Uitvoeren gewasbescherming
Uitvoeren gewasbescherming is een vast onderdeel van de niveau 3 en niveau 4 opleidingen plantenteelt, maar wordt op veel AOC’s ook aangeboden aan de loonwerkopleiding, de veehouderijopleiding en de opleiding aanleg en onderhoud groenvoorziening.
Het vakbekwaamheidsbewijs ‘uitvoeren gewasbescherming’ bestaat uit drie onderdelen:
a het herkennen van onkruiden, ziekten, plagen, nuttige insecten (natuurlijke vijanden) en a biotische factoren.
b algemene gewasbescherming
c praktijk: het uitvoeren van een chemische gewasbescherming met apparatuur uit je sector.
Je hebt je licentie behaald, als je het onderdeel ‘herkennen’ en het onderdeel
‘algemene gewasbescherming’ met minimaal een 5.5 hebt afgerond en de praktijktoets als voldoende is beoordeeld.
a het herkennen van onkruiden, ziekten, plagen, nuttige insecten (natuurlijke vijanden) en a biotische factoren.
Dit onderdeel bestaat uit 80 onkruiden, ziekten, plagen, nuttige insecten (natuurlijke vijanden) en a biotische factoren. Op de openingspagina van de beeldenbank gewasbescherming staat per sector aangegeven welke beelden je moet kennen.
https://wiki.groenkennisnet.nl/display/BEEL/Beeldenbank
Als hulpmiddel kun je bij het leren van de beelden gebruik maken van de powerpoint presentaties die voor de sectoren veehouderij en groene ruimte onder ‘het herkennen van onkruiden zieken en plagen’ in het menu aan de linkerkant staan. Het onderdeel wordt afgetoetst met een digitale toets waarbij je totaal 30 items op naam moet brengen.
b algemene gewasbescherming In dit onderdeel wordt aandacht besteed aan de volgende onderdelen:
- Lezen van een etiket.
- Basiskennis van onkruiden, ziekten en plagen.
- Arbo en veiligheid.
- Volksgezondheid.
- Het berekenen van een dosering.
- Milieu en gewasbescherming.
- Werken met naslagwerken en informatiebronnen.
- Algemene gewasbescherming
De lesstof voor dit onderdeel vind je onder ‘links naar de digitale leereenheid’. Je kunt hier een link aanklikken, die voor jouw sector van toepassing is. In het menu vind je onder ‘de opdrachten’ een schoolopdracht, die bestaat uit vragen en opdrachten waar je de digitale leereenheid mee kunt doorlopen. Als je de leereenheid hebt doorgewerkt, kun je de oefentoets maken en zo je eigen kennis toetsen. In het schooljaar 2014-2015 wordt dit onderdeel getoetst met een CITO toets op papier; in het volgende schooljaar wordt ook dit onderdeel digitaal afgetoetst.
c praktijk: het uitvoeren van een chemische gewasbescherming met apparatuur uit je sector.
Tijdens de praktijklessen leer je omgaan met spuitapparatuur. Je leert doppen kiezen, spuittabellen lezen, doseren, restanten opruimen en apparatuur reinigen, het gebruik van beschermende kleding en het uitvoeren van een bestrijding. Dit onderdeel wordt afgetoetst met een praktijktoets, die met ‘voldoende’ moet zijn beoordeeld.
Wied Hendrix
AOC Oost Doetinchem
whendrix@aoc-oost.nl