De opdrachten zijn gemaakt om de leerling meer inzicht te geven in het belang van de bijen voor enerzijds de voedselproductie en anderzijds de biodiversiteit van de planten.
Leerdoel
Leerdoel van de opdrachten is het creëren van bewustzijn van de gevolgen die kunnen optreden wanneer er iets mis is met de bijenstand en wat je er vanuit je beroepspraktijk aan kunt doen.
Kennis
Het opdoen en toepassen van kennis over bijen en hun belang voor enerzijds de voedselproductie en anderzijds de biodiversiteit van de planten.
Vaardigheden
Het helder formuleren van gedachten en ze delen met anderen.
Houding
Inzicht in oorzaak en gevolg van verbanden en afhankelijkheden in de beroepsuitoefening.
Doelgroep
De opdrachten zijn in eerste instantie gemaakt en bedoeld voor leerlingen van de groene mbo-opleidingen Teelt, niveau 2/3 en 4 en Natuur en groene ruimte, niveau 3 en 4. Ze vormen een goede aanvulling op het reguliere aanbod. Daarnaast zijn de opdrachten geschikt voor de sectoren Voeding, Bloem, Design en Plant (opleiding Biologisch dynamisch).
De opdrachten voor ‘De bij in de keten’ sluiten goed aan bij de volgende kerntaken:
Niveau 3 - Kerntaak 1: Voert aanlegwerkzaamheden uit in natuur en leefomgeving;
Niveau 3 - Kerntaak 3: Voert beheerswerkzaamheden uit in bos, natuur en landelijk gebied;
Niveau 4 - Kerntaak 1: Ontwikkelt inrichtings-, onderhouds- en/of beheersplan.
De opdrachten voor ‘De bij als werknemer’ sluiten aan bij de volgende kerntaken:
Niveau 2 - Kerntaak 1: Teelt product/gewas;
Niveau 3 - Kerntaak 1: Teelt product/gewas;
Niveau 4 - Kerntaak 1: Teelt product/gewas.
Gebruik van het arrangement
Belangrijk voor het leerproces is de reflectie bij de opdrachten. Let erop dat dit onderdeel van de opdracht plaatsvindt en niet overgeslagen wordt.