Aanleg tuinen

Aanleg tuinen

Aanleg tuinen

intro

Inleiding

 

In klas 2 van de opleiding gaan we bij de Groene Welle verder met  aanlegwerkzaamheden en onderhoudswerkzaamheden.

Dit leerarrangement gaat over de aanleg.

Bij belangrijke documenten zie je in de leerwijzer wat er in dit onderdeel aan bod komt.

Daarnaast is er een urenregistratie. Je werkuren of stage uren kun je hierop bijhouden.

Ook is er een handelingenlijst, om bij te houden wat je op stage hebt geoefend.

In de praktijktoets zie je op welke punten je wordt beoordeeld.

 

In dit arrangement zie je dat de hoofdstukken zijn verdeeld in theorie, praktijk en BPV.

 

1. Theorie: Lees de tekst en maak de vragen in je werkboek. De antwoorden bespreek je met je docent.

2. Praktijk. Deze opdrachten voer je uit tijdens de lessen op school. De docent tekent de opdracht af als je het werkstuk voldoende hebt gemaakt.

3. BPV. Deze opdrachten voer je uit op je leerbedrijf.

De theorie die je leert, komt uit een lesboek. In de praktijk worden zaken soms toch anders uitgevoerd.

Bespreek de opdrachten met je stagebieder en maak een verslag van de opdrachten. Je stagebieder ondertekent de opdrachten.

Daarnaast krijg je een handelingenlijst mee. Deze handelingenlijst laat je zien aan je stagebieder. Op je leerbedrijf ga je ook deze werkzaamheden uitvoeren. Als de stagebieder vindt dat je een onderdeel genoeg hebt geoefend, tekent hij dit onderdeel af.

De proeve van bekwaamheid

In de proeve voor niveau 2 staan de volgende werkprocessen beschreven:

1.1 terrein klaar maken voor aanlegwerkzaamheden

1.2 grondverzet

1.3 aanleg riolering/drainage

1.4 aanleg waterpartijen

1.5 aanleg verhardingen

1.6 aanleg bouwkundige elementen

1.7 aanleg technische voorzieningen

1.8 aanleg groen

1.9 aanlegwerkzaamheden afronden

 

Ook voor de andere niveau's zijn deze werkprocessen belangrijk.

Dit arrangement is daarom volgens deze werkprocessen ingedeeld,

waarbij gekozen is om de werkprocessen in het hovenierswerk in te kleuren.

belangrijke documenten

Open bestand leerwijzer aanleg tuinen 1617

Open bestand vragenboek aanleg tuinen

Open bestand stage opdrachten aanleg tuinen

Open bestand opdrachten kas Meesters

1.1 terrein klaar maken voor aanlegwerkzaamheden

theorie

In dit hoofdstuk 2 onderwerpen.

Deel 1 gaat over afval en kabels en leidingen.

Deel 2 gaat over inmeten en uitzetten.

Zie de 2 links.

link naar terrein klaar maken voor aanlegwerkzaamheden

link naar uitzetten en inmeten

Praktijk

Landmeten.

  • Hoogteverschil tussen 2 punten met waterpastoestel.
  • Afstand bepalen  baak + toestel.
  • Hoogte aan te leggen trap uitzetten.

 

Praktijk

 Basisoefeningen

A. Een draad strak trekken.?

Wikkel een touw af. zet 1 pin in de grond. Druk tegen het touw.

Je ziet dat het touw slap wordt. Leg nu een lus om het touw, trek het touw hard aan en zet weer de pin in de grond .

Nu kun je zien dat je het touw strak is en blijft. Wikkel het touw op zoals de docent het voor doet.

B. haakse hoek uitzetten met hulp van een haakse hoek

span een touw strak. Plaats een piket in de grond. Wikkel het touw om de piket, waarbij de piket buiten het werk komt te liggen.

Leg de haakse hoek naast het touw. Plaats het touw langs de andere zijde van de haakse hoek.

C .  Haakse hoek controleren met hulp van de 3, 4, 5 steek.

Stel, je bent de haakse hoek vergeten. Je hebt wel een meetband. Pythagoras heeft een formule ontwikkeld.

Hij heeft ontdekt dat en driehoek met een rechte zijde van 3 meter en een rechte zijde van 4 meter, een schuine zijde heeft van 5 meter.

De stelling is (A X A) + (B x B) = (c x C) In het voorbeeld: 3x3 + 4x4 = 5x5.  Het klopt, want 9 + 16 =25

Meet vanuit de hoek naar 1 kant 60 cm uit en plaats een pin in de grond.

Meet vanaf dezelfde hoek naar de andere zijde 80 cm uit en plaats ook daar een pin.

De pinnen staan als het goed is exact 100 cm uit elkaar.

D. Zwevende hoek uitzetten

In oefening B staat de piket op de hoek. Bij graafwerk is de kans groot dat de piket wegvalt bij het uitgraven.

Bij de zwevende hoek gebruik je 2 piketten. Door de touwlijnen te verlengen, staan de piketten op afstand van het hoekpunt en kun je gerust grond weggraven.

 

 

 

BPV

 

terrein klaar maken voor aanlegwerkzaamheden

Beschrijf uitvoerig hoe op jouw bedrijf een tuin wordt geruimd. Welke machines worden ingezet? Hoe worden de restmaterialen afgevoerd?  Hoe worden stobben verwijderd?

 

Veilig werken:

Algemeen: Heeft het bedrijf een VCA of een ISO keurmerk?

Wat betekent dit voor het bedrijf? Aan welke regels moet het zich houden?

Heb je een verbandtrommel in de bus? Is deze compleet?

Klic/grondverzet: vraag om klicmelding.

Ging er wat mis in verleden. Bijvoorbeeld een kabel geraakt?
Wat moest er gebeuren?

Langs de weg: werkt het bedrijf soms langs de openbare weg?

Hoe zorgt het bedrijf voor een veilige werkplek?

Beschrijf voor 1 situatie welke bebording en dergelijke wordt geplaatst.

Maak hiervan een kort verslag.

1.2 grondverzet

Bodem en bemesting

link naar bodem en bemesting

grondbewerking

theorie

link naar grondverzet

praktijk

grondbewerking

  • spitten met voor. Oppervlakte  2 x 2 meter
  • 2 steek diep. Oppervlakte 2 x 2 meter
  • Omleggen. Oppervlakte 2 x 2 meter

Praktijk

 

We gaan 2 stukken handmatig bewerken.

1. Omleggen. In een terrein met onkruid wordt de bovenste laag omgedraaid. Ga ondiep met de schop (net onder de grond) door de grond.

Draai de grond om en zorg dat het onkruid met aarde wordt bedekt. Omleggen wordt uitgevoerd om snel resultaat te krijgen in een terrein met ongewenste beplanting.

 

2. Spitten met een voor.

Deze methode wordt toegepast in moestuinen, waarbij organische mest ondergebracht wordt.

Haal met een steekschop 1 steek diep grond weg en verplaats de grond naar het uiteinde, naast het te spitten gedeelte.

Doe een laag mest onderin de geul. De 2e geul grond wordt gedraaid en in de 1e geul gedraaid.

Nu kun je weer mest in de nieuwe geul doen. Op het einde kun je de grond die je apart hebt gelegd, in de laatste geul stoppen.

De grond is gespit en de mest zit onderin de bouwvoor.

BPV

BPV

Bemesting:


  • Wat gebruik jouw bedrijf aan meststoffen?
  • Verdeel de gebruikte meststoffen in organisch en  anorganisch.
  • Gebruiken jullie ook bodemverbeteraars? (tuinturf bv) Zo ja, waarom?
  • Waar worden de meststoffen bewaard? Waarom daar?
  • Wanneer strooi je de producten? Waarom gebeurt dit in die periode?
  • Wat gebeurt er als je op ander moment gaat mesten?
  • Schrijf op wat de samenstelling is (van de 3 meest gebruikte soorten)
  • Hoeveel gebruik je per m2? Komt dit overeen met wat op de verpakking staat?

 

  1. Grondverzet

KLIC

Vraag om (een kopie van) een KLIC melding van een tuin die op jouw BPV bedrijf is aangelegd. Geef op de tekening aan of de gegevens klopten of dat de kabel/leiding ergens anders lag. Hoe ben je daar achter gekomen?  Ging er wat mis in verleden?. Bijvoorbeeld een kabel geraakt? Wat moest er toen gebeuren?

 

Machines grondverzet

Welke machines worden op jouw bedrijf ingezet bij grondverzet. Beschrijf van 1 machine, die vaak wordt gebruikt, waar deze machine voor wordt gebruikt en waarom gekozen is om deze machine in te zetten voor die klus.

 

Bodem:

Doe een bodemonderzoek op het bedrijf of eventueel thuis.

Maak een profielkuil van 1 meter diep. Maak een foto van het profiel.

Beschrijf welke grond dit is. Denk aan grondsoort, voedingstoestand, aanwezigheid van bodemleven, storende lagen/ verdichting van de grond enzovoort.

Zou je bij aanleg deze grond bewerken? Zo nee, waarom niet?

Zo ja, welke machine zou je gebruiken en waarom?

Welke machines gebruikt je bedrijf? (frees, ploeg,spitmachine, handmatig?, anders?)

 

grond en grondbewerking                                                                                               

Noem3 redenen waarom grondbewerking op jouw bedrijf wordt uitgevoerd

Met welke grondsoorten heb je op het bedrijf te maken? (klei, leem, zand, zavel, loss)  Beschrijf per grondsoort welke grondbewerking en/ of bodemverbeteraar wordt gebruikt. Waarom kiest het bedrijf voor deze methode en deze bodemverbeteraar?

Grondbewerkingen worden ingedeeld op diepte. Dieper dan 30 cm, tussen 5 en 30 cm en minder dan 5 cm. Op welke diepte past jouw bedrijf grondbewerkingen toe.  Geef de reden(en) waarom de bewerking wordt uitgevoerd.

Welke machines voor grondbewerking heeft je bedrijf?

Welke machine wordt vaak gebruikt en waarom?

 

1.3 aanleg riolering en drainage

Theorie

link naar aanleg riolering en drainage

praktijk

riolering:

  • molgoot maken. 3 stenen breed. Volgens instructiefilm. Lengte 10 stenen. Middensteen 1cm boven put. Kantstenen schuin +2cm. Afschot is 2cm/meter
  • Rioolbuis plaatsen met opvangbak. Afschot is 1cm/meter

BPV

 aanleg riolering en drainage

Beschrijf een klus op jouw bedrijf, waarbij riolering of drainage is aangelegd of hersteld. Als je bedrijf dit werk niet vaak uitvoert, mag je ook beschrijven hoe hemelwater op jouw
bedrijf in de tuin wordt afgevoerd in plaats van op de riolering.

1.4 legt waterpartijen aan

theorie

link naar aanleg waterpartijen

praktijk

water:
  • prefab vijverbak plaatsen. Vlak, grond rondom afwerken

 

BPV

aanleg vijvers

Beschrijf stap voor stap hoe je op jouw bedrijf een vijver aanlegt. Geef duidelijk aan wat de werkvolgorde is. Beschrijf de benodigde materialen. Beschrijf minimaal 3 manieren die je bedrijf gebruikt om de vijverrand af te dekken.

Geef voor en nadelen aan van deze methoden aan.

1.5 aanleggen verhardingen

theorie

Hieronder de link naar aanleg verhardingen.

Daarnaast de link naar inmeten en uitzetten.

link naar aanleggen verhardingen

link naar inmeten en uitzetten

praktijk

bestrating
  • ongelijk materiaal. Gebakken steen. Lengte minimaal 2meter, breedte 50 cm.  Geen kantopsluiting.

 

  • Trap met BKK 10,5 x 21. Breedte minimaal 1 meter. 3 treden. Hoogteverschil opvangen met bkk stenen. Per tree 40 cm diep.
  • Bestrating vlak
  • Bestrating bol. Breedte minimaal 1 meter. Lengte minimaal 2 meter. Kantopsluiting houten banden. Vlak. Midden =ongeveer  + 2  cm t.o.v. peil.

Praktijk

 

 Basisoefening: hoogteverschil meten met 3 methodes.

1: piketten + rijlat.

2. baak en waterpastoestel

3. laser

 De docent geeft een instructie hoe een waterpastoestel werkt en hoe een laserwaterpas werkt.

2 leerlingen slaan op 1 meter afstand 2 piketten in de grond.

Met hulp van een waterpas, een rijlat en een meetband bepaal je het hoogteverschil.

Daarna kijk je of de uitkomst klopt door het hoogteverschil na te meten met een laser en een baak.

 

Opdracht:

Meet in groepjes van 3 lln een stuk schooltuin in

Bepaal van de 4 hoekpunten de hoogte met zowel baak als laser.

Maak een tekening op schaal en noordpijl.

Ook moet elke beheergroep (bestrating, gras, beplanting, boom enzovoort) met een symbool worden aangegeven.

Vanzelfsprekend een legenda bij de tekening

 

Als de tekening af is:

  1. Zet op de tekening 2 stippen.
  2. Hier moeten de leerlingen jalons plaatsen.
  3. Laat de tekening deze “lijn” verlengen d.m.v. vooruit bakenen.
  4. Laat 2 jalons tussenzichten.

Praktijk

 

 Straten

Maak een rollaag van 10 bkk klinkers vlak/waterpas.

Plaats haaks aan beide zijden 2 houten banden ook vlak/waterpas.

Vlei met behulp van een reilat 2 cm hoger dan de banden het geheel in in blokverband.

Laat het werkstuk keuren.

Daarna haal je de stenen er uit en tik/straat je de stenen er stuk voor stuk in, op gelijke hoogte met de opsluitbanden.

Laat ook nu je werkstuk keuren.

BPV

aanleg verhardingen

Voor je gaat straten wordt een zandbed gemaakt.

•          Hoe dik is dit zandbed (in cm) als jullie bedrijf gaat straten?

•          Wat krijg je als je een te dun zandbed hebt?

•          Hoe wordt het zandbed verdicht?

•          Welke kantopsluitingen worden op jullie bedrijf gebruikt?

•          Wat gebeurt er als je een slechte kantopsluiting gebruikt?

•          Welke straatverbanden worden toegepast?

•          Straten of vlijen ze op het leerbedrijf? Waarom deze methode?

•          Welke 3 steensoorten zijn het meest populair?

•          Wat zijn de kosten per m2 van deze materialen?

Landmeten: (opdracht verplicht voor niv 3 + 4)

Beschrijf hoe op jouw bedrijf een stuk grond wordt ingemeten.

Gebruikt men landmeetapparatuur om hoogteverschillen te meten?

Zo ja, welke apparatuur. Zo nee, waarom niet. Welke andere methode wordt dan gebruikt?

Vraag om een tuintekening. Bereken de oppervlakte van gras/beplanting enz.

Doe een kopie van je tekening in je map en op een apart blad de berekening van de oppervlaktes.

 

1.6 aanleg bouwkundige elementen

theorie

link naar aanleg bouwkundige voorzieningen

praktijk

 hout
  • damwand met haakse hoek. Beide zijden minimaal 1 meter lang
  • rondhouten palen in 1 lijn. Lengte 1,5 meter lang, bovenkant vlak
  • rondhouten palen in cirkel(straal = 1 meter) . Lengte 1,5 meter
  • schutting. 2 delen plaatsen in rechte lijn
  • raster. Lengte 10 meter. Met schoorpalen op eind. 1 draad met draadspanner. Tussenpalen op juiste afstand.

Praktijk

Aanleg damwand

Voer deze opdracht in 2 tallen uit.

Schrijf vooraf welke materialen en gereedschappen je nodig hebt.

Maak vooraf een offerte hoe veel tijd het kost om de constructie te maken.

Als je vergeet om bepaald gereedschap te bestellen, krijg je een half uur straftijd.

Na afloop lever je een overzicht in met de werkelijk gemaakte uren.

Verklaar waar het verschil tussen begrote en werkelijk gemaakte uren.

 

De ene leerling plaatst damwandprofiel. 2 stukken van ongeveer 1 meter lengte (= 6 profielen) die haaks op elkaar staan.

De damwand is op de juiste diepte, waterpas, zonder slingering en zonder kieren.

De andere leerling helpt alleen met het vasthouden van de profielen.

Daarna plaatst de andere leerling dezelfde constructie.

BPV

BPV

Niv 2:

Praktijk: Kan, na instructie, een eenvoudige houten voorziening plaatsen. Denk aan damwand of een schutting.

Theorie: weet verschil tussen hardhout en zachthout. Weet hoe je hout kunt verduurzamen.

Niv 3 + 4.

Praktijk: Kan, na instructie, zelfstandig een houten voorziening plaatsen.

Theorie: Kan een klant adviseren over houten voorzieningen. Denk aan duurzaamheidsklassen, verduurzamen, toepassing van houtsoorten enzovoort.

Stageopdracht Hout en verduurzaming.          

Houten voorwerpen zullen op den duur verrotten. Bij sommige houtsoorten gaat dit
proces snel, zeker als ze niet goed worden verduurzaamd, met andere woorden;
behandeld door middel van bijvoorbeeld beitsen of impregneren.

Andere soorten zijn veel duurzamer en worden onbehandeld toegepast.

 

  • Welke houtsoorten worden op je bedrijf toegepast?
  • Waarvoor worden de verschillende houtsoorten gebruikt?
  • Welke houtsoorten worden verduurzaamd, welke niet?
  • Op welke wijze worden producten verduurzaamd? Beschrijf nauwkeurig hoe
    en met welke producten het hout wordt behandeld.
  • Wat is de levensduur van het product met + zonder verduurzaming?
  • Gebruikt het bedrijf nu andere houtsoorten dan vroeger? Worden
    producten nu anders verduurzaamd dan vroeger? Als er veranderingen zijn, geef
    dan duidelijk aan waarom het bedrijf hiervoor kiest

 

 

  1. Aanleg bouwkundige elementen

    Algemeen:

    Houten voorwerpen zullen op den duur verrotten. Bij sommige houtsoorten gaat dit proces snel, zeker als ze niet goed worden verduurzaamd, met andere woorden; behandeld door middel van bijvoorbeeld beitsen of impregneren.

    Andere soorten zijn veel duurzamer en worden onbehandeld toegepast.

    •    Welke houtsoorten worden op je bedrijf toegepast?

    •    Waarvoor worden de verschillende houtsoorten gebruikt?

    •    Welke houtsoorten worden verduurzaamd, welke niet?

    •    Op welke wijze worden producten verduurzaamd? Beschrijf nauwkeurig hoe en met welke producten het hout wordt behandeld.

    •    Wat is de levensduur van het product met + zonder verduurzaming?

    •    Gebruikt het bedrijf nu andere houtsoorten dan vroeger? Worden producten nu anders verduurzaamd dan vroeger? Als er veranderingen zijn, geef dan duidelijk aan waarom het bedrijf hiervoor kiest

    Aanleg schutting of pergola

    Beschrijf uitvoerig hoe op jouw bedrijf een schutting of pergola wordt geplaatst. Maak indien mogelijk foto’s bij een aanlegklus.

    Wat is de werkvolgorde? Waarom kiest het bedrijf voor deze volgorde?

    Welke materialen/houtsoorten worden gebruikt? Hoe worden de palen verankerd in de grond?

     Hoe lang gaat een schutting/pergola mee?

    Aanleg van een raster

    Beschrijf uitvoerig hoe op jouw bedrijf een raster wordt geplaatst. Maak indien mogelijk foto’s bij een aanlegklus.

    Wat is de werkvolgorde? Waarom kiest het bedrijf voor deze volgorde?

    Welke materialen/houtsoorten worden gebruikt? Welke gaassoorten worden gebruikt? Beschrijf deze. Hoe worden de palen verankerd in de grond?

    Aanleg blokhut of tuinhuisje

    Beschrijf uitvoerig hoe op jouw bedrijf een blokhut of tuinhuisje wordt geplaatst. Maak indien mogelijk foto’s bij een aanlegklus.

    Wat is de werkvolgorde? Op welke fundering wordt het huisje geplaatst?

     

1.7 aanleg technische voorzieningen

theorie

link naar aanleg technische voorzieningen

praktijk

Zie bouwkundige elementen.

BPV

  1. aanleg technische voorzieningen

    Heb je wel eens een daktuin aangelegd?  Stroom aangelegd voor buitenvoorzieningen

    Of een muur gelijmd of gemetseld?

    Of een beeld + sokkel in een tuin geplaatst? Of een andere aparte klus?

    Beschrijf uitvoerig hoe je de klus hebt uitgevoerd.

    Welke werkvolgorde werd gebruikt?

    Welke materialen werden gebruikt?

    Wat viel mee? Wat was moeilijk?

     

1.8 aanleg groen

theorie

planten

link naar planten aanleg

gras

Theorie

link naar aanleg gras

praktijk

Planten

bloembollen, vaste planten, coniferen

Praktijk

1.    Planten van struiken. 

Plant 11 struiken in driehoeksverband of verspringend verband.

De docent geeft aan welk verband je moet planten.

Plantverband 1x 1 m. Maak 3 rijen.

 

2.    Planten van een heg (geul)

Zet een plantvak uit van 2 meter lang en 50 cm breed.

Maak een geul. Plant een enkele rij.  Plant 5 planten per strekkende meter.

 

3.    Planten van een boom + paal.

Plant volgens het boekje op de juiste wijze een boom + paal.

 

Praktijk

 

 Aanleg grasveld

Zet een vak uit van 2 x 3 meter.

Maak het terrein volgens het boekje klaar om in te zaaien.

 

BPV

  1. aanleg groen

    Planten van sierbeplanting

    Geef aan hoe op het bedrijf de volgende plantensoorten worden aangeplant.

    Denk aan tijdstip, plantdiepte, gebruik van bodemverbeteraars zoals potgrond, mest of turf.

  • Bloembollen en knollen
  • Eenjarigen
  • Vaste planten
  • Vijverplanten
  • Coniferen
  • Sierheesters
  • Klimplanten
  • ….

 

          Plant jullie bedrijf plantgoed of containerplanten? Waarom?

•          Hoe plant je op het leerbedrijf een struik en een heg? (school: met een sleuf)

•          Hoe plant je op het leerbedrijf een boom met paal? (school: boom + 1 paal)

•          Wat zijn de verschillen met je vorige leerbedrijf?

•          Wat zijn de verschillen met wat je op school leert?

•          (Waarom) Doet het leerbedrijf de zaken anders?

 

Aanleg gras

•          Hoe leg je op het leerbedrijf een grasveld aan? (school: spitten, aanlopen, egaliseren)

•          Gebruiken ze graszoden of graszaad of beide?

•          Waarom kiezen ze voor zoden of graszaad?

•          Wat  zijn de verschillen met wat je op school leert?

•          (Waarom) Doet het leerbedrijf de zaken anders?

 

Vermeerderingsmethoden

Plantmateriaal wordt door een kwekerij op verschillende methoden vermeerderd.

Geef voor de volgende methoden een duidelijke beschrijving (of maak een tekening) en noem voorbeelden van gewassen die op deze manier vermeerderd worden:

Zomerstek en Winterstek

Oculeren

Enten

Zaaien

Afleggen

Scheuren/delen

 

1.9 afronding aanlegwerkzaamheden

theorie

link naar afronding aanleg

praktijk

Maak bij een praktijkklus een schatting van de uren en stel een lijst met benodigde materialen en gebruikte gereedschappen op. Stel aan de hand van deze gegevens een offerte op.

Noteer op een werkbrief de werkelijk gemaakte uren en materialen. Stel aan de hand van deze gegevens een rekening op.

Vergelijk de offerte met de werkelijke kosten. Verklaar de verschillen.

BPV

  1. afronding werkzaamheden

     

    Vraag om een (kopie van een) registratieformulier die je bedrijf gebruikt om de door het personeel gemaakte uren en gebruikte materialen bij een klant bij te houden. Bedragen en uren mogen op de kopie worden doorgekrast.

     

    Bestek  (Deze opdracht is voor niv 3 + 4 verplicht)

    Bij aanleg- en onderhoudsklussen wil een opdrachtgever graag weten wat het allemaal gaat kosten en wat de opdrachtgever voor dit bedrag kan verwachten. Dit noemen we een bestek.

    Ter verduidelijking worden vaak tekeningen van het project gemaakt.

    Kies een aanlegklus waar je zelf aan gaat meewerken.

     

    Maak zelf een tekening op schaal van een klus waar je geholpen hebt Geef de verschillende onderdelen aan in de tekening, door middel van symbolen. Maak een legenda met hierin de uitleg van de symbolen.

    Geef hoogteverschillen in de tekening aan.

    Bereken de oppervlaktes van de verschillende onderdelen.

    Maak zelf een schatting van de werk-uren, voordat de klus wordt uitgevoerd!

     

    Beantwoord de volgende vragen:

    •          Wanneer werd de klus uitgevoerd? Waarom in deze periode?

    •          Beschrijf de klus van begin tot het eind.

    •          Beschrijf de gekozen werkvolgorde.

    •          Leg uit waarom in deze volgorde is gewerkt.

    •          Is er een bestek gemaakt? (Voeg deze als bijlage toe. Bedragen afplakken)

    •          Klopte het werkelijke aantal gemaakte uren met de schatting?

    •          Als er verschillen zijn geef aan waarom meer/minder uren nodig waren.

    •          Wie betaalt het verschil tussen de begrote kosten en de daadwerkelijk gemaakte kosten?

     

    Structuur van de organisatie: (Deze opdracht is verplicht voor niv 3 + 4)

    Voordat een klus kan worden uitgevoerd, moet er heel wat gebeuren. Beantwoord de volgende vragen:

    •          Hoe komt je bedrijf aan opdrachtgevers? (dit wordt acquisitie genoemd)

    •          Wie bespreekt het werk met de opdrachtgevers?

    •          Wie verzorgt de correspondentie met de opdrachtgevers?

    •          Wie zorgt voor de werkafspraken met de opdrachtgevers?

    •          Wie zorgt voor de loonadministratie van de werknemers?

    •          Wie verzorgt het belastingtechnische gedeelte?

    •          Hoeveel mensen werken in de uitvoering?

    •          Wie verzorgt het onderhoud aan gereedschappen en machines?

    •          Zijn er specialisten op het bedrijf werkzaam? (bijvoorbeeld boomverzorgers)

    •          Worden wel eens andere bedrijven ingehuurd voor werkzaamheden?

    (bijvoorbeeld een loonwerker of een stratenmaker)

    •          Wie verzorgt het tekenwerk?

1.10 Proces van begin tot eind