Het portaal taal en rekenen mbo

Het portaal taal en rekenen mbo

Samenwerken aan lesmateriaal

Steunpunt taal en rekenen mbo en Kennisnet hebben een aantal jaren geleden de handen ineen geslagen en het portaal taal en rekenen mbo opgezet om kennisdeling te bevorderen; kennisdeling als een proces van halen en brengen.

http://taalenrekenenmbo.wikiwijs.nl/?

In het portaal taal en rekenen mbo kunt u  zoeken op referentieniveaus, taaldomeinen, opleidingsniveaus en studierichting. U kunt vrij gebruik maken van het aangeboden lesmateriaal. 

Wanneer u het materiaal aanpast aan uw eigen lessituatie of verwerkt in een lessencyclus, vragen wij u om het door u ontwikkelt lesmateriaal te plaatsen in het portaal. Anderen kunnen op deze wijze weer gebruik maken van uw aanvullingen.

Geen idee hoe u het materiaal kunt plaatsen op het portaal? Neem contact op met één van de moderatoren, William Buys, buysbenl@gmail.com of Anneke Loonstra, kijkanders@gmail.com. Zij helpen u verder of plaatsen het lesmateriaal voor u op het portaal.

 

 


 

Arrangeren

Inleiding

 

Arrangeren van taal- en rekenmateriaal in Wikiwijs
Bij arrangeren voeg je eigen leermateriaal, materiaal uit onderwijscollecties en materiaal dat je op internet vindt, samen tot een geheel. We noemen dit een leerarrangement.

Het Portaal Taal en Rekenen biedt je de mogelijkheid om digitaal leermateriaal te zoeken voor taal- en/of rekenonderwijs in het mbo. Gebruik het gevonden materiaal of combineer het met andere leermiddelen in een les.

Met behulp van Wikiwijs maak je leerarrangementen. Je kunt ook een bestaand arrangement gebruiken en helemaal aanpassen naar je eigen smaak.

Doel van dit arrangement
Dit arrangement wordt gebruikt tijdens de workshop 'Arrangeren van digitaal leermateriaal in Wikiwijs' van Kennisnet en kan als voorbeeld dienen bij het arrangeren.

 

Dit arrangement is gemaakt door John Hanswijk

Opdrachten

Je kunt twee opdrachten uitvoeren.

Opdracht 1

 

Rekendocent  Studenten Portaal Taal en Rekenen mbo

In deze opdracht leer je arrangeren in Wikiwijs. We gaan uit van dit voorbeeld-arrangement, dat we eerst kopiëren en daarna helemaal kunnen aanpassen.

Je moet bij deze opdracht vooral veel experimenteren, zodat je het programma leert kennen. Het gaat bij deze opdracht dus niet om het maken van een leerarrangement voor je studenten. Dat komt later.

 

  1. Nadat je dit leerarrangement gekopieerd hebt, pas je het aan naar eigen smaak. Je mag alles veranderen.

    - maak een Word-document en zet het in je arrangement.
    - maak een Powerpoint-presentatie en zet het in je arrangement.
    - plaats een afbeelding in je arrangement.
    - probeer een videoclipje van YouTube in je arrangement te plaatsen.

  2. Experimenteer met de vormgeving.

  3. Breng wijzigingen aan.

  4. Publiceer je arrangement NIET.

Opdracht 2

 

 

In deze opdracht maak je een arrangement 'Taal' of 'Rekenen' voor je studenten. We doen het bij deze opdracht 'volgens het boekje'. Dus eerst leermateriaal verzamelen en dan pas arrangeren.

  1. Verzamel geschikt leermateriaal. In de 'Portaal Taal en Rekenen mbo' kun je zoeken naar veel materiaal voor Taal of Rekenen.

  2. Maak een nieuw arrangement.

  3. Publiceer je arrangement.
    - zet je arrangement alleen op 'Openbaar' als je helemaal tevreden bent en je het
      arrangement ook echt wilt delen.

De kracht van Wikiwijs zit 'm in het uitwisselen van leermateriaal.

Tip:
Zoek altijd eerst naar bestaand leermateriaal! Zoek naar geschikte arrangementen die al met Wikiwijs gemaakt zijn. Importeer zo'n gevonden arrangement en pas het aan 'naar eigen smaak'. Dit kan veel tijdwinst opleveren.

Videoclips

Videoclips van YouTube zijn gemakkelijk in te voegen, door in YouTube het stukje code te kopiëren dat bij een clip hoort en het vervolgens in je arrangement te plakken.
Deze clipjes zijn in het arrangement geplaatst via: Sleep en voeg toe: 'video'

In YouTube vind je veel clips over taal en rekenen. Hieronder twee willekeurig gevonden voorbeelden.

 

Bron: YouTube.

Bron: YouTube.

Powerpoints

Maak je weleens Powerpoint-presentaties? In een handomdraai plaats je ze in een arrangement.

 

Deze (voorbeeld) Powerpoint-presentatie is in het arrangement geplaatst via: Sleep en voeg toe: 'bestand'

 

Documenten

Je vindt hier een paar voorbeelddocumenten die met Sleep en voeg toe: 'bestand' in het arrangement geplaatst zijn.


Foto's

Deze foto's zijn toegevoegd via: Sleep en voeg toe: 'afbeelding'


Wintersport
Wintersport

 .

Herfst
Herfst

 

 

 

 

 

 

 

 


Door 'Sleep en voeg toe: 'tekst' kun je onder de foto's een begeleidend tekstje plaatsen.

Links

Je kunt als volgt hyperlinks invoegen.

  1. Plaats een tekstvak in het arrangement via: Sleep en voeg toe: 'tekst'
    Voer een tekst in en selecteer een of meer woorden.
    Kies uit de knoppenbalk voor de knop 'Insert/edit link'.
    Plak de link bij 'Link URL' en kies als target 'Open link in a new window'.
    Je krijgt als resultaat bijvoorbeeld: Website Digitaal leermateriaal
    Zodra op de link geklikt wordt, zal een nieuw venster of tabblad geopend worden.

    of:

  2. Voeg vooraf een link toe aan 'Bestanden & links'
    Kies bij de inhoud van arrangement voor: Sleep en voeg toe: 'bestanden & links'
    Selecteer de link die je hebt opgeslagen.
    De link wordt nu in het arrangement geplaatst.
    Zodra op de link geklikt wordt, zal een nieuw venster of tabblad geopend worden.
    Voorbeeld: Website digitaal leermateriaal

Je vindt hier nog enkele voorbeeldlinks.

  • Website Wikiwijs.
  • Website Kennisnet voor het mbo.
  • Website Portaal Taal en Rekenen mbo.
  •  

    Meer informatie

    Meer informatie over het arrangeren van digitaal leermateriaal vind je via:

    • de website Digitaal leermateriaal Kennisnet

    • het arrangement 'Leren arrangeren' van AOC Friesland. Dit arrangement bevat handige tips om goed te leren arrangeren.
      Klik
      hier om het arrangement te openen.

    • de 'hulp' van Wikiwijs.
       

    Voorbeeld van een interessant arrangement:

     

    Dit arrangement is gemaakt door John Hanswijk

    Taal

    Taalplein, verwijzing naar diverse websites

    Beter Spellen

    taalplein

    Vakbegrip

    Kijken en Luisteren

    Kijken en luisteren
    Voor kijk- en luistervaardigheidstoetsen bestaat nog maar weinig oefenmateriaal. Daarom heeft School tv met een aantal korte herkenbare items uit Nieuwsuur een pakket samengesteld om leerlingen voor te bereiden op die toets. Het gaat om geweld tegen scheidsrechters, het leven in een jeugdinrichting en soortgelijke onderwerpen.

    Werkwoordspelling

    voor de docent

    Achtergrondinformatie leerlijn.

    Naam leerlijn: Werkwoordspelling.

    Voor wie

    Deze leerlijn is bedoeld voor leerlingen die de werkwoordspelling moeten onderhouden.

    Visie

    Veel leerlingen hebben meer oefening nodig dan een methode biedt. Na een goede uitleg van de docent kennen de leerlingen de stof, maar voor echte beheersing (inslijpen) is meer oefening nodig.

    Omdat de uitleg van de docent vooraf gaat aan het werken met deze leerlijn, kan hij gebruikt worden door leerlingen die werken met een stroomschema werkwoordspelling en door leerlingen die werken met ik-hij-wij-rijtjes.

     

     

    Deze leerlijn hoort bij het domein taal à taalverzorging à spelling van werkwoorden.

    Inhoud:

     

    Het werkwoord is de persoonsvorm.

    -       Tegenwoordige tijd

    -       Verleden tijd

    Spelling van andere werkwoorden.

    -       Voltooid deelwoord

    -       Bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord

    -       Gebiedende wijs

    -       Ontvoltooid deelwoord

    Leeractiviteiten

    Het werken met deze leerlijn kan het best individueel gebeuren, na uitleg van de docent.

    Rol docent

    De docent heeft de betreffende stof aan de leerling uitgelegd. De oefeningen kunnen gebruikt worden door leerlingen die meer oefenstof nodig hebben. In principe kan de leerling dit zelfstandig.

    Tijd

    De benodigde tijd zal per leerling verschillen. Leerlingen van verschillende niveaugroepen kunnen gedurende alle jaren van het mbo onderdelen van de leerlijn gebruiken.

    Toetsing

    Er is geen toetsing in deze leerlijn. Er zijn voldoende toetsen aanwezig op scholen, zowel voor onderdelen, als voor de totale werkwoordspelling.

     

     

     

     

     

     

    de begrippen

     

    Uitleg van de begrippen.

     

    o.t.t. = onvoltooid tegenwoordige tijd.

    ik-vorm = eerste persoon enkelvoud = stam

    hij-vorm = derde persoon enkelvoud = stam + t

    wij-vorm = hele werkwoord = infinitief = woordenboekvorm

    De tweede persoon enkelvoud is: jij en u.

     

    o.v.t. = onvoltooid verleden tijd.

    zwakke werkwoorden: krijgen –te(n) of –de(n)

    sterke werkwoorden: veranderen van klank

     

    Voltooid deelwoord = het voltooid deelwoord begint vaak met het voorvoegsel ge-, behalve woorden die al beginnen met de voorvoegsels: be-, ver- of ont-.

    vb. gelopen, gewerkt, beantwoord, vergeten.

    Bij het voltooid deelwoord hoort altijd een hulpwerkwoord van de voltooide tijd.

    Vb.

    Ik heb gelopen.

    Hij heeft gewerkt.

    Ik had de brief beantwoord.

    Wij waren de afspraak vergeten.

     

    v.t.t. = voltooid tegenwoordige tijd

    In deze zin staat een voltooid deelwoord en een hulpwerkwoord van de voltooide tijd in de tegenwoordige tijd.

    vb.

    Ik heb gelopen.

     

    v.v.t. = voltooid verleden tijd

    In deze zin staat een voltooid deelwoord en een hulpwerkwoord van de voltooide tijd in de verleden tijd.

    vb.

    Ik had geholpen.

     

    Gebiedende wijs = een bevel of gebod.

    vb.

    Maak je huiswerk!

     

    Bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord = het voltooid deelwoord gebruikt als bijvoeglijk naamwoord. Een bijvoeglijk naamwoord zegt iets over een zelfstandige naamwoord.

    vb.

    De gelopen route.

    De gewerkte uren.

     

    Onvoltooid deelwoord

    vb.

    Hij ging lopend naar huis.

    ww is persoonsvorm

    De spelling van het werkwoord als het werkwoord de persoonsvorm is.

     

    Hoe vind je de persoonsvorm?

    http://maken.wikiwijs.nl/index.php?id=15&arrangement=35813#!page-284933

     

     

    Bron: www.digischool.nl  Auteur: Hanneke de Frel-Hofland

    Bron: www.digischool.nl  Auteur: Hanneke de Frel-Hofland

    Bron: Rianne van den Braak

    Tegenwoordige tijd

    Bron: www.klassement.net  Auteur: Juli Anthonis

    1. ik-vorm

    De ik-vorm in de tegenwoordige tijd wordt ook wel de stam of eerste persoon enkelvoud genoemd.

     

    Hoe vind je de ik-vorm?

    Je haalt van het hele werkwoord de -en af.

    vb.

     

    fietsen   ik fiets  
    werken   ik werk

     

     

     

    Maar, let op:

     

    lopen  ik loop
    zitten ik zit
    schrijven ik schrijf
    verhuizen   ik verhuis

     

     

    Er zijn ook uitzonderingen:

    staan         ik sta

     

    Je gebruikt de ik-vorm ook als jij of je achter de persoonvorm staat.

    vb. Kijk jij tv? Schrijf je een brief?

    Jij moet vervangen kunnen worden door je. Je moet vervangen kunnen worden door jij.

    Dus, let op:

    Schrijft je vader een brief?  Deze je kan niet vervangen worden door jij.

     

    computeroefening(en)

    Bron: www.jufmelis.nl

    Klik bij de stam of bij persoonsvorm TT ik op een oefening.

     

     

    werkblad(en)

    Bron: www.klascement.net  Bron: Nele Neukermans

    2. hij-vorm

    De hij-vorm wordt ook de derde persoon enkelvoud genoemd.

     

    Hoe vind je de hij-vorm?

    Je haalt van het hele werkwoord de -en af (je hebt dan de ik-vorm) en zet er dan een -t achter.

    vb.

    fietsen   ik fiets     Hij fietst.
    werken ik werk De metselaar werkt.
    lopen    ik loop De man loopt.
    schrijven ik schrijf De juf schrijft.
    verhuizen      ik verhuis      De familie Verhagen verhuist.  
     

    Maar, let op:

    zitten      ik zit      hij zit

         Dus: als de stam eindigt op een -t, dan komt er geen extra -t- bij.

     

    worden    ik wor  hij wordt

         Dus: als de stam eindigt op een -d en bij de hij-vorm komt er een -t achter, dan krijg je -dt.

         Dit is alleen bij de hij-vorm in de tegenwoordige tijd, niet bij de hij-vorm in de verleden tijd.

     

    Er zijn ook uitzonderingen:

    staan      ik sta     hij staat

     

    computeroefening(en)

    Bron: www.jufmelis.nl

    Klik bij persoonsvorm TT hij zij het op een oefening. 

     

    oefenen 1 en 2 door elkaar

    computeroefening(en)

    Bron: www.jufmelis.nl

    Klik bij persoonsvorm TT jij of bij pv tegenwoordige tijd enkelvoud op een oefening.

     

     

    werkblad(en)

    Bron: www.klascement.net  Auteur: Bart Willemen

    3. wij-vorm

    De wij-vorm heet ook: het hele werkwoord of de woordenboekvorm of het infinitief.

    vb.

    Wij fietsen.

    De leerlingen werken.

     

    De wij-vorm wordt ook gebruikt na het woordje -te-.

    vb.

    Hij zit aan de ruzie te denken.

     

    werkblad(en)

    Bron: www.klascement.net  Auteur: Nele Neukermans

    Bron: www.klascement.net  Auteur: Nele Neukermans

    oefenen 1, 2 en 3 door elkaar

    film(s)

    Bron: www.spellingjuf.nl

    Klik in de linkerkolom op: 5 persoonsvorm tegenwoordige tijd.

     

    computeroefening(en)

    Bron: www. werkwoordspelling.toplink.be

    Klik links onder werkwoorden op O.T.T.

    Kies boven het groene veld één van de oefeningen: -TEN/-DEN, -VEN/-ZEN, WW+JE of RESTGROEP.

    Maak de oefening in het groene vak.

     

    Bron: www.digischool.nl

    Klik in het vak t,d of dt? op oefeningen.

     

    Bron: www.jufmelis.nl

    Klik bij pv tegenwoordige tijd door elkaar op een oefening.

     

     

    werkblad(en)

    Bron: www.digischool,nl  Auteur: Suzanne Borsboom

    Bron: www.klascement.net  Auteur: Gert Schoeters

    Bron: www.klascement.net  Auteur: Inge Dieussaert

    Bron: www.klascement.net  Auteur: Jennifer Cabo

    Bron: www.klascement.net  Auteur: Nele Neukermans

    Verleden tijd

    Zwakke werkwoorden

    Zwakke werkwoorden zijn werkwoorden die in de verleden tijd -te(n) of -de(n) als uitgang hebben.

    Zwakke werkwoorden worden ook regelmatige werkwoorden of klankvaste werkwoorden genoemd.

     

    Bron: www.klascement.net  Auteur: Julie Anthonis

    4. enkelvoud (ik- en hij-vorm)

    Het enkelvoud van zwakke werkwoorden in de verleden tijd.

     

    Hoe schrijf je het enkelvoud van zwakke werkwoorden in de verleden tijd?

    Zwakke werkwoorden krijgen in de verleden tijd en als het onderwerp enkelvoud is, -de of -te achter de stam.

    vb.

     

    fietsen ik fiets Ik fietste.
    werken ik werk Hij werkte.
    verhuizen ik verhuis Kees verhuisde.
    rekenen       ik reken        De juf rekende.

     

     

     

    Wanneer krijgt een werkwoord -de? Wanneer krijgt een werkwoord -te?

    - Je kunt het horen als je het zegt.

    - De regel van 't sexy fokschaa( of 't kofschip x of 't ex fokschaap of foxy pakt chips)

        - Haal van het hele werkwoord de -en af.

        - Is laatste letter een medeklinker die in 't sexy fokschaastaat (t-s-x-f-k-ch-p), dan krijgt het werkwoord -te, anders -de.

    Maar, let op:

    verhuizen   verhui --> geen 't sexy fokschaap, dus -de: verhuisde.

    weven       we      --> geen 't sexy fokschaap, dus -de: weefde

     

     

    Maar, let op:

    vergroten     ik vergroo    De fotograaf vergrootte de foto.

    verbreden    ik verbreed     De wegwerker verbreedde de weg.

    De ik-vorm eindigt op een -t of -d, er komt in de verleden tijd enkelvoud -te of -de bij, dus: -tte of -dde.

    Bron: www.cambiumned.nl

     

    http://www.spellingjuf.nl/filmpje4.html

    http://www.spellingjuf.nl/filmpje10.html

    film(s)

    Bron: www.spellingjuf.nl

    Klik in de linkerkolom op: 3 De regel van 't sexy fokschaap.

    Kijk ook naar: 10 V/Z werkwoorden verleden tijd.

    5. meervoud (wij-vorm)

    Het meervoud van zwakke werkwoorden in de verleden tijd.

     

    Hoe schrijf je het meervoud van zwakke werkwoorden in de verleden tijd?

    Zwakke werkwoorden krijgen in in de verleden tijd en als het onderwerp meervoud is, -den of -ten achter de stam.

    Wanneer gebruik je -ten en wanneer -den?

    Zie voor de uitleg van 't sexy fokschaahet enkelvoud van zwakke werkwoorden in de verleden tijd.

    Als het onderwerp meervoud is komt er nog een -n achter, dus de uitgang wordt dan -den of -ten.

    oefenen 4 en 5 door elkaar

    film(s)

    Bron: www.spellingjuf.nl

    Klik in de linkerkolom op: 6 Persoonsvorm verleden tijd zwak.

     

    computeroefening(en)

    Bron: www. werkwoordspelling.toplink.be

    Klik links onder werkwoorden op O.V.T.

    Klik boven het groene veld op:

    ZWAK - STEMLOZE MDK voor werkwoorden met -te(n).

    ZWAK - STEMHEBBENDE MDK voor werkwoorden met -de(n).

    ZWAK - GEMENGD voor werkwoorden met -te(n) en -de(n) door elkaar.

    Maak de oefening in het groene veld.

     

    Bron: www.onlineklas.nl

    Klik op leerlingenprogramma.

    Klik op verder en nog een keer op verder.

    Klik op leerling 1 en op verder.

    Vink aan: VERLEDEN TIJD en ZWAK.

    Klik op oefenen.

    Klik op verder.

     

    oefenen 1 t/m 5 door elkaar

     

    werkblad(en)

    Bron: www.klascement.net  Auteur: Nele Neukermans

    Bron: www.klascement.net  Auteur: Nele Neukermans

    Sterke werkwoorden

    Sterke werkwoorden worden ook wel onregelmatige werkwoorden of klankveranderende werkwoorden genoemd.

    Bron: cambiumned.nl
     

     

    6. enkelvoud (ik- en hij-vorm)

    Het enkelvoud van sterke werkwoorden in de verleden tijd.

     

    Hoe vind je de sterke werkwoorden?

    - Vaak ken je ze al.

    - Zoek ze op in het woordenboek.

    vb. schrijven.

    - Zoek het hele werkwoord op.

    - In het woordenboek staat achter schrijven: schreef, h. geschreven.

    Dit betekent: het enkelvoud in de verleden tijd is: schreef.

                      het voltooid deelwoord is: geschreven en het hulpwerkwoord is hebben

                               (zie ook uitleg voltooid deelwoord).

    lezen: las, h. gelezen  --> verleden tijd enkelvoud: las, voltooid deelwoord: gelezen, hulpwerkwoord: hebben.

    hangen: hing, h. gehangen --> verleden tijd enkelvoud: hing, voltooid deelwoord: gehangen, hulpwerkwoord: hebben.

    gaan: ging, is gegeaan --> verleden tijd enkelvoud: ging, voltooid deelwoord: gegaan, hulpwerkwoord: is.

     

     

    7. meervoud (wij-vorm)

    Het meervoud van sterke werkwoorden in de verleden tijd.

     

    Hoe schrijf je het meervoud van een sterk werkwoord?

    Het meervoud van sterke werkwoorden in de verleden tijd is meestal de meervoudsvorm van de ik-hij-vorm.

    Hiervoor gelden dezelfde regels als voor de meervoudsvormen van zelfstandige naamwoorden.

    vb.

    Hij goot het glas leeg.  Wij goten het glas leeg.

    De hond schrok van het harde geluid. De honden schrokken van het harde geluid.

    De jongen bleef lang weg. De jongens bleven lang weg.

    De militair hees de vlag. De militairen hezen de vlag.

     

    oefenen 6 en 7 door elkaar

    computeroefening(en)

    Bron: www.werkwoordspelling.toplink.be

    Klik links onder werkwoorden op O.V.T.

    Kies boven het groene veld één van de oefeningen: STERK (1) of STERK (2).

    Maak de oefening in het groene veld. 

     

    Bron: www.onlineklas.nl

    Klik op leerlingenprogramma.

    Klik op verder en nog een keer op verder.

    Klik op leerling 1 en op verder.

    Vink aan: VERLEDEN TIJD en STERK.

    Klik op oefenen.

    Klik op start.

     

    oefenen 4 t/m 7 door elkaar

    film(s)

    Bron: www.spellingjuf.nl

    Klik in de linkerkolom op: 3 verschil tussen zwakke en sterke werkwoorden.

     

    computeroefening(en)

    Bron: www.onlineklas.nl

    Klik op leerlingenprogramma.

    Klik op verder en nog een keer op verder.

    Klik op leerling 1 en op verder.

    Vink aan: VERLEDEN TIJD  en GEMENGD.

    Klik op oefenen.

    Klik op start.

     

    Bron: www.jufmelis.nl

    Klik bij pv verleden tijd enkelvoud of bij pv verleden tijd meervoud of bij pv verleden tijd door elkaar op een oefening.

     

    Bron: www.digilife.be/springplank/

    Kies oefening 35, 36, 37 en 40 t/m 61.

    oefenen 1 t/m 7 door elkaar

    computeroefening(en)

    Bron: www.onlineklas.nl

    Klik op leerlingenprogramma.

    Klik op verder en nog een keer op verder.

    Klik op leerling 1 en op verder.

    Vink aan: TEGENWOORDIGE TIJD, VERLEDEN TIJD en GEMENGD.

    Klik op oefenen.

    Klik op start.

     

    Bron: www.jufmelis.nl

    Klik bij persoonsvorm TT en VT op een oefening.

     

    werkblad(en)

    Bron: www.digischool.nl  Auteur: Marlies van Roest

    Bron: www.digischool.nl  Auteur: Marlies van Roest

    Andere ww-vormen

    De spelling van andere werkwoordvormen.

    8. voltooid deelwoord

    Het voltooid deelwoord hoort bij de persoonsvorm. De persoonsvorm en het voltooid deelwoord samen vormen het werkwoordelijk gezegde.

    vb.

    Piet heeft de band geplakt.

    heeft is de persoonsvorm, geplakt is het voltooid deelwoord.

    Hij is vandaag verhuisd.

    is is de persoonsvorm, verhuisd is het voltooid deelwoord.

     

    Hoe herken je het voltooid deelwoord?

    Het voltooid deelwoord begint vaak (maar niet altijd) met ge-. Uitzonderingen zijn woorden die beginnen met: be-, ver-, of ont-.

    Bij het voltooid deelwoord staat altijd een ander werkwoord (de persoonsvorm), vaak is dit een vorm van zijn, hebben, of worden.

     

    ik ben ik heb ik word
    hij is hij heeft hij wordt
    wij zijn wij hebben wij worden
    ik was ik had ik werd
    hij was hij had hij werd
    wij waren     wij hadden     wij werden

     

    Deze werkwoorden noemen we hulpwerkwoorden van de voltooide tijd.

     

    Hoe schrijf je het voltooid deelwoord?

    Het voltooid deelwoord dat hoort bij een zwak werkwoord eindigt op een -d of een -t.

    - Maak het woord langer en je hoort het.

    - Gebruik de regel van 't sexy fokschaap. Kijk hiervoor bij de uitleg van de zwakke werkwoorden in het enkelvoud.

    Zwakke werkwoorden die in de verleden tijd -de(n) krijgen, krijgen als voltooid deelwoord een -d.

    Zwakke werkwoorden die in de verleden tijd -te(n) krijgen, krijgen als voltooid deelwoord een -t.

    vb.

    Hij heeft hard gewerkt. --> verleden tijd is: werkte.

    Joris heeft een mooie boom getekend. --> verleden tijd is: tekende.

     

    Het voltooid deelwoord van een sterk werkwoord eindigt op -en.

    vb.

    Jan heeft een brief geschreven.

    Miep heeft hard gelopen.

    Bron: www.cambiumned.nl

     

    http://www.spellingjuf.nl/filmpje8.html

    http://www.spellingjuf.nl/filmpje9.html

    http://www.spellingjuf.nl/filmpje11.html

    http://www.spellingjuf.nl/filmpje12.html

    film(s)

    Bron: www.spellingjuf.nl

    Er gaan veel filmpjes over het voltooid deelwoord.

    Klik in de linkerkolom op en kijk naar:

    2 Verschil persoonsvorm en voltooid deelwoord.

    8 voltooid deelwoord zwak

    9 voltooid deelwoord sterk

    11 V/Z werkwoorden voltooid deelwoord

    12 voltooid deelwoord lookalikes

     

    computeroefening(en)

    Bron: www.werkwoordspelling.toplink.be

    Klik links onder werkwoorden op V.T.T.

    Klik boven het groene veld op:

    ZWAK (1) of ZWAK (2) voor oefeningen met het voltooid deelwoord van zwakke werkwoorden.

    PAS OP (1) voor oefeningen met de tegenwoordige tijd (ik- en hij-vorm) en het voltooid deelwoord van zwakke werkwoorden door elkaar.

    STERK (1) of STERK (2) voor oefeningen met het voltooid deelwoord van sterke werkwoorden.

    PAS OP (2) voor oefeningen met de tegenwoordige tijd (ik- en hij-vorm) en het voltooid deelwoord van sterke werkwoorden door elkaar.

    Maak de oefening in het groene veld.

     

    Bron: www.onlineklas.nl

    Klik op leerlingenprogramma.

    Klik op verder en nog een keer op verder.

    Klik op leerling 1 en op verder.

    Vink alleen VOLTOOID DEELWOORD aan.

    Klik op oefenen.

    Klik op start.

     

    Bron: www.jufmelis.nl

    Klik bij voltooid deelwoord op een oefening.

     

    Bron: www.digilife.be/springplank/

    Kies oefening 1 t/m 5 van werkwoorden alles door elkaar.

    In de eerste kolom vul je in: ik-vorm tegenwoordige tijd.

    In de tweede kolom: wij-vorm verleden tijd.

    In de derde kolom: het voltooid deelwoord.

     

    werkblad(en)

    Bron: www.digischool.nl  Auteur: Marlies van Roest

    oefenen 1 t/m 8 door elkaar

    computeroefening(en)

    Bron: www.digischool.nl  Auteur: Bert Brandenburg

     

    Bron: www.digischool.nl  Auteur: Bert Brandenburg

     

    Bron: www.digischool.nl  Auteur: Bert Brandenburg

     

    Bron: www.onlineklas.nl

    Klik op leerlingenprogramma.

    Klik op verder en nog een keer op verder.

    Klik op leerling 1 en op verder.

    Vink aan: TEGENWOORDIGE TIJD, VERLEDEN TIJD, VOLTOOID DEELWOORD en GEMENGD.

    Klik op oefenen.

    Klik op start.

     

    Bron: users.skynet.be/middenschool.bellevue

    Kies bij 3de graads BS Nieuw (2006): 3 werkwoorden.

    Of bij 3de graads BS 2005: 3 werkwoorden.

     

    werkblad(en)

    Bron: www.digischool.nl  Auteur: Marlies van Roest

    Bron: www.klascement.net  Auteur: Sabine Dickmans

    Bron: www.klascement.net  Auteur: Nele Neukermans

    4 t/m 8 door elkaar oefenen

    computeroefening(en)

    Bron: skynet.be

    Klik aan 5DE JAAR of 6DE JAAR.

     

    Bron: www.onlineklas.nl

    Klik op leerlingenprogramma.

    Klik op verder en nog een keer op verder.

    Klik op leerling 1 en op verder.

    Vink aan: VERLEDEN TIJD, VOLTOOID DEELWOORD en GEMENGD.

    Klik op oefenen.

    Klik op start.

    9. bijv. gebr. volt. deelw.

    Bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord.

     

    Dit is een voltooid deelwoord dat je gebruikt als bijvoeglijk naamwoord. Een bijvoeglijk naamwoord zegt iets over een zelfstandig naamwoord en staat er vaak direct voor.

    vb.

    Hij heeft geld gekregen. --> gekregen is hier het voltooid deelwoord.

    Het gekregen geld. --> gekregen zegt hier iets over het geld en is een bijvoeglijk naamwoord gevormd van een voltooid deelwoord.

     

    Hoe schrijf je een bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord?

    Het bijvoeglijk gebruikte voltooid deelwoord is van een zwak werkwoord:

    - Schrijf het zo simpel mogelijk:

        De vraag is beantwoord. De beantwoorde vraag. --> maar één d (of t)

        De weg wordt verbreed. De verbrede weg. --> in een open lettergreep maar één klinker.

    - Alleen dubbele letters als het woord anders fout gelezen wordt.

       Het plafond is gewit. Het gewitte plafond.

     

    Het bijvoeglijk gebruikte voltooid deelwoord is van een sterk werkwoord:

    De schrijfwijze is precies hetzelfde als van het voltooid deelwoord.

    vb.

    Het antwoord is gegeven. Het gegeven antwoord.

    Hij heeft het geld verloren. Het verloren geld.

    Het glas is gebarsten. Het gebarsten glas.

    Bron: www.cambiumned.nl

     

    computeroefening(en)

    Bron: www.werkwoordspelling.toplink.be

    Klik links onder werkwoorden op VD ALS BIJV. NMW.

    Kies boven het groene veld: VD ALS BIJV. NMW.

    Kies VD ALS BIJV. NMW / OVT voor oefeningen met zwakke werkwoorden (enkelvoud en meervoud) in de verleden tijd en het bijvoeglijk gebruikte voltooid deelwoord door elkaar.

    Maak de oefening in het groene veld.

     

    Bron: www.digilife.be/springplank/

    Maak oefening 6, 8, 10, 12, 14, 16, 18 en 20 van werkwoorden alles door elkaar.

     

    Bron: www.digilife.be/springplank/

    Maak oefening 7, 9, 11, 13, 15, 17, 19 en 21 t/m 39 van werkwoorden alles door elkaar.

    In deze oefeningen staan zinnen met het bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord tussen zinnen met vormen van andere werkwoorden.

     

    Bron: users.skynet.be/middenschool.bellevue

    Kies bij: 1ste graad Nieuw (2006): 2 werkwoorden.

    Bij deze oefening staat 1 t/m 9 door elkaar.

     

    werkblad(en)

    Bron: www.digischool.nl  Auteur: Ans de Deckere

    10. gebiedende wijs

    De gebiedende wijs gebruik je bij een bevel of gebod.

    De zin heeft geen onderwerp en de gebiedende wijs staat altijd voorop. Het werkwoord is de persoonsvorm, dus eigenlijk hoort de gebiedende wijs bij de spelling van het werkwoord als dit werkwoord de persoonsvorm is.

    vb.

    Ga naar huis!

    Blijf eraf!

    Zwem naar de overkant.

     

    Maar, let op:

    Werkt u verder!

     

    Hoe schrijf je de gebiedende wijs?

    Gebruik de ik-vorm van het werkwoord, behalve als er -u- in de zin staat.

     

    Filmpje met uitleg:

    http://www.spellingjuf.nl/filmpje14.html

    film(s)

    Bron: www.spellingjuf.nl

    Klik in de linkerkolom op: 14 gebiedende wijs.

     

    computeroefening(en)

    Bron: www.werkwoordspelling.toplink.be

    Klik links onder werkwoorden op GEBIEDENDE WIJS.

    Maak de oefening in het groene vak.

     

    Bron: www.jufmelis.nl

    Klik bij gebiedende wijs op een oefening.

     

    werkblad(en)

    Bron: www.klascement.net  Auteur: Sabine Dickmans

    11. onvoltooid deelwoord

    Het onvoltooid deelwoord wordt ook wel tegenwoordig deelwoord genoemd.

    vb.

    De leerkracht verliet hoestend de klas.

    Hij ging fietsend naar huis.

    Sissend ging de slang er vandoor.

     

    Hoe schrijf je het onvoltooid deelwoord?

    Je schrijft het hele werkwoord met daarachter een -d.

    Bron: www.cambiumned.nl

     

     

    compunteroefening(en)

     

    Onvoltooid deelwoord 1 

    Bron: ovc.lesbank Het onvoltooid deelwoord eindopdracht.

    Klik in de linkerkolom op toets 1 of op beoordeling, klik op deze oefening en maak de oefening.

     

    oefenen 1 t/m 11 door elkaar

     

    computeroefening(en)

    Bron: www.digilife.be/springplank/

    Kies oefening 11, 13, 15, 17, 19 en 21 t/m 39 bij werkwoorden alles door elkaar.

    Oorspronkelijk document

    Rekenen

    Rekenplein, links naar diverse reken websites

    Rekenen in de groene praktijk
    Rekenmodules ontwikkelt voor vmbo-groen en mbo-groen. Het rekenaanbod dient als voorbereiding op het examen rekenen

    Snel rekenen en hoofdrekenen

    Rekenpuzzels
    Op deze site vind je verschillende puzzels waarin rekenproblemen moeten worden opgelost. In de puzzel wordt ook de oplossing aangeboden; Het antwoord wordt stapsgewijs uitgelegd.

    Reken websites
    Kennisnet heeft verschillende rekenwebsites bijeengebracht op een overzichtelijke pagina.

    Rekendictee

    Inleiding

    Organiseer je eigen rekendictee op je school!
    Bartjens nationale rekendictee kan als een inspirerend voorbeeld gelden, maar je kunt ook een eigen versie maken van een schoolrekendictee.

    http://www.bartjensrekendictee.nl/

    Doelen:

    - aandacht voor het rekenen binnen de gehele school.
    - werken aan het imago van rekenen, rekenen is leuker dan je denkt!

     

    Context

    video rekendictee leraar 24

    Werkinstructie

    Plan van aanpak: organisatie rekendictee op je eigen school:

    diverse doelgroepen

    1. voor de docenten rekenen, wiskunde en economie:  afname Bartjens rekendictee.
    2. voor de leerlingen: afname van een eigen schoolversie rekendictee.

    mogelijke overige deelnemers aan het rekendictee op school:

    3. gasten uit de stagebedrijven van de school.
    4. ouders/verzorgers.
    5. prominente mensen uit de dorp of de stad.
    6. leden van het MT.

    Stappenplan:

    - schrijf een wedstrijd uit: ontwerpen van een poster die de aandacht vestigt op het rekendictee dat wordt gehouden op de school
       varianten (poster voor leraren, leerlingen, gasten uit de stagebedrijven van de school, ouders/verzorgers (nieuwsbrief),    
       prominenten, leden van het MT.
       Prijs: ken aan het beste ontwerp een prijs toe en geef vervolgens de opdracht om het ontwerp professioneel te laten drukken.
    - Via de posters en een wervingsactie middels klassenbezoek worden de leerlingen en eventuele andere
      doelgroepen opgeroepen om zich aan te melden.

    - afname Bartjes rekendictee voor docenten: docenten maken het dictee in de aula: leerlingen zijn toeschouwers.
    - afname rekendictee voor leerlingen in de aula: docenten en evt. ouders/verzorgers zijn toeschouwer.
      idem dito voor eventuele overige doelgroepen, in plaats van in de rol van toeschouwer nu als 'lijdend voorwerp'.

    Na afloop:

    - de voorzitter van de jury maakt de winnaar onder de leraren bekend en de winnaar onder de leerlingen.
      Idem dito voor de overige doelgroepen, tip: kies 1 algemene eindwinnaar uit alle groeperingen!

    Uitreiking van de wisselbeker en een eervolle vermelding in de centrale hal van de school middels een bordje.

    Indien een succes: jaarlijks organiseren!

    Opdrachten

    Bronnen