen directe en in-directe energie?
     
  6. We kijken nu naar het bedrijf:
    Waarvoor gebruiken wij energie op ons bedrijf? (of leerbedrijf)
    Maak een rijtje voor directe energie en een rijtje voor indirecte energie.
  7. Wie betaald die in-directe energiekosten? Maken zij deel uit van jou kostprijs als boer?
  8. Analyseer het verbruik van directe energie op jouw bedrijf in KWH en in m3 gas. Lijstje maken. Bedrijf? Prive?
  9. Geef een oordeel (commentaar) op de energiekosten op jou bedrijf. Vergelijk dus!! (waarmee vergelijken??)
  10. Welke andere directe energie vebruik jij op het bedrijf? (en ook met het het woonhuis er bij)
  11. Breng alle directe energiekosten in beeld. (waardevolle info voor je eindopdracht)
  12. inventariseer alle stroomverbruikende apparatuur.
  13. kun je zelf nog meer vragen bedenken?

 

 

4 / Watermanagement.

"Water is leidend" zegt de overheid. Dat wil zeggen dat we bij alle ruimtelijke plannen allereerst rekening houden met water. Waarom? ............Water speelt bijna overal een rol. OOK ALS HET ER NIET IS.  

In de Ruimtelijke Ordening krijgt water dus voorrang in het moderne denken. (Ben je het daar mee eens?)

 

Grote hoeveelheden neerslag in korte tijd moeten ergens worden opgevangen. Dat gebeurt in de stad maar dat moet ook gebeuren op het platteland. Daar wordt hard aan gewerkt? Ken je voorbeelden hiervan? Retentie noemen we dat.

Water is voor de landbouw een heel belangrijke grondstof. We willen voldoende vocht in de bodem voor de planten. We hebben veel drinkwater nodig voor ons vee. Maar wat doen we bij droogte? Hoe gaan we om met wateroverlast.   

Wat is jou visie op water en hoe ga je er mee om op het bedrijf?

ter ondersteuning:    Waterschap Regge en Dinkel verzorgt een groot deel van het oosten van onze provincie Overijssel. (grotendeels Twente) Waterschap Rijn en IJssel verzorgt Oost Gelderland en een stukje Overijssel bij Haaksbergen.

  1. Wat is watermanagement? 
  2. Wat betekenen de begrippen kwantiteit en  kwaliteit?
  3. "Water is leidend" zegt de overheid. Dat wil zeggen dat we bij alle ruimtelijke plannen allereerst rekening houden met water. Waarom?....
  4. Water als grondstof voor een boer. Werk dat uit.
    Hoeveel neerslag krijgen wij? en wanneer? en hoeveel hebben we nodig?
    Te veel of te weinig water?
  5. De kwaliteit van water.
  6. Grondwater.
  7. Drinkwater. Gebruik en kosten.
  8. Wat is verzilting en waar is dat een probleem?
  9. Water is een wereldonderwerp. Leg dat uit. 
  10. Wat doet het waterschap. Noem de taken samengevat. (zie visie en missie van WRD)
  11. Welke kosten zijn gemoeid met water op het bedrijf? Maak een

 

5 / Duurzaamheid

Duurzaamheid is een belangrijk thema voor de toekomst van de mensheid. Duurzaam denken wil zeggen: er rekening mee houden dat de aarde ons plekje is waar we wonen en leven. We kunnen niet vluchten als we de aarde hebben uitgewoond en leeggeroofd. Ook voor ondernemers is duurzaamheid dus een onderwerp.

Economisch duurzaam is ook heel belangrijk. Kijk maar naar de oorzaken van de financieele crisis die nu speelt in de wereld en vooral in Europa.

Gelukig gaat economisch duurzaam vaak gelijk met andere aspecten van duurzaam. Verspillen kost geld en is slecht voor het milieu. Koeien die niet lang meegaan zijn niet duurzaam en kosten geld bij vervanging. Zo zijn er vele voorbeelden.

Energie heeft ook alles te maken met kosten en met duurzaamheid. Energie is een goed voorbeeld van: goed voor het milieu = goed voor de portemonnee.

Onderwerpen die te maken hebben met duurzaamheid zijn:

  1. Hoe we om gaan met mensen
  2. Hoe we om gaan met en dieren;
  3. hoe we omgaan met de aarde:  bodem; lucht;  water; grondstoffen;  
  4. hoe we omgaan met onze spullen en
  5. hoe we onze productieprocessen inrichten, het heeft allemaal te maken met duurzaamheid.

Beoordeel de aspecten van duurzaamheid op jou (het) agrarisch bedrijf. Geeft  scores wat goed is; waar het beter kan. Waar zijn verbeteringen mogelijk?

[er is ook een arrangement dat gaat over duurzaamheid; loop daar eens doorheen)?

6 / Personeel

De meeste bedrijven (kijk ook buiten de landbouw) werken met personeel. Je kunt ook zeggen: In de meeste bedrijven en instellingen werken meerdere mensen. In de agrarische sector komen ook steeds meer bedrijven die werken met personeel. In de tuinbouw is het vanzelfsprekend. Er werken vaak tientallen mensen.  In de varkenshouderij zijn vaak enkele medewerkers aanwezig.Personeel in de melkveehouderij is nog niet 'gewoon' maar komt steeds meer voor. Een bloemenwinkel heeft wel 1 of meerdere medewerkers. Dat agrarische bedrijven ook steeds meer werken met personeel  heeft alles te maken met schaalvergroting.

Ook een melkveehouder die geen eigen 'vast' personeel heeft krijgt toch te maken met 'vreemde mensen' op zijn / haar bedrijf. Dan is spraken van werk door derden.   Denk aan de loonwerker; de adviseur van de veevoerleverancier; de veearts. (wie kun je nog meer noemen?)  

?Anderszijds: Je ziet ook steeds meer mensen die gaan werken als ZZP er.

Voor jou is het van belang om een en ander van dit onderwerp te weten. Misschien ben je in de toekomst werkgever. Misschien ben je nu of straks zelf werknemer bij een ander. Of je wordt zelf (deeltijd) ZZP er.

Het inhuren van bedrijven voor gespecialisserde werkzaamheden komt ook steeds vaker voor. Dan heb je wel mensen op jou bedrijf aan het werk maar je hebt ze niet zelf in dienst. Bovendien zijn ze alleen op jou bedrijf als je ze nodig hebt. Je betaalt wat is afgesproken en klaar is Kees.

Ook op school vindt het schoonmaken plaats door een ander bedrijf. Waarom denkje dat dit zo gebeurt? 

Opdrachten:

  1. Heb je wél zelf mensen in dienst dan ben je werkgever. Daar komt veel meer bij kijken.  Wat allemaal?
  2. Ga een intervieuw houden over personeel  met een ondernemer die werkt met personeel. Bedenk zelf een aantal goede vragen.
  3. Er zijn boeren die een medewerker hebben via ABOost. Wat betekent dat? Waarom denk je dat zij die keuze maken?  

 

 

7/8/9/10/ Keuzeonderwerpen

4 Onderwerpen  zelf te kiezen in overleg met de docent.

Voor deze keuzeonderwerpen geldt ook dat jij steeds de relevantie voor jou (leerbedrijf) bedrijf moet belichten.

Met andere woorden: Wat heeft het temaken met jouw bedrijf? ?

  1. keuzeonderwerp 1 :
  2. keuzeonderwerp 2 :
  3. keuzeonderwerp 3 :
  4. keuzeonderwerp 4 :

 



voor suggestie zie de bronnen.

 

 

Gebruiksnormen voor de hoeveelheden stikstof en fosfaat uit alle meststoffen die toegepast mogen worden bij de teelt van gewassen.

Uitgangspunt: 

Ieder gewas ontvangt precies de hoeveelheid meststoffen die het nodig heeft.

Verliezen en verspilling van mesttoffen moeten worden beperkt omdat die in het water en in de lucht terecht kunnen komen en dat is belastend voor het milieu. Bovendien kost verspilling ook geld.

Verplichte mestverwerking bij overschot.

Als keuzemogelijkheid voor één van de 4 eigen keuzeonderwerpen kun je kiezen voor Het mestbeleid van 2014.

Hoe zijn de nieuwe regels rond mestgebruik en welke mest moet je afvoeren. Ook is het goed om te weten waarvoor al die regelgeving rondom mest bedoeld is en hoe zij tot stand is gekomen.

1  / De  regelgevings is aangepast voor 2014. 

2  / Daarna gaan we kijken hoe we de regels op het bedrijf gaan toepassen.

3  / Vervolgens duiken we even kort  in de historie van de mest en mineralenregelgeving. 

4  / Tot slot gaan we kijken of er ook kansen ontstaan door de nieuwe regels.
      Van probleemdenken naar kansdenken ?

Wereldwijd is eerder sprake van een tekort aan meststoffen dan van een overschot. Hier liggen ook kansen voor Nederland.

Informatie van de Rijksoverheid over het mestbeleid.

http://www.hetlnvloket.nl/onderwerpen/mest

bepalend is: Europese nitraatrichtlijn. (het gaat om stikstof-N in grondwater)

Het Nederlandse mestbeleid is gebaseerd op de Europese Nitraatrichtlijn. Hierin
staat hoe hoog de concentratie nitraat in het grondwater mag zijn.

http://www.hetlnvloket.nl/onderwerpen/mest/dossiers/dossier/gebruiksruimte-en-gebruiksnormen/gebruiksnormen

http://www.hetlnvloket.nl/onderwerpen/mest/dossiers/dossier/gebruik-en-uitrijden-meststoffen

 

Rekenmodule voor mestgebruik op bedrijf

Rekenmodule voor mestgebruik op bedrijf

8 / Herd-management ; Werken volgens Protocollen.

We werken beter en doelmatiger als we werken volgens Protocollen. Dat is inmiddels bewezen.

Iedere ondernemer en ieder bedrijf heeft een bepaalde volgorde en bepaalde manier van werken. Bij de een gaat dat heel strak en let men heel scherp op de dingen.

Protocollen zijn vaste manieren van werken voor steeds terugkerende werkzaamheden.

                   Andere woorden die meer of minder vergelijkbaar zijn met protocollen zijn werklijsten; checklists;

.......... en.......... bij de ander gaat dat minder strak.
Daar gaat het wat losjes. Daar doen ze niet zo moeilijk. Beetje eerder melken en dan weer later. Dan doet 'die'  het melken en dan weer een ander. Er wordt wel informatie overgedragen maar ook niet altijd. Er gaat wel eens wat mis. Niet zeuren toch... overal gaat wel eens wat mis .. toch?......  Pencilline in de melk of de kalveren vergeten te voeren. Of een koe die de hele dag aan het voerhek blijft staan. 'Gaat ie ook niet dood van'.  
Er  wordt niet gewerkt volgens een vaste manier van werken bij veel dingen. Er blijft veel liggen en er gaat te veel mis. Herkennen wij dat??  Mede daarom zijn er grote verschillen in resultaten en inkomen. De verschillen kunnen oplopen tot meer dan een volwaardig inkomen.

Grote bedrijven werken met personeel en dan is het belangrijk dat iedereen weet hoe de dingen gedaan moeten worden en steeds op dezelfde manier en de GOEDE manier. Veranderingen zijn WEL mogelijk maar alleen als daarover afspraken worden gemaakt. Het management van een onderneming / bedrijf stelt de protocollen vast.

Ook kleinere bedrijven; de meeste bedrijven; ook onze bedrijven; zouden resultaatvertering kunnen behalen door te werken volgens protocollen. Alle handelingen worden genoemd. De manier van werken ligt vast. Er worden geen dingen vergeten. Verantwoordelijke uitvoerders worden benoemd. Controle is een onderdeel van deze werkwijzen.

OPMERKING:

Er is nog steeds een groot verschil tussen de bedrijven die het goed doen en die het minder goed doen. Dat is altijd al zo geweest. Dat heeft te maken met de kwaliteit van bedrijfsvoering. Dat gaat dus over HOE GOED WORDT ER GEWERKT. Een goede ondernemer en vakman / vakvrouw halen betere resultaten. Dat is bewezen over vele jaren en in elke bedrijfstak. Ook in de sport.

Wil je tot verbetering komen dan kan het werken volgens vaste manieren van werken tot verbetering leiden.(geldt ook voor  jouw studieresultaten)

Dat noemen wij protocollen.

Protocollen zijn niet nieuw maar worden nog niet overal strak toegepast.

Vraagje:

Wie heeft thuis nog nooit een strop gehad met de slang in of uit de melktank op het verkeerde moment?

..................................................dat bedoelen we dus.

Wat gaan wij doen met dit onderwerp:

Wij gaan het werken met protocollen nader bestuderen en we gaan praten met (een) ondernemers die werken met protocollen.

voorbeelden //  Werkzaamheden die je kunnen gaan volgens protocollen.

Management rondom .....

melken

het voeren.

klauwgezondheid.

uiergezondheid.

vruchtbaarheid

algemene gezondheid van de veestapel

bedrijfsbegeleiding door veearts (hangt samen met andere protocollen..)

het droogzetten.

het afkalven.

rondom de grasoogst.

rondom de Jongveeopfok.

ligboxenverzorging

controle op tochtigheid

 

Discussie: Vindt jij deze aanpak volgens protocollen nuttig? Voor grote bedrijven? Voor Kleine bedrijven?
 

we zouden ook veel kunnen leren van andere sectoren. Als er problemen zijn in ziekenhuizen gaat men die vaak onderzoeken en dan de manieren van werken aanpassen. Men zegt dan: "de protocollen worden aagescherpt'.

Voorbeeld: Het ontvangen van patienten in een ziekenhuis gebeurd volgens een protocol. De administratie maakt daar deel van uit.

Het binnekomen en aannemen van zwaargewonden en accute hartpatienten gebeurt op een afgesproken vaste manier van werken. Een protocol.   Je kunt niet zeggen: "Héé.... al weer een gewonde... hoe zullen we het deze keer eens aanpakken". Als de aanpak snel en doelmatig is en iedereen weet wat hij / zij moet doen heeft de gewonde het eeste kans op herstel en overleven.

CRV home

Werken met protocollen op grote melkveebedrijven.
Werkens volgens protocollen. Rapport WUR juni 2009 / 8430

For Farmers

Verantwoorde Veehouderij

Veehouderij Techniek

Friesland Campina

Werken met protocollen op grote melkveebedrijven.
Werkens volgens protocollen. Rapport WUR juni 2009 / 8430

10 / Keuze van je melksysteem.

Voorbeeld: De keuze van je melksysteem is een belangrijke keuze. Je moet er jaren mee verder. De kosten en de arbeid spelen een grote rol.

Een student of groepje studenten die met dit thema aan de slag wil mag er een keuzeonderwerp van maken. Ook kun je het uitwerken binnen het project Toekomst 2014 maar dan moet je er een breder onderwerp van maken.

Bijvoorbeeld: Zelf doen of uitbesteden. En als je het zelf doet.. Hoe doe je het dan. Welke technieken kies je?

Melken / voeren / roosters schoon houden/ gras oogsten / mais oogsten /

 

verder uitwerken..............?

11 / Antibioticumgebruik.

Een antibioticum is een stof die een organisme  (of meerdere organismen) een ziekteverwekker,  kan doden  binnen een mens of een dier.

Het meervoud van antibioticum is antibiotica. 
 

Het mooie van de antibiotica is dat ze ons beter kunnen maken als we ziek zijn van een bacterie of andere ziekteverwekker.

Geschiedenis

Alexander Fleming was bezig met een onderzoek naar stafylokokken (deze kunnen ontstekingen veroorzaken, bijvoorbeeld een steenpuist), toen hij op een van zijn voedingsbodems de schimmel Penicillium notatum aantrof en opmerkte dat rondom deze schimmel alle bacteriën verdwenen waren. Het bleek dat deze schimmel in staat was een bacteriedodende stof af te scheiden, die door Fleming 'penicilline' genoemd werd.

Pas na tien jaar (1938) werd er iets met de ontdekking van Fleming gedaan, toen een groep wetenschappers onder leiding van Howard Florey en Ernst Boris Chain begon met het isoleren van kleine hoeveelheden penicilline, het zuiveren ervan en het verkrijgen van grotere hoeveelheden. Ze testten het op dieren en uiteindelijk op mensen. Na de ontdekking van de penicilline volgden nog vele andere antibiotica.

Resistentie tegen antibiotica

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
 
Ga naar: navigatie, zoeken
Ontwikkeling van resistentie tegen antibiotica

Resistentie tegen antibiotica betekent dat een bacterie bestand wordt tegen een bepaald antibioticum. Vele bacteriën van de betreffende populatie zullen sterven door het antibioticum, maar enkele overblijvende resistente bacteriën planten zich voort en zorgen voor de verspreiding van deze erfelijke eigenschap; na enige tijd zijn zo goed als alle bacteriën bestand tegen het antibioticum.

  1. Wat is het goede van antibiotica?
     
  2. Wat zijn de nadelen en de risico 's? Voor de vehouder? Voor de maatschappij?
     
  3. Hoe gaan wij daar als veehouderij, als sector en als ondernemer, in de NABIJE TOEKOMST mee om?
     
  4. Zijn er ook langetermijnoplossingen?



Zoek  zelf de bronnen waar je actuele kennis kunt halen over dit onderwerp. Zoek niet alleen binnen de veehouderij. Zoek ook binnen de humane ( = menselijke) gezondheidszorg.

 

actuele vragen vanuit de ondernemer met betrekking tot grasland.

relatie met het thema Voer en Voeren.

  1. Grasland is de basis van de nederlandse melkveehuderij. Bestudeer deze stelling. Discussie: Klopt dat?
  2. Klopt dat ook voor mijn bedrijf en waarom?
  3. Een goede grasboer verdient meer geld. Ik ook?
  4. We benoemen de keuzefactoren met betrekking tot grasland op mijn bedrijf.
  5. Korte termijn vragen?
  6. lange termijn vragen?
  7. over beweiding...
  8. over maaien....
  9. voer aankopen of zelf verbouwen..

nader uit te werken....

13 / High Tech in de Veehouderij.

Lely / High Tech en landbouw / een succesverhaal

Emancipatie van de high tech boer en tuinder /

Wat heeft techniek ons gebracht in de sector? Korte opsomming van de stappen in 100 jaar.

Wat zijn de vraagstukken die nu op tafel liggen en kan de techniek ons helpen?

Van automatisering naar steeds meer informatisering.....  Wat bedoelen we daar mee?

 

verder uitwerken..............?

14 / Stal van de Toekomst.

 

 

 

 

verder uitwerken..............?

Reflectie en Toetsing

Reflectie toetsen en bewijzen,

 

Je werkt de 10 onderwerpen uit en zorgt dat je deze met voldoende of hoger hebt afgerond.   (zie ook onder algemene voorwaarden)

Schrijf een reflectie en maak een afspraak voor een toetsgesprek.  Uiterlijk vóór 31 maart 2014.

Na de mondelinge toets met de reflectie verkrijg je, bij voldoende, het bewijsstuk.

Zet het bewijsstuk in je portfolio/ op KISS en koppel de werkprocessen.

 

Bewijsstuk

 Zorg er voor dat je het bewijsstuk op KISS plaats en controleer of die is bevestigd met de juiste werkprocessen.

Bronnen.

deze bronnen zijn 'klad'  werk- bestanden. Hier wordt dus nog nader aan gewerkt.

 

een belangrijke site:           www.rijksoverheid.nl

ARBO / Arbeidsomstandigheden en veilig werken.

Veilig werken is van groot belang. Ongelukken leveren soms veel verdriet en ze kosten handen vol geld. Voldoende redenen om veilig te werken voor jezelf en voor de mensen om je heen. http://www.arboonline.nl/ongevalsanalyse.27068.lynkx?thema=Ongevalsanalyse

Kijk bij STIGAS via de volgende link onder ‘C’ Hoe veilig is mijn bedrijf. http://www.stigas.nl/downloads/

 

Omgeving. Ruimtelijke ordening.

www.ruimtelijkeplannen.nl  

Als ondernemer wil je weten wat er bij jou in de buurt belangrijk is voor jou, DE OMGEVING: Er zijn een groot aantal zaken die te maken hebben met je ‘omgeving’.

http://www.vrom.nl/pagina.html?id=7008

www.omgevingsloket.nl

De ondernemer die (bouw) -plannen heeft weet dat er een bestemmingsplan bestaat en wat dat voor hem inhoud. Hij kan bij VROM en bij de gemeente de benodigde informatie verkrijgen en weet wat dat voor zijn bedrijf kan betekenen en welke acties hij moet ondernemen om zijn doelen legaal te bereiken. www.vrom.nl ; www.infomil.nl ; www.VNG.nl Bijvoorbeeld: Wat wil de provincie? Wat wil de gemeente? Wat wil jij?

http://provincie.overijssel.nl/beleid/omgevingsvisie_0

NIEUW: Omgevingsvergunning per 1 oktober 2010.

Natura 2000 bij jou in de buurt. http://www.natura2000.nl/pages/kaartpagina.aspx http://www.synbiosys.alterra.nl/natura2000/gebiedendatabase.aspx?subj=n2k

 
 Waterbeheer / watermanagement.

Water is leidend. Dat wil zeggen dat we bij alle ruimtelijke plannen rekening houden met water. Water is voor de landbouw een heel belangrijke grondstof. Of het nu gaat om voldoende neerslag en voldoende vocht in de bodem of we wanneer het gaat om wateroverlast, of wanneer we praten over voldoende drinkwater, als agrarische sector hebben we er altijd mee te maken. http://www.kraanwater.nu/tips/Pages/default.aspx http://www.lto.nl/nl/5140455-Water.html

Waterschap Regge en Dinkel verzorgt een groot deel van het oosten van onze provincie Overijssel. (grotendeels Twente) http://www.wrd.nl/ zie ook ‘beleid’. http://www.wrd.nl/beleid

Waterschap Rijn en IJssel verzorgt Oost Gelderland. http://www.wrij.nl/ belangrijke beleidsstukken: http://www.wrij.nl/waterthema's/download

 Duurzaamheid.

Duurzaamheid is een hoofdthema voor de toekomst. Er rekening mee houden dat de aarde ons plekje is waar we wonen en leven. We kunnen niet vluchten als we de boel hebben uitgewoond. Ook als ondernemers is dit een hoofdthema. http://www.duurzaamheid.nl/ http://www.duurzaamheid.nl/c2c/

Energie heeft alles te maken met kosten en met duurzaamheid. Een voorbeeld van goed voor het milieu = goed voor de portemonnee http://www.cofely-gdfsuez.nl/nl/vervooruit.html?gclid=CKPxiOGa6p0CFdQq3godOBARMQ http://www.lto.nl/nl/5140373-Energie.html

Duurzaamnieuws.nl http://www.duurzaamnieuws.nl/ veel nieuwe ontwikkelingen binnen de agrarische sector hebben alles te maken met een duurzame toekomst. Zie: http://www.melkveeacademie.nl/ LTO http://www.lto.nl/nl/5140199-Werkgeverschap.html

http://www.courage2025.nl/

  Dierwelzijn.

Dieren die wij ‘houden’ zijn van mensen afhankelijk. Daarom zijn ze extra kwetsbaar. Daarom zijn er regels gemaakt hoe met dieren om te gaan. Voor de een is het vanzelfsprekend dat we dieren met respect behandelen. Voor de ander is dat niet zo. Hoe ga jij daar mee om. Hoe denk jij daar over. Er is veel onderzoek gedaan. Zie www.WUR.nl . www.themadierenwelzijn.wur.nl/NL 

 Energie.

We verbruiken allemaal energie in meerdere vormen. Energie is ook een kostenpost voor ons mensen en voor de bedrijven. Anderen kijken vooruit en proberen die kosten te drukken of proberen er zelf geld aan te verdienen. Kun jij wat met dit onderwerp. Wil jij er energie in steken of wil je er energie uithalen. Het is in elk geval een onderwerp met Toekomst.

 10. Vermarkting.

Marketing. Bijna alles wat we produceren willen we en moeten op de ‘markt’ tot waarde brengen.  

Friesland Campina

For Farmers

Werken met protocollen op grote melkveebedrijven.
Werkens volgens protocollen. Rapport WUR juni 2009 / 8430

link naar andere account / aoc-oost team account almelo

http://www.overheid.nl/
overheid

ARBO PORTAL

Overige Bronnen

door Ben Mulder;

voor AOC-Oost Almelo;

voor leergroep 4.4 veehouderij   

versie 2013-2014

laatste update augustus 2013