Verzadigd- en transvet

Gebruik zo weinig mogelijk producten met een hoog gehalte aan verzadigd en transvet

Minder dan 10% van de energiebehoefte mag betaan uit verzadigd vet en minder dan 1% uit transvet.

Vet is een bron van energie, vitamine A, D en E en essentiĆ«le vetzuren. Bij een gezond eetpatroon komt tussen de 20 en 40% van de energie uit vet. Om de kans op hart- en vaatziekten te verlagen, is het van belang te kiezen voor producten met zo min mogelijk verzadigd vet en geen of weinig transvet.

Op basis van scheikundige eigenschappen wordt vet onderscheiden in onverzadigd en verzadigd vet. Vet in voedingsmiddelen bestaat altijd uit een combinatie van beide. Verzadigd vet verhoogt  het cholesterolgehalte in het bloed, vooral van het ''slechte'' LDL-cholesterol, en vergroot daarmee de kans op hart- en vaatziekten. Onverzadigd vet verlaagt juist het cholesterolgehalte, vooral van het ''slechte'' LDL-cholesterol.

Transvet, een onverzadigd vet met een afwijkende structuur, vormt hierop een uitzondering: het heeft een nog sterker ongunstig effect op het ''slechte'' LDL-cholesterolgehalte dan verzadigd vet.