Samen

Samen

'Samen' als rode draad

Het Suikerfeest in groep 3/4

Het Suikerfeest, of ook wel het Kleine Feest (Id-Al-Fitr), wordt gevierd door Moslims over de hele wereld. Aan het Suikerfeest gaat de ramadan vooraf.

De Ramadan is een maand waarin de Moslims vasten. Het vasten heeft een aantal religieuze betekenissen voor Moslims. Meeleven en meevoelen met de armen, die niet of nauwelijks te eten hebben, is één van deze betekenissen. Hierin speelt het aspect 'samen' een grote rol. Je vereenzelvigen met anderen, meevoelen en denken aan hoe anderen leven is erg belangrijk. Daarnaast voelen moslims zich, tijdens het vasten, vaak sterk verbonden met elkaar. Elke dag weer moeten ze deze beproeving doorstaan. Niet elke Moslim doet mee aan de ramadan. "Voor zieken, zwangere vrouwen, vrouwen tijdens de menstruatie, soldaten in oorlogstijd, jonge kinderen, reizigers en alle anderen voor wie het vasten een bedreiging vormt voor de gezondheid of vertragend werkt op herstel van een ziekte, wordt een uitzondering gemaakt. Zij hoeven niet te vasten, hoewel het inhalen daarvan, voor wie dat mogelijk is, wel wordt aangemoedigd." (Wikipedia, 2013).

Aan het eind van de ramadan wordt het Kleine Feest gevierd. Het feest is in Nederland beter bekend als het Suikerfeest. In deze benaming kan niet iedere gelovige zich vinden, aangezien er door het woord 'suiker' te veel nadruk gelegd wordt op het eten. Op de eerste dag van het Kleine Feest baden de mensen uitgebreid en doen ze schone en het liefst nieuwe kleren aan. Als teken van afsluiting van het vasten eten de mensen na zonsopkomst dadels en andere zoetigheden. Ze delen deze feestelijke aflsuiting met iedereen arm en rijk.

Hierna gaan ze samen naar een ontmoetingsplek. Hier wordt gebeden en met elkaar gevierd. Mensen omhelzen elkaar en vergeven elkaar eventuele fouten van het afgelopen jaar. Na deze viering wordt de nadruk gelegd op familie. Het wordt een groot familiefeest met lekker eten en cadeaus. Ook worden overledenen bezocht en herdacht op deze dag.

Desalniettemin is het eten belangrijk. Samen eten voorbereiden, samen eten met familie en vrienden. Samen vieren dat de vastentijd voorbij is.

Dit feest is goed te vertalen naar de een viering op de basisschool. Wij hebben gekozen voor een thema dat zowel past bij het vasten tijdens ramadan, als bij het Kleine Feest. Samenwerken en samen vieren! In de aanloop naar het Kleine Feest toe, komt dit tot uiting door activiteiten die de kinderen doen nadenken over het denken aan anderen, medelevend zijn. In hoeverre ben je meelevend en wil je dit zijn? Hoe kun je dit als kind in de praktijk brengen? 

Het Kleine Feest wordt door de kinderen gezamelijk georganiseerd. Samen eten voorbereiden, samen uitnodigingen maken, samen de tafel dekken, samen zingen! Samen wordt het Kleine Feest een groot feest!

Ramadan

Verhalen

De onderstaande verhalen zijn niet specifiek bedoeld voor groep 3/4. De verhalen kunnen aangepast worden aan de groep, door zw wat te vereenvoudigen tijdens het vertellen. Daarnaast zijn onderstaande verhalen bedoeld als tip, maar er kunnen uiteraard allerlei andere (levensbeschouwelijke) verhalen gekozen worden, die te maken hebben met samenwerken, delen, vasten en denken aan anderen.

Zorgen voor armen:

Behalve dat je niet mag eten en drinken tijdens de Ramadan moet je aan de arme mensen denken en proberen hun te helpen d.m.v. een maaltijd/ geld etc. Daar gaat het volgende verhaal over:
Op een dag nam een vader van een hele rijke familie zijn zoon mee op reis. Hij wilde zijn zoon laten zien hoe arm sommige mensen zijn zodat hij dankbaar zou zijn voor zijn rijkdom. Ze brachten een aantal dagen en nachten door op een boerderij van een hele arme familie.
Toen ze terugkeerden van hun reis vroeg de vader aan zijn zoon: "Hoe was de reis?"; "Het was fantastisch pappa."; "Heb je gezien hoe arm de mensen kunnen zijn?" vroeg de vader.
"Ja, zeker" zei de zoon. "Wat heb je van deze reis geleerd?" vroeg de vader aan zijn zoon.


De zoon antwoordde: "Ik zag dat wij maar één hond hebben maar zij hadden er vier. Wij hebben een zwembad dat zo lang is tot het midden van onze tuin en zij hebben een rivier dat helemaal geen eind heeft."; "Wij hebben speciale lantarens in onze tuin en zij hebben de sterren in de nacht."; Ons terras reikt tot het begin van onze tuin maar zij hebben de hele horizon."; "Wij hebben kleine stukjes land om op te leven en zij hebben hele velden die verder gaan dan dat wij kunnen zien."; "Wij hebben bedienden die ons bedienen, maar zij dienen anderen."; "Wij kopen ons eten, maar zij verbouwen hun eigen eten."; "Wij hebben muren rond ons eigendom die ons beschermen, zij hebben vrienden die hun beschermen." Hierop was de vader sprakeloos. Hij wist niets meer te zeggen. Zijn zoon zei toen: "Bedankt pappa dat je mij hebt laten zien hoe arm we zijn."

 

Binnen de Ramadan:             

Naast het zich onthouden van eten/ drinken en de arme mensen helpen, moeten wij ook onze tong kunnen beheersen n.l.: niet roddelen/ schelden. En daarover gaat het volgende verhaal:


Er was eens een klein jongetje die altijd snel boos werd. Zijn vader gaf hem een zak met spijkers en vertelde hem dat elke keer als hij boos werd, hij een spijker in de achterkant van de schutting moest hameren.
De eerste dag had de jongen 37 spijkers de schutting in geslagen. Een paar weken daarna, had hij geleerd om zijn woede te beheersen, het aantal spijkers die hij dagelijks de schutting in hamerde werd langzaam minder.


Hij ontdekte dat het makkelijker was om zichzelf te beheersen dan om al die spijkers in de schutting te slaan.
Uiteindelijk kwam de dag waarin hij helemaal niet meer boos werd. Hij vertelde het zijn vader en zijn vader stelde zijn zoon voor om nu voor elke dag waarin het hem lukte om niet meer boos te worden, één nagel uit de schutting te trekken. De dagen gingen voorbij en op een gegeven moment kon de jongen eindelijk aan zijn vader vertellen dat alle spijkers weg waren.


De vader pakte zijn zoon bij zijn hand en nam hem mee naar de schutting. Hij zei: "Dat heb je heel goed gedaan mijn jongen, maar kijk eens naar al die gaten in de schutting.
De schutting zal nooit meer dezelfde zijn. Als je in woede dingen gaat zeggen, zal dat een litteken achter laten, net als op de schutting. Je kan een mes in iemand steken en hem er weer uithalen. Maar hoe vaak je ook sorry zegt, de wond zal niet meer weggaan. "

 

Zomaar een dag in de Ramadan

Een Turks verhaal over het begin van de Ramadan

Ik word midden in de nacht wakker door de man met de trommel. Het geroffel van de trom gonst in mijn buik. Ik vind het een beetje eng en kruip helemaal onder mijn dekbed.

Maar dan hoor ik het gerammel van potten en pannen in de keuken en de stem van mijn moeder en mijn oudste zus. Plotseling weet ik het weer. Het is vandaag de eerste dag van de Ramadan. De lekkere geur van börek (bladerdeeg gevuld met kaas of gehakt) en chorba (soep) met mint en gebakken uien lokken mij uit bed.

De man met de trommel komt nu de heuvel op en zijn harde geroffel vult onze straat. Met zijn luide stem zingt hij rijmpjes en liedjes over de Ramadan: "Word wakker mensen, word wakker, want vandaag is het vastentijd!" Dan eten en drinken we niet tot de zon weer ondergaat. Het is drie uur in de nacht.

De heuvels langs de Bosporus zijn bezaaid met duizend lichtjes die uit de huizen stralen. Iedereen is wakker, net zoals wij. Het grote kleed wordt op de grond uitgespreid. Mijn kleine zusje en ik kruipen er knus met onze knieën onder. De lage ronde tafel wordt beladen met heerlijke gerechten, witte kaas, olijven, tomaten, donkere kersenjam, honing. De hele familie zit rond de tafel: mijn vader, mijn oma, mijn twee zussen en ik. Mijn moeder bedient iedereen.

Er wordt geklopt. Daar komen mijn oom en tante binnen. De een heeft een baby op de arm, de ander een grote ronde schaal die net uit de oven komt, met cake met nootjes erop. Hij is in vierkante blokjes gesneden. "Bismillah (in de naam van God)," zegt mijn vader en dan begint de zahur, het vroege ontbijt in de vastentijd.

Als alles is opgegeten worden mijn zusje en ik een beetje doezelig en we kruipen samen op de bank onder het rode dekbed. Dan beginnen de hanen te kraaien. Het is nu Imsak, ongeveer anderhalf uur voor zonsopgang, het moment dat de moslims moeten stoppen met eten en drinken. Niet lang daarna klinkt vanaf de minaret van de moskee de Azaan, de oproep tot gebed. Dan doen de grote mensen hun rituele wassing en bidden het ochtendgebed. Daarna gaan we nog een beetje slapen tot het tijd is om naar school te gaan.

Ik doe mijn zwarte schort voor met het witte kanten boordje. Vandaag hoef ik geen Beslem mee, een tasje waar mijn middageten en wat lekkers in zit voor op school. Kinderen mogen proberen te vasten tot het middaggebed.

Als we die middag uit school komen, wacht onze oma al op ons met thee en broodjes. "Mash-allah (goed zo)," zegt ze. "Maar gaan jullie niet op straat eten. Kom eens hier en luister naar wat er eens gebeurde:

Een kind van een vuuraanbidder ging de straat op met een stuk brood in zijn hand. Toen zijn vader dit zag, trok hij onmiddellijk het kind aan de arm naar binnen en zei: 'Je zou je moeten schamen! De moslims zijn aan het vasten, omdat het Ramadan. Voor ons, vuuraanbidders, is het heel grof om onder de neus van deze vastende mensen te gaan eten. Blijf daarom binnen tot je brood op is.' Nu ging deze vuuraanbidder, zoals iedereen, op een dag dood. De moslims van de stad zagen hem die nacht in een droom in het hoogste paradijs en verbaasd vroegen ze hem: 'Hoe kan dat nu? In je leven was je een vuuraanbidder en een afgodendienaar en nu ben je in het hoogste paradijs?' - 'Wat jullie zeggen is waar,' zei de vuuraanbidder, 'maar op het ogenblik van mijn dood gaf God opdracht aan Azra-iel, de engel des doods: Breng de ziel van mijn dienaar naar mij terug, niet als de ziel van een ongelovige, maar als die van een gelovige, want deze man respecteerde de Ramadan en zijn moslimburen. En toen,' vertelde de vuuraanbidder, 'op het ogenblik dat mijn ziel uit mijn lichaam ging, zei ik: er is geen andere god dan God en Mohammed is zijn profeet. Zo gingen de deuren van het paradijs voor mij open.'"

Langzaam zakt de zon naar beneden langs de hemel, de lucht is prachtig gekleurd met zachte tinten.

Mijn vader rijdt zijn bestelbusje achteruit het steile straatje af. Mijn neefje en ik mogen meerijden. We gaan naar de bakker in de hoofdstraat om er twee kartonnen dozen vol met piedes te kopen: platte, ronde broden, die de bakker alleen in de Ramadan bakt. Op de terugweg ruikt het in de auto heerlijk naar vers gebakken brood. We delen het uit aan onze buren. De kinderen drukken het warme brood tegen zich aan en hollen naar binnen.

In de avondschemering haasten de grote meisjes zich met hun witte hoofddoeken en hun gebloemde pofbroeken, lachend en roepend - trapje op, trapje af - naar de huizen van de buren om pannetjes en schalen met voedsel, afgedekt met kanten servetten, te brengen.

Het is een paar minuten voor iftar, het ogenblik dat de zon achter de horizon verdwijnt en het vasten wordt verbroken. De meeste mensen staan nu buiten. Winkels worden haastig gesloten, want iedereen wil naar huis. Vanaf de minaret van de moskee klinkt weer de azaan, de oproep tot gebed, het teken dat deze Ramadan-dag voorbij is. We drinken melk en eten een dadel om het vasten te verbreken. Dan gaan we aan tafel, want na een dag vasten wordt er eerst gegeten en dan gebeden. Later op de avond gaan we naar de moskee voor het avondgebed en de Taraa-wie gebeden, die speciaal voor de Ramadan zijn.

 

Kariem en Ali doen mee.

Het is een warme dag. De klas van meester Paul komt terug van het spelen. Het is half twee, de pauze is voorbij. De klas wacht bij de deur in de gang. "Oef! Wat is het warm," klaagt Kariem. Ali knikt en zucht ook. "We hadden niet zo moeten rennen buiten," zegt Ali. "Ja, ga maar naar binnen," klinkt de stem van de meester. Langzaam gaat de groep naar binnen. In de klas is het erg warm. Toch staan alle ramen en de deur open. Daar is juffrouw Wilma van de eerste klas. "Wat is het heet in de lokalen," zegt ze tegen de meester. "Geen wonder met die zon op de ramen!"

"Zeg, als je naar boven gaat, neem je dan een kopje thee voor me mee?" antwoordt hij. "Ik zal zien of er thee is," zegt juffrouw Wilma. Dan is ze verdwenen, de gang op. "Meester, mogen we wat water drinken?" vragen een paar kinderen. De meester knikt. De kinderen rennen naar de kraan. Het is er dringen.

Kariem en Ali staan niet in de rij bij de kraan. Hebben zij geen dorst, of houden ze niet van dat dringen in de rij? O ja, hoor! Ze hebben ook grote dorst. Dringen in de rij vinden ze ook best leuk. Vooral als de meisjes er boos om worden. Maar vandaag is dat anders. Vandaag is het ramadan. Ramadan is de vastenmaand voor de moslims. Kariem en Ali zijn moslims, voor hen is het ramadan. Wat dat voor hen wil zeggen? Nou, bijvoorbeeld, dat ze nu niet mogen drinken. Heel vroeg zijn ze vanochtend uit hun bed gekomen. Voor zonsopgang, toen al hun vriendjes nog sliepen, zaten zij aan hun ontbijt. Ja, wat lijkt dat nu al lang geleden. Tussen de middag hebben ze niet gegeten en ook niets gedronken. Als vanavond laat de zon onder is, mogen ze pas weer aan tafel. Dat valt niet mee, hè? Ze moeten niet, ze willen het zelf. Ze willen, net als hun ouders en de andere volwassen moslims, meedoen aan het vasten.

Wim is als een van de eersten klaar bij de kraan. Hij ziet Kariem en Ali op hun plaats. Wim heeft zijn handen niet afgedroogd. Hij loopt naar Kariem toe. "Hier, lekker fris," zegt hij en spat Kariem nat. Vandaag heeft Kariem geen zin in grapjes. Dat ziet Wim en hij zegt: "Heb je dan geen dorst, man?" Ali bemoeit zich ermee. "Laat ons met rust, joh! Het is ramadan. We drinken nu niet!" - "Met die hitte, hoe houden jullie dat uit? Ik wist niet, dat jullie meedoen." Het wordt stil in de klas. Wim ziet dat iedereen op zijn plaats zit. Gauw zoekt hij ook zijn stoel op.

"'t Is te warm voor schrijven, jongens," zegt meester. "Ik stel voor, dat we maar iets anders. gaan doen." Er klinkt geen gejuich. De klas heeft geen hekel aan schrijven. "Wat dachten jullie van een mooi verhaal?" Nu klinkt er wel gejuich. Alleen Gerrie schudt van nee.

Gerrie schudt vaak nee, als iedereen ja zegt. En als iedereen nee roept, zegt Gerrie vaak ja. Niemand let daar dan ook op. Meester zoekt in het voorleesboek naar een mooi verhaal. "Ha, hier heb ik al iets. Dit is een verhaal over Guus. Guus woont op een boerderij. Hij mag een feestje geven, want hij is jarig. Luister maar." Meester begint voor te lezen.

Kariem probeert te luisteren. Dat valt niet mee. Hij is moe en heeft slaap. Het is ook zo warm in de klas. Geen wonder dat hij slaap heeft. Hij was er vanmorgen al zo vroeg uit. Ali heeft geen last van slaperigheid. Maar ook hij kan het verhaal slecht volgen. Achter de meester hangt een grote plaat. 'Fruit is gezond' staat erop. Wat een lekkere vruchten. Hij zou zo wel in die appel willen bijten. Of in zo'n stuk watermeloen. Het water komt Ali in de mond. Snel kijkt hij naar iets anders. Hij ziet Kariem. Kariem knippert met zijn ogen. "Hé, psssst! Hé, Kariem, je valt toch niet in slaap," fluistert Ali. "Kariem en Ali, jullie letten toch ook op, hè?" zegt meester. "Straks mogen jullie er in groepjes een tekening over maken."

"Ja, meester," zegt Ali snel. Kariem gaat wat meer recht op zitten. "Toch maar proberen op te letten," denkt hij. Meester gaat verder: "Guus had vier vriendjes mogen vragen. Om twee uur zouden ze komen. Moeder had lekkere dingen klaargemaakt. Zelfgemaakte limonade van de frambozen uit de tuin. Guus had er al van mogen proeven. Heerlijk smaakte die limonade. Moeder had ook een taart gemaakt. Op de taart stonden acht kaarsjes. En wat zag die taart er lekker uit! Rondom was er chocola opgespoten. Bovenop was hij versierd met slagroom, bessen en aardbeien. Guus wilde nu ook wat van de taart proeven. Moeder wilde dat niet. Guus was alleen bij de taart. Zou hij stiekem; een likje slagroom... een aardbei... dat zou toch niemand merken. Oei! Het water kwam Guus in de mond."

Oei! Oei! Ook bij Kariem en Ali. Het wordt Kariem te veel. Eerst die hitte in de klas. En nu dat verhaal met al dat lekkers. Hij steekt zijn vinger op. "Meester, mag ik even naar de wc?" - "Je komt net van buiten. Dan heb je zeker te veel water gedronken daarnet. Nou, vooruit ga dan maar even." Kariem antwoordt niet. Laat de meester maar denken, dat hij hoge nood heeft. Hij loopt de klas uit. Op de gang is het wat frisser. "Hè, hier is het beter," zucht Kariem. Hij hoeft niet naar de we. Dat was zomaar een smoesje. Als je zo lang niet drinkt, hoef je ook niet zo nodig te plassen. Achter in de gang hangen wat oude foto's. Kariem heeft ze al gezien. Misschien is het goed er nog eens naar te kijken.

"Zo, wat doe jij hier?" hoort Kariem zeggen. Hij schrikt ervan. Het is juffrouw Wilma met een kopje thee voor meester Paul.

"Ik, eh... ik moest zo nodig," antwoordt Kariem.

"Je bent hier wel een eindje uit de buurt. Je weet toch wel waar de wc is?" Kariem antwoordt niet. Hij kijkt naar de grond. Juf zal nu wel boos op hem zijn. "Dan zou ik nu maar opschieten als ik jou was. Of hoef je niet meer?" vraagt de juf lachend. Kariem knikt van ja en weg is hij, naar de wc. Hij doet zijn broek omlaag en gaat op de bril zitten. Stel je voor dat juf komt kijken! Maar de juf komt niet. Kariem hoort geen voetstappen. Wel hoort hij de kraan. De kraan druppelt. Die is niet goed dichtgedraaid. "Drup, drup, drup." O, wat heeft hij een dorst! "Drup, drup, drup... srup, srup, srup... zup, up. up... zap, zap, zap... zam, zam..." 'Zamzam', zo heet de heilige bron in Mekka. Daar ver weg druppelt de bron voor de moslims die dorstig zijn. Op koranles heeft hij dat gehoord. Kariem wil een goede moslim zijn. Hij wil nu niet drinken. Het is immers ramadan. Als ze vanavond aan tafel gaan, wil hij kunnen zeggen, dat hij ook mee doet met vasten. Wat zal vader dat flink van hem vinden. Het is ook wel moeilijk. Er zijn mensen die geen eten hebben. Ja, dat heeft vader verteld.

Arme mensen. Wat erg, honger te hebben en niet te kunnen eten. Of dorst te hebben en niet te kunnen drinken. Vanavond drinkt Kariem wel en eet hij ook. "Zam, zam... zap, zap... zrup... zrup... drup... drup..." Hè, wat druppelt die kraan toch. Kariem hijst zijn broek weer op. Hij gaat naar de klas terug. Je kunt niet te lang weg blijven.

Meester is klaar met het verhaal. De kinderen zijn in groepjes bezig met de tekeningen. "Kariem, jij doet mee met het groepje van Aafje," zegt meester. Aafje is al druk bezig. Ze heeft een leuk idee. Ze maken een boerderij zo groot als het papier. Je kunt zo in de kamers kijken. De voormuur is weg. Wim tekent vogels op het dak. Ellie tekent slingers in de kamer. Evert wil een konijnenhok tekenen. Aafje vindt, dat dat niet kan. "Je kunt toch geen konijnenhok in huis tekenen!" zegt ze boos. "Nou, deze kamer was nog dicht," zegt Evert. "Kijk, hier heb je de muur." Evert tekent stenen in de muur en een raam. "Heel gewoon, nu zitten ze buiten." Even lijkt het erop dat er ruzie komt. Wat is Aafje boos! Ellie sust het: "Kom nou, Aaf. Dan is het toch gewoon een stal. Dat konijnenhok staat in de stal. Dat kan toch ook." Kariem vindt de tekening best mooi worden. "Ik help Ellie met het versieren van de kamer," zegt hij. "Dat hoeft niet, die is mooi zo. Vul jij die stal maar wat op met wat varkens of zo. Of teken jij de taart en de limonade," zegt Aafje. "Nee, dat wil ik niet tekenen," antwoordt Kariem. Kariem wil eigenlijk helemaal niet tekenen. Hij blijft staan kijken wat de anderen tekenen. Oef, wat is het nog heet! Daar gaat de bel. Het is vier uur.

"Ik ga vragen, of ik een ijsje krijg," zegt Wim als ze buiten staan. "Ga je met mij mee?" vraagt Ali aan Kariem. "Mij best," antwoordt Kariem. Samen lopen ze de hoek om en gaan naar huis. In de tuin van Ali is het lekker koel. Ze gaan languit op het gras liggen. Kariems ogen vallen toe. Het wordt langzaam minder warm. Onder de boom wordt het zelfs een beetje koud. Door de kou wordt Kariem weer wat wakker.

"Zullen we tv gaan kijken?" stelt Ali voor. Dat is een goed idee. In huis is het nu lekker. Op de tv is een film al begonnen. Ze snappen er niet veel van. Dat komt natuurlijk omdat ze het begin niet gezien hebben. Dan volgt de reclame. Een filmpje over een merk tandpasta. Reclame over toetjes. Dan een filmpje over frisdrank. "Doe uit dat ding," zegt Kariem boos. De vader van Ali komt thuis. Het is al wat donker buiten. Kariem gaat naar huis. Als de zon helemaal onder is gaan de moslims aan tafel. De eerste dag van de ramadan is voorbij. Een volle maand duurt het vasten. Kariem en Ali zijn blij. Het eten lijkt veel lekkerder dan anders. Wat een feest om na zo'n vastendag zo gezellig met elkaar te eten. Ze mogen best een beetje trots op zichzelf zijn. Want, echt waar, dat valt toch niet mee, zo'n hele dag zonder eten en drinken.

 

Tradities, rituelen en activiteiten in de klas

In de klas kun je aan verschillende tradities en rituelen werken. Als rode draad hebben wij gekozen voor het thema 'samen'. Om dit tot uiting te brengen in het klaslokaal zijn er verschillende mogelijkheden aan activiteiten.

De vastenmaand duurt 31 dagen. Gedurende de ramadan besteed je op een vast moment in de week aandacht aan het thema. Als introductie kies je één van de verhalen onder het kopje 'ramadan' of een ander passend levensbeschouwelijk verhaal. Hierbij is er de mogelijkheid om een brug te slaan tussen verschillende religieuze tradities. Zie hiervoor 'Vastentradities in andere geloven'. Daarnaast voer je over dit verhaal een gesprek. Hierbij is het thema 'samen' belangrijk. Je kunt de nadruk leggen op samen delen en samenwerken. Wat kunnen de kinderen zelf doen aan samenwerken en samen delen in de klas? Ga hier op in en werk dit met de kinderen uit.

In de eerste week heb je met de kinderen een gesprek gevoerd en gedachten uitgewisseld over hoe we samen werken en samen delen in de praktijk kunnen brengen. Ideeen hierover worden hieronder beschreven.

In de klas staat een wensboom. Ieder kind krijgt twee kaartjes, hierop tekenen ze een wens of gedachte voor een familielid en één voor hun buurman of buurvrouw. Deze kaartjes worden door de kinderen in de boom gehangen, nadat het kind de wens of gedachte heeft toegelicht in de klas. 

Ook kunnen de kinderen in groepjes hun ideale maaltijd samenstellen. Praat er met de kinderen over hoe het zou zijn om een hele dag niks te eten. Wat is honger en hoe voelt het om honger te hebben? Waar zou je dan zin in hebben? Laat de kinderen gerechten tekenen of uit tijdschriften plaatjes knippen met hun favoriete maaltijd er op. De kinderen mogen hiervan een mooie menukaart maken.

Om echt te denken aan anderen, kun je alle kinderen vragen iets kleins en persoonlijks mee te nemen van huis. Misschien dat autootje wat je niet meer gebruikt? Of viltstiften of een boek? Als iedereen iets meegenomen heeft, leg je alle voorwerpen in de kring. Wat ligt er allemaal? Gebruik je dit nog wel eens? Wat kunnen we hiermee doen? Stuur aan op het weggeven, als de kinderen hier zelf niet mee komen. Wie zou je hier blij mee kunnen maken? Hoe kunnen we dit realiseren? Je kunt hierbij denken aan de voedselbank en andere organisaties die bijvoorbeeld voor het sinterklaasfeest speelgoed inzamelen.

 

 

Het Kleine Feest

Verhalen

Suikerfeest bij ons thuis

Ervaringen van een Turks meisje met het Suikerfeest

"En nu vlug naar bed, want morgen is het Seker Bayram (Suikerfeest) en dan moeten we vroeg opstaan." Maar ik kan niet slapen. Een hele tijd lig ik nog in mijn bed te woelen. Ik voel in het donker met mijn hand op de stoel naast mijn bed. Daar liggen mijn nieuwe kleren, een bloemetjesjurk met een kanten kraag en parelmoeren knoopjes, lintjes voor mijn haar en nieuwe sokken. Naast mijn bed staan ook mijn nieuwe schoenen. Ze ruiken naar leer. Vannacht mogen ze binnen staan, daarna niet meer.

In een moslimhuis kom je niet op je schoenen binnen; er mag geen straatvuil binnen komen. Tot laat in de nacht hoor ik nog geluiden op straat. Het is druk. Het is de gewoonte aan het einde van het vasten wat geld naar de armen te brengen, als aalmoes.

Als mijn moeder ons wakker maakt, heb ik het idee dat ik nog maar net slaap. Slaperig word ik in bad gestopt en ingezeept. Mijn haar verdwijnt onder het schuim. Helemaal fris en schoon word ik in mijn nieuwe kleren gestoken. Nu begin ik een beetje wakker te worden, vooral als mijn haar gekamd wordt. Mijn moeder doet de nieuwe lintjes in mijn vlechten. "Net vlinders," zegt ze en ze besprenkelt mijn haar met eau de cologne en rozenwater.

Nu kan het feest beginnen. Drie kwartier na zonsopgang klinkt de oproep tot het feestgebed. Mijn moeder vertelt: "In de tijd van Mohammed ging iedereen naar het feestgebed, mannen, vrouwen en kinderen, jong en oud, want het is de bekroning van de Ramadan. Iedereen ging de moskee binnen met een luid: Allahu, Akbar (God is machtig). In veel landen is dat nog zo. In Turkije blijven de vrouwen en kinderen thuis. Alleen de mannen en de grote jongens gaan."

Buiten de moskee zijn overal rieten matten neergelegd om op te bidden, want vandaag is de moskee te klein voor iedereen. Na het gebed en een toespraak omhelzen de mannen elkaar en wensen elkaar een gezegende Bayram toe. Mijn vader koopt grote dozen snoep en chocolade. Ik mag ze aan hun blauwe en roze lintjes naar huis dragen.

Thuis kussen we met eerbied de hand van onze ouders en brengen de gekuste hand naar ons voorhoofd. Dan gaan we overal op bezoek en herhalen de eerbiedsgroet. Mijn zusje en ik krijgen snoep en geld. 's Middags gaan we samen met onze ouders naar de begraafplaats om stukken uit de koran en een kort smeekgebed voor onze overleden familieleden op te zeggen. Ik geef de planten en de bloemen op de graven water. We wieden het onkruid niet, want ze zeggen dat alles in de natuur hier in gebed is voor degenen die er begraven liggen. De andere dagen van de Seker Bayram gaan we familie en vrienden bezoeken.

De viering

We beginnen deze feestelijke dag met een belangrijk ritueel. Voor dat de kinderen gaan feesten en eten moet eerst het lokaal goed schoon gemaakt worden. Kinderen gaan in groepjes het lokaal schoonmaken. Dit hoort bij de tradtitie van het Kleine Feest. Zorg voor emmers sop en doekjes en laat vooraf de kinderen nadenken over het schoonmaken. Waarom is dit belangrijk? Kunnen de kinderen andere voorbeelden noemen waarbij veel wordt schoongemaakt? Denk hierbij bijvoorbeeld aan de traditionele voorjaarsschoonmaak.

Na de schoonmaak begint de voorbereiding van het feest. De dagen voor het feest hebben we al taken verdeeld. De kinderen bereiden in groepjes eten, maar ze zorgen ook voor de aankleding van de tafels en het lokaal. Recepten voor het feest zijn te vinden onder het kopje recepten, maar natuurlijk zijn ook de lekkernijen en recepten die de kinderen eerder hebben samengesteld op de menukaarten een goede optie om te bereiden. Een extra bijzonder ritueel is het maken van helwa. Dit recept leent zich voor echte samenwerking. Je kunt met de hele groep, om de beurt, water toevoegen aan dit recept, om zo samen een traditionele Turkse lekkernij te maken (zie recept).

Als al het eten klaar is, beginnen we de maaltijd met een gebed en/of gesprek. Waarom eten we straks deze maaltijd? Hoe hebben we deze bereid? We hebben de laatste tijd gewerk aan samen delen en samen werken. Deze maaltijd is hiervan de afsluiting. Omdat we steeds aan anderen gedacht hebben, gaan we nu nog een mooi ritueel uitvoeren. We kijken goed naar alle lekkernijen. Bedenk waar je zelf zin in hebt. Waar zou je buurman of buurvrouw zin in hebben? Ieder kind kiest een lekkernij uit, die hij zelf heel graag wil eten en waarvan hij weet dat zijn of haar buur dat ook lust. Deze geeft het kind aan zijn buurman. Zo gaat de hele kring rond. ieder kind kiest iets wat hij zelf graag zou willen eten en geeft dit aan het kind naast zich in plaats van aan zichzelf.

Na de maaltijd ruimt iedereen op. We helpen allemaal mee. Als alles opgeruimd is, doen we een laatste activiteit. De leerkracht gaat rond met hoed met alle namen van de kinderen er in. Net als bij lootjes trekken, pakken de kinderen een naam uit de hoed. Voor het kind wat ze getrokken hebben maken de kinderen een mooie kaart. De leerkracht deelt blanco ansichtkaarten uit. Als de kinderen al kunnen lezen en schrijven, schrijven ze er een wens bij, maar in ieder geval tekenen de kinderen een wenskaart voor degene die ze getrokken hebben. Hiervoor kan de leerkracht eisen stellen. Het moet bijvoorbeeld gaan over diegene, of een wens bevatten. Aan het eind van de les geven de kinderen in de kring om de beurt de kaarten aan elkaar.

 

Recepten

Er zijn vele activiteiten die je kan gaan doen met de kinderen bij het onderwerp Suikerfeest.

Hieronder staan een paar authentieke recepten die je kan maken met de kinderen.

 

http://www.suikerinfo.nl/thema/suikerfeest/#Gazellehoorntjes
http://www.suikerinfo.nl/thema/suikerfeest/#Gazellehoorntjes

 

 

 

  

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

http://www.ah.nl/allerhande/recepten/178188/lokum-turks-fruit
http://www.ah.nl/allerhande/recepten/178188/lokum-turks-fruit

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

http://allrecipes.nl/recept/1479/baklava.aspx
http://allrecipes.nl/recept/1479/baklava.aspx

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

http://deturkserecepten.blogspot.nl/2009/01/irmikli-helva.html
http://deturkserecepten.blogspot.nl/2009/01/irmikli-helva.html

Vasten in andere geloven

Hindoeisme

Bij de Hindoes zijn er verschillende redenen om te vasten. Deze zijn:

  • Politiek doel.
  • Godsdienstig feest
  • Geld besparen voor de armen.

Hierdoor lijken de beweegredenen voor het vasten het meeste op de beweegredenen van de Moslims. Er zijn alleen niet zulke strenge eisen aan verbonden. Er is geen vaste vastenperiode en de duur is ook afhankelijk van je eigen doelstelling. 

 

 

 

Christendom

Binnen het Katholicisme wordt er ook gevast. Zij nuttigen 40 dagen lang maar een maaltijd per dag. De beweegredenen hiervoor is om een weg naar God te vinden en een periode van bezinning op het dagelijkse leven.

Zij geloven dat door het afzien van voedsel het lichaam sterker is om de verleidingen van het kwaad te weerstaan.

Jodendom

Joden hebben geen vastenperiode.

Er is wel een feestdag waarop men gedurende een etmaal vast. Deze feestdag is Jom Kipoer. Op deze dag is alles gericht op het louteren van lichaam en geest en overdenken van zonden.

Boeddhisme

Boeddhisten vasten om je goed te kunnen concentreren op wijsheid en begrip van het leven. Binnen dit geloof is er ook geen vaste vastenperiode. Het vasten is afhankelijk van de persoon en zijn eigen doelen die hij wil bereiken.

  • Het arrangement Samen is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteurs
    Hanneke Westerveen Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
    Laatst gewijzigd
    2013-04-10 10:20:07
    Licentie
    CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 3.0 Nederlands licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Ideeen en tips om het Suikerfeest (Kleine Feest) te vieren in groep 3/4 (en hoger).
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    0 uur en 50 minuten
    Trefwoorden
    kleine feest, suikerfeest