Zorgboerderijen zijn land- of tuinbouwbedrijven waar mensen vanwege ziekte, ouderdom, handicap, problemen bij opvoeding of na aanraking met justitie passende dagbesteding aangeboden krijgen om zover dat mogelijk is hun functioneren in de samenleving te verbeteren.
Zorglandbouw is een van de vormen van verbrede landbouw. Sinds het eind van de vorige eeuw heeft de zorglandbouw een grote vlucht genomen. Zo staan er bij het CBS 865 bedrijven over 2010 te boek.
Ondertussen raakt men meer bekend met de effecten van zorglandbouw op de gezondheid van de cliëntgroepen. De rust en de ruimte van het platteland dragen bij aan het welzijn van de mensen.
Veel boeren starten de zorglandbouw vanuit een grote betrokkenheid bij de zorg. Zij doen dit veelal zonder uitgebreid stil te staan bij de economische implicaties. Toch zijn er voor de verschillende sectoren en partijen in de samenleving, zoals cliënten, het boerengezin, het platteland en de zorgsector voordelen te halen uit de combinatie landbouw en zorg. We spreken dan over de meerwaarde van de zorg
De praktijk laat zien dat de boerderij een gezondmakende omgeving kan zijn voor cliënten uit heel verschillende doelgroepen, zoals verslavingszorg, psychiatrie, verstan-delijke gehandicaptenzorg, ouderenzorg en jeugdhulpverlening. Positieve effecten die worden genoemd bij verschillende doelgroepen zijn:
zelfwaardering
tot rust komen
fysiek sterker worden
dag- en nachtritme opbouwen
nieuwe contacten opbouwen en integreren
zingeving ervaren
minder onrust
afname gebruik medicijnen
Historie
De zorgboerderij brengt bedrijvigheid met zich mee en deze activiteiten kunnen leiden tot een hoger voorzieningenniveau. Het combineren van zorg en landbouw biedt voor veel boeren een beter toekomstperspectief en draagt daarmee bij aan een vitaal platteland. Tussen 1998 en 2010 is het aantal zorgboerderijen toegenomen van 318 tot ruim 865.
In de tabel is de groei van het aantal zorgboerderijen weergegeven
1998
2003
2005
2007
2008
2009
2010
318
372
541
605
696
707
865
Zorglandbouw en Educatie en Intra
Als je na het VMBO verder gaat leren aan een MBO kom je voor de keuze of je wilt leren en later werken in de sectoren:
handel en economie
zorg en welzijn
landbouw
techniek
Al deze sectoren hebben vele opleidingen, van kapper tot diepzeelasser en van veehouder tot directiesecretaresse, alles is mogelijk. Maar alles hangt ook af van de keuze die je gaat maken voor je vervolgopleiding. Voor je sectorwerkstuk bij Nederlands kun je onderzoeken of een opleiding bij jou zou passen. Bij intra bekijken we alle sectoren, zodat je een idee krijgt wat er allemaal mogelijk is. Maaarrrr, we zijn een groene school, daarom koppelen we de sectoren aan onze eigen sector, die van de landbouw.
In dit thema gaan we aan de slag met de zorglandbouw en educatie (op en rondom de boerderij). Een aantal onderdelen uit de sector zorg en welzijn dus. In Nederland zijn veel bedrijven die met deze neventak hun geld verdienen. Op veel bedrijven is deze tak zelfs het hoofdinkomen van het bedrijf en is de 'originele' landbouwtak geheel of deels verdwenen.
Maar wat is nu eigenlijk zorglandbouw. Hieronder een filmpje van een zorgboerderij in Limburg, hierin is goed te zien wat er precies bedoeld wordt en welke werkzaamheden op zo'n bedrijf aan bod komen.
.
zorgboerderij Wienes en Wienes plaats, mei 2011
Nu je weet wat een zorgboerderij inhoud ben je vast nieuwschierig geworden naar wat wij daar nu mee gaan doen.
Onder het kopje planning lees je de algemene planning voor het thema en daaronder bij de subkopjes per week wat we daadwerkelijk gaan doen. Hier zullen tegen de tijd dat we zover zijn ook de opdrachten staan en jullie planningen van je projectgroepjes.
Planning
Voor dit thema gaan we aan de slag met bedrijven en onderwerpen uit de zorglandbouw en educatie.
We gaan een aantal bedrijven bezoeken en als eindopdracht gaan jullie zelf een dierenmorgen organiseren op een bedrijf. De keuze is uit de volgende bedrijven:
Een verzorgingshuis
Een basisschool
Een kinderdagverblijf
Je gaat als projectgroep van 6 a 7 mensen alles zelf voorbereiden en regelen. Dit doe je door samen de taken te verdelen en als team de boel voor te bereiden.
De zaken die tot nu toe ingeleverd zijn en beoordeling
De vragen die gesteld gaan worden op de zorgboerderij
Maak deze week een afspraak voor de dierenmorgen op het door jullie gekozen bedrijf. Doe dit bij voorkeur persoonlijk op het bedrijf, natuurlijk bel je eerst om hiervoor een afspraak te maken. Maak gebruik van je eigen netwerk (bijvoorbeeld een oma in een verzorgingshuis, waardoor je ze daar kent. Je oude basisschool, of het kinderdagverblijf waar je buurvrouw werkt etc etc). Dit helpt enorm. Overleg eerst eens met de bekende (als je die hebt) wie je op het bedrijf moet hebben en vraag naar die persoon als je belt. Noem je eigen naam, en dat je leerling bent op het Nordwincollege (in Buitenpost). Zo is direct duidelijk dat je vanuit een opdracht voor school belt.
Er zijn drie keuzemogelijkheden. Per onderdeel is er ruimte voor 2 groepen. De groepen bestaan uit 6 a 7 personen.
Naar de dag van uitvoering toe ga je met je groep als team aan de slag. Je hebt wekelijks op dinsdag de 1e twee uur tijd om te vergaderen en taken te verdelen. Dit doe je zoals je hoort te vergaderen. Dus met voorzitter en notulist.
De notulen van iedere vergadering (wekelijks) komen in jullie gezamelijke eindportfolio en tellen mee bij de beoordeling van het proces.
De onderwerpen waaruit gekozen kan worden zijn:
Een dierenmorgen in verzorgingstehuis Haersmahiem organiseren en verzorgen
Een dierenmorgen op een kinderdagverblijf organiseren en verzorgen.
Een dierenmorgen op een basisschool organiseren en verzorgen.
Groepen samenstellen.
Dit doen we interactief in het lokaal.
Na het groepen samenstellen krijg je als groep de volgende opdracht voor deze week:
Noteer op het papier jullie namen en klas
Bedenk een naam voor jullie team
Overleg over de taken binnen het projectteam
Benoem een voorzitter en een notulist, noteer dit op je papier
Brainstorm met behulp van de post-it papiertjes over de uitvoering van jullie ochtendprogramma (dierenmorgen).
Zet een plan van aanpak in elkaar naar aanleiding van jullie brainstorm.
Noteer de stappen van jullie plan van aanpak op je papier. noteer waar nodig tijden en namen van diegene die verantwoordelijk zijn voor een stap.
Dierenwelzijn is gebaseerd op de vijf vrijheden van dieren. Deze vrijheden zijn in 1965 door de Britse Brambell-commissie voorgesteld en later verfijnd door de Animal Welfare Council.
Deze vijf vrijheden zijn:
Vrij zijn van dorst, honger en ondervoeding door de beschikbaarheid van vers water en voer waarmee een optimale gezondheid en energiehuishouding wordt gegarandeerd.
Vrij zijn van fysiek en fysiologisch ongerief door een geschikte huisvesting te bieden, inclusief een comfortabele rust- en schuilplaats.
Vrij zijn van pijn, verwondingen en ziektes door deze te voorkomen en wanneer deze toch optreden, door ze snel en adequaat te diagnosticeren en te behandelen.
Vrij zijn om het normale gedrag te kunnen uitvoeren door voldoende bewegingsvrijheid te geven, in een daartoe geschikte stalruimte, en door sociale huisvesting met soortgenoten.
Vrij zijn van angst en chronische stress door huisvesting en management die angst en stress voorkomen.
Aan de hand van deze vijf vrijheden waarop dierenwelzijn is gebasseerd gaan we met onze dieren aan de slag. Een dierenmorgen organiseren op een bedrijf met mensen die misschien weinig of geen ervaring hebben met de omgang met dieren is alleen mogelijk als je er zelf alles van af weet.
Niet alleen van hoe je dier eruit ziet, maar vooral ook hoe je er voor kunt zorgen dat jou dier op de goede manier gehanteerd wordt, en hoe je dit aan anderen uitlegt of anderen hierin begeleid.
De opdracht voor vandaag heeft twee onderdelen. We gaan aan de slag met de tweede van de vijf vrijheden. De huisvesting.
Hierbij is het klimaat waarin het dier gehouden wordt van groot belang. En natuurlijk de hygiëne van de huisvesting. Je gaat op zoek naar de ideale omstandigheden voor een van de diergroepen bij ons op school. Hiervoor gebruik je boeken en materiaal welke in het dierenlokaal beschikbaar zijn.
Je maakt een lijst met hierop 7 kenmerken waaraan het klimaat en de huisvesting van jou diersoort moet voldoen. Als je deze hebt opgeschreven ga je de stal in om te kijken of wij op school deze kenmerken ook voldoende in acht nemen. Je noteert afwijkingen en maakt hiervan een kort verslagje met foto's van ieder kenmerk. (max 2 a-4). Dit lever je komende week in.
Hieronder een opdracht over temperatuur. Om even wat kennis op te halen.
De teams zijn compleet, de ideeën zijn geboren. Maar wat gaan jullie nu daadwerkelijk doen. Wat gaat het kosten en hoe gaat het er allemaal uitzien. Niet in een paar woorden, maar in een compleet draaiboek!
Welke zaken moeten geregeld worden?
Wie is waarvoor verantwoordelijk?
Wat gaan jullie precies doen op de morgen?
Welke dieren gaan mee?
Welke maatregelen moet je nemen om de dieren mee te krijgen, zijn er nog bijzondere eisen vanuit het dier?
Welke zaken moeten op locatie geregeld worden (denk je). Wat kun je hier zelf aan doen, plannen, regelen?
Op welke manier zou je het bedrijf kunnen benaderen, wie, connecties?, netwerken??
hoe ga je deze benadering aanpakken om het gewenste resultaat te krijgen (ofwel, ja jullie mogen komen).
Welke kennis heb je samen om tot een goede morgen te komen
Welke kennis missen jullie nog die nodig is om het goed te laten verlopen
Wie heb je nodig voor deze kennis, wanneer?
Wat heb je nodig op locatie, er naar toe, in de voorbereiding.
Zo maar een rijtje vragen waarop je aan het eind van deze twee uur (in nette notulen) antwoord moet kunnen geven.
Na vanmorgen is duidelijk wat jullie gaan doen en welke dieren jullie nodig hebben. Met deze dieren ga je de komende tijd ook een deel van de praktijkopdrachten maken.
Een dier moet vrij zijn van honger en dorst of onjuiste voeding
Een dier moet vrij zijn van ongemakken
Een dier moet vrij zijn van pijn, verwondingen en ziekten
Een dier moet vrij zijn van angst en kwellingen
Een dier moet vrij zijn soorteigen gedrag te vertonen
Met de vrijheid waarin huisvesting centraal staat zijn we vorige week aan de slag geweest. Deze week gaan we in twee groepen verder.
De ene groep gaat in tweetallen aan de slag met het beoordelen van de huisvesting (vrij zijn van ongemakken) en aan de slag met de vrijheid: vrij zijn van pijn, verwondingen en ziekten.
De andere groep gaat eveneens in tweetallen inzoomen op gedrag. Hierbij horen de vrijheden: vrij zijn van angst en kwellingen, en: vrij zijn soorteigen gedrag te vertonen.
Je gaat in beide opdrachten eerst op zoek naar wat normaal is voor jou dier. Daarna ga je observeren en meten of jou dier (of dieren) voldoen aan deze 'normaalwaarden'. Uiteindelijk kun je hieruit een conclusie trekken wat betreft de vrijheid (vrijheden) die centraal staan in je opdracht. Dit rond je af en lever je voor het begin van de volgende les in.
Hieronder nog wat extra informatie over dieren, diersoorten en rassen. Het maakt namelijk nogal uit of je praat over het soort konijn of soort cavia. Terwijl bij beiden de lotharingertekening een beschrijving van het ras kan zijn. Lees maar eens goed door en onthoud hoe het precies zit qua indeling in soorten, rassen, variëteiten en hoe je alle dieren ook in kunt delen.
We gaan op bezoek bij een zorgboerderij in Lutjegast. Op het bedrijf krijg je een rondleiding en kun je vragen stellen. Vooraf of aansluitend op de rondleiding maak je een aantal vragen. Denk tijdens het bezoek ook even aan de morgen die je met je projectgroep gaat verzorgen....
Boyemaheerd is een zorgboerderij waar mensen hun dag kunnen doorbrengen.
Op de website van de zonnehuisgroep, welke Boyemaheerd ondersteund is de volgende informatie te lezen:
Als u ziek bent of ouder wordt, ziet uw wereld er soms anders uit. U bent minder mobiel en zit vaker thuis. Het wordt stiller om u heen. Misschien heeft u mensen in de buurt die voor u zorgen. Mensen die erop toezien dat u niets tekort komt. Of u bent vooral alleen en u vindt het moeilijker worden om de dag op een prettige manier door te komen. Het is dan fijn om een paar uren of dagen in de week voor uzelf een prettige daginvulling te hebben. Daarom bieden wij dagverzorging.?
Hieronder een link naar de folder van het bedrijf.
Ter voorbereiding van dit bezoek hebben jullie een aantal vragen opgesteld. Deze ga je tijdens het bezoek stellen, of op een andere manier proberen antwoord te vinden. In het document hieronder vind je een overzicht van alle vragen per groepje en per bedrijfstype. Kijk eens bij elkaar of je dingen ziet die je zelf ook zou willen weten. Zorg er in ieder geval voor dat je het antwoord op je eigen vragen vind. De notulist verzamelt de antwoorden en de voorzitter zorgt ervoor dat ze bij een van beide docenten komen zodat ze op de site gezet kunnen worden.
Naast de vragen die jullie zelf hebben opgesteld maak je ook een opdracht op het bedrijf. Hiervoor moet je in gesprek met medewerkers van de zorgboerderij. Vraag altijd even of het past als je een aantal vragen steld. Probeer zo vlot mogelijk te werken zodat je mensen niet te lang van het werk houd. Je mag ook in gesprek met cliënten, houdt rekening met deze mensen, soms is het voor hen lastig te antwoorden.
Zet hem op en veel plezier tijdens dit bezoek.
Groep 1: Beide groepen verzorgingstehuis. 8.55 aanwezig. 9.00 rondleiding (tot 9.20)
Groep 2: Beide groepen basisschool. 9.30 aanwezig (9.30-9.40 rondleiding).
Groep 3: Beide groepen kinderdagverblijf. 10.00 - 10.20 (opdrachten vooraf af hebben).
Opdracht Boyemahaerd
Werk een activiteit uit die op de zorgboerderij plaats vindt (zoals: eieren rapen, stal uitmesten, paard poetsen, onkruid schoffelen, dieren voeren). Het kan dus een activiteit zijn met dieren, planten, of overige werkzaamheden. Geef met jullie vakkundig inzicht een stappenplan van deze activiteiten.
Het gebruik van een stappenplan helpt je een beter beeld te vormen van de (on)mogelijkheden in een situatie of activiteit.
Voorbeeld:
stap 1: zoek een activiteit, beschrijf deze en geef je doelen aan.
stap 2: zoek de materialen erbij die je voor de uitvoering nodig hebt.
stap 3: beschrijf de locatie waar de activiteit uitgevoerd wordt.
stap 4: geef de handelingen weer waarop je moet letten (denk aan veiligheid mens/dier).
stap 5: beschrijf de nazorg van de activiteit (zoals: opruimen, dieren terug plaatsen).
Als je een activiteit uitgezocht en beschreven hebt maak je hiervan een instructiekaart (dit doe je niet tijdens het bezoek, dan verzamel je alleen gegevens).
De opdracht werk je thuis (of op school) verder uit. Het papier kleed je mooi aan, zodat hij printbaar is en gelamineerd op Boyemahaerd kan worden opgehangen.
Op de zorgboerderij werken cleinten met een verschillende problematiek. Om deze mensen zoveel mogelijk zelfstandig te laten werken is het nodig dat ze een goede instructie krijgen. Dit kan mondeling gegeven worden maar handiger is door middel van een instructiekaart. Dit geldt natuurlijk ook als je de mensen van het bedrijf waar jullie een dierenmorgen gaan organiseren iets wilt uitleggen. Dubbel bruikbaar dus.
Je kan op de instructiekaart gebruik maken van tekst, afbeeldingen, pictogrammen en kleuren zodat deze aantrekkelijk en makkelijk te lezen is voor de client.
Voorbeeld van een instructiekaart??
Je gaat nu de instructiekaart maken:
Je heb vanuit je eigen opdracht een doelgroep. Dus basisschoolkinderen, Ouderen of kinderen van het kinderdagverblijf (ga uit van 3 - 4 jaar). Maak nu één instructiekaart van één activiteit voor een persoon uit jullie doelgroep.
Je maakt voor jou groep 2 instructiekaarten (je werkt dus in een groep van 3 en een groepje van 4 personen (of als jullie met 6 mensen zijn in 2 drietallen). De kaarten komen in je map, ze moeten in kleur zijn en direct bruikbaar voor jullie doelgroep (bijvoorbeeld als je met deze mensen bij ons op school of op Boyemahaerd zou komen). Het mooiste is als je ze ook op de door jullie zelf georganiseerde morgen kunt gebruiken, maar dat hoeft niet.
De instructiekaarten worden op de volgende punten beoordeeld:
Creativiteit
Orginaliteit
Netheid
Leesbaarheid
Nederlandse taal (grammatica)
Werkbaar voor de zorgvrager en de werkbegeleider zorgbedrijf
SUCCES!?
Opdrachten week 4
Je gaat in beide opdrachten eerst op zoek naar wat normaal is voor jou dier. Daarna ga je observeren en meten of jou dier (of dieren) voldoen aan deze 'normaalwaarden'. Uiteindelijk kun je hieruit een conclusie trekken wat betreft de vrijheid (vrijheden) die centraal staan in je opdracht. Dit rond je af en lever je voor het begin van de volgende les in.?
De vijf vrijheden voor dierenwelzijn zijn:
Een dier moet vrij zijn van honger en dorst of onjuiste voeding
Een dier moet vrij zijn van ongemakken
Een dier moet vrij zijn van pijn, verwondingen en ziekten
Een dier moet vrij zijn van angst en kwellingen
Een dier moet vrij zijn soorteigen gedrag te vertonen
Met de vrijheid waarin huisvesting centraal staat zijn we vorige week aan de slag geweest. Deze week gaan we in twee groepen verder.
Afhankelijk van wat je twee weken geleden hebt gedaan ga je nu met de andere opdracht aan de slag:
De ene groep gaat in tweetallen aan de slag met het beoordelen van de huisvesting (vrij zijn van ongemakken) en aan de slag met de vrijheid: vrij zijn van pijn, verwondingen en ziekten.
De andere groep gaat eveneens in tweetallen inzoomen op gedrag. Hierbij horen de vrijheden: vrij zijn van angst en kwellingen, en: vrij zijn soorteigen gedrag te vertonen.
In deze week ga je op locatie kijken. Hoe ziet het bedrijf er uit. welke ruimte heb je tot jullie beschikking en wat is nodig om volgende week een goede ochtend te draaien.
Opdrachten week 6
18 februari 2015, 5e-8e uur.
Deze week moet het gebeuren. De dierenmorgen wordt werkelijkheid. Zorg dat alles op tijd klaar is en dat je goed voorbereid op pad gaat. Verdeel de taken goed. Wees een ambassadeur voor onze school.
Opdrachten week 7
Vandaag ga je met je groep aan de slag met een eindverslag. Hierin staat in ieder geval:
de planning van de afgelopen weken naar de dag toe
de taakverdeling
de dag zelf
hoe verliep het
wat ging goed
wat kon beter
hoe ging het samenwerken en de taakverdeling
zelfbeoordeling
als je hebt vul je aan met foto's. LET OP deze mogen alleen in het verslag gebruikt, deze worden niet op internet geplaatst.
Naar aanleiding van dit verslag volgt een reflectiegesprek met je groep, 0CNGA en STWA. Hieruit volgt een cijfer voor DSE 7 (klas4) en DSE 3 (klas 3).
Heb je alles af? vul dan de wolken weer in voor dit thema, per groep! wat moet er in, wat moet blijven, wat moet er uit, welke beroepen ken je in deze sector, wie werkt er in deze sector (van wie je kent).
Afsluitend gaan we daadwerkelijk aan de slag in het onderwijs (educatie) of in een zorg'omgeving'
Je gaat met je groep samen een activiteit organiseren en uitvoeren. Hiervoor krijg je een cijfer. Zowel van de docenten Intra (proces en product) als van de organisatie waar je met je groep aan de slag gaat.
Naast de dag die je op 18 februari hebt georganiseerd schrijf je een verslag van het gehele traject, met als afsluiting de zelfbeoordeling van het bezoek aan het bedrijf.
Dit verslag lever je in bij een van de docenten (voorkeur mail).
Naar aanleiding van dit verslag en jullie werk de afgelopen weken en niet te vergeten de dag zelf (en de beoordeling van de docent die mee geweest is) vormen de basis voor een reflectiegesprek. Hieruit volgt het cijfer voor dit thema.
Het arrangement Zorglandbouw en educatie is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Auteurs
Wiranda Stam
Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
Laatst gewijzigd
2015-01-15 13:52:31
Licentie
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 3.0 Nederlands licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.