Inleiding
Dit project is het tweede project van de verdiepingsfase. In deze fase van je opleiding wordt er van je verwacht dat je je leerproces meer en meer zelf aanstuurt. Vanzelfsprekend wordt je hierbij begeleid op school en in de branche waar je werkt.
In dit project verdiep je je in de zorg aan zorgvragers met middencomplexe problemen. Het gaat dan om cliënten met verschillende achtergronden, cultuur en problematieken.
Naast fysieke klachten is er soms sprake van een depressie, naast een verstandelijke beperking kan dementie optreden, ook mensen met een lichamelijke beperking krijgen kinderen en mensen met chronisch psychiatrische klachten of verslavingsproblematiek moeten soms revalideren nadat ze een heup gebroken hebben.
In dergelijke situaties is er sprake van ‘ midden complexe zorg’. Je kan je voorstellen dat je van verschillende markten thuis moet zijn om in die situaties een passend zorgaanbod te bieden. In middencomplexe zorgsituaties is 1 + 1 niet altijd 2.
Je hebt kennis nodig van verschillende stoornissen, beperkingen en handicaps. Je hebt vaardigheden nodig om verpleegtechnisch en communicatief adequaat te handelen. Je hebt een samenwerkende houding nodig om met de cliënt en met anderen – naasten van de cliënt, collega’s, disciplines - dat zorgaanbod vorm en inhoud te geven. Je moet planmatig kunnen werken en het zorgleefplan van een cliënt vorm en inhoud geven.
Je moet vaak net even verder kijken dan je neus lang is, net even dieper graven dan de eerste laag om een passend antwoord te vinden op een vaak niet eenvoudige vraag. Soms moet je juist eerst de vraag nader onderzoeken, voordat je tot aan mogelijk antwoord komt.
Dat antwoord ligt niet altijd in ‘het oplossen’ van de problemen, even vaak ligt het antwoord in het ‘stilstaan’ bij de situatie.
Specifiek richt je je in dit project op de zorg en begeleiding van zorgvragers met moeilijk hanteerbaar gedrag en communicatiestoornissen.