Inleiding
Bijen zijn van wezenlijk belang voor ons bestaan. Ze spelen namelijk een cruciale rol in het bestuivingsproces van planten die voedsel leveren.
Als we het over bijen hebben, bedoelen we de honingbijen en de hommels.
Bijen zijn de laatste tijd vaak in het nieuws vanwege de bijensterfte.
Video Teleac: De bij hoort erbij
Wist je dat ...
- 76% van alle gewassen door bestuivende insecten bestoven wordt?
- 15% van alle gewassen door honingbijen bestoven wordt?
- 35% van het volume van het voedsel afhankelijk is van bestuivende insecten (waaronder bijen)?
- 10% van de voedselgewassen in de wereld afhankelijk is van bestuivers?
Bron: Bijenhoudersvereniging, http://www.bijenhouders.nl
In dit leerarrangement ga je onderzoeken welke invloed de bij heeft:
- op de keten;
- op jouw sector en beroep.
Je leert hoe je de bij (lokaal of regionaal) kunt helpen en wat het effect is van de bij op jouw handelen en wat het effect is van jouw handelen op de bij.
Link naar de laatste artikelen in het nieuws over bijen
Achtergrondinformatie
Bijendossier GKN
Bijen hebben het moeilijk door een groot tekort aan drachtplanten. De wilde bijen ontbreekt het daarnaast vaak aan nestgelegenheid.
Het gevolg van minder bijen is dat er minder bestuiving plaatsvindt van planten die voedsel leveren aan mensen. Hierdoor kan een voedseltekort ontstaan. Zelfs een klein voedseltekort kan regionaal of mondiaal al grote effecten hebben op de kwaliteit van het voedselpakket. Daarnaast kunnen zaadteeltbedrijven in problemen komen.
Door bestuiving ontstaan weer nieuwe planten. Bij wilde planten kan door vermindering van kruisbestuiving de biodiversiteit op termijn sterk verminderen.
Zonder bestuiving dus geen voortplanting en voortbestaan!
In het Bijendossier van Groen Kennisnet staat van alles over bijen, bijensterfte en hoe wij de bijen kunnen helpen te overleven.
Klik hier voor het bijendossier van Groen Kennisnet
Er zijn in grote lijnen drie doelstellingen als het gaat om het helpen van de bij.
1. Het bevorderen en/of behoud van biodiversiteit. Dit geldt voor de totale bijenstand, in principe op alle plekken in Nederland. Als je daartoe maatregelen neemt, heeft dat ook positieve gevolgen voor andere soorten/groepen dieren, zoals vlinders, alle andere insecten die nectar en stuifmeel eten, vogels en kleine zoogdieren.
2. Het bevorderen van de wilde bijen die kunnen bijdragen aan de bestuiving van tuinbouwgewassen (fruitteelt en zaadteelt). In de praktijk gaat het om de algemeen voorkomende wilde bijen en bijen die nu zeldzaam zijn, maar mogelijk door goed landschapbeheer zijn te bevorderen.
3. Het verbeteren van het voedselaanbod voor honingbijen.
Bronnen
De bij in de keten
Bronnen
Een overzicht van relevante bronnen en links bij 'De bij in de keten'.
Websites
http://bijenhotels.nl/#0988u9980
Site met informatie over bijenhotels.
www.zoekkaartwildebijen.nl
Op deze site staan bijna alle wilde bijen die je in het veld kunt tegenkomen. Bij iedere bij wordt vermeld op welke planten de bij vliegt en in welk deel van het land de bij voorkomt. Verder geeft de site informatie over aandachtspunten voor bijen, plantensoorten en bijenbeheer.
www.bijenhelpdesk.nl
Bijenhelpdesk. Online bijennaslagwerk van Arie Koster. Hier vind je belangrijke informatie over bijen en hoe je bijen kunt helpen. De foto's en teksten van de website mag je gebruiken voor werkstukken en dergelijke.
Uitgaven
Het boeiende bijenleven
Broncollectie: Ontwikkelcentrum
Deze film gaat over hoe bijen leven in een bijenkorf, hoe ze nectar verzamelen en honing maken en hoe ze zich voortplanten.
Ontwerp je eigen tuin, Specifiek kerndeel 1
Broncollectie: Ontwikkelcentrum
Deze uitgave gaat over het ontwerpen van een tuin. Aan bod komen slecht onderhouden tuinen, verschillende mogelijkheden voor tuinontwerp, de ontwerpschets en het lezen en maken van een tuintekening. Ook wordt ingegaan op het maken van een tuinontwerp, het uitzetten van de tuin en het werken met gereedschappen en machines.
Een tuin op papier; Een tuinontwerp maken
Broncollectie: Ontwikkelcentrum
Deze uitgave gaat over het ontwerpen van een tuin.
Mensen en wensen voor een tuin. Een tuinschets maken voor een klant.
Broncollectie: Ontwikkelcentrum
Deze uitgave gaat over hoe je een tuinschets maakt voor een klant. In de schets zijn de wensen van de klant verwerkt.
De bij als werknemer
Bronnen
Een overzicht van relevante bronnen en links bij 'De bij als werknemer'.
Uitgaven
Van generatie op generatie - Voortplanting bij zaadplanten
Broncollectie: Ontwikkelcentrum
Dit onderdeel gaat over bestuiving en bevruchting bij zaadplanten. Aan de hand van de bouw van bloemen wordt uitgelegd hoe bestuiving en bevruchting verlopen. Verschillende manieren van bestuiving, waaronder wind- en insectenbestuiving, worden behandeld.
Bloei bijen en bestuiving
Broncollectie: Ontwikkelcentrum
In deze film zie je hoe bestuiving en bevruchting van fruitteelt plaatsvindt.
Kennisarrangement Plantenfysiologie - Bloemvorming en bevruchting
Broncollectie: Ontwikkelcentrum
Deze leereenheid gaat over het onderwerp bloemvorming en bevruchting.
Teelthandelingen verzorgen; De teelthandelingen
Broncollectie: Ontwikkelcentrum
Dit onderdeel gaat over teelthandelingen. Een teler moet heel wat handelingen verrichten om de teelt goed te laten verlopen.
Zaden; Kenmerken van zaden
Broncollectie: Ontwikkelcentrum
Dit onderdeel gaat over kenmerken van zaden. Planten kunnen zich zowel vegetatief (bol, knol en stek) als generatief (zaad) voortplanten. Generatieve vermeerdering of geslachtelijke vermeerdering gebeurt met behulp van zaad.
Voortplanting: een nieuw begin; Bloemen en zaad
Broncollectie: Ontwikkelcentrum
Dit onderdeel gaat over bloemen en zaad. Voor voortplanting heb je zaad nodig.
Verzorgen teelthandelingen; Indeling van het sortiment
Broncollectie: Ontwikkelcentrum
Dit onderdeel gaat over de indeling van het sortiment. De rassenlijst wordt samengesteld op basis van het gebruikswaardeonderzoek van het Proefstation voor de Fruitteelt. Het proefstation toetst nieuwe rassen aan criteria als vruchtkwaliteit, teeltaspecten, bewaarbaarheid en waardering van de consument.
Gewasbescherming; Onkruiden en onkruidbestrijding
Broncollectie: Ontwikkelcentrum
Dit onderdeel gaat over onkruiden en onkruidbestrijding in de fruitteelt. Onkruiden onttrekken voedingsstoffen, vocht, licht en ruimte aan het gewas.
Bloei bijen en bestuiving
Broncollectie: Ontwikkelcentrum
In deze film zie je manieren waarop bestuiving en bevruchting van fruitteelt plaatsvindt.
Gewasbescherming met de dwarsstroomspuit
Broncollectie: Ontwikkelcentrum
Deze leereenheid gaat over gewasbescherming met de dwarsstroomspuit. Deze leereenheid bevat een oriëntatie, informatie, instructievideo’s, bronnen & links en opdrachten.
Opdrachten
De bij in de keten 1
Opdracht Bijvriendelijke groenontwikkeling
Situatie
Je werkt in het groen. Je krijgt opdrachten om objecten te ontwerpen, aan te leggen en te beheren. Omdat bijen zo’n belangrijke rol spelen in de natuur en het aantal bijen sterk terugloopt, probeer je al het werk bijvriendelijk uit te voeren.
bijvriendelijke tuin
Opdracht
> Ontwerp een bijvriendelijke tuin.
Houd daarbij rekening met de volgende zaken:
- Gebruik geschikte drachtplanten.
- Zoek naar plantencombinaties die geschikt zijn voor wilde bijen, honingbijen en hommels. Bedenk dat wilde bijen maar een beperkt deel van het seizoen vliegen (voorjaarsbijen en zomerbijen).
- Besteed ook aandacht aan de onderbegroeiing (kruidlaag).
- Veel wilde bijen zijn gespecialiseerd. Ze vliegen op één plant of een aantal planten van één geslacht of familie.
Resultaat
Presenteer je ontwerp. Licht daarbij toe waarom jouw ontwerp ‘bijvriendelijk’ is en wat het belang is van een ‘bijvriendelijke’ omgeving.
Reflectie
Discussieer met de anderen over de ontwerpen. Zit er veel verschil in? Waar wordt dit door veroorzaakt? Begrijp je de keuzes van de anderen? Vind je dat je zelf de juiste afwegingen en keuzes hebt gemaakt?
De bij in de keten 2
Opdracht Bijvriendelijk groenbeheer
Situatie
Veel plekken in de openbare ruimte in de stedelijke omgeving en in het landelijk gebied zijn geschikt voor bijen. Maar door verkeerd beheer komt vaak de diversiteit van bloeiende planten niet tot ontwikkeling. Bloeiende vegetaties (bermen, dijken, randen van beplantingen) worden vaak tijdens of net voor de bloei gemaaid. Dit is een van de grootste oorzaken van de afname van wilde bijen en het voedseltekort bij honingbijen.
Je werkt in het groen. Je krijgt opdrachten om objecten te ontwerpen, aan te leggen en te beheren. Omdat bijen zo’n belangrijke rol spelen in de natuur en het aantal bijen sterk terugloopt, probeer je al het werk bijvriendelijk uit te voeren.
groenbeheer
Opdracht
> Stel een bijvriendelijk maaibeheerplan op voor een stuk openbaar groen.
1. Kies een stuk openbaar groen uit in je directe omgeving.
2. Zoek voor dat stuk het volgende uit:
- Welke plantensoorten (in ieder geval de voornaamste) zijn in de vegetatie aanwezig?
- Welke zijn van betekenis voor bijen?
- Hoe kan de vegetatie op een bijvriendelijke methode worden beheerd?
In grote lijnen gaat het dan om drie maaischema’s:
- voor voedselrijke bodems (2x per jaar);
- voor voedselarme/schrale bodems (1x per jaar);
- voor winternatte bodems (1x per jaar rond augustus).
- Is gefaseerd en/of gedifferentieerd beheer mogelijk?
Resultaat
Presenteer je plan voor het maaibeheer. Licht daarbij toe waarom jouw plan ‘bijvriendelijk’ is en wat het belang is van een ‘bijvriendelijke’ omgeving.
Reflectie
Discussieer met de anderen over de plannen. Zit er veel verschil in? Waar wordt dit door veroorzaakt? Begrijp je de keuzes van de anderen? Vind je dat je zelf de juiste afwegingen en keuzes hebt gemaakt?
De bij in de keten 3
Opdracht Nestgelegenheid voor bijen
Situatie
Je werkt in het groen. Je krijgt opdrachten om objecten te ontwerpen, aan te leggen en te beheren. Omdat bijen zo’n belangrijke rol spelen in de natuur en het aantal bijen sterk terugloopt, probeer je al het werk bijvriendelijk uit te voeren. Een manier om de bijen te helpen, is zorgen voor nestgelegenheid, bijvoorbeeld in de vorm van een bijenhotel. Een bijenhotel is een plek die bijen en andere insecten nestgelegenheid biedt om hun eitjes af te zetten.
Bijenhotel
Opdracht
> Ontwerp een bijenhotel voor de openbare ruimte.
1. Zoek informatie over een bijenhotel.
- Wat is een bijenhotel?
- Wat is het belang van een bijenhotel?
- Aan welke eisen moet een bijenhotel voldoen?
- Wat zijn geschikte locaties voor het bijenhotel? Wat juist niet?
- Hoe maak je een bijenhotel vandalismebestendig?
2. Ontwerp een bijenhotel.
3. Zoek uit aan welke eisen de omgeving van een bijenhotel moet voldoen.
Welke drachtplanten moeten in de omgeving staan waar bijen op vliegen die in bijenhotels leven? Let op: er zijn bijen die bovengronds nestelen (bijvoorbeeld in bijenhotels) en bijen die ondergronds nestelen. Bijen die bovengronds nestelen, vliegen vaak op andere plantencombinaties dan bijen die in de grond nestelen. Zoek op www.bijenhotels.nl of via www.zoekkaartwildebijen.nl.
4. Bijenhotels zijn gericht op wilde bijen die bovengronds nestelen. Maar het grootste deel van de bijen nestelt in de grond. Zoek uit welke voorzieningen je kunt treffen voor dat soort bijen.
Resultaat
Presenteer je ontwerp van het bijenhotel en de omschrijving van de omgevingseisen. Presenteer ook de voorzieningen voor bijen die ondergronds nestelen. Licht je keuzes toe.
Reflectie
Discussieer met de anderen over de voorstellen. Zit er veel verschil in? Waar wordt dit door veroorzaakt? Begrijp je de keuzes van de anderen? Vind je dat je zelf de juiste keuzes hebt gemaakt?
De bij als werknemer 1
Opdracht Bijen in de fruitteelt
Situatie
Je werkt in de fruitteelt. Bijen spelen een belangrijke rol in de fruitteelt bij de bestuiving van de gewassen.
Steenhommel op Am. Bosbes
Opdracht
Stel een ‘bijvriendelijk’ teeltplan op voor jouw leerbedrijf.
1. Inventariseer de huidige situatie.
- Hoe zorgt jouw leerbedrijf voor de bestuiving van de bloemen?
- Worden de bloemen in jouw leerbedrijf bevlogen door bijen?
- Hoe komt het bedrijf aan deze bijen?
- Welke gewasbeschermingsmiddelen gebruikt jouw bedrijf?
- Welke maatregelen moet je nemen met de bijen als je gewasbeschermingsmiddelen gebruikt? Doet het bedrijf dat ook?
- Bekijk een aantal etiketten van deze middelen. Staan er aanwijzingen op voor het gebruik van het middel in de periode dat de bij actief is? Houdt het bedrijf daar rekening mee?
- Welke maatregelen neemt het bedrijf om de bestuiving door bijen te bevorderen?
- Wat zijn de consequenties voor de fruitteler als de bestuiving afneemt doordat er minder bijen zijn?
- Wanneer bloeit het gewas? Welke (niet-gespecialiseerde) wilde bijen vliegen dan? Kunnen deze bijdragen aan de bestuiving?
2. Kan het ‘bijvriendelijker’?
- Bij buitenteelten worden gewoonlijk honingbijen gebruikt, soms ook hommels. Je hebt daarbij vaak te maken met ziektes en parasieten. Dat geldt voor zowel honingbijen als wilde bijen. Welke maatregelen kun je nemen om naast het gebruiken van honingbijen het aantal wilde bijen dat het gewas bestuift te vermeerderen?
- Telers van openluchtteelten doen er verstandig aan om minder afhankelijk te worden van geteelde bijen. Waarom zou dat zo zijn? Is het mogelijk om percelen zo aan te passen en/of in te richten dat voor een deel van de bestuiving ook kan plaatsvinden door natuurlijke bestuivers (vooral wilde bijen)? Denk aan singels met bloemrijke zomen en nestgelegenheid voor hommels en andere bijen. Let op: in de omgeving moeten dan wel ondersteunende drachtplanten staan. Van alleen één soort plant kunnen bijen niet leven. En hommels hebben het hele jaar door stuifmeel en nectar nodig!
- Welke andere maatregelen kun je nemen om het bedrijf ‘bijvriendelijker’ te maken?
Resultaat
Presenteer je teeltplan en licht toe waarom jouw plan ‘bijvriendelijk’ is.
Reflectie
Vergelijk jouw plan met dat van een andere leerling. Welke verschillen zien jullie? Welke maatregelen kun je ook op jouw leerbedrijf toepassen?
De bij als werknemer 2
Opdracht Bijen in de zaadteelt
Situatie
Je werkt in de zaadteelt. Bijen spelen een belangrijke rol in de zaadteelt bij de bestuiving van de gewassen.
Aardhommel met stuifmeel
Opdracht
Stel een ‘bijvriendelijk’ teeltplan op voor jouw leerbedrijf.
1. Inventariseer de huidige situatie.
- Hoe zorgt jouw leerbedrijf voor de bestuiving van de bloemen?
- Worden de bloemen in jouw leerbedrijf bevlogen door bijen?
- Hoe komt het bedrijf aan deze bijen?
- Welke gewasbeschermingsmiddelen gebruikt jouw bedrijf?
- Welke maatregelen moet je nemen met de bijen als je gewasbeschermingsmiddelen gebruikt? Doet het bedrijf dat ook?
- Bekijk een aantal etiketten van deze middelen. Staan er aanwijzingen op voor het gebruik van het middel in de periode dat de bij actief is? Houdt het bedrijf daar rekening mee?
- Welke maatregelen neemt het bedrijf om de bestuiving door bijen te bevorderen?
- Wat zijn de consequenties voor de zaadteler als de bestuiving afneemt doordat er minder bijen zijn?
- Wanneer bloeit het gewas? Welke (niet-gespecialiseerde) wilde bijen vliegen dan? Kunnen deze bijdragen aan de bestuiving?
2. Kan het ‘bijvriendelijker’?
- Bij buitenteelten worden gewoonlijk honingbijen gebruikt, soms ook hommels. Je hebt daarbij vaak te maken met ziektes en parasieten. Dat geldt voor zowel honingbijen als wilde bijen. Welke maatregelen kun je nemen om naast het gebruiken van honingbijen het aantal wilde bijen dat het gewas bestuift te vermeerderen?
- Telers van openluchtteelten doen er verstandig aan om minder afhankelijk te worden van geteelde bijen. Waarom zou dat zo zijn? Is het mogelijk om percelen zo aan te passen en/of in te richten dat voor een deel van de bestuiving ook kan plaatsvinden door natuurlijke bestuivers (vooral wilde bijen)? Denk aan singels met bloemrijke zomen en nestgelegenheid voor hommels en andere bijen. Let op: in de omgeving moeten dan wel ondersteunende drachtplanten staan. Van alleen één soort plant kunnen bijen niet leven. En hommels hebben het hele jaar door stuifmeel en nectar nodig!
- Welke andere maatregelen kun je nemen om het bedrijf ‘bijvriendelijker’ te maken?
Resultaat
Presenteer je teeltplan en licht toe waarom jouw plan ‘bijvriendelijk’ is.
Reflectie
Vergelijk jouw plan met dat van een andere leerling. Welke verschillen zien jullie? Welke maatregelen kun je ook op jouw leerbedrijf toepassen?
Docent
De opdrachten zijn gemaakt om de leerling meer inzicht te geven in het belang van de bijen voor enerzijds de voedselproductie en anderzijds de biodiversiteit van de planten.
Leerdoel
Leerdoel van de opdrachten is het creëren van bewustzijn van de gevolgen die kunnen optreden wanneer er iets mis is met de bijenstand en wat je er vanuit je beroepspraktijk aan kunt doen.
Kennis
Het opdoen en toepassen van kennis over bijen en hun belang voor enerzijds de voedselproductie en anderzijds de biodiversiteit van de planten.
Vaardigheden
Het helder formuleren van gedachten en ze delen met anderen.
Houding
Inzicht in oorzaak en gevolg van verbanden en afhankelijkheden in de beroepsuitoefening.
Doelgroep
De opdrachten zijn in eerste instantie gemaakt en bedoeld voor leerlingen van de groene mbo-opleidingen Teelt, niveau 2/3 en 4 en Natuur en groene ruimte, niveau 3 en 4. Ze vormen een goede aanvulling op het reguliere aanbod. Daarnaast zijn de opdrachten geschikt voor de sectoren Voeding, Bloem, Design en Plant (opleiding Biologisch dynamisch).
De opdrachten voor ‘De bij in de keten’ sluiten goed aan bij de volgende kerntaken:
Niveau 3 - Kerntaak 1: Voert aanlegwerkzaamheden uit in natuur en leefomgeving;
Niveau 3 - Kerntaak 3: Voert beheerswerkzaamheden uit in bos, natuur en landelijk gebied;
Niveau 4 - Kerntaak 1: Ontwikkelt inrichtings-, onderhouds- en/of beheersplan.
De opdrachten voor ‘De bij als werknemer’ sluiten aan bij de volgende kerntaken:
Niveau 2 - Kerntaak 1: Teelt product/gewas;
Niveau 3 - Kerntaak 1: Teelt product/gewas;
Niveau 4 - Kerntaak 1: Teelt product/gewas.
Gebruik van het arrangement
Belangrijk voor het leerproces is de reflectie bij de opdrachten. Let erop dat dit onderdeel van de opdracht plaatsvindt en niet overgeslagen wordt.
Colofon
Projectorganisatie
Ontwikkelcentrum ism Groen Kennisnet
Inhoudsdeskundige & foto's
Arie Koster / Bijenhelpdesk.nl
Onderwijskundige
Annet Scholten / Scholten Onderwijskundig Advies
Redactie
Brigitte Meinen / Tekstbureau RoMein
Resonans
Dr. T. Blacquiere / WUR
Vormgeving / header
Edwin Verbaal / Verbaal Visuele Communicatie