inleiding
Het bedrijfshoofd van een landbouwloonbedrijf of de medewerker, die het inzetten van chemische gewasbeschermingsmiddelen binnen het bedrijf aanstuurt, moet in het bezit zijn van het vakbekwaamheidbewijs ‘bedrijfsvoeren gewasbescherming’ ook wel spuitlicentie B genoemd.
Ook bedrijfshoofden van veehouderijbedrijven, geboren na 31 december 1995 moeten gewasbescherming B hebben als ze op hun bedrijf chemische bestrijding uitvoeren of laten uitvoeren.
Voor gewasbescherming B moet je je de volgende bekwaamheden en kennis eigen maken:
- De meest voorkomende ziekten, plagen en onkruiden herkennen en de biologische achtergronden van die ziekten, plagen en onkruiden kennen.
- Weten welke preventieve, teelttechnische, niet chemische en chemische middelen je kunt inzetten tegen een ziekte, plaag of onkruid.
- Kennis hebben van geïntegreerde gewasbescherming.
- Chemische middelen kunnen kiezen met behulp van naslagwerken.
- De gewasbescherming kunnen plannen en een gewasbeschermingplan kunnen maken waarbij aandacht voor niet chemische bestrijding en preventie.
- Middelengebruik registreren en met een registratiemodule kunnen werken.
- Je personeel kunnen aansturen, adviseren en instrueren op het gebied van arbo wetgeving en de wet gewasbescherming en biociden.
- De gewasbescherming kunnen evalueren en optimaliseren.
Als je dit leerarrangement doorloopt en alle werkdocumenten met bijbehorende vragen en opdrachten maakt en bestudeert, moet je voldoende kennis hebben opgedaan om de toetsen met goed gevolg te maken.
Veel succes !
Wied Hendrix
AOC Oost.
Informatiebronnen
Voor de open teelten veehouderij en akkerbouw is de Handleiding Gewasbescherming van DLV een onmisbare informatiebron. Bestellen 0592378130
In de arrangementen wordt veel gebruik gemaakt van de volgende digitale informatiebronnen.
Zet deze informatiebronnen bij je favorieten.
1 Beeldenbank onkruiden, ziekten en plagen: www.groenkennisnet.nl/databank
In de beeldenbank vind je bijna alle belangrijke ziekte, plagen onkruiden voor jouw sector terug.
2 Plantgezondheid: www.plantgezondheid.nl
Startpagina voor het agrarische onderwijs op het gebied van gewasbescherming met doorlinken naar allerhande informatiebronnen, filmpjes, lespakketten etc.
3 College toelating gewasbeschermingsmiddelen en biociden: www.ctgb.nl
Op deze site vind je onder bestrijdingsmiddelendatabank alle in Nederland toegelaten middelen. Je kunt doorklikken naar WG/GA het wettelijk gebruiksvoorschrift en gebruiksaanwijzing van gewasbeschermingsmiddelen.
4 Fytostat : www.fytostat.nl
Op deze site zijn vrijwel alle etiketten en veiligheidsbladen van In Nederland toegelaten middelen te vinden.
5 Centrum voor landbouw en milieu: de milieumeetlat www.milieumeetlat.nl
In de milieumeetlat vind je informatie over de milieubelasting van gewasbeschermingsmiddelen.
6 Productschap voor de akkerbouw : www.kennisakker.nl
Op deze site vind je teelthandleidingen van gewassen en veel informatie over spuitdoppen, tabellen etc.
7 Handboek snijmais: www.handboeksnijmais.nl
Teelthandleiding mais met daarin veel informatie over onkruidbestrijding en ziekten en plaagbestrijding.
8 Openbaar groen en particulier groen: www.gezondeboomteelt.nl
Een site van het productschap tuinbouw en DLV met daarin veel actuele informatie over ziekten en plagen in de boomkwekerij.
9 Nieuwe Nederlandse voedsel en warenautoriteit : www.vwa.nl
Onder ‘werkwijze plant’ vind je informatie quarantaine organismen, wet en regelgeving etc.
Ziekten, plagen en onkruiden
Als je de vragen en opdrachten van het werkdocument zorgvuldig maakt, loop je vanzelf de belangrijkste ziekten en plagen door.
Algemene informatie vind je in de documenten die gelinkt zijn, informatie gericht op een specifieke ziekte of plaag vind je in de beeldenbank gewasbescherming.
Maak op je iegen PC een mapje aan met de titel 'gewasbescherming B'en zet daar de uitgewerkte opdrachten in.
Succes met het maken van de opdrachten.
ziekten en plagen
De volgende links naar informatiebronnen kun je gebruiken om achtergrondinformatie te vinden, die je nodig hebt om de vragen en opdrachten uit het 'werkdocument ziekten en plagen' te maken.
afwijkingen en oorzaken
Ziekten en plagen
bladluisfilm
Lieveheersbeestjelarve lust er wel pap van!
Kennis van ziekten en plagen en hun biologische achtergronden
Van de volgende ziekten en plagen uit de veehouderijsector moet je de verschijnselen kennen, de biologische achtergronden en wat je tegen een bepaalde ziekte of plaag kunt doen. Maak zoveel mogelijk gebruik van materiaal uit de beeldenbank gewasbescherming www.groenkennisnet.nl/databank
Voor de ziektes en plagen in mais kun je ook gebruik maken van het handboek snijmais: www.handboeksnijmais.nl
- bladvlekkenziekte in mais
- bodemschimmels mais
- builenbrand
- emelten en langpootmuggen
- engerlingen, meikevers en rozenkevers.
- fritvlieg
- ritnaalden in mais
- stengelrot
- wortelverbruining
- kroonroest in grasland
- rouwvlieg in grasland
- mol
- bladluizen in verschillende gewassen
onkruiden
In het 'werkdocument onkruiden' zit een link naar de digitale leereenheden 'gewasbescherming op het bedrijf' van het Ontwikkelcentrum. Je moet daarvoor wel een toegang hebben tot de ECC van het Ontwikkelcentrum!
Bestudeer de kennisblokjes, die gaan over onkruid nog eens goed. maak de vragen die betrekking hebben op die kennisdeeltjes, voor zover je dat bij licentie uitvoeren gewasbescherming nog niet gedaan hebt.
Lees vervolgens het document 'onkruiden' en je weet genoeg van de biologische achtergronden van onkruiden.
Let op: vooral begrippen als eenzaadlobbig, tweezaadlobbig, wortelonkruid, zaadonkruid, overblijvend onrkuid moet je goed kennen, want dat zijn begrippen, die je op etiketten van middelen en in teelthandleidingen weer tegen komt!
onkruiden
chem. gewasbescherming
Op een etiket van een middel staat onder ‘gebruiksaanwijzing’ staat een adviesdosering, bijvoorbeeld 1.5 liter van een middel per ha.
De weersomstandigheden voor, tijdens en na een bespuiting zijn minstens zo belangrijk als de hoeveelheid die je spuit. Liever een wat lagere dosering onder goed omstandigheden dan een hoge dosering onder minder goed omstandigheden. Daar gaat dit deel over.
Middelen
Soms lees je wel eens over de werking van middelen: snel regenvast, met nawerking, systemische middelen en niet systemische middelen, maatregelen tegen resistentie.Als je de werking van gewasbeschermingsmiddelen wilt begrijpen, dan moet je meer kennis hebben hoe middelen in elkaar zitten en hoe ze geformuleerd zijn. Daar gaat dit hoofdstuk over.
De informatie, die in het werkdocument wordt gevraagd kun je via onderstaande links oproepen.
samenstelling
natuurlijke middelen
indeling en werking
middelen en milieu
resistentie
Weer en gewasbescherming
Op een etiket van een middel staat onder ‘gebruiksaanwijzing’ staat een adviesdosering, bijvoorbeeld 1.5 liter van een middel per ha.
De weersomstandigheden voor, tijdens en na een bespuiting zijn minstens zo belangrijk als de hoeveelheid die je spuit. Liever een wat lagere dosering onder goed omstandigheden dan een hoge dosering onder minder goed omstandigheden. Daar gaat dit deel over.
Onkruidbestrijding veehouderijbedrijf
In de volgende powerpoint presentatie staan een aantal onkruiden, die veel op veehouderijbedijven worden aangetroffen.
Noteer naam van het onkruid, en een of twee middelen, die daar veel tegen ingezet worden met daarbij de adviesdosering. Gebruik je handleding om de informatie op te zoeken.
Anders bestrijden
In het verleden was bestrijden vaak synoniem voor chemische bestrijding. In de moderne gewasbescherming wordt vaak toch anders tegen het bestrijden van onkruiden ziekten en plagen aan gekeken, In dit hoofdstuk 'anders bestrijden'kijken we naar geintegreerde bestrijding, niet chemische bestrijding en naar biologische bestrijding, Telers moeten de gewasbescherming op een geintegreerde manier uitvoeren, dat wil zeggen dat zo veel mogelijk gebruik gemaakt moet worden van niet chemische technieken.
Ten slotte komt het maken van een gewasbeschermingsplan aan de orde.
Door het maken van de vragen en opdrachten in het werkdocument loop je vanzelf de belangrijkste punten uit de lesstof door.
Volgens de wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden moet iedereen die chemische gewasbescherming inzet, dat op een geintegreerde manier doen.
Dat betekent, dat je niet alleen chemische gewasbescherming inzet, maar ook al het mogelijke doet om de inzet van chemische middelen tot een minimum te beperken. In het document 'geintegreerd telen in de groensector' staat aangegeven hoe je dat kunt doen.
Geintegr. gewasbescherming
Vroeger was gewasbescherming vooral het denken in chemie: met welk middelen kan ik een bepaald probleem oplossen. In de moderne gewasbescherming verschuift het accent van bestrijden naar het voorkomen en naar andere manieren van bestrijding.
Gewasbescherming is niet meer uitsluitend het inzetten van chemische middelen, maar ook al het mogelijke doen op het gebied van preventie, niet chemische middelen en het inzetten van waarschuwings en adviessystemen etc.
Moderne gewasbescherming wordt geïntegreerd aangepakt. Veehouders doen bij veeziektes niet anders. Daar wordt ook vooral veel aandacht besteed aan hygiëne, het voorkomen van besmetting, en zo weinig mogelijk vee aankopen. In ei zin zit er veel overeenkomst tussen ziekten en plagen op het land en ziektes bij het vee.
Het gewasbeschermingsplan
Telers moeten planmatig met gewasbescherming omgaan en alle mogelijke maatregelen nemen om ziekten, plagen en onkruiden buiten de deur te houden. Veel telers zijn daar onbewust al mee bezig. De overheid wil, dat telers de gewasbescherming vastleggen in een gewasbeschermignplan. Elke teler is wettelijk verplicht om voor de gewassen, die hij teelt, een gewasbeschermingplan te maken, ook als alle spuitwerk door een loonwerker laat uitvoeren.
Het gewasbeschermingsplan is vormvrij, je mag dus zelf bepalen hoe dat er uit moet zien.
arbo en wetgeving
Bij ondeskundig gebruik kunnen gewasbeschermingsmiddelen schadelijk zijn, voor de toepasser, de mensen in de omgeving en voor het milieu.
Veilig werken en weten wat wel en niet mag zijn belangrijke aspecten van de gewasbescherming, er zijn immers altijd wel belangstellende burgers die meekijken met wat je nu aan het doen bent. En je wilt immers toch ook maatschappelijk verantwoord ondernemen?
Dit deel van de leereeheid gaat over veilig werken en wetgeving.
.
Arbo en veiligheid
In de Nederlandse wetgeving wordt veel aandacht besteed aan een veilige en gezonder werkomgeving.
In de documenten ‘veiligheid’ en ‘risico inventarisatie en evaluatie’ vind je informatie over veilig werken met gewasbeschermingsmiddelen.
veiligheid
arbowet
Wetgeving
In 2007 is de oude bestrijdingsmiddelenwet van 1963 vervangen door de wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden.
In het document 'Zo zou het moeten........' vind je de hoofdlijnen van de wetgevig. Vergeet niet, dat het etiket van een middel een hele belangrijke informatie bron blijft voor degen die het middel inzet. Je mag uisluitend het middel gebruiken als je het inzet volgens de etiket aanwijzingen, dus je moet rekening houden met de gewassen waarvoor een middel een toelating heeft, de wachttermijnen, periodes waarin je het middel niet mag inzetten, extra maatregelen ter voorkoming van drift etc.
LEES ALTIJD ZORGVULDIG HET ETIKET VOORDAT JE EEN MIDDEL TOEPAST!!!!!!