Introductie
Geen agent, maar volkorenbrood
Op het eerste gezicht is er niets opmerkelijks aan de leerlingen van de middelbare school in Appleton, in de Amerikaanse staat Wisconsin.
Ze ogen rustig, maken contact met elkaar, zijn geconcentreerd aan het werk. Niets aan de hand. Toch patrouilleerde nog maar een paar jaar geleden op deze school voor moeilijk opvoedbare kinderen dagelijks een agent. Leerlingen waren rebels, er waren hoogoplopende ruzies met docenten en sommige tieners droegen een wapen bij zich.
Decaan Greg Bretthauer herinnert zich hoe hij in 1997 tijdens een sollicitatiegesprek kennismaakte met de school: ‘Ik vond de studenten onbeschaafd, ongemanierd en onaangenaam.’ Met zulke jongeren wilde hij niet werken, zegt hij in de videodocumentaire Impact of Fresh, Healthy Foods on Learning and Behavior. Bretthauer weigerde de baan. Jaren later kreeg Bretthauer die baan alsnog en bleek de sfeer op de school intussen radicaal veranderd.
Nu omschrijft hij de leerlingen als ‘rustig’ en ‘welgemanierd’. Ruzies en overtredingen zijn uiterst zeldzaam, de agent is overbodig geworden.
Wat is hier gebeurd? Een blik in de wandelgangen van de Appleton Central Alternative High School geeft het antwoord. De automaten met frisdrank en snacks zijn vervangen door grote waterkoelers. De kantine heeft hamburgers en friet van de menukaart geschrapt en ruimte gemaakt voor volkoren brood, een saladebar en verse groenten en vruchten.
Is dat alles? Ja, dat is alles.
Inleiding
In 2006 was ik op het eerste congres voor Integrale Psychiatrie.
Integrale psychiatrie is een wereldwijd groeiende beweging waarbij, kort samengevat, complementaire en alternatieve geneeswijzen (CAG) in de reguliere psychiatrie worden geïntegreerd, op basis van wetenschappelijk onderzoek naar veiligheid en effectiviteit.
Als psychiatrisch verpleegkundige wilde ik weten of er nog alternatieven waren naast de gebruikelijke behandelmethoden (lees: pillen). Hoewel ik vertrouwen heb in de reguliere zorg, ben ik ook altijd bereid 'out-of-the-box' te denken.
Mijn verwachting was dat ik een interessant, maar hoop vaag gedoe en zweverigheid zou aantreffen.
Erg verrast was ik te merken dat er - naast een lama uit Tibet - heel veel concrete, wetenschappelijk bewezen, andere behandelwijzen besproken werden.
Het onderzoek van dr. C.B. Gesch (hoofdonderzoeker Departement Fysiologie, Oxford University) was een daarvan.
Deze Bernard Gesch had de relatie tussen agressie en voeding in de Engelse gevangenissen onderzocht.
Tijdens dit onderzoek onder ruim tweehonderd jonge gedetineerden slikte het grootste deel dagelijks een multivitamine met mineralen en vier capsules met vetzuren. De overige gevangenen kregen een placebo. In de eerste groep nam het gewelddadig gedrag sterk af. Vooral het aantal ernstige overtredingen daalde spectaculair, inclusief de geweldsdelicten. Deze afname bedroeg bijna 40 procent.
Bernard Gesch noemde zijn methode 'goedkoop, effectief en humaan'.
Ik vond dit uiterst spectaculair en deze spreker en zijn onderzoek zijn mij altijd bij gebleven. Helaas heb ik in de praktijk nooit een uitwerking van dit onderzoek mee mogen maken.
Ten tijde van deze publicatie werkte ik op een pychiatrische afdeling waar gedetineerden worden behandeld. Op deze afdeling komt veel (verbale) agressie voor.
Momenteel ben ik - na het volgen van een studie tot leraar gezondheidszorg en welzijn aan de NHL te Leeuwarden - docent op het MBO, alwaar ik les geef aan toekomstig verzorgenden en verpleegkundigen.
Tijdens mijn studie tot leraar moest ik voor het vak 'Voeding' moet ik een publicatie maken voor een bepaalde doelgroep over voeding en direct kwam het onderzoek van dr. Gesch bij mij naar boven.
Ik kon mij verdiepen in het onderzoek en mijn collega verpleegkundigen hierover vertellen en kijken hoe wij dit in de praktijk konden uitwerken.
Dit digitaal leermiddel is bedoeld voor (toekomstig) verpleegkundigen en verzorgenden.
Je doet wat je eet
Geitenwollensokkenonderzoek?
Onderzoek naar de invloed van voedingstekorten op ongewenst gedrag heeft al tientallen jaren plaats.
Apotheker Gert Schuitemaker leidt het Ortho Institute, een particulier onderzoekscentrum voor voeding en gezondheid. Hij geeft in zijn boek 'Honger naar Geweld' een overzicht van alle resultaten. Minder suiker of veel visolie tegen agressie, een speciaal dieet bij ADHD, extra mineralen om gedragsstoornissen te temperen: steeds meer wetenschappers zien in dat de invloed van voeding verder gaat dan het opwekkende effect van chocola.
De Amerikaanse criminoloog Stephen Schoenthaler constateerde al in de jaren zeventig dat het eten van minder suiker en meer fruit, groenten en noten leidde tot flinke prestatieverbeteringen op scholen en veel minder geweld in jeugdinrichtingen. Schoentaler liet Amerikaanse heropvoedingsinstellingen de etensrestanten van gedetineerden analyseren en concludeerde dat de helft van hen niet de aanbevolen hoeveelheid vitaminen en mineralen tot zich nam. Er werden weliswaar uitgebalanceerde maaltijden verstrekt, maar de gedetineerden maakten een slechte keuze uit het menu.
Tot nu toe werden studies naar de relatie tussen voeding en agressie sceptisch ontvangen, omdat er vaak iets op de onderzoeksmethode viel aan te merken. Het onderzoek van dr. Bernhard Gesch is echter weinig omstreden.
In een gevangenis voor mannen tussen 18 en 21 jaar in het Engelse Buckinghamshire werden 231 vrijwilligers ingedeeld in twee groepen: de ene groep kreeg bij hun maaltijd capsules met ongeveer onze dagelijkse behoefte aan vitaminen, mineralen en vetzuren; de andere groep kreeg placebo’s.
Noch de gevangenen, noch de bewakers, noch de onderzoekers in de gevangenis wisten wie de echte en wie de nep-preparaten kreeg toegediend.
Vervolgens werd het aantal misdragingen van de deelnemers onderzocht, zoals dat ook was gedaan in de maanden vóór de studie. Agressie incidenten worden in de gevangenis namelijk geregistreerd.
De gevangenen die, gemiddeld ruim vier maanden achtereen, voedingssupplementen kregen, begingen gemiddeld 26 procent minder overtredingen dan in de periode daarvoor. Bij degenen die een placebo hadden gekregen, was niet een aanmerkelijke verandering te zien. Voor ernstige misdragingen, zoals het gebruik van geweld, lag het percentage zelfs op 37 voor de mannen die echte supplementen kregen, terwijl de placebo-groep, opnieuw, nauwelijks verandering vertoonde.
Het onderzoek van Gesch levert dan ook de meest overtuigende bewijzen voor de stelling dat voeding een rol speelt bij agressief gedrag.
Ook is het onderzoek is herhaald in gevangenissen in Duitsland en Nederland, met dezelfde resultaten
Lichaam als fabriek
Wat is de biochemiche verklaring van het onderzoek?
Het lichaam is een fabriek. Alle stoffen die het lichaam binnenkomen worden omgezet in acties. Lichamelijke en geestelijke akties. Schenk frisdrank en deel snoep uit tijdens een kinderfeestje en je krijgt eerst drukte en herrie, daarna tranen en driftbuien.
Deze emotionele achtbaan werkt zo: de suikerspiegel in je bloed schiet plotseling omhoog, waardoor je eerst een stoot aan nieuwe energie krijgt. Wanneer die bloedsuikerspiegel weer daalt, word je suf en slaperig. In een poging van het lichaam te voorkomen dat de bloedsuikerspiegel te laag wordt, maakt je lichaam vervolgens adrenaline aan, dat je prikkelbaar en opvliegerig maakt.
Maar suiker is niet het enige probleem. De hoge bloedsuikerspiegels hebben vooral een kortstondig effect op gedrag, terwijl het onderzoek van Gesch wijst op veranderingen over een langere periode.
Hij suggereert dat het veel belangrijker is dat je de juiste hoeveelheid vitaminen, mineralen en onverzadigde vetzuren inneemt, omdat deze stoffen rechtstreeks de hersenen, en daarmee het gedrag, beïnvloeden.
Van vitamine B1 en B6 is bekend dat het invloed heeft op het centraal zenuwstelsel. Mensen met een tekort aan deze vitamines kunnen last krijgen van depressies, een verlaagde irritatiedrempel, concentratieproblemen, geheugenverlies en verwardheid.
Waarom zouden er aan het eten van voedingstoffen alleen schadelijke gevolgen zijn voor het lichaam beneden de nek?
Waarom hebben alcohol, drugs en medicatie wel invloed op gedrag en de grote hoeveelheden eten die we meerdere malen per dag naar binnen werken niet?
Uit het onderzoek van Gesch blijkt dit wel degelijk invloed te hebben.
Dr. C.B. Gesch, hoofdonderzoeker Departement Fysiologie, Oxford University
Wat is gezonde voeding?
Leuk hoor, maar wat is nu eigenlijk gezonde voeding?
Dr. Gesch werkte met vitamine- en visolie suplementen. Dit om tekorten aan te vullen. Maar voor gezonde voeding ben je niet afhankelijk van pillen.
Maar is nu eigenlijk gezonde voeding?
Fysiologisch (energie wisseling, opbouw, groei en herstel van weefsels en het in stand houden van lichaamsfuncties) is het lichaam afhankelijk van voedingstoffen.
- Voor de energie heeft het lichaam koolhydraten en vetten nodig.
- Voor de opbouw eiwitten, mineralen en water.
- Voor regulatie mineralen en vitamines.
Sommige voedingstoffen kunnen door het lichaam zelf aangemaakt worden (de zogenaamde niet-essentiele voedingsstoffen), maar voor de meeste voedingstoffen (essentiele voedingsstoffen of nutrienten) is het lichaam volledig afhankelijk van wat er met de voeding binnenkomt.
Bij een gezond voedingspatroon krijgt het lichaam (onder normale condities) voldoende voedingstoffen binnen.
In de volgende hoofdstukken zal ik uitleggen wat in het algemeen onder gezonde voeding verstaan wordt.
Richtlijnen gezonde voeding
In december 2006 heeft de gezondheidsraad de richtlijnen voor gezone voeding gepresenteerd. Deze richtlijnen zijn bedoeld voor gezonde Nederlandse bevolking vanaf de leeftijd van twalf maanden.
De gezondheidsraad is een onafhankelijk adviesorgaan dat ministers en parlement adviseert op het gebeid van de volksgezondheid.
Deze richtlijnen luiden als volgt:
- Zorg voor een gevarieerde voeding
- Zorg voor voldoende lichaamsbeweging
- Gebruik dagelijks groente, fruit en volkoren graanproducten
- Eet regelmatig (vette) vis
- Gebruik zo weinig mogelijk producten met een hoog gehalte aan verzadigd en transvet
- Beperk frequent gebruik van gemakkelijk vergistbare suiker en dranken met een hoog gehalte aan voedingszuren
- Beperk de inname van keukenzout
- Bij alcohol: Wees matig
Gevarieerde voeding
Zorg voor een gevarieerde voeding
In geen enkel voedingsmiddel zitten alle voedingsstoffen die het lichaam nodig heeft. Bij een éénzijdig voedingspatroon zullen voedingsdeficiënties ontstaan. Door een gevarieerd voedingspatroon zal het lichaam alle voedingsstoffen binnen krijgen.
Om alle essentiële voedingsstoffen in het lichaam te krijgen zal men verschillende voedingsmiddelen tot zich moeten nemen.
Bijvoorbeeld
- (Vette) Vis is rijk aan onverzadigde vetzuren, vitamine A en D;; maar heeft weinig voedingsvezels
- (Volkoren) Brood is rijk aan voedingsvezels en koolhydraten; maar heeft geen vitamine A en D.
- (Halfvolle) Melk is rijk aan calcium en kalium; maar arm aan koolhydraten en ijzer.
Ook zijn er - om de juiste voedingswaarde te krijgen - vaak combinaties noodzakelijk. Eén product kan dan niet voldoende voedingswaarde geven en heeft andere producten nodig.
Een voorbeeld hiervan zijn de voedseleiwitten. Er zijn voedseleiwitten met een hoge en een lage biologische waarde. De biologische waarde geeft aan hoeveel grammen lichaamseiwit uit 100 gram voedseleiwit gehaald kan worden. Het enige voedingsmiddel met een 100% biologische waarde is moedermelk. Koemelkeiwit heeft een biologische waarde van 75%. Sojabonen hebben een biologische waarde van 73%. Het is mogelijk om de biologische waarde te verhogen door verschillende eiwitten van een lage biologische waarde te combineren.
Door het Voedingscentrum (v/h Voorlichtingsbureau voor de voeding) is in 1953 de Schijf van Vijf ontwikkeld. In 2004 is deze voor het laatst aangepast.
De eerste eetregel in deze Schijf van Vijf is eet gevarieerd. Deze schijf is opgebouwd uit vijf vakken. Deze vakken staan voor verschillende producten met dezelfde voedingsstoffensamenstelling. de grote van de vakken geven het belang van het vak aan. Advies van het voedingscentrum is om elke dag producten uit alle vakken te eten.
Tenslotte is regelmaat in het eetpatroon belangrijk: Drie hoofdmaaltijden en drie à vier keer iets tussendoor. Van de drie hoofdmaaltijden is het ontbijt het belangrijkste; na een nacht rust is de bloedsuikerwaarde gedaald tot een mimimum. Suikers zijn noodzakelijk voor activiteit van de spieren, maar vooral van de hersenen. Op het moment dat er zonder ontbijt lichamelijke activiteiten worden ontwikkeld, daalt de bloedsuikerwaarde nog meer.
De hersenen (en hiermee ook ons gedrag) zijn voor hun energievoorziening volledig afhankelijk van glucose. Hierdoor is het belang van regelmaat ook verklaard. Regelmatig kleine beetjes eten, geeft een evenwichtiger bloedsuikergehalte in het bloed en een gelijkmatige energietoevoer aan de hersenen.
De voedingsschijf
Lichaamsbeweging
Zorg dagelijks voor voldoende lichaamsbeweging
Vijf of meer dagen per week 30 minuten bewegen; stevig lopen, fietsen of tuinieren bijv.
Niet alleen voor de lichamelijke gezondheid, maar ook voor de geestelijke.
De remedie tegen een futloos gevoel en stress is actie. Mensen die meer bewegen hebben minder kans op depressies en stress. Al tijdens het sporten maakt vermoeidheid plaats voor nieuwe (positieve) energie.
Door te bewegen verbruik je energie en heb je minder stress. Stress kan leiden tot agressie. Wanneer mensen zijn gestresst, kunnen makkelijker de rede uit het oog verliezen, gefrustreerd raken, en makkelijker de controle over zichzelf verliezen. Mensen onder stress kennen minder remmingen en laten impulsief gedrag makkelijker toe.
Uit onderzoek van Babyak en Blumenthal bleek dat drie keer per week bewegen minstens zoveel effect heeft bij een depressie als het slikken van pillen.
De onderzoekers verdeelden 156 depressieve patiënten over drie groepen, waarbij één groep uitsluitend medicatie, een tweede groep alleen een bewegingsprogramma en een derde groep zowel pillen als beweging kreeg voorgeschreven.
Na vier maanden was in elke groep twee derde van de patiënten hersteld van de depressie, er was geen verschil tussen de drie groepen. De stemming knapte wel het snelste op onder invloed van medicatie, voor het eindresultaat na vier maanden maakte het echter geen verschil.
Maar na tien maanden lag dat anders. Wat bleek? De groep die het bewegingsprogramma had gevolgd, was toen beduidend beter af. Er was veel minder terugval in depressieve klachten dan bij de medicatiegroep of de groep met beweging en medicatie. Met de nodige voorzichtigheid concluderen de onderzoekers dan ook dat een trainingsprogramma van drie maal in de week een half uur joggen of een vergelijkbare andere inspanning een effectieve behandeling kan zijn bij depressieve klachten.
Groente, fruit en vezels
Gebruik dagelijks ruim groente, fruit en volkoren graanproducten
150 - 200 gram Groenten en 200 gram fruit per dag, 30 - 40 gram vezel per dag.
Groenten dragen bij aan de dagelijkse calcium- en ijzerbehoefte van een volwassen. Ook een vijfde deel van de vitamine B1, B2 en B6 wordt door groente gedekt. B-caroteen verkrijgt men hoofdzakelijk uit groene en oranje groenten. De bijdrage van een portie groente aan vitamine C is zeer wisselend. De duur, de wijze van bewaren en de snelheid van bereiden hebben grote invloed op het vitamine C gehalte. Groenten dragen gemiddeld zo'n 36% bij aan de totale iname van vitamine C door volwassen Nederlanders.
Het gebruik van een vitamine C-bron (groente, fruit, sinaasappelsap) bij elke maaltijd verhoogt de ijzerabsorptie; aangezien de ijzervoorziening voor een aantal groepen in de Nederlandse bevolking marginaal is, lijkt dit een goed voedingsadvies.
Groenten en fruit hebben een beschermende werking op de ontwikkeling van long-, maag- en darmkanker. Stoffen die hierbij een belangrijke rol kunnen spelen zijn o.a. de flavonoïden, de carotenoïden, voedingsvezels, vitamine C en vitamine E.
Ook het risico op hart- en vaatziekten wordt lager onder invloed van groenten en fruit.
Vezels zijn belangrijk voor de spijsvertering. Ook hebben vezels een remmend effect op de maagontleding, waardoor er eerder een verzadigdgevoel optreed. Te kort aan vezels heeft invloed op de spijsvertering, maar ook op de hart- en vaatfuncties. Een tekort kan obstipatie, aambeien, divertikels en darmkanker veroorzaken. Maar ook ontrust, duizeligheid en verwardheid. Ouderen kunnen ernstig verward raken en mensen met een gevoeligheid voor psychosen kunnen hierdoor psychotisch raken.
Onderstaand een test om te kijken of je wel genoeg vezels gebruikt
Vezeltest
Vis
Eet regelmatig (vette) vis
Twee porties vis (à 100-150 gram) per week, waarvan tenminste één keer vette vis.
Uit een aantal studies is gebleken dat mensen die (redelijk) veel vis eten, minder vaak hart- en vaatziekten krijgen dan mensen die weinig of geen vis eten. De sterk onverzadigde omegavetzuren in vis spelen hierbij een belangrijke rol. Om een positief effect te hebben op de gezondheid zou de visconsumtie naar 35 gram per dag moeten. Dit komt neer op een visconsumptie van één tot twee keer per week.
Aan visvetzuren worden nog veel meer positieve effecten toegeschreven. Zo zouden ze de kans op dementie, depressie en gedragsstoornissen, zoals ADHD, verminderen. Van al deze effecten geldt dat meer onderzoek nodig is. Ook is niet helemaal zeker of het alleen de visvetzuren zijn die voor deze positieve effecten zorgen.
Haring eten op het Weesperplein (Amsterdam)
Verzadigd- en transvet
Gebruik zo weinig mogelijk producten met een hoog gehalte aan verzadigd en transvet
Minder dan 10% van de energiebehoefte mag betaan uit verzadigd vet en minder dan 1% uit transvet.
Vet is een bron van energie, vitamine A, D en E en essentiële vetzuren. Bij een gezond eetpatroon komt tussen de 20 en 40% van de energie uit vet. Om de kans op hart- en vaatziekten te verlagen, is het van belang te kiezen voor producten met zo min mogelijk verzadigd vet en geen of weinig transvet.
Op basis van scheikundige eigenschappen wordt vet onderscheiden in onverzadigd en verzadigd vet. Vet in voedingsmiddelen bestaat altijd uit een combinatie van beide. Verzadigd vet verhoogt het cholesterolgehalte in het bloed, vooral van het ''slechte'' LDL-cholesterol, en vergroot daarmee de kans op hart- en vaatziekten. Onverzadigd vet verlaagt juist het cholesterolgehalte, vooral van het ''slechte'' LDL-cholesterol.
Transvet, een onverzadigd vet met een afwijkende structuur, vormt hierop een uitzondering: het heeft een nog sterker ongunstig effect op het ''slechte'' LDL-cholesterolgehalte dan verzadigd vet.
Suiker en voedingszuren
Beperk frequent gebruik van gemakkelijk vergistbare suiker en dranken met een hoog gehalte aan voedingszuren
Maximaal 7 eet/drinkmomenten per dag.
De reden waarvoor de gezondheidsraad dit advies heeft opgenomen in de richtlijnen voor gezonde voeding is een fysieke. Voor een goede gebitsgezondheid is een beperking in het gebruik van productenmet gemakkelijk vergistbare koolhydraten en voedingszuren van belang. Ter verminderingvan het risico op tandcariës en tanderosie is een beperking van het? gebruik van deze producten tot zeven eet/drinkmomenten per dag, inclusief de drie hoofdmaaltijden, gewenst.
Volgens het voedingscentrum wordt suiker vaak onterecht gezien als oorzaak van hyperactiviteit en extreme moeheid. Vooral naar de relatie tussen het gebruik van suiker en hyperactiviteit is veel wetenschappelijk onderzoek gedaan. Hieruit blijkt dat suiker niet de oorzaak is van hyperactief gedrag.
Maar zoals ik eerder in dit leermiddel ook aangaf geeft het gebruik van snelle (gemakkelijk vergistbare) suikers wel een stijging in de bloedsuikerspiegel in je bloed. Hierdoor krijg je eerst een piek in de je energieniveau. Hierna daalt de spiegel weer snel en word je suf en slaperig. In een poging van het lichaam te voorkomen dat de bloedsuikerspiegel te laag wordt, maakt je lichaam vervolgens adrenaline aan, dat je prikkelbaar en opvliegerig maakt.
Dit is echter kortdurend. Om te spreken van hyper-actief of agressief gedrag zal dit beeld een duurzaam karakter moeten hebben. Wanneer de gehele dag snelle suikers genomen worden went het lichaam eraan en wordt deze hormoon reactie verminderd. De suikers zullen worden omgezet in vet.
Zout
Beperk de inname van keukenzout
Minder dan 6 gram keukenzoutt per dag.
Een vermindering van het keukenzoutgebruik door de Nederlandse bevolking zou resulteren in een verlaging van de gemiddelde bloeddruk. Een daling in de bloeddruk zou een vermindering van 1,5 tot 3% in sterfte als gevolg van hart- en vaatziekten tot gevolg hebben.
De gezondheidsraad adviseert momenteel een bovengrens van 6 gram keukenzout per dag. Met hierbij de kanttekening dat dit niveau niet mag worden gezien als een optimaal of aanvaardbaar niveau,maar meer als haalbare doelstelling voor de hoeveelheid keukenzout.
Een verdergaande vermindering van het keukenzoutgebruik zal resulteren in een grotere gezondheidswinst.
Alcohol
Bij alcoholgebruik: Wees matig
Maximaal 2 glazen per dag voor mannen of 1 glas per dag voor vrouwen.
Onregelmatig drinken is echter ongunstig. Dat geldt bijvoorbeeld als alle consumpties in het weekend worden gedronken, maar toch een gemiddelde van één per dag.
Als je geen alcohol drinkt is het niet verstandig om vanwege de gezondheidseffecten wel alcohol te gaan drinken. Een gezonde leefstijl kan namelijk ook heel goed zonder alcohol en bovendien zijn er ook risico’s aan alcoholgebruik.
Meer dan 1 glas per dag levert bij vrouwen al gezondheidsrisico´s op, zoals een verhoogd risico op borstkanker, bij mannen nemen ziekterisico’s toe bij meer dan 2 glazen per dag.
?Matig alcoholgebruik kan het risico op hart- en vaatziekten verminderen. Matig alcoholgebruik is maximaal 1 glas alcohol per dag voor vrouwen en 2 glazen per dag voor mannen. Voor zover bekend maakt het niet uit wat voor soort drank wordt gedronken. Het effect lijkt vooral toe te schrijven aan de alcohol zelf. Dit effect is alleen aangetoond voor mensen van boven de 40 jaar. Onbekend is of het ook voor jongeren geldt.
Bij veel drinken kan een verlies van de uitlopers van de zenuwcellen in de frontaalkwab optreden. Bij 2.5 glas per dag werd nog geen krimp in de frontaalkwab gevonden, vanaf 3 was er nog geen duidelijk verschil te zien. Bij 6 glazen per dag neemt het risico duidelijk toe. Door het verlies van de uitlopers van de zenuwcellen maken zenuwen minder goed contact met elkaar. Dat kan gevolgen hebben voor het geheugen de concentratie en het kritisch en analytisch kunnen denken.
Zo'n 4 tot 6 van alle kankersterfte moet aan alcohol worden toegeschreven. In 2008 gaat dat om 1675 tot 2510 mensen. Alcohol zelf is geen kankerverwekkende stof maar bij de afbraak van alcohol ontstaat de zeer giftige stof aceetaldehyde.
Alcohol heeft direct effect op het lichaam. Het begint met een ontspannen gevoel en een zekere mate van angstreductie. De ademhaling en polsslag versnellen en de bloedvaten in de huid verwijden zich.
Alcohol neemt remmingen weg. Hoe meer je drinkt hoe meer remmingen verdwijnen. Situaties worden anders in geschat men is minder kritisch over het eigen gedrag. Alcohol kan dan tot vervelende situaties leiden, bijvoorbeeld agressie.
Alcohol versterkt de emoties. Bij vedriet voel je je na een paar glazen nog verdrietiger. Als je vrolijk gaat drinken, wordt de stemming nog vrolijker. De stemming kan door alcohol ook plotseling omslaan.
Bronnen