Je werkt in de fruitteelt. Bijen spelen een belangrijke rol in de fruitteelt bij de bestuiving van de gewassen.
Opdracht
Stel een ‘bijvriendelijk’ teeltplan op voor jouw leerbedrijf.
1. Inventariseer de huidige situatie.
Hoe zorgt jouw leerbedrijf voor de bestuiving van de bloemen?
Worden de bloemen in jouw leerbedrijf bevlogen door bijen?
Hoe komt het bedrijf aan deze bijen?
Welke gewasbeschermingsmiddelen gebruikt jouw bedrijf?
Welke maatregelen moet je nemen met de bijen als je gewasbeschermingsmiddelen gebruikt? Doet het bedrijf dat ook?
Bekijk een aantal etiketten van deze middelen. Staan er aanwijzingen op voor het gebruik van het middel in de periode dat de bij actief is? Houdt het bedrijf daar rekening mee?
Welke maatregelen neemt het bedrijf om de bestuiving door bijen te bevorderen?
Wat zijn de consequenties voor de fruitteler als de bestuiving afneemt doordat er minder bijen zijn?
Wanneer bloeit het gewas? Welke (niet-gespecialiseerde) wilde bijen vliegen dan? Kunnen deze bijdragen aan de bestuiving?
2. Kan het ‘bijvriendelijker’?
Bij buitenteelten worden gewoonlijk honingbijen gebruikt, soms ook hommels. Je hebt daarbij vaak te maken met ziektes en parasieten. Dat geldt voor zowel honingbijen als wilde bijen. Welke maatregelen kun je nemen om naast het gebruiken van honingbijen het aantal wilde bijen dat het gewas bestuift te vermeerderen?
Telers van openluchtteelten doen er verstandig aan om minder afhankelijk te worden van geteelde bijen. Waarom zou dat zo zijn? Is het mogelijk om percelen zo aan te passen en/of in te richten dat voor een deel van de bestuiving ook kan plaatsvinden door natuurlijke bestuivers (vooral wilde bijen)? Denk aan singels met bloemrijke zomen en nestgelegenheid voor hommels en andere bijen. Let op: in de omgeving moeten dan wel ondersteunende drachtplanten staan. Van alleen één soort plant kunnen bijen niet leven. En hommels hebben het hele jaar door stuifmeel en nectar nodig!
Welke andere maatregelen kun je nemen om het bedrijf ‘bijvriendelijker’ te maken?
Resultaat
Presenteer je teeltplan en licht toe waarom jouw plan ‘bijvriendelijk’ is.
Reflectie
Vergelijk jouw plan met dat van een andere leerling. Welke verschillen zien jullie? Welke maatregelen kun je ook op jouw leerbedrijf toepassen?