Voert promotieactiviteiten uit

Voert promotieactiviteiten uit

Voert promotieactiviteiten uit

Autorai 2012
Autorai 2012
Promotie TomTom Autorai 2012
Promotie TomTom Autorai 2012

Inhoud LWP 10 Voert promotieactiviteiten uit

Planning Voert promotieactiviteiten uit


week Twixx Opdracht In te leveren product(en) Formatieve toets theorie
1  Pakkende huisstijl  Opdracht 1    
2  Schrijven wervende teksten  Opdracht 2 + 3 Opdracht 1   
3  Promotie  Opdracht 4 + 5 Opdracht 2 + 3  
4  Organisatie evenementen  Opdracht 6 + 7 Opdracht 4 + 5  
5  Presentatie en demonstratie  Opdracht 8 Opdracht 6 + 7  
6  Omgangsvormen  Opdracht 9 Opdracht 8  
7  Telefoneren  )pdracht 10 Opdracht 9  
8    Opdracht 11 Opdracht 10 + 11  
B     Opdracht 11  


TWIXX-en

Een pakkende huisstijl!

Logografie

Logografie: soorten logo’s en types

Een logo of merkbeeld is meer dan een woord of beeld. Het zijn allemaal tekens in de logografie zoals letters dat zijn in de typografie. Tekens hebben pas zin als ze door de ontvanger begrepen worden. Je kan ze indelen in 3 grote groepen: het klank-logo of woord-logo, het beeld-logo en het gecombineerd logo.

Klank-logo of woord-logo:

Letter-logo

Monogram
Het logo bestaat uit één letter of verschillende dooreengevlochten of in elkaar gewerkte letters.
bv: Honda, Adobe, Unilever, Volkswagen, Coco Chanel, Louis Vuitton.

 

Initiaal-logo
Het logo bestaat uit verschillende letters, meestal de initialen. Dit soort logo wordt dikwijls gebruikt als het bedrijf een erg lange naam heeft.
bv: (IBM) International Business Machines, (Sabena) Société Anonyme Belge d’Exploitation de la Navigation Aerienne, (BBC) British Broadcasting Corporation.

Naam-logo

In het naam-logo wordt de naam in een bepaalde, unieke grafische stijl gebruikt. Het naam-logo is interessant als het bedrijf een korte naam heeft.

Je kan het naam-logo indelen in twee grote groepen: het kalligrafisch naam-logo (de naam lijkt geschreven of geschilderd) en het typografisch naam-logo (men vertrekt van een bepaald lettertype).
bv:  Kellogg’s, Coca-Cola, Hilton.

Picturaal naam-logo

Het picturaal naam-logo bestaat uit een uitgesproken lettertype, al dan niet kalligrafisch, ingesloten in een eenvoudig, uitgesproken vlak (vierkant, ovaal, rechthoek,…). Zelfs als je het woord uit de vorm haalt, blijf je het logo meestal herkennen.
bv: Levis, Nike, Ford, Harley Davidson, Samsung.

Beeld-logo

Met het beeld-logo of embleem visualiseert men het associatief, abstract of symbolisch karakter van het bedrijf. Bij het beeld-logo is er dikwijls een visuele relatie met het product of dienst dat het bedrijf aanbiedt. Beelden hebben een betere herinneringswaarde als abstracte woorden.

Symbolisch beeld-logo

Meestal bevat het logo geen bedrijfsnaam, het logo heeft wel een directe associatie met de naam. Het is een eenvoudig, en direct visueel beeld met een kernbetekenis. Het symbolisch beeld-logo vertelt dikwijls een verhaal of verwijst bv. naar de mythologie, een historisch figuur, een beroep, gebruiksvoorwerpen, werktuigen, heraldiek of zelfs een anekdote, een dier,…
bv: de schelp van Shell, de appel van Apple, de olifant van Côte d’or.

Abstract beeld-logo

Veel logo’s zijn zuiver abstract. Het probleem spreekt voor zich: het logo heeft geen echte kern van betekenis, ze lijken ook vaak op elkaar. Voor een nieuwkomer op de markt kan dit nefast zijn.
bv: Mitsubishi, Opel, Renault, Total.

Logo-personage

Soms wordt gekozen voor een menselijk of dierlijk personage of mascotte in het logo. Het logo-personage wordt gebruikt voor producten die zich nauwelijks van elkaar onderscheiden. Dit zijn meestal consumentenproducten die vooral impulsief worden aangekocht. Het logo-personage heeft een sterke herkenningswaarde en stralen emotionele spontaniteit uit. Meestal visualiseren ze bepaalde abstracte eigenschappen van producten bv. een krachtig reinigingsmiddel, een avontuurlijke sigaret, een prinselijk koekje,…
bv: Mr Proper, Michelin, Marlboro Cowboy, Choco Prince, Uncle Bens, La Vache qui Rit, Kapitein Iglo, Lacoste, Johnny Walker, Lion,…

Gecombineerd logo

Soms wordt een typisch beeld-logo met een naam-logo gecombineerd. Ze worden meestal als één geheel gebruikt. Gecombineerde merkbeelden versterken het indringend karakter van een naam of beeld-logo.
bv: SPA: de springende Pierrot wordt steeds samen met de drie letters SPA gebruikt, de olifant van Côte d’or wordt ook samen gebruikt met de tekst.

  

Open bestand LOGOGRAFIE met afbeeldingen van logo's

  

Wat maakt een logo goed?

Een logo is de meest uitgepuurde visuele afspiegeling van uw bedrijf. Het komt erop aan dat het logo in één oogopslag duidelijk maakt wat je doet, hoe je dat doet en voor wie. Uiteraard moet je dit niet letterlijk opnemen: een auto-logo moet geen auto bevatten.

Een goed logo is meer dan een mooi prentje. Het zorgt voor herkenning en draagt bij tot de naambekendheid en identiteit.? Onthou, dat wat je zelf mooi vindt, niet per definitie het goede logo is. Gaat het je klanten aanspreken? Is het functioneel? Stem je logo af op je doelgroep, zorg ervoor dat de boodschap duidelijk is en onderscheid je van de concurrentie.

Zorg ervoor dat het logo origineel is. Be creative en maak zo het onderscheid! Saai is een dooddoener voor een logo: bvb. een wereldbol in het logo, om het internationale karakter te accentueren, komt afgezaagd over. Laat je niet verleiden door goedkope computer-effecten.

Een goed logo ontstaat meestal uit een goed idee. Maar ook de typografie, het kleurgebruik, de uitstraling en de techniek spelen een belangrijke rol.

 Een sterk logo voldoet aan volgende criteria:

•   Makkelijk te onthouden: het logo moet snel te begrijpen zijn en moet blijven “plakken”. Geen ingewikkelde of vergezochte marketingverhaaltjes die na enkele dagen al vergeten zijn. Keep it simple: 4 verschillende boodschappen in 1 beeld duidelijk maken, is onmogelijk. Denk maar aan de eenvoudige “swoosh” van Nike of de panda van WWF.

•    Associërbaar: het beeldmerk moet een vormelijke of inhoudelijke relatie met de merknaam hebben. Abstracte merkbeelden voldoen hier meestal niet aan en zijn daarom ook moeilijker te onthouden.
•    Onderscheidend: het logo moet uniek zijn en opvallen in de massa. Het accentueert de individualiteit van het bedrijf.
•    Omkeerbaar: als je het beeld ziet moet je de naam herinneren en als je de naam ziet moet je het beeld voor je zien.
•    Tijdloos: een goed logo moet de tand des tijds kunnen doorstaan. Een mooi voorbeeld is het logo van Coca-Cola.
•    Veelzijdig: het moet in verschillende media en toepassingen kunnen gebruikt worden: zowel op een website als op een t-shirt of label,…
•    Schaalbaar: het moet erg klein maar ook erg groot gebruikt kunnen worden. Vectoriële logo’s zijn ideaal omdat ze niet veranderen van kwaliteit als je ze vergroot.
•    Ook werken zonder of in één kleur: een logo dat niet werkt in zwart wit zal niet beter worden door het toevoegen van kleuren.

Open bestand Wat maakt een logo goed? (met afbeeldingen)

Bedrijfsnamen: Waar komen ze vandaan?

Bedrijfsnamen: waar komen ze vandaan?

 

Mercedes, Apple, Nike, 3M, Google en BMW

Van waar komen bedrijfsnamen zoals Nike, Mercedes and Google? Zijn ze ontstaan uit het niets? Zit er een uitgekiende strategie achter?
De Canadese schrijver Thomas C. Haliburton merkte al een kleine 150 jaar geleden dit op:

“Nicknames stick to people, and the most ridiculous are the most adhesive.”

Dit is zeker ook het geval voor namen zoals Yahoo, Google, Pepsi and Coca-Cola. Deze namen blijven makkelijk in ons geheugen hangen. Maar hoe bepaal je nu de ideale naam voor je bedrijf? Er zijn verschillende manieren om je bedrijf te benoemen. Vele bekende bedrijven zijn genoemd naar de stichters of zijn erg suggestief van aard. Ziehier een oplijsting.

1. Naam of familienaam:

De meest voor de hand liggende manier is je bedrijf noemen naar jezelf of een persoon. Deze persoon kan de stichter of eigenaar zijn van het bedrijf. De naam is “echt”, en niet verzonnen. Enkele voorbeelden:

• Ford – genoemd naar de stichter, Henry Ford.
• Mercedes – genoemd naar de dochter van Emil Jellinek, de ingenieur die de wagen ontwikkelde.
• Boeing – genoemd naar de stichter, William Boeing
• Dell – genoemd naar de stichter, Michael Saul Dell
• Getty Images – genoemd naar de stichter, Mark Getty

2. Verzonnen naam:

Een andere creatieve manier om je bedrijfsnaam vorm te geven is het bedenken van een bedrijfsnaam die aangenaam en catchy klinkt. Dit wordt soms ook gedaan om je bedrijf een exotisch cachet te geven. Een voordeel van een verzonnen woord kan zijn dat het lekker bekt en makkelijk te onthouden is. Enkele voorbeelden:

• CISCO – Kort voor San Francisco
• Haagen-Dazs – Verzonnen naam, zonder betekenis, om niet Amerikaans te klinken.
• Dr. Pepper –Niet genoemd naar een dokter, gewoon een verzonnen karaktertje.
• Yahoo! – De stichters hielden van de betekenis van het woord.

3. Naar analogie en metaforen

Een trendy manier om je bedrijfsnaam vorm te geven is het gebruik van metaforen of analogie. Naar analogie wilt eigenlijk zeggen dat het woord herkenning oproept met je bedrijfsvisie. De naam verklaart duidelijk het doel van je bedrijf. Enkele voorbeelden:

• Apple – De favoriete fruitsoort van Steve Jobs.
• Caterpillar – Een bedrijfsfotograaf merkte op dat de traktor’s sporen op die van een rups leken.
• Adobe – Genoemd naar een beekje Adobe Creek dat achter het huis van co-oprichter John Warnock liep.
• Fuji – Genoemd naar de berg Mount Fuji, de hoogste berg van Japan

4. Afkortingen

Dit is een erg gemakkelijke manier om je bedrijf te benoemen. Het is vooral aangewezen bij een erg lange bedrijfsnaam. Afkortingen helpen ook bij het onthouden van de naam. Sommige acroniemen spreek je afzonderlijk uit, sommige worden als één woord uitgesproken. Ziehier enkele voorbeelden:

• BMW – Bayerische Motoren Werke
• DKNY – Donna Karan New York

5. Samenvoegingen

Als alle namen bestaande uit één woord uitgeput zijn, kan je zoeken naar samengestelde namen. Soms is je bedrijf ook moeilijk te beschrijven in één woord. Enkele voorbeelden:
• Microsoft – Microcomputer + Software
• Intel – Integrated Electronics
• Netscape – Net+ Landscape
• Skype – Sky + Peer-to-Peer
• Wikipedia – wiki + encyclopedie

6. Mythologie, Latijn

Enkele voorbeelden:

• Nike – Genoemd naar de Griekse godin van de overwinning.
• Xerox – Afgeleid van het Griekse woord xeros (droog) en graphos (schrijven)
• Volvo –Van het Latijnse woord volvo, dat betekent “Ik rol”
• Starbucks – Genoemd naar Starbuck, een karakter uit Herman Melville’s Moby-Dick
• Coca-Cola – Coca bladeren en kola noten drankje

7. Toevoegen van cijfers

Als woorden tekortschieten om je bedrijf te benoemen, kunnen cijfers een creatieve toevoeging zijn. Het maakt de naam aantrekkelijker en makkelijk te onthouden. Enkele voorbeelden:

• 3M – Komende van de bedrijfsnaam: Minnesota Mining and Manufacturing Company
• 7-UP – een merk van Pepsi Co.
• 20th Century Fox – Samengaan van William Fox’s Fox Film en Twentieth Century Pictures.

8. Spelen met woorden

Soms speelt het toeval ook een rol. Door toevallig of afgedwongen te spelen met woorden of door bvb. een typfout wordt een nieuwe naam geboren.

• Google – Ontstaan door een typfout in het woord Googol.
• Reebok – Aangepaste Engelse spelling voor rhebok (Pelea capreolus), een Afrikaanse antilope.
• Adidas – Een samentrekking van (Adolf (Adi) Dassler).

 

Open bestand Bedrijfsnamen: Waar komen ze vandaan? (met afbeelding)

Huisstijl

Nieuwe huisstijl invoeren

Rolf Diepeveen


Gaat u een nieuwe huisstijl invoeren, zorg dan voor een goed plan. Dit artikel noemt de belangrijkste onderdelen.

1. Achtergrond
Duidelijke uitleg van de noodzaak om de huisstijl te veranderen.

2. Wat gaat er veranderen
Naam, logo, kleuren, lettertypes, tekststijlen, eventuele niet-tastbare zaken zoals normen en waarden.

3. Moment van invoering
Wanneer wordt de nieuwe huisstijl geïntroduceerd en hoeveel tijd is er nodig voor de voorbereiding.

4. Waar heeft het gevolgen voor
Leg uit wat de gevolgen en veranderingen zijn per onderwerp (zie ook punt 6).

5. Wie moeten er geïnformeerd worden over de wijzigingen
Interne en externe doelgroepen. Hoe en wanneer.
Leg uit wat het communicatieplan is en welke materialen er gebruikt worden:

  • Brief aan alle relaties
  • Promotiegeschenk intern
  • Promotiegeschenk extern
  • Persbericht
  • Interviews
  • Speciale brochure of flyer
  • Website
  • Interne ‘kick-off’ bijeenkomst
  • Ludieke presentatie nieuwe huisstijl (pers erbij)
  • Speciale editie nieuwsbrief
  • Posters
  • Externe billboards
  • advertenties


6. Onderwerpen en  tijdschema
Maak een lijst met alle onderwerpen en zaken die op één of andere manier bij de huisstijlwijziging betrokken zijn. Wees zo volledig mogelijk en maak op basis daarvan een goede planning met de benodigde tijd per onderwerp en de datum waarop met dit onderwerp gestart moet worden:

  • Motivatie schrijven huisstijlwijziging
  • Werkgroep vormen
  • Brainstorm sessie huisstijl
  • Naam kiezen
  • Datum van invoering bepalen
  • Lijst van alle materialen bepalen
  • Voorraad van alle materialen bepalen
  • Verbruik van alle materialen meten
  • Richtlijnen voor bestellen materialen bepalen
  • Richtlijnen bestellen communiceren
  • Briefing/opdracht reclamebureaus (minimaal 2 bureaus)
  • Presentatie eerste creatief concept
  • Reclamebureau selecteren
  • Tweede creatief concept
  • Definitieve huisstijl en handleiding klaar
  • Communicatieplan huisstijlwijziging schrijven
  • Eerste interne communicatie
  • Productieplanning materialen
  • Briefpapier en enveloppen
  • Visitekaartjes
  • Facturen, creditnota’s, e.d.
  • Advertenties
  • Website
  • Brochures, folders, flyers, gidsen, catalogi, e.d.
  • Nieuwsbrieven, tijdschriften, andere periodieken
  • relatiegeschenken
  • Vlaggen en spandoeken
  • Naamgeving op gebouwen
  • Bewegwijzering/belettering intern
  • Bewegwijzering/belettering extern
  • Sjablonen Word, Excel, PowerPoint, etc.
  • Verpakkingen, stickers, etiketten, e.d.
  • Beursstands
  • Bedrijfskleding
  • Naambordjes
  • Communicatiematerialen over huisstijlwijziging
  • Vervolg interne communicatie
  • Start externe communicatie

 
Voor het totale traject moeten toch zeker 6 maanden uitgetrokken worden.

 

Briefpapier

Maak uw eigen sjabloon voor briefpapier in Word

Of u nu een brief naar de gemeente schrijft of correspondeert met het pensioenfonds, waarschijnlijk tikt u uw brief in Word. Dit soort brieven kent een aantal identieke kenmerken, zoals een datum en adres. Lees hoe u een sjabloon maakt!

Wat is een sjabloon?
Een sjabloon is een speciaal type Word-document, waarvan de opmaak vastligt en waarin al diverse gegevens ingevuld zijn. Een gewoon Word-document heeft de extensie .doc. Een Word-sjabloon heeft de extensie .dot. Bij een nieuw document gaat Word normaal uit van het standaardsjabloon Normal.dot, waarin onder meer het lettertype Times New Roman ingesteld is. Maar u kunt ook een ander sjabloon gebruiken.

Standaardsjablonen voor briefpapier
Microsoft biedt op haar website een aantal sjablonen voor briefpapier, die u kunt downloaden en daarna kunt gebruiken in Word. Ga naar de sjablonenpagina van Microsoft en scroll iets naar onderen. Onder het kopje Zoek een sjabloon staan veel verschillende sjablonen. Klik bijvoorbeeld eens op Briefpapier > Speciaal papier voor speciaal Kerstbriefpapier.

Zelf een sjabloon maken
De sjablonen op de Microsoft-website voldoen echter lang niet altijd voor uw standaardcorrespondentie. Daarvoor kunt u beter zelf een sjabloon maken. Wij werken in dit voorbeeld met Word 2003. Maar in andere versies van Word gaat het op vergelijkbare wijze.

Een persoonlijk sjabloon voor briefpapier

Start Word. Er opent automatisch een leeg vel (een nieuw document). Hierin typt u de onderdelen die u standaard op uw briefpapier wilt terugzien. Waarschijnlijk zijn dit de volgende onderdelen:

  • De plaats en de datum
  • Ruimte voor de gegevens van de geadresseerde
  • Uw eigen gegevens
  • Ruimte voor het onderwerp
  • Ruimte voor de aanhef
  • Ruimte voor de tekst van de brief
  • Het onderschrift met een afsluitende groet, uw handtekening en uw naam
  • Ruimte voor de naam van een eventuele bijlage

U wilt misschien ook een lettertype en lettergrootte vaststellen. Ook geavanceerdere opmaak kunt u in het sjabloon opnemen, zoals regelafstand, marges en zelfs afbeeldingen.

Voorbeeldsjabloon
 Als houvast hebben we voor u voorbeeldsjabloon gemaakt, met daarin de bovengenoemde gegevens ingevuld: ZIE PDF ONDERAAN DE PAGINA!



In dit sjabloon is het lettertype Verdana ingesteld, op lettergrootte 10. U kunt dit instellen door in de werkbalk Opmaak te kiezen voor ‘Verdana’ en ‘10’.



Verder hebben we niets ingesteld, maar gewoon de tekst getypt die we in elke brief willen laten terugkomen, met witregels ertussen, zodat alles op de plek komt waar we het willen hebben.
Ten slotte hebben we een afbeelding van de handtekening ingevoegd. Maar u kunt deze ruimte natuurlijk ook gewoon wit laten en na het afdrukken van de brief uw handtekening met de hand schrijven.

Tip: digitale handtekening

Om een digitale afbeelding te maken van uw handtekening, kunt u uw handtekening op een leeg vel papier schrijven en inscannen. U kunt ook in een tekenprogramma met behulp van uw muis of een invoerpen uw handtekening schrijven.

De digitale afbeelding kunt u vervolgens invoegen door in Word te kiezen voor Invoegen > Afbeelding > Uit bestand. U bladert naar de lokatie waar u de afbeelding hebt opgeslagen, selecteert de afbeelding en klikt op Invoegen. Nu staat de handtekening in uw sjabloon.

Tip 2: kop- en voettekst

Schrijft u vaak langere brieven die meerdere pagina’s beslaan en wilt u bepaalde gegevens op elke pagina laten terugkomen, zet deze gegevens dan in de kop- of voettekst, te bereiken via Beeld > Koptekst en voettekst.

Het sjabloon opslaan
Wanneer u uw sjabloon gemaakt hebt, klikt u boven in de menubalk op Bestand en u kiest voor Opslaan als... Typ achter Bestandsnaam de naam waaronder u dit sjabloon wilt opslaan. Bijvoorbeeld ‘Briefpapier’. Vervolgens kiest u in het veld Opslaan als voor Documentsjabloon. Klik op Opslaan.



Het sjabloon gebruiken
Wilt u een brief gaan typen op basis van het sjabloon, open dan Word. Klik op Bestand > Nieuw. Aan de rechterkant verschijnt het hulpvenster Nieuw document.



Kies onder het kopje Sjablonen voor Op mijn computer... Het venster Sjablonen verschijnt. Selecteer uw sjabloon, waarschijnlijk Briefpapier. Klik op OK.



Het sjabloon opent in Word. U kunt nu uw brief gaan typen in het sjabloon. Bent u klaar met de brief en wilt u deze bewaren, dan doet u dit op de gebruikelijke manier: klik op Bestand > Opslaan als... en vul bij Bestandsnaam de naam van de brief in. Klik op Opslaan.

 

 

Open bestand Briefpapier sjabloon in Word

Visitekaartje

Zelf visitekaartjes maken in Publisher 2007

Wanneer u Microsoft Publisher 2007 start, verschijnt een scherm genaamd 'Aan de slag met Microsoft Office Publisher 2007'. Hierin staan populaire typen publicaties in de vorm van duidelijke knoppen. Door zo'n knop aan te klikken gaat u direct naar de sjablonen voor dat publicatietype. Ook visitekaartjes staan er bij.

1. Klik onder Populaire typen publicaties op Visitekaartjes. Het scherm dat nu verschijnt is onderverdeeld in drie groepen ontwerpen: Nieuwere ontwerpen, Klassieke ontwerpen en Papierformaten. U kunt een keuze maken uit de eerste twee groepen.

2. Selecteer onder Nieuwere ontwerpen de sjabloon Modulair. Een voorbeeld van het visitekaartje verschijnt in het rechter schermdeel.

3. Als u nog niet eerder uw persoonlijke bedrijfsgegevens hebt ingevuld, dan kunt u dat nu doen

4. Klik in het vak Aanpassen onder Bedrijfsgegevens de optie Nieuw aan. Het dialoogvenster Nieuwe set met bedrijfsgegevens maken verschijnt.

5. Voer uw naam, functie en de overige bedrijfsgegevens in

6. Klik op Logo toevoegen en wijs een afbeelding op schijf met uw bedrijfslogo aan, klik dan op Invoegen.

7. Voer bij Naam van set met bedrijfsgegevens uw naam in

8. Klik tot slot op Opslaan

Na deze handelingen ziet het visitekaartje in het voorbeeld - rechts in beeld - eruit zoals het door Publisher gemaakt zal worden. We gaan nu het kleurenschema en het lettertypeschema aanpassen.

Schema's

De sjabloon Modulair maakt standaard gebruik van de kleuren oranje en zwart. Is uw huisstijl gebaseerd op andere kleuren, dan is dat geen probleem. Zowel de kleuren als de gebruikte lettertypen op het visitekaartje kunnen namelijk achteraf worden aangepast. Handel als volgt:

 1. Kies onder Aanpassen voor Kleurenschema. Er verschijnt nu een lijst met kleurenschema's.

2. Kies een kleurenschema dat bij uw organisatie past. Wij kiezen hier Stroom.

3. Kies nu voor Lettertypeschema. Een lijst verschijnt waarin steeds twee bij elkaar gegroepeerde lettertypen staan.

4. Maak een keuze, wij kiezen in dit geval Kantoor 1. Het aangepaste visitekaartje verschijnt rechts in beeld.

5. Na al deze aanpassingen klikt u rechts onderaan op Maken, waarna het visitekaartje in Publisher verschijnt.

Het visitekaartje zelf aanpassen

Tot nu toe hebt u netjes aan de leiband van Publisher 2007 gelopen. U hebt een standaard publicatieontwerp geselecteerd en daarop een standaard lettertypeschema en kleurenschema toegepast. Het wordt nu tijd het ontwerp iets persoonlijker te maken. Voordat u dat doet kunt u het resultaat tot nu toe het beste opslaan.

1. Kies Bestand >> Opslaan en sla uw publicatie onder een duidelijke naam op

2. Linksboven in het kaartje ziet u een grafisch element in de vorm van drie streepjes. Dit past niet in uw huisstijl. Selecteer dit element door erop te klikken en druk op Delete om het te verwijderen.

3. U vindt dat de adresgegevens te dicht bij de telefoon- en faxnummers staan? Klik op het gebied met de adresgegevens. Pak dan de onderste formaatgreep (het witte rondje) met de muis beet en sleep de onderste rand iets omhoog.

4. U wilt uw bedrijfslogo iets groter. Klik op het logo en pas de grootte aan met behulp van de formaatgrepen. Door tijdens het slepen de Shift-toets ingedrukt te houden, kunt u de verhoudingen van het bedrijfslogo in tact houden.

Het visitekaartje opslaan en afdrukken

Wanneer u tevreden bent over het uiterlijk van uw visitekaartje slaat u het nogmaals op. Daarna kunt u het afdrukvoorbeeld bekijken en de kaartjes ter beoordeling op een vel A4 afdrukken.

1. Kies Bestand >> Opslaan

2. Klik op de knop Afdrukvoorbeeld in de werkbalk. U ziet een voorbeeld van een vel A4-papier met daarop de visitekaartjes.

3. Klik op de knop Afdrukken om het vel af te drukken

4. Klik op Sluiten om het afdrukvoorbeeld te verlaten.

Het afdrukken op standaard papier zal niet de gewenste resultaten opleveren. U kunt in de kantoorboekhandel echter speciaal papier kopen voor het afdrukken van visitekaartjes. Dat papier is dikker en bevat veelal fijn geperforeerde lijntjes om de kaartjes langs af te scheuren. Zo stelt u de visitekaartjes in voor het juiste soort papier:

1. Kies Bestand >> Pagina-instelling

2. Kijk onder Visitekaartjes en open de naam van de papierfabrikant, bijvoorbeeld Avery

3. Klik op de naam die op de verpakking van uw papier staat en klik op OK.

Inpakken en wegwezen

Om de publicatie gemakkelijk te kunnen meenemen naar een drukker is de optie Inpakken en wegwezen opgenomen. Deze optie zal de publicatie en de gebruikte afbeeldingen en logo's opslaan in een apart bestand. Wij raden u echter aan het Publisher-bestand en losse lettertypen en afbeeldingen mee te nemen naar uw drukker. Als u de optie Inpakken en wegwezen toch wilt gebruiken gaat dat als volgt:

1. Kies Bestand >> Inpakken en wegwezen >> Naar een commerciële afdrukservice

2. De Wizard Inpakken en wegwezen verschijnt, kies hierin Volgende

3. Kies de locatie waar u de bestand wilt opslaan en kies Volgende

4. Nu kunt u aangeven wat moet worden ingesloten, het beste is de opties allemaal aan te laten staan. Kies weer voor Volgende

5. Klik op Voltooien. Er wordt een ZIP-bestand aangemaakt waarin zowel het Publisher- als een PDF-bestand aanwezig zijn. Hiermee kunt u naar uw drukker.

Tot slot

Microsoft Publisher 2007 is ideaal voor ongeoefende gebruikers. U kunt zonder tussenkomst van DTP-ers en reclamebureaus zelf drukwerk samenstellen. In dit artikel hebben wij dat gedaan voor visitekaartjes. Een sjabloon geeft u een goed startpunt, maar kan naar wens worden aangepast. Overleg wel vooraf met uw drukker wanneer u de visitekaartjes door hen wilt laten afdrukken.

 

               

 

 

Open bestand Vistekaartjes maken met Publisher

Schrijven van wervende teksten

Wervende tekst

Het geheim van wervende kopij: hoe schrijf je teksten die interesse wekken en overtuigen? 

Een beschrijving van jouw dienst op één of twee A-4tjes is een belangrijke basis voor je marketingcommunicatie. Met deze basistekst voorhanden heb je snel een pakkende brochure of folder gemaakt om aan je klanten te geven. Een beetje ingekort kun je de tekst ook op de eerste pagina van je website zetten.

Aan deze tekst kun je natuurlijk nog allerlei informatie toevoegen: casebeschrijvingen, referenties van klanten, artikelen etc. Maar met de basistekst heb je in veel gevallen al voldoende marketingmateriaal in handen.
De vraag is: hoe schrijf je een effectieve tekst? De grootste fout die dienstverleners in marketingteksten maken, is dat ze zich in hun tekst teveel richten op wat ze doen – en niet op wat het oplevert. Ook maken ze vaak niet duidelijk voor welk probleem of behoefte ze een oplossing bieden. De tekst heeft daardoor onvoldoende overtuigingskracht.
Goede, overtuigende teksten beschrijven het probleem, de vraag, de zorg of frustratie waar de klant mee zit (waarmee je laat zien dat je hem/haar begrijpt) en geven hoop dat jij dit voor hem/haar kunt oplossen. Besteed daarom aandacht aan de volgende vijf elementen:

  • Probleem: beschrijf het probleem, de vraag, de zorg of frustratie waar de klant mee zit.
  • De oplossing: beschrijf wat er mogelijk is, of hoe het ook kan zijn, als de klant zijn probleem heeft opgelost.
  • Hoe komt het eigenlijk? Beschrijf waarom de klant zijn probleem nu nog heeft en nog niet opgelost heeft.
  • Wat er nodig is. Beschrijf wat de klant nodig heeft om van zijn probleem af te komen.
  • Let uit wat jij hierbij kan betekenen en vraag om actie en vraag om actie.  Beschrijf wie je bent en waarom jíj degene bent die de klant moet hebben. En leg precies uit wat hij/zij moet doen om met jou in contact te komen.

Een voorbeeld. Stel dat jouw dienst het geven van presentatietrainingen is. Je tekst zou kunnen luiden:

 “In twee dagen leren presenteren met gemak” (begin met je kernboodschap in een volzin)

 (Probleem)

Vrijwel iedereen die een toespraak wil houden, voelt zich nerveus of onzeker. Bent u bang om te blozen, dat uw handen gaan trillen en dat iedereen dit merkt? Bent u bezorgd dat u iets verkeerd gaat zeggen, dom overkomt of onvoldoende de aandacht van de toehoorders kunt vasthouden?

(De oplossing: hoe het ook kan)

U bent niet de enige. Uit cijfers blijkt dat meer dan 95% van de mensen angst voelt bij het houden van presentaties. Toch hoeft het niet zo te zijn: ook u kunt leren om met gemak een presentatie te houden, waar u zelfs van kunt genieten. Presentaties waarop u zich minimaal voorbereidt, maar met een maximaal effect.

 (Hoe komt het eigenlijk?)

Het probleem bij presentaties is vaak niet alleen een gebrek aan vaardigheden. Deze zijn relatief gemakkelijk te leren: oogcontact maken, op de juiste toonhoogte spreken, de juiste lichaamshouding etc. Wat mensen vooral parten speelt, is de manier waarop ze denken over hun presentatie. Bewust of onbewust hebben ze allemaal voorstellingen in hun hoofd, die van de presentatie een angstaanjagende ervaring maken. Veronderstellingen die vaak niet kloppen, en die als sneeuw voor de zon verdwijnen als u ze kritisch gaat onderzoeken.

 (Wat er nodig is)

In de training “Leren presenteren met gemak” wordt aan beide aspecten aandacht besteed: zowel aan vaardigheden als aan onderliggende overtuigingen. In twee dagen leren de cursisten technieken om beter te spreken, en krijgen ze persoonlijke begeleiding bij het overwinnen van hun blokkades.

 (Waarom moeten ze bij jou zijn en een vraag om actie)

Bureau “Spreek en Boei” heeft zich sinds 1980 toegelegd op het geven van presentatietrainingen. Het heeft duizenden mensen de weg gewezen hoe ze boeiende presentaties kunnen houden.

Heeft u interesse? Via bijgevoegd inschrijfformulier kunt u zich opgeven voor de training. Neem voor vragen contact op met …

Pas dit stramien toe op je eigen aanbod en laat het eens lezen aan anderen. Je zult zien dat het werkt! Veel succes ermee. 

Copyright 2004 Laura Babeliowsky

 

Advertentie

Advertentie (uit Wikipedia)

 Een advertentie is een publicatie die bedoeld is de lezer ervan te verleiden tot een bepaalde actie, zoals het kopen van een product of deelnemen aan een actie. Meestal gaat het hier om het promoten van commerciële producten en/of diensten. Er bestaan echter ook advertenties voor producten en/of diensten zonder winstoogmerk.

Advertenties worden ook gebruikt om bijzondere gebeurtenissen aan te kondigen, zoals bij het overlijden van iemand, door middel van een rouwadvertentie.

Vormen

Advertenties wordt in verschillende media gevonden. Zo zijn er onder andere:

  • advertenties in kranten en tijdschriften
  • televisie- en radioadvertenties (reclamespotje)
  • internetadvertenties (waaronder Speurders.nl en Marktplaats.nl).
  • advertenties in reclamefolders.

 

Sommige krantenadvertenties zijn bewust geschreven alsof het een krantenartikel is. De redactie van de krant plaatst dan meestal daarboven de tekst "(advertentie)".

In vakbladen komt men ook vaak de "advertorial" tegen. De samenvoeging van advertentie en "editorial" geeft aan dat de advertentietekst geschreven is door de redactie met het doel reclame te maken voor de adverteerder.

Advertentievormen binnen de nieuwe media

Links : Een tekst die linkt naar de website van de adverteerder kan worden aangeklikt. Veelal is de tekst een enkel woord of een webadres.

Banner:  Dit is een balk over nagenoeg de hele breedte van het beeldscherm boven aan de pagina. Kent eventueel doorklikmogelijkheid.

Skyscraper:  Een verticale banner aan de linker- of rechterkant van de website.

Expandable banner: De banner wordt automatisch vergroot zodra de websitebezoeker met zijn cursor over de banner komt.

Button: Dit is een kleine banner en is daardoor gemakkelijker in te passen op een website.

DHTML:  Advertentie op een website die zich over het beeld van de website plaatst. Dit beeld kan na enkele seconden verdwijnen of gesloten worden door actieve ingreep ('klik op sluiten') van de websitebezoeker.

Interstitial:  Dit is het beeld dat bij een websitebezoek voorafgaand aan de verdere content wordt getoond. Daarmee is het vergelijkbaar met een billboard op televisie waarbij sponsoren van een tv-programma zijn opgenomen.

Splash:  Dit is vergelijkbaar met een interstitial, maar verdwijnt pas wanneer de websitebezoeker er op heeft geklikt.

Nieuwsbrief: Advertentie in een e-zine of digitale nieuwsbrief.

Ingezonden Mededeling (I.M.) :  Bij een IM wordt de commerciële uiting geïntegreerd opgenomen in de redactionele omgeving. Vaak valt erboven 'advertentie' te lezen. De uiting linkt door naar de site van de adverteerder.

Streamspot:  Dit is een commercial die voorafgaand aan een internetfilmpje of livestream wordt vertoond. Ook zijn hier interactieve reclames mogelijk met zowel doorklikken alsook wegklikken.

Gesponsorde omgeving:  Een rubriek/artikel op de website over het product van de adverteerder dat inhoudelijk aansluit op de verdere content van de website van het bedrijf die deze mogelijkheid aanbiedt.

Dayvertising:  Wanneer alle advertenties van een adverteerder zich richten op een bepaalde (feest)dag.

Sms:  Aan de sms-berichten die vanuit het mediabedrijf worden verzonden kan een commerciële boodschap (bij wijze van zowel extra service aan de ontvanger als advertentie) worden gekoppeld.

Webvertorial:  Hierbij wordt er gelinkt binnen de website van de partij die de advertentieruimte aanbiedt naar een uitgebreid artikel op dezelfde website waarin dan vervolgens gelinkt wordt naar de adverteerder. Deze advertentievorm heeft gelijkenis met een redactioneel artikel.

 

Mailing

Wat is een mailing?

Een mailing is een brief, brochure of catalogus die je op basis van een adressenbestand verstuurt naar een bepaalde doelgroep. Je verstuurt hem per post of per e-mail.

De (digitale) nieuwsbrief is een bekende soort mailing. Het is een eenvoudig opgemaakte brief, bestaande uit een of enkele korte nieuwsberichten.

Een belangrijk verschil tussen mailings en andere marketingcommunicatie-uitingen is dat mailings geadresseerd zijn. Ook hebben mailings vaak een responsmogelijkheid.

Wanneer verstuur je een mailing?

Een mailing verstuur je niet zomaar. Net als bij andere soorten brieven, zoals een klachtenbrief of een verkoopbrief, heeft een mailing een aanleiding.

Regelmaat
Voor ontvangers is het prettig om te weten hoe vaak ze bericht kunnen verwachten. Maak een haalbare planning voor jezelf en maak aan de ontvangers duidelijk wat de frequentie is van verzending.

Of je nu een nieuw product hebt ontwikkeld, een prijsvraag hebt gewonnen of nieuws hebt te melden: een mailing verstuur je met enige regelmaat. Hoe vaak je precies een mailing verstuurt, hangt van je doel en je onderneming af. Stuur vooral niet klakkeloos berichten rond om in de aandacht te blijven, dat kan irritatie opwekken. Irritatie is schadelijk voor je zorgvuldig opgebouwde naam en imago. Hoe vaak wil jij zelf berichten ontvangen van instanties waar je klant van bent? Houd dit in gedachten wanneer je jouw mailing stuurt. Bedenk ook dat een mailing maken en verzenden tijd kost, net als het verwerken van de respons. Heb je regelmatig nieuws, dan kun je een paar keer per jaar een mailing versturen, bijvoorbeeld maandelijks of tweemaandelijks. Voor de meeste eenmanszaken is eens per kwartaal een mailing versturen al voldoende.

Wat is je relatie met de ontvanger?

Een klachtenbrief of een verkoopbrief stuur je naar een persoon of bedrijf waarmee je een relatie hebt; je hebt er iets gekocht of verkocht. Bij een mailing hoeft dat niet het geval te zijn. Een mailing kun je (ook) naar personen en bedrijven sturen met wie je nog geen commerciële relatie hebt.

Wetten en regels

Zomaar een mailing rondsturen hoort niet. Ook al vind jij de aanleiding nog zo belangrijk, de ontvanger kan het gevoel hebben dat je zijn of haar privacy schendt. Een professionele marketeer is op de hoogte van wetten en regels omtrent gegevensbestanden, zoals de Wet Bescherming Persoonsgegevens en de Telecommunicatiewet.

Twee belangrijke regels

  • Voordat je nieuwe klanten een mailing per e-mail stuurt, heb je eerst hun expliciete toestemming nodig. Dit zogenaamde opt-in principe staat opgenomen in de Telecommunicatiewet.
  • Verder dien je alle ontvangers een mogelijkheid te bieden om van je mailinglijst te worden verwijderd.

 

Nieuwsbrief

Nieuwsbrief (uit Wikipedia)

Een nieuwsbrief is een regelmatige publicatie, over het algemeen rond een hoofdthema, waar al dan niet gratis op geabonneerd kan worden. Veel nieuwsbrieven worden uitgegeven door verenigingen of commerciële instellingen, zoals bedrijven, om informatie te verstrekken aan de leden of werknemers. Een uitgebreide versie van de nieuwsbrief wordt bedrijfsblad genoemd, meestal is dat een personeelsblad of een relatiemagazine.

Traditioneel werden nieuwsbrieven per post verstuurd naar de abonnees, tegenwoordig kan dit ook per e-mail. De nieuwsbrief heeft als doel abonnees op de hoogte te brengen van het laatste nieuws. Een nieuwsbrief per e-mail wordt ook wel eens met 'elektronische nieuwsbrief', 'e-mailnieuwsbrief', 'e-nieuws' of 'e-nieuwsbrief' aangeduid.

Online nieuwsbrieven

Veel websites en bedrijven hebben tegenwoordig ook online nieuwsbrieven (vaak aangeduid met de Engelse term newsletter) die via e-mail worden verstuurd naar mensen op een mailinglist. Deze nieuwsbrieven informeren de lezers over updates van de website en/of leveren informatie die eraan verbonden is. Bovendien kunnen nieuwsbrieven een rol spelen in het opbouwen en in stand houden van de relatie van de gebruikers met een website.

 

Een nieuwsbrief maken om contact te houden met klanten

Van toepassing op: Microsoft Office Publisher 2007

Veel marketingexperts zeggen dat het binnenhalen van een nieuwe klant zes- tot zevenmaal zoveel kost als het behouden van een bestaande klant. Houd contact met uw klanten door een nieuwsbrief te verzenden zodat uw klanten eerst aan uw bedrijf denken wanneer ze een nieuwe aankoop willen doen of wanneer ze een vriend een leverancier aanbevelen.

Met Microsoft Office Publisher 2007 kunt u de nieuwsbrief precies zo maken zoals u dat wilt en kunt u uw klanten de informatie geven die ze nodig hebben.

De sleutel tot een geslaagde nieuwsbrief

Een geslaagde nieuwsbrief moet waardevolle informatie bevatten en kort en zakelijk zijn. Hiervoor is het belangrijk dat u uw publiek kent en hun biedt waar ze op zitten te wachten.

Korte nieuwsbrieven die elkaar sneller opvolgen en actuele informatie bevatten, hebben de voorkeur boven langere nieuwsbrieven waar meer tijd tussen zit, volgens Roger C. Parker, de auteur van Looking Good in Print en Design to Sell. Nieuwsbrieven moeten precies genoeg informatie bieden om uw klanten te stimuleren contact met u op te nemen of uw bedrijf te bezoeken om meer te weten te komen.

Probeer voor iedereen iets interessants in de nieuwsbrief te zetten door in elke editie verschillende korte artikelen op te nemen. Door het gevarieerde aanbod verhoogt u de kans dat uw publiek minimaal geïnteresseerd is in één artikel en dat ze worden gestimuleerd om contact met u op te nemen. Als u weet tot welk klantsegment elke ontvanger behoort, kunt u er ook voor kiezen de inhoud van verschillende edities van uw nieuwsbrief te richten op bepaalde klantsegmenten.

De inhoud van uw nieuwsbrief plannen

Houd contact met uw klanten en vergroot uw geloofwaardigheid en autoriteit door informatie te bieden in plaats van alleen te denken aan verkopen. Schrijf vanuit het perspectief van uw klanten. Door u te richten op wat uw klanten willen weten in plaats van wat u ze wilt vertellen, kunt u de impact van de nieuwsbrief vergroten.

Wanneer u elke editie van uw nieuwsbrief plant, kunt u het beste denken in categorieën. Maak een lijst met typen informatie die uw klantenbestand het meest zinvol vindt. Probeer vervolgens in elke editie een artikel op te nemen uit elke categorie. Uw lijst kan de volgende items bevatten:

  • Tips of artikelen over hoe uw klanten meer kunnen halen uit uw producten of services
  • Een redactioneel artikel over een actueel onderwerp
  • Recensies van nieuwe producten of aankondigingen van nieuwe services
  • Speciale aanbiedingen
  • Nieuws over klanten of succesverhalen
  • Het profiel van een werknemer of een interview met een expert

Zie Tips voor het schrijven van effectieve marketingpublicaties en Tips voor het werken met afbeeldingen voor informatie over het ontwikkelen van de inhoud van uw nieuwsbrief.

Beslissen hoe u de nieuwsbrief wilt distribueren

U kunt ervoor kiezen uw nieuwsbrief te verzenden per e-mail of om deze te publiceren op een website. Als u de nieuwsbrief wilt afdrukken, moet u beslissen hoe u deze wilt afdrukken voordat u de nieuwsbrief maakt en aanpast.

Als u maar een klein aantal exemplaren van uw nieuwsbrief wilt afdrukken, kunt u ze waarschijnlijk het beste afdrukken met uw eigen bureauprinter. Als u echter een groot aantal exemplaren wilt afdrukken, is het misschien beter om uw nieuwsbrief te laten afdrukken door een copyshop of een drukker. Zie Tips voor het afdrukken van publicaties als u wilt bepalen hoe uw de nieuwsbrief het beste kunt afdrukken.

Als u besluit met de nieuwsbrief naar een copyshop of een drukker te gaan, moet u het project eerst tot in detail met de drukker bespreken. Voordat u met het project begint, moet u het project en de doelstellingen beschrijven en uitzoeken wat de vereisten van uw printer zijn. Zo voorkomt u dat u ontwerpbeslissingen neemt die u later weer moet wijzigen. Houd gedurende het hele ontwerpproces contact met de drukker zodat u later tijd en geld kunt besparen.

Zie Tips voor het voorbereiden van uw publicatie voor de drukker voor een lijst met de belangrijkste dingen waarop u moet letten. Wanneer het tijd is om uw publicatie klaar te maken voor de overdracht aan de drukker, moet u Uw Publisher-bestand naar een drukker brengen raadplegen.

De nieuwsbrief maken

Nadat u hebt beslist welke artikelen en foto's u wilt plaatsen, is het tijd om de nieuwsbrief te gaan maken door een ontwerp te kiezen en te verfijnen en vervolgens de inhoud toe te voegen. Hoewel u volledig nieuwe nieuwsbrieven (of andere publicaties) kunt maken in Office Publisher 2007 en deze kunt distribueren in gedrukte vorm, per e-mail of via internet, richt dit artikel zich op het gebruik van een Publisher-nieuwsbriefsjabloon om een nieuwsbrief te maken die u wilt afdrukken.

Het nieuwsbriefontwerp kiezen en aanpassen

  1. Start Publisher.
  2. Klik in de lijst Typen publicaties op Nieuwsbrieven.
  3. Klik onder Nieuwsbrieven op Nieuwere ontwerpen of Klassieke ontwerpen.
  4. Voer een of meer van de volgende bewerkingen uit:
  • Klik op het voorbeeld van het gewenste nieuwsbriefontwerp.

De nieuwsbriefsjabloon Profiel is het beginpunt voor de nieuwsbrief die wordt weergegeven in dit artikel.

  • Zoek extra ontwerpsjablonen voor nieuwsbrieven op Microsoft Office Online.
  1. Kies de gewenste opties voor het aanpassen van uw ontwerp.

 Opmerking   Als u een sjabloon gebruikt die u hebt gedownload van Office Online, kunt u het ontwerp pas aanpassen wanneer u de publicatie opent.

Ga op een van de volgende manieren te werk:

  • Klik onder Aanpassen op het gewenste kleurenschema en lettertypeschema.
  • Klik onder Aanpassen op de gewenste set met bedrijfsgegevens of maak een nieuwe set.
  • Klik onder Opties op Over één pagina als u de nieuwsbrief wilt afdrukken op één zijde, of klik op Over twee pagina's als u de nieuwsbrief dubbelzijdig wilt afdrukken of op papier van tabloidformaat.
  • Schakel onder Opties het selectievakje Adres van de klant toevoegen in als u het adres van de klant op de nieuwsbrief zelf wilt afdrukken in plaats van op een envelop.
  1. Klik op Maken.

Ontwerpwijzigingen aanbrengen in de lay-out

  1. Klik in het taakvenster Paginaopties onder Kolommen op het aantal kolommen dat u wilt weergeven op elke pagina.

Op de binnenpagina's (bijvoorbeeld pagina 2 en 3 van een nieuwsbrief van 4 pagina's) verschijnt de lijst Selecteer een te wijzigen pagina. Klik op Linkerbinnenpagina of Rechterbinnenpagina, en klik vervolgens voor elke pagina op een van de volgende indelingen: 3 artikelen, Kalender, Bestelformulier, Antwoordformulier of Inschrijfformulier.

Als u meer te weten wilt komen over het werken met kolommen moet u Tekstkolommen instellen met lay-outhulplijnen raadplegen.

  1. Klik onder Suggesties voor objecten op een optie om deze in te voegen op de pagina.

Werken met de tekst

Als u al een set met bedrijfsgegevens hebt gemaakt, wordt bepaalde tekst in de tijdelijke aanduiding vervangen door de contactgegevens en het logo van uw bedrijf.

 Opmerking   Bedrijfsgegevens vervangen niet automatisch de tijdelijke tekst in sjablonen die u van Office Online downloadt. Als u de tijdelijke aanduidingen voor namen, adressen en logo's wilt vervangen door uw bedrijfsgegevens, klikt u op de infolabelknop voor een item in de bedrijfsgegevens, zoals de naam of het adres van het bedrijf, en klikt u vervolgens op Bijwerken op basis van set met bedrijfsgegevens. (De infolabelknop verschijnt wanneer u tekst of een logo aanwijst.)

  1. Voer voor elk blok met tijdelijke tekst een van de volgende handelingen uit:
  • Selecteer de tekst van de tijdelijke aanduiding en typ uw gegevens.
  • Klik met de rechtermuisknop om de tijdelijke tekst te selecteren, wijs Tekst wijzigen aan in het snelmenu, klik op Tekstbestand, klik op het bestand dat de tekst bevat die u wilt gebruiken en klik vervolgens op OK.

 Opmerking    In de meeste gevallen wordt het formaat van de tekst automatisch aangepast aan het formaat van het tekstvak. Als de titel van een artikel bijvoorbeeld te lang is, wordt het formaat van de tekst automatisch verkleind zodat deze past.

  1. Pas de grootte van de tekst aan. Voer een van de volgende handelingen uit:
  • Als u wilt voorkomen dat de grootte van de tekst automatisch wordt aangepast aan de grootte van een tekstvak dat niet gekoppeld is aan andere tekstvakken, klikt u op het tekstvak, wijst u Tekst AutoAanpassen aan in het menu Opmaak en klikt u vervolgens op AutoAanpassen niet gebruiken.
  • Als u de tekengrootte handmatig wilt wijzigen, selecteert u de tekst en klikt u vervolgens op een nieuwe tekengrootte in de lijst Tekengrootte op de werkbalk Opmaak.

Zie Automatisch passend maken van tekst in- en uitschakelen voor meer informatie over het aanpassen van tekst in tekstvakken.

Met Office Publisher 2007 kunt u uw nieuwsbrieven moeiteloos aan elke ontvanger aanpassen, bijvoorbeeld door de naam en het adres van de klant, een persoonlijke groet of informatie over het laatste bezoek van de klant aan uw bedrijf op te nemen. Zie Een afdruk samenvoegen en Tips voor het aanpassen van publicaties voor meer informatie over het personaliseren van uw nieuwsbrieven.

Zie Tekst op de pagina plaatsen in Publisher en Tekst uit een ander bestand importeren in een publicatie voor meer informatie over het werken met tekst.

Werken met de afbeeldingen

  1. Klik met de rechtermuisknop op de tijdelijke afbeelding, wijs Afbeelding wijzigen aan in het snelmenu en klik vervolgens op de bron van de afbeelding.

 Tip   Als u Afbeelding wijzigen niet ziet wanneer u met de rechtermuisknop klikt, klikt u op de tijdelijke aanduiding totdat de rand van de afbeelding wordt omgeven door witte rondjes. Klik opnieuw op de afbeelding totdat de afbeelding zelf wordt omringd door grijze rondjes met kruisjes erin en klik vervolgens met de rechtermuisknop op de afbeelding.

  1. Kies de nieuwe afbeelding en klik vervolgens op Invoegen.
  2. Herhaal deze stappen zo nodig voor de andere afbeeldingen in uw publicatie.
  3. Wanneer de nieuwsbrief eruitziet zoals u wilt, klikt u op Opslaan in het menu Bestand.

Zie Tips voor het werken met afbeeldingen voor meer informatie over het werken met afbeeldingen.

De distributie van uw nieuwsbrief voorbereiden en reacties hierop bijhouden

Als uw mailing bij de juiste mensen terechtkomt, heeft deze het meeste effect, hoe informatief uw nieuwsbrief ook is. Door de namen van klanten in uw adressenlijst zorgvuldig te controleren en uw mailing alleen te richten aan klanten die mogelijk geïnteresseerd zijn in uw bedrijf, kunt u het succes van uw marketinginspanningen maximaliseren.

Nadat u de namen in de adressenlijst hebt gecontroleerd, kunt u Office Publisher 2007 gebruiken om één klantenlijst te maken, te beheren en op te slaan door klantenlijsten uit meerdere bronnen te combineren en te bewerken. Zie Tips voor adressenlijsten voor meer informatie over het voorbereiden en verfijnen van de adressenlijst.

Door bij te houden hoe groot de respons op uw nieuwsbrief is en te bepalen wat de reden voor deze respons is, kunt u aangeven welke verhalen, aanbiedingen en strategieën werken en welke niet. Zie Tips voor effectief zoeken voor meer informatie over hoe u de respons op uw directmailcampagnes op een doeltreffende manier kunt bijhouden.

De nieuwsbrief distribueren

Nadat u een publicatie hebt gemaakt in Office Publisher 2007, hebt u veel opties om deze te distribueren:

  • U kunt de nieuwsbrief verzenden in een e-mailbericht, waarbij u deze kunt plaatsen in de hoofdtekst van het bericht of kunt toevoegen als bijlage, zoals een PDF- of XPS-bestand.
  • U kunt de nieuwsbrief publiceren op een website.
  • U kunt deze afdrukken op een bureauprinter.
  • U kunt een pakket maken met alle bestanden waaruit de nieuwsbrief bestaat en dit pakket verzenden naar een drukker.

De nieuwsbrief per e-mail verzenden

Met e-mail kunt u zich richten op een publiekssegment dat via andere methoden moeilijk te bereiken is, zoals bezoekers van een website of webwinkel die hun e-mailadres geven. Met E-mail samenvoegen kunt u een persoonlijker e-mailbericht verzenden naar elke ontvanger. U kunt uw nieuwsbrief ook converteren naar een e-mailbericht en zodoende een meer uniforme marketingcampagne maken. U kunt uw nieuwsbrief zelfs publiceren als een PDF- of XPS-bestand en dit toevoegen aan een e-mailbericht.

Zie E-mailpublicaties maken en verzenden met Publisher als u meer wilt weten over het verzenden van e-mailpublicaties. Bekijk de demo Nieuwsbrieven aanpassen met E-mail samenvoegen in Publisher 2007 als u wilt zien hoe u een nieuwsbrief die oorspronkelijk was bedoeld voor verspreiding als drukwerk kunt converteren voor verspreiding via E-mail samenvoegen.

Zie Publisher-bestanden opslaan in indelingen die anderen kunnen weergeven als u wilt weten hoe u de nieuwsbrief kunt opslaan als een PDF- of XPS-bestand. Zie Tips voor e-mailmarketing voor meer informatie over het gebruik van e-mail als onderdeel van uw marketingcampagne.

De nieuwsbrief op het web plaatsen

Als u een Publisher-nieuwsbriefsjabloon hebt gebruikt om uw nieuwsbrief te maken, kunt u de nieuwsbrief converteren naar een website. Zie Een afdruknieuwsbrief converteren naar een webpublicatie als u wilt weten hoe.

Als u geen afzonderlijke pagina's van meerdere nieuwsbriefedities wilt toevoegen aan uw website, kunt u elke nieuwsbriefeditie publiceren als een PDF- of XPS-bestand en een koppeling naar uw nieuwsbrieven plaatsen op een pagina op uw website. Zie Publisher-bestanden opslaan in indelingen die anderen kunnen weergeven voor informatie over het opslaan van een publicatie als een PDF- of XPS-bestand.

De nieuwsbrief afdrukken

Als u maar een paar exemplaren afdrukt, kunt u de nieuwsbrief afdrukken op uw bureauprinter. Als uw printer afdrukken op tabloidformaat (11 bij 17 inch) ondersteunt, kunt u een gevouwen nieuwsbrief maken met pagina's van 8,5 bij 11 inch. U kunt deze techniek gebruiken voor elk publicatieformaat dat de helft is van het papierformaat.

De nieuwsbrief instellen voor afdrukken op een bureauprinter

  1. Open de nieuwsbriefpublicatie die u wilt afdrukken als gevouwen boekje.
  2. Klik in het taakvenster Publicatie opmaken onder Opties Nieuwsbrief op Paginaformaat wijzigen.
  3. Klik in het dialoogvenster Pagina-instelling onder Lege paginaformaten op Boekjes en klik vervolgens op Letter-boekje 8,5 x 11".
  4. Klik op OK.
  5. Klik in het menu Bestand op Printerinstelling en klik vervolgens op het tabblad Publicatie- en papierinstellingen.
  6. Selecteer in de lijst Naam van de printer een printer waarmee u kunt afdrukken op papier van 11 bij 17 inch of op tabloidpapier.
  7. Controleer of onder Papier het formaat 11 bij 17 inch of tabloidpapier is geselecteerd.
  8. Controleer of onder Afdrukstand de optie Liggend is geselecteerd.
  9. Klik onder Afdrukopties op Boekje, zijvouw.

Als de optie Boekje, zijvouw niet beschikbaar is, is het geselecteerde papierformaat mogelijk te klein voor de pagina's. Controleer of het papierformaat tweemaal het paginaformaat is.

Onder Voorbeeld kunt u zien hoe twee van de pagina's eruitzien wanneer ze worden afgedrukt op één tabloidblad.

  1. Klik op OK.

De nieuwsbrief op een bureauprinter afdrukken

  1. Klik op Afdrukvoorbeeld in het menu Bestand om uw werkstuk te controleren en klik vervolgens op Sluiten.
  2. Klik in het menu Bestand op Afdrukken en klik vervolgens op het tabblad Publicatie- en papierinstellingen.
  3. Als uw printer dubbelzijdig afdrukken ondersteunt, moet u controleren of Dubbelzijdig of Dubbelzijdig, korte kant draaien is geselecteerd onder Opties voor 2-zijdig afdrukken.
  4. Geef onder Aantal het aantal exemplaren op dat u wilt afdrukken.

 Opmerking   Als u meerdere exemplaren afdrukt van een nieuwsbrief waarvoor meerdere bladen papier nodig zijn, schakelt u het selectievakje Sorteren in om de volgorde van de pagina's te behouden in elk exemplaar van de gedrukte publicatie.

  1. Klik onder Afdrukbereik op Alle pagina's.
  2. Selecteer eventueel nog andere opties en klik vervolgens op Afdrukken om de publicatie af te drukken.

Als u afdrukt op tabloidpapier, worden in Office Publisher 2007 de eerste en de laatste pagina afgedrukt op de ene kant van het blad papier, de tweede en een-na-laatste pagina op de andere kant van het blad, enzovoort, zoals u hier kunt zien.

Als dubbelzijdig afdrukken niet wordt ondersteund op uw computer, wordt de wizard Printerinstellingen van Publisher gestart. Deze helpt u bij het in de juiste volgorde afdrukken van een exemplaar van uw publicatie zodat de eerste en laatste pagina worden afgedrukt op één blad papier, de tweede en de een-na-laatste pagina op een ander blad, enzovoort. De pagina's liggen zo in de juiste volgorde wanneer u ze kopieert, vouwt en van nietjes voorziet of bindt.

Uw merk uitbouwen met uw eigen nieuwsbriefsjabloon

Nadat u uw eerste nieuwsbrief hebt voltooid, kunt u deze opslaan als een sjabloon dat u opnieuw kunt gebruiken. Als u een sjabloon maakt, kunt u volgende edities van uw nieuwsbrief sneller maken en zorgt u voor een consistente indeling voor toekomstige edities.

In een sjabloon worden al uw eerdere opmaakbeslissingen opgeslagen. U kunt het sjabloonbestand openen en bewerken, maar u moet de nieuwe publicatie opslaan onder een andere bestandsnaam om te voorkomen dat u de oorspronkelijke nieuwsbriefsjabloon per ongeluk wijzigt.

Een nieuwsbriefsjabloon maken op basis van een bestaande publicatie

  1. Open de nieuwsbrief waarop u de sjabloon wilt baseren in Publisher.
  2. In het menu Bestand klikt u op Opslaan als.
  3. Klik in het vak Opslaan als op Publisher-sjabloon.
  4. Typ in het vak Bestandsnaam een naam voor de sjabloon.
  5. Klik op Opslaan.

Als u de sjabloon wilt weergeven die u net hebt gemaakt, sluit u Publisher af, start u het programma opnieuw en klikt u op Mijn sjablonen.

 Opmerkingen 

  • In Windows Vista is de standaardmaplocatie voor Microsoft Office Publisher-sjablonen C:UsersgebruikersnaamAppDataRoamingMicrosoftTemplates. Als u de sjabloon opslaat op een andere locatie, kan Publisher deze mogelijk niet vinden.
  • In Microsoft Windows XP is de standaardmaplocatie voor Microsoft Office Publisher-sjablonen C:Documents and SettingsgebruikersnaamApplication DataMicrosoftTemplates. Als u de sjabloon opslaat op een andere locatie, kan Publisher deze mogelijk niet vinden.

De volgende editie van uw nieuwsbrief maken op basis van uw sjabloon

  1. Start Publisher.
  2. Klik boven de lijst Typen publicaties op Mijn sjablonen en dubbelklik vervolgens op de naam van de gewenste sjabloon.

Als uw sjabloon niet wordt weergegeven, hebt u deze mogelijk niet opgeslagen in de standaardsjabloonmap.

Als u een sjabloon hebt opgeslagen op een andere locatie dan de standaardsjabloonlocatie, moet u bladeren naar de locatie waar u de sjabloon hebt opgeslagen of deze verplaatsen naar de standaardsjabloonlocatie op uw computer.

  1. Voeg nieuwe inhoud toe door de stappen te volgen in het gedeelte De nieuwsbrief maken van dit artikel.

 Opmerkingen 

  • In Windows Vista is de standaardmaplocatie voor Microsoft Office Publisher-sjablonen C:UsersgebruikersnaamAppDataRoamingMicrosoftTemplates. Als u de sjabloon opslaat op een andere locatie, kan Publisher deze mogelijk niet vinden.
  • In Microsoft Windows XP is de standaardmaplocatie voor Microsoft Office Publisher-sjablonen C:Documents and SettingsgebruikersnaamApplication DataMicrosoftTemplates. Als u de sjabloon opslaat op een andere locatie, kan Publisher deze mogelijk niet vinden.

 

 

10 Basisregels voor een goede nieuwsbrief

Een goede nieuwsbrief is aantrekkelijk voor de lezer en leidt tot actie, waardoor de doelstelling van de uitgever gerealiseerd wordt. Hieronder bespreken we kort en bondig 10 punten waaraan een goede nieuwsbrief minimaal moet voldoen.

1. Inhoud is waardevol voor doelgroep
Een goede nieuwsbrief sluit aan bij de behoefte van de lezer. Hij of zij heeft bijvoorbeeld behoefte om iets te leren over een bepaald onderwerp, is zich aan het oriënteren, zoekt nieuwe trends of producten of gaat juist voor de aanbiedingen.

2. De nieuwsbrief is overzichtelijk
Dat wil zeggen dat de teksten eenvoudig te lezen zijn en aangepast zijn voor het lezen op een beeldscherm. Korte overzichtelijke teksten, waarbij de onderwerpen of de producten direct opvallen. De vormgeving is prettig. Ook kan er bewust voor worden gekozen om de vormgeving achterwege te laten en een nieuwsbrief opgesteld als een tekstmail te versturen.

3. De nieuwsbrief is gebruiksvriendelijk
Je kunt de website snel openen, omdat het bestand niet te zwaar is. Kun je geen html openen, dan dient er een goede alternatieve tekstversie aanwezig te zijn. Ook moet de balans goed zijn tussen informatie op de nieuwsbrief zelf en het doorklikken naar de website. Je hebt kans dat als men bij het eerste artikel al klikt naar de site, men de rest van de nieuwsbrief niet meer leest! Beperk daarom het aantal onderwerpen.

4. Geen taalfouten
Niets staat zo slordig als taalfouten in een nieuwsbrief. Laat de nieuwsbrief altijd voor de zekerheid nog door anderen lezen die de (Nederlandse) taal goed beheersen. Bovendien levert zo'n check soms waardevolle informatie op, als de corrector niet direct begrijpt wat er bedoeld wordt. De tekst kan dan nog herschreven worden.

5. Gebruik een goede titel
Val op tussen alle bedrijven die een nieuwsbrief sturen door een uitnodigende en/of prikkelende titel aan de nieuwsbrief mee te geven. De lezer heeft een hoog aanbod en meestal weinig tijd. De titel kan het verschil maken of jouw nieuwsbrief wel of niet gelezen wordt. Dus niet: "nieuwsbrief augustus 2009", maar bijvoorbeeld "15 Gouden Tips voor een Opgeruimd Bureau". Of: "Wat hebben wij met meneer Janssen gedaan?" (Ja dat zou ik ook wel eens willen weten!).

6. Afmeldoptie
Een nieuwsbrief wordt gewaardeerd als men ziet dat men desgewenst zeer snel ook weer het toezenden van de nieuwsbrief kan stopzetten. De consument en zakelijke gebruiker houdt graag de touwtjes in handen en dit is echt een basiseis van een nieuwsbrief / e-zine.
Vergeet overigens ook niet om het de bezoeker op de website makkelijk te maken om zich in te schrijven op de nieuwsbrief. Kies voor een uitnodigende tekst.

7. Nieuwsbrief nodigt uit tot actie
Een nieuwsbrief wordt met een bepaalde bedoeling uitgegeven. Stel dat doel goed vast. Bijvoorbeeld het verhogen van de naamsbekendheid, een groter klantennetwerk, producten promoten, enzovoort. Zorg dat het doel bereikt wordt, door het duidelijk te communiceren. Vermeld bijvoorbeeld dat men de nieuwsbrief naar andere geïnteresseerden kan doorsturen, nodig uit om contact op te nemen, of verbindt een speciale aanbieding / prijsvraag aan de nieuwsbrief.

8. Vergeet de contactinfo niet
Een veelgemaakte fout is om alleen het logo van het bedrijf in de nieuwsbrief te zetten. En verder geen contactgegevens. Maak een betrouwbare indruk en vermeld de contactgegevens en het Kamer van Koophandel nummer.

9. Zorg voor een regelmatige verschijning
Bij aanmelden moet bekend zijn hoe vaak de nieuwsbrief of e-zine/e-folder uit wordt gegeven. Dat hoeft echt niet per se wekelijks, vier keer per jaar een bijzondere nieuwsbrief met interessante informatie of een artikel is ook waardevol. Maar kom wel na wat je belooft!

10. Zorg voor herkenbaarheid
De nieuwsbrief heeft duidelijke overeenkomsten met de huisstijl en heeft elke keer dezelfde stijl. Natuurlijk kan je wel eens iets veranderen, maar doe dat niet bij elke nieuwe nieuwsbrief. Zorg voor een betrouwbaar en herkenbaar imago.

 

 

Suggesties voor een aantrekkelijke nieuwsbrief

U weet inmiddels hoe u een goede nieuwsbrief maakt en waarom het versturen van een nieuwsbrief zin heeft. Maar hoe houdt u de nieuwsbrief inhoudelijk aantrekkelijk, waardoor mensen uw nieuwsbrief graag lezen?

Actuele informatie
U schrijft over nieuwe trends, nieuwe ontwikkelingen binnen uw vakgebied. Is het een lastige materie, dan legt u het ook nog eens begrijpelijk uit, afhankelijk van uw doelgroep. Maak het niet te lang, verwijs dan naar een artikel op uw website.

Actuele bedrijfsinformatie
Ga hier zorgvuldig mee om, want overdaad schaadt. U kunt best een medewerker noemen die met pensioen gaat, maar doe dit alleen als het ook handig is voor uw lezers om dit te weten. Bijvoorbeeld als het iemand is die veel contact had met klanten. Een bedrijfsverhuizing is natuurlijk ook belangrijk om te noemen, maar dat de directeur jarig is, is niet echt interessant.

Agenda
Een agenda vinden veel mensen handig. De agenda kan een open huis, workshops en actieperiodes van uw eigen bedrijf omvatten, maar ook activiteiten binnen uw vakgebied of die aansluiten bij dit thema.

Tips
Zoals bijvoorbeeld een recept. Of een instructie hoe de lezer zelf iets kan maken of verbeteren. Je geeft iets weg, zonder een bepaalde bedoeling erbij te hebben. Dit is zeer aantrekkelijk voor de lezer en wordt erg gewaardeerd. Geef je interessante tips, dan is zelfs de kans groot dat mensen uw nieuwsbrief bewaren!

Nog meer voorbeelden van tips:

  • Tuinonderhoud januari (hovenier)
  • Hoe verwissel ik een band (autobedrijf)
  • Energiebesparende tips (loodgieter, installateur)
  • Hoe leer ik mijn hond iets aan (dierenarts, dierenwinkel)
  • Recepten (groenteman, restaurant, slager)
  • Klein borduurpatroon (hobbywinkel)
  • Tips tegen werkstress (coach)
  • Sollicitatietip (loopbaanbegeleider)
  • Stylingtip (styliste, kledingwinkel)
  • Schoonmaaktip (fabrikant, sanitairwinkel)
  • Tijdbesparende tips (coach)
  • Leuke online tools
  • Stappenplan muurtje metselen (doe-het-zelfwinkel, klussenbedrijf)

Het is een misverstand dat als je tips weggeeft, je jezelf tekort doet. Mensen waarderen het en ze zien ook direct in u de expert die veel verstand van deze materie heeft. Mensen willen echt niet alles zelf doen, dat doet u zelf toch ook niet?

Interactie
Vraag voor de invulling van uw nieuwsbrief input van uw lezers. Laat hen bijvoorbeeld een recept doorgeven, hun mooiste foto over een bepaald thema, de beste opruimtip, enzovoort. Zij kunnen ook hun eigen verhaal opschrijven over bijvoorbeeld het coachingstraject of die bijzondere vakantie.

Beeldmateriaal
Giel Beelen stopt in zijn nieuwsbrief een uniek videofilmpje dat alleen de nieuwsbrieflezers te zien krijgen. Maar uiteraard kan dit ook met foto's. Een nieuwsbrief hoeft niet alleen uit tekst te bestaan. Bedenk goed wat past binnen uw branche!

Aanbiedingen
Uiteraard kan u in uw nieuwsbrief een aanbieding verwerken. Volgens sommige marketeers een must, maar daar ben ik het niet mee eens. Het is namelijk alleen al goed als men regelmatig iets over uw bedrijf of persoon leest, waardoor u een bekende voor de lezer wordt. Heeft men u nodig, dan weet men u te vinden! Maar natuurlijk kan een aanbieding in sommige branches zeer aantrekkelijk zijn. Maak het exclusief door de aanbieding alleen aan de nieuwsbrieflezers te geven. U kunt bijvoorbeeld een waardebon toevoegen.

Uitzonderingen zijn e-folders, die natuurlijk bol staan van de aanbiedingen en hier speciaal voor worden gemaakt!

Productvergelijkingen
Zowel interessant voor e-folders als voor informatieve nieuwsbrieven. Bespreek bijvoorbeeld diverse wasmiddelen, fototoestellen, enzovoort.
Eerlijke informatie is momenteel heel belangrijk, dus verkoop geen gebakken lucht! De consument laat zich niet meer misleiden en laat u dan gegarandeerd vallen...

Prijsvraag
Verbind een prijsvraag aan de nieuwsbrief waarmee mensen iets kunnen winnen. Een prijsvraag kan heel eenvoudig zijn (beantwoord de drie vragen, de antwoorden zijn in deze nieuwsbrief te vinden), of iets arbeidsintensiever: wie maakt het mooiste moodboard... Er zijn natuurlijk talloze variaties, die u ook vast zelf wel kunt bedenken. Houd u wel rekening met de Wet op de Kansspelen?

 

 

Direct mail / verkoopbrief

De onderdelen van een verkoopbrief.

De brief van een zakelijke mailing moet onmiddellijk bij het inkij-ken de aandacht trekken. Een effectieve brief bepaalt voor een groot deel het responspercentage van uw mailing. Naast het kiezen van een bepaalde structuur kunt u de effectiviteit van uw reclamebrief vergroten door op een aantal punten te letten.

De indeling van een brief ziet er vaak als volgt uit.

Briefhoofd
Adressering (NAW-gegevens)
Kopzin
Plaats en datum
Aanhef,
Pakkende eerste alinea
Tussenalinea’s
Activerende laatste alinea
Naam en handtekening
P.S.



Het briefhoofd
Uit het briefhoofd en het logo op uw briefpapier blijkt van wie de brief afkomstig is. Zorg ervoor dat uw logo een kernachtige aanduiding geeft van uw product of dienst.


Let op de volgende aandachtspunten.
• vermeld uw volledige adres;
• gebruik uw eigen briefpapier;
• vermeld behalve uw postbusnummer ook uw bezoekadres. Een postbusnummer alleen wekt argwaan;
• vermeld behalve uw telefoonnummer bij voorkeur ook uw doorkiesnummer.


Datum
Vermeld boven de brief altijd de datum. De vermelding ‘zie post-stempel’ kunt u beter achterwege laten. Ontvangers van post gooi-en bijna altijd de envelop na opening weg! Geef dus altijd een exacte datum. Schrijf de datum voluit na de plaatsnaam. Achter de plaatsnaam volgt een komma, achter de datum volgt niets. Dus de datering van uw brief kan bijvoorbeeld zijn:


Voorbeeld
Haarlem, 2 januari 2000


Het adres
Het persoonlijk geformuleerde adres valt natuurlijk als eerste op. Adresseer de brief en de envelop op de volgende manier:


Reclamebureau Meerzicht B.V.
T.a.v. de heer ir. Ph.J. van Kooten
Postbus 115
1100 AE AMSTERDAM

Let bij de adressering van uw brief en envelop op de volgende regels:
• het woordje ‘Aan’ vóór de bedrijfsnaam is niet nodig;
• schrijf de eerste letter van ‘T.a.v.’ met een hoofdletter;
• na ‘T.a.v.’ volgt ‘de heer’ of ‘mevrouw’;
• vermeld de tussenvoegsels van een achternaam voluit (van der, van);
• plaats twee spaties tussen de postcode en de plaatsnaam;
• vermeld de plaatsnaam voluit in hoofdletters;
• vermeld de afdeling van het geadresseerde bedrijf die u aanschrijft als u niet over persoonsnamen beschikt.

De kopzin
De kopzin is een zin van een tot maximaal twee regels boven een brief in een vetgedrukte letter, onderstreept of in hoofdletters. Een kopregel zet aan tot lezen. Zorg ervoor dat u één of twee van uw belangrijkste voordelen in de kopregel vermeldt. Bijvoorbeeld door een belofte te doen. Dit verhoogt de kans op doorlezen. Gebruik in elk geval een kopregel als het niet mogelijk is om uw brief persoonlijk te adresseren. 


Bij het formuleren van de kopzin moet u op de volgende aandachtspunten letten:
• vermeld de kopregel onder de adressering, maar boven de aanhef;
• uw kopregel mag best een vraag zijn, als deze maar aanzet tot verder lezen;
• bedenk verschillende kopzinnen en kies met hulp van anderen de beste kopzin voor uw brief;
• zorg ervoor dat de kopregel op één regel past. Druk de kopregel iets vetter en groter af dan de brieftekst.

Voorbeeld
Voorbeelden van kopzinnen:

‘Uw chauffeurs voortaan koel achter het stuur met een fantastisch kerstgeschenk’
‘Volgend jaar extra vakantiegeld?’
‘Verhoog de productiviteit van uw secretariaat met 10% door een extra uitgave van 1%’

De aanhef
Probeer in de aanhef zo specifiek mogelijk te zijn. Op die manier kunt u de lezer voor u winnen. Uiteraard is een persoonlijke aanhef het beste. Is dit niet mogelijk, dan kunt u toch nog specifieker zijn dan alleen ‘Geachte mevrouw, meneer’. Op die manier laat u de lezer merken dat u hem of haar een klein beetje kent.


Voorbeeld
Bijvoorbeeld:

‘Geachte wijnliefhebber,’
‘Geacht clublid,’
‘Geachte squashvriend,’ 

Let bij schrijven van de aanhef op de volgende punten:
• gebruik in mailingbrieven nooit de aanhef ‘L.S.’ (Lectori Sa-lutem), onpersoonlijker kan het niet!
• als u de naam van de betreffende persoon niet weet, spreek dan de betreffende afdeling aan;
• laat na de aanhef altijd één witregel volgen.

De tekst van de brief
Verdeel uw brief in alinea’s. Gebruik per alinea niet meer dan vijf tot tien regels. Zorg ervoor dat de eerste alinea beslist niet langer is dan drie tot vier regels. Onderzoek heeft uitgewezen dat de lezer bij een langere eerste alinea na een paar regels al overgaat naar de tweede alinea.


Alinea’s bevorderen lezen
Een overzichtelijke brief bevordert immers het lezen. Bovendien stelt u op deze manier de lezer in staat om onderdeel voor onderdeel tot zich te nemen in plaats van alles in één keer. Beëindig een alinea eens met een vraag. De lezer leest dan zeker door!


Nadere informatie
Bied de mogelijkheid om meer informatie aan te vragen of telefonisch contact op te nemen. Vermeld altijd de naam van de contactpersoon met het telefoonnummer waar deze is te bereiken.


De afsluiting
Bij de afsluiting wordt vaak gebruikgemaakt van ‘Hoogachtend’ of ‘Met vriendelijke groet’. Maar wanneer maakt u gebruik van het eerste of het tweede? U kunt het best ‘Hoogachtend’ gebruiken als u de geadresseerde helemaal niet kent. ‘Met vriendelijke groet’ is wat informeler en suggereert enige bekendheid met de geadresseerde.


Zet na de afsluiting een komma.

De ondertekening
Na de afsluiting volgt uw handtekening. Gebruik daarvoor blauwe inkt. Dit is de kleur die het meest echt en het betrouwbaarst overkomt. Bij grote mailings kunt u uw handtekening in blauw laten drukken.


Onderteken uw mailing zelf als het aantal brieven kleiner is dan ongeveer vijfhonderd stuks. Het wekt geen vertrouwen wanneer de handtekening ‘in opdracht’ of ‘bij afwezigheid’ (‘i.o.’ of ‘b/a’) is ge-zet door een andere persoon dan degene die het aanbod doet. 

Let daarbij op de volgende aandachtspunten:
• zet uw handtekening niet door de afsluiting, uw naam of het P.S. heen;
• zorg ervoor dat uw naam in de handtekening herkenbaar, lees-baar en controleerbaar is. Iemand moet uw naam uit de hand-tekening kunnen lezen. Dit wekt vertrouwen;
• vermeld onder de handtekening uw naam (de naam van de on-dergetekende) vergezeld met een aanduiding van uw functie. Mensen willen altijd graag weten in welke hoedanigheid u uw brief schrijft. De bedrijfsnaam is niet nodig als deze al op het briefhoofd is vermeld.

Het P.S. onderaan de brief
Het Post Scriptum (P.S.) van een brief leest men meestal nog voordat men de echte brief zelf leest. Het is dan ook aan te raden om een P.S. altijd in uw brief op te nemen. Een P.S. is niet echt nodig als de ondergetekende van de brief een belangrijk en bekend per-soon is of als er onderaan de brief een bepaalde afbeelding staat. Maar over het algemeen versterkt een P.S. de kracht van uw brief.


U kunt het P.S. gebruiken om de belangrijkste boodschap uit de brief nog een keer te herhalen, tijdsdruk aan te brengen (bijvoorbeeld: ‘Reageer vóór 1 maart dan kunt u nog profiteren van onze spectaculaire aanbieding!’), of een belangrijk verkoopargument te noemen.

Het P.S. geeft antwoord op de volgende vraag van de klant: ‘Waar-om schrijft deze mevrouw of meneer mij?’.
Het is eigenlijk een nagekomen bericht dat de schrijver is vergeten in de brief op te nemen. Bijvoorbeeld:

Voorbeeld
‘P.S. Reageer vóór 14 februari en ontvang een extra korting van 25%!’ 

Maak bij het opstellen van uw P.S. gebruik van de volgende punten:
• zorg ervoor dat het P.S. kort is (maximaal twee regels);
• noem in het P.S. een extra voordeel;
• laat de tekst van het P.S. los staan van de letters P.S. en type dus niet onder deze letters door. Anders valt deze aanduiding niet meer op. Zie ook voorgaand voorbeeld.

Bijlagen
Vermeld het aantal bijlagen bij uw mailingbrief. Geef een naam of korte omschrijving van uw bijlagen. Let erop dat u de dikte en het aantal bijlagen beperkt houdt. Hoe meer informatie uw mailing bevat (brief, folders enzovoort), des te groter is de kans dat de ontvanger de mailing niet leest en meteen weggooit.

 

 

21 tips voor goede verkoopbrieven

De populariteit van verkoopbrieven via de gewone post lijkt wat te zijn afgenomen door al het geweld via e-mail en internet. De elektronische snelweg is inderdaad goedkoper. Maar of er ook sprake is van een gunstigere kosten / baten verhouding is nog maar de vraag.

1. Pakkende kop

Voorzie de brief van een pakkende kop. Vermeld bijvoorbeeld het belangrijkste voordeel in de kop.

Je kunt de kop ook in de vragende vorm zetten:

  • Hoe lost u ... op?
  • Hoe haalt u optimaal profijt uit ....?
  • Hoe verkoop u meer met minder inspanning?
  • Et cetera.

De kop mag nooit belerend zijn, fout is:

  • U betaalt teveel voor ...
  • En zet er ook nooit woorden als betreft voor:
  • Betreft: U betaalt teveel voor ...

Geen gezicht en het leest nog lastig ook! De kop moet kort en kernachtig zijn.

2. Een perfecte eerste alinea

De eerste alinea moet de lezer verleiden om verder te lezen. Houd het kort, twee regels maximaal. Lukt het je met deze twee regeltjes de lezer te 'pakken'? Dan is de kans groot dat hij verder leest. Speel direct in op de zorgen, wensen en behoeften van jouw doelgroep.

3. Wees persoonlijk

Een verkoopbrief is een verkoopgesprek op papier. Vertel een verhaal. Verhalen vertel je meestal in de 'ik-vorm'. 'Wij' is nogal afstandelijk. Alleen de Koningin spreekt over 'Wij'. Logisch die wil van oudsher een beetje afstand bewaren tot het gewone volk. Het laatste wat jij wilt is afstand tussen de lezer en de briefschrijver.

4. De aanhef

Blijkbaar is het heel moeilijk, ondanks alle moderne software, om de aanhef goed in elkaar te knutselen. Nog steeds ontvang ik brieven met:

  • Beste lezer
  • L.S.
  • Geachte heer / mevrouw
  • Et cetera.

Het is onpersoonlijk. Brieven met de naam van de ontvanger in de aanhef scoren beter. Denk er om de eerste letter van een voorvoegsel met een hoofdletter te schrijven, dus:

Geachte heer Van Pelt

of

Geachte mevrouw Van der Waal

5. Spreektaal

Veel mensen gebruiken gewichtige woorden als ze een brief schrijven. Fout! Gebruik spreektaal. En wissel kortere en iets langere zinnen met elkaar af.

6. Korte alinea's

Maak de alinea's niet te lang. De vuistregel is drie tot vier regels per alinea. En uiteraard niet meer dan één onderwerp per alinea.

7. De AIDA-formule

Schrijf de brief volgens de oude vertrouwde AIDA-formule:

  • Attention
  • Interest
  • Desire
  • Action

Je moet eerst de aandacht trekken, bijvoorbeeld door middel van een uitdagende kopzin en een spetterende opening van de brief. Vervolgens draait het er om de aandacht van de lezer vast te houden: creëer betrokkenheid (men vertaalt interest vaak met interesse, maar dat is niet helemaal juist, betrokkenheid is een betere vertaling).

Daarna komt de volgende stap: verlangen naar jouw product of dienst opwekken. En tenslotte moet je de ontvanger aanzetten tot het ondernemen van actie.

8. Geef de lezer voldoende redenen

Geef de lezer voldoende redenen - maar ook weer niet teveel - om tot actie over te gaan. Schrijf in beeldende taal. Schilder met woorden! Doe alsof de ontvanger het product al in bezit heeft en het gebruikt.

9. Maak het aanbod bijzonder

Je ziet het in advertenties: dit speciale aanbod is geldig tot...! Maak jouw aanbod bijzonder. Creëer urgentie. De ontvanger zal sneller toehappen.

10. Maak het de ontvanger makkelijk

Zorg dat de ontvanger altijd de mogelijkheid heeft om te reageren. Sluit bijvoorbeeld een antwoordcoupon bij en vergeet niet de kern van het aanbod nog een keer op de coupon te herhalen. Geef verschillende opties, bijvoorbeeld:

  • Ik bestel direct .. exemplaren
  • Ik wil eerst meer informatie over ...
  • Bel mij voor een afspraak ...

Geef de antwoordcoupon een naam, bijvoorbeeld 'Voordeelkaart'.  Voorzie de antwoordcoupon van een antwoordnummer en druk op de plaats van de postzegel: 'postzegel niet nodig'. Lang niet iedereen weet dat een antwoordnummer gratis is (echt waar!) voor degene die de brief er naar toe stuurt.

11. Schrappen, schrappen en nog eens schrappen

Hanteer de kiss formule: keep it short and simple. Met andere woorden: houdt het kort en simpel. Schrap alle overbodige woorden en zinnen uit de brief.

12. Schrijf in de o.t.t.

Schrijf nooit in de verleden tijd dat is minder krachtig dan de onvoltooid tegenwoordige tijd.

13. Lijden

Lijden is niet leuk en lijdende zinnen lezen moeilijk. Nederlanders hebben er een handje van veel lijdende zinnen te gebruiken. De logische volgorde is: onderwerp, gezegde en dan pas het lijdend voorwerp. Je ziet vaak: 'Wordt door ons geleverd' beter is 'Wij leveren ...'.

14. Ondertekenen

Onderteken de brief bij voorkeur met een blauwe pen. Zorg er voor dat jouw naam goed leesbaar is. Dit komt de herkenbaarheid ten goede en daardoor maak je een persoonlijke indruk. Soms laat de briefschrijver iemand anders per order (po) onderteken. De onuitgesproken boodschap: 'ik vind u niet belangrijk'.

15. De P.S.

De p.s. valt op. Mensen lezen de p.s. soms als eerste. Gebruik de p.s. dus niet om een nieuw onderwerp te openen. Dat is verwarrend. Gebruik de p.s. om de kern van de boodschap te benadrukken. Of een oproep tot actie te doen.

16. De opmaak

In een B2B brief doe je er verstandig aan de opmaak sober te houden. In B2C kun je jezelf iets meer vrijheden veroorloven, maar maak het ook weer niet te bont. Maak spaarzaam gebruik van afwijkende lettertypen, onderstrepingen en vet gedrukte letters. Gebruik ze ook niet door elkaar of in combinatie met elkaar. Het is geen gezicht!

Als je delen tekst onderstreept of vet drukt, benadruk dan die stukken van de tekst waarvan je graag wilt dat ze in het oog springen. Dus nooit negatieve zaken onderstrepen. Dat stoot af. Je wilt toch dat de ontvanger de brief leest?

17. Lettertypen

Maak bij voorkeur gebruik van schreefletters. Dat zijn letters met van die 'haaltjes'. Schreefloze letters (bv. arial) lezen moeilijker. Je kunt schreefloze letters prima voor de koppen gebruiken. Voorbeelden van schreefletters:

  • courier
  • courier new
  • times new roman

18. Afbreken en uitvullen

De moderne tekstverwerker kan heel erg veel. Schakel de meeste opties uit en je krijgt een veel betere brief. Vul teksten niet uit. En zet ook de functie 'woordafbreking' uit. Dat hoort niet in een brief.

 19. Frankering

De oude vertrouwde postzegel scoort nog steeds het beste, ook in de (klein) zakelijke omgeving. Mensen openen sneller een brief met een postzegel dan een brief met 'port betaald'. De gulden middenweg is de frankeermachine gebruiken.

 20. Alles bij elkaar houden

Grote bedrijven hebben een postkamer. Jouw brief arriveert op deze plek en de medewerkers openen de brief. En dan... gaat er wel eens iets mis. Zorg er dus voor dat de mailing bij elkaar blijft, ook als de envelop is verwijderd. Een andere mogelijkheid is alle onderdelen van de mailing voorzien van de naam van de ontvanger.

21. Testen

De grootste fout die je kunt maken is de brief niet te testen en alles in één keer versturen. Toegegeven het is sneller voor elkaar, maar snelheid is niet het doel. Je wilt respons hebben. Test dus verschillende kopzinnen, eerste alinea's en aanbiedingen voordat je de hoofdmailing verstuurd. Zelfs ervaren direct marketeers blijven testen totdat ze een ons wegen. En dat doen ze niet voor niets.

 

 

 

LVG

Loterij voor goede doelen
Lange Poten 39

5678 NM  DEN HAAG

 

Den Haag, 10 januari 2005

 

Mevrouw G. de Gooijer – van Ballum
Hofwijckplein 18

4782 ST  WOLVEGA

 

Onderwerp: voorjaarsloterij

 

Geachte mevrouw De Gooijer,

 

Droomt u er niet eens van een huis aan de zonnige zuidkust van Frankrijk te bezitten? Wat zou u zeggen van een fraaie auto op uw oprijlaan?

 

Uw droom kan eerder werkelijkheid worden dan u misschien denkt.

 

De familie Jansen uit Waddinxveen had ook zo’n droom. De heer Jansen kocht een lot van LVG en daarna kwam zijn leven in een stroomversnelling. Hij won de hoofdprijs van € 15.000.000,--. De heer Jansen werkt niet meer bij de NS, maar renteniert nu aan de zonnige Franse kust.

 

Dat kan ook u overkomen. U kunt uw droom waarmaken door een lot of verschillende loten van LVG te kopen. Op 21 maart is er de trekking van onze voorjaarsloterij. Wilt de hoofdprijs winnen? Knip dan vandaag nog de onderstaande bon uit en stuur die in de gefrankeerde envelop aan ons terug. Onder de eerste honderd inzenders verloten wij een veertiendaagse cruise in de Middellandse Zee. Dan kunt u alvast bedenken, waar u uw huis wilt bouwen.

 

Met vriendelijke groeten,

LVG

 

(handtekening)

 

Drs. E.M. Jaarsma

Directeur

 

 -------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

 

Invulbon

  

 

 

 

Flyer / folder

Klanten lokken en uw omzet verhogen met Publisher-folders

Van toepassing op: Microsoft Office Publisher 2007

Stel, u hebt net een nieuwe winkel geopend of de uitverkoop staat voor de deur. Of misschien hebt u prachtige nieuwe producten binnengekregen waarvoor u reclame wilt maken. Zorg ervoor dat dit nieuws snel de juiste mensen bereikt door een folder te maken die u kunt versturen, uitdelen of overal ophangen.

In Microsoft Office Publisher 2007 vindt u vooraf ontworpen folderpublicaties waarmee u informatie over nieuwtjes en speciale aanbiedingen kunt verspreiden. Door met een vooraf ontworpen publicatie te beginnen kunt u zich concentreren op de boodschap en tegelijkertijd effectief promotiemateriaal maken voor uw bedrijf.

Het ontwerp kiezen en aanpassen

  1. Start Publisher.
  2. Klik in de lijst Typen publicaties op Folders.
  3. Klik onder Folders op Nieuwere ontwerpen of Klassieke ontwerpen.
  4. Voer een van de volgende handelingen uit:
  • Klik op het voorbeeld van het folderontwerp dat u wilt gebruiken.
  • Zoek extra ontwerpsjablonen voor folders op Microsoft Office Online.
  1. Kies de gewenste opties.

Voordat u de publicatie opent, kunt u tal van ontwerpkenmerken wijzigen. Ga op een van de volgende manieren te werk:

  • Klik onder Aanpassen op het gewenste kleurenschema en lettertypeschema.
  • Klik onder Aanpassen op de gewenste set met bedrijfsgegevens of maak een nieuwe set.
  • Selecteer onder Opties de optie Postadres toevoegen om een tweede pagina aan de publicatie toe te voegen met tekstvakken voor uw postadres en retouradres.
  • Selecteer onder Opties de optie Afbeelding toevoegen om een tijdelijke afbeelding in de folder in te voegen.

 Opmerking   Deze optie is niet alle sjablonen beschikbaar. Als u deze optie niet ziet, wordt deze mogelijk niet ondersteund door de sjabloon.

  • Selecteer onder Scheurstroken de bon of het formulier dat u wilt toevoegen.

 Opmerking   Deze optie is niet alle sjablonen beschikbaar. Als u deze optie niet ziet, wordt deze mogelijk niet ondersteund door de sjabloon.

 Opmerking   Als u een sjabloon gebruikt die u hebt gedownload van Office Online, kunt u het ontwerp pas aanpassen wanneer u de publicatie opent.

  1. Klik op Maken.

Globale wijzigingen in het ontwerp doorvoeren

Wanneer u de publicatie op volle grootte ziet, kan het zijn dat u wijzigingen wilt aanbrengen die van invloed zijn op de publicatie als geheel. Zo is het bijvoorbeeld mogelijk dat u een ander lettertype- of kleurenschema wilt gebruiken, het paginaformaat wilt wijzigen of alsnog uw bedrijfsgegevens wilt invoegen. (Als u dat in het begin niet hebt gedaan.) Dergelijke wijzigingen kunt u te allen tijde aanbrengen, maar bij voorkeur voordat u de tekst en de afbeeldingen invoegt.

Ga op een van de volgende manieren te werk:

  • Als u een ander kleurenschema wilt proberen, klikt u op Kleurenschema's in het taakvenster Publicatie opmaken en klikt u vervolgens op het gewenste kleurenschema.
  • Als u een ander lettertypeschema wilt proberen, klikt u op Lettertypeschema's in het taakvenster Publicatie opmaken en klikt u vervolgens op het gewenste lettertypeschema. Zie Een lettertypeschema toepassen voor meer informatie over lettertypeschema's.
  • Als u het paginaformaat wilt wijzigen, klikt u op Opties type publicatie in het taakvenster Publicatie opmaken, klikt u op Paginaformaat wijzigen en selecteert u een ander paginaformaat in het dialoogvenster Pagina-instelling. Zie Het paginaformaat, het papierformaat of de afdrukstand wijzigen voor meer informatie.
  • Als u bedrijfsgegevens wilt invoegen, klikt u op Bedrijfsgegevens in het menu Invoegen en sleept u het gewenste item vervolgens vanuit het taakvenster Bedrijfsgegevens naar de pagina van uw publicatie.

Als u de bedrijfsgegevens wilt wijzigen, klikt u op Bedrijfsgegevens wijzigen in het taakvenster Bedrijfsgegevens. Zie Zakelijke gegevens maken, wijzigen of verwijderen voor meer informatie.

Werken met de tekst

Als u al een set met bedrijfsgegevens hebt gemaakt, wordt bepaalde tekst in de tijdelijke aanduiding vervangen door de contactgegevens en het logo van uw bedrijf.

 Opmerking   Bedrijfsgegevens vervangen niet automatisch de tijdelijke tekst in sjablonen die u van Office Online hebt gedownload. Als u de tijdelijke aanduidingen voor namen, adressen en logo's wilt vervangen door uw bedrijfsgegevens, klikt u op de infolabelknop voor een item in de bedrijfsgegevens, zoals de naam of het adres van het bedrijf, en klikt u vervolgens op Bijwerken op basis van set met bedrijfsgegevens. (De infolabelknop verschijnt wanneer u op tekst of een logo klikt.)

  1. Selecteer de tekst van de tijdelijke aanduiding en typ uw gegevens.
  1. Pas de grootte van de tekst aan. Voer een van de volgende handelingen uit:
  • Als u wilt voorkomen dat de grootte van de tekst automatisch wordt aangepast aan de grootte van een tekstvak dat niet gekoppeld is aan andere tekstvakken, klikt u op het tekstvak, wijst u Tekst AutoAanpassen aan in het menu Opmaak en klikt u vervolgens op AutoAanpassen niet gebruiken.
  • Als u de tekengrootte handmatig wilt wijzigen, selecteert u de tekst en kiest u vervolgens een nieuwe tekengrootte in de lijst Tekengrootte op de werkbalk.

Zie Automatisch passend maken van tekst in- en uitschakelen voor meer informatie over het aanpassen van tekst in tekstvakken.

  1. Als u het selectievakje Postadres toevoegen hebt ingeschakeld en uw folder een tweede pagina bevat met het postadres, herhaalt u de stappen 1 en 2 voor die pagina.

Zie Werken met tekst in Publisher voor meer informatie over het werken met tekst.

Werken met de afbeeldingen

  1. Klik met de rechtermuisknop op de tijdelijke afbeelding, klik in het snelmenu op Afbeelding wijzigen en kies vervolgens de bron van de nieuwe afbeelding.

 Tip   Als u Afbeelding wijzigen niet ziet wanneer u met de rechtermuisknop klikt, klikt u op de tijdelijke aanduiding totdat de rand van de afbeelding wordt omgeven door witte rondjes. Klik opnieuw op de afbeelding totdat de afbeelding zelf wordt omringd door grijze rondjes met kruisjes erin en klik vervolgens met de rechtermuisknop op de afbeelding.

  1. Herhaal deze stappen zo nodig voor de andere afbeeldingen in uw publicatie.

Zie Tips voor het werken met afbeeldingen voor meer informatie over het werken met afbeeldingen.

De folder verder verfijnen

Het toevoegen of wijzigen van ontwerpkenmerken in een publicatie is kinderspel. Stel, in plaats van de afscheurstrookjes die u eerst wilde gebruiken, hebt u besloten een afscheurbon, bestelformulier of antwoordformulier toe te voegen zodat u beter kunt nagaan hoe groot de respons op uw folder is.

U kunt de ontwerpkenmerken toevoegen of vervangen met behulp van de Publisher-ontwerpgalerie. Daarnaast kunt u ontwerpkenmerken toevoegen door een of meer objecten te kiezen die worden voorgesteld in het taakvenster Publicatie opmaken. Als u een vooraf ontworpen sjabloon gebruikt in Publisher, kunt u ook de opdracht Sjabloon wijzigen gebruiken.

Elementen uit de Ontwerpgalerie gebruiken

  1. Als u het object voor de afscheurstroken wilt verwijderen, selecteert u het en druk u vervolgens op DEL.
  2. Klik op de werkbalk Objecten op Ontwerpgalerie-object en klik vervolgens op het gewenste type object, zoals Bonnen.
  1. Klik op het gewenste ontwerp, selecteer de gewenste opties voor afbeeldingen en tekst — bijvoorbeeld de randstijl — en klik vervolgens op Object invoegen.
  2. Sleep het object naar de positie waar u het op de pagina wilt opnemen.
  3. Als u de tijdelijke tekst in het toegevoegde object wilt vervangen, selecteert u de tekst in het tekstvak en typt u vervolgens de gewenste tekst.
  4. Als u de tijdelijke afbeelding in het toegevoegde object wilt vervangen, klikt u op het frame van de afbeelding in het logo, klikt u met de rechtermuisknop op de afbeelding, klikt u op Afbeelding wijzigen in het snelmenu en selecteert u vervolgens de gewenste afbeelding.
  5. Breng andere wijzigingen aan en sla het bestand vervolgens op.

Elementen uit de lijst met voorgestelde objecten gebruiken

Welke voorgestelde objecten u in een publicatie kunt invoegen, is afhankelijk van de gebruikte sjabloon.

  1. Als u het object voor de afscheurstroken wilt verwijderen, selecteert u het en druk u vervolgens op DEL.
  2. Klik in het taakvenster Publicatie opmaken, onder Paginaopties, op een van de items onder Suggesties voor objecten.
  3. Breng andere wijzigingen aan en sla het bestand vervolgens op.

De sjabloon wijzigen

  1. Klik in het taakvenster Publicatie opmaken, onder Opties voor folder, op Sjabloon wijzigen.
  2. Kies in het dialoogvenster Sjabloon wijzigen, onder Opties, een andere optie bij Scheurstroken.
  3. Breng andere wijzigingen aan en sla het bestand vervolgens op.

De laatste hand leggen aan de folder

  1. Als u de folder per post wilt versturen, kunt u deze voorbereiden en afdrukken door de adressen van de klanten samen te voegen in de publicatie.

 Tip    Als uw adressen niet in een gegevensbestand zitten, kunt u een nieuwe adreslijst maken in Office Publisher 2007. Wijs Mailings en catalogussen aan in het menu Extra en klik vervolgens op Adreslijst maken.

  1. Als u de folder wilt afdrukken, klikt u op Afdrukken in het menu Bestand, wijzigt u eventueel de afdrukopties (bijvoorbeeld het aantal exemplaren) en klikt u vervolgens op Afdrukken.

 Tip    Als uw informatie niet allemaal ín een folder past, kunt u in plaats daarvan een brochure maken en profiteren van de grotere flexibiliteit die dit type publicatie biedt. Een brochure kan een in drieën gevouwen of een in vieren gevouwen ontwerp hebben. Op een van de zijden kunt u het adres van een klant opnemen en daarnaast een formulier-, antwoord- of aanmeldingsformulier toevoegen.

 

Brochure

In Publisher brochures maken die bijdragen aan de verkoop

Van toepassing op: Microsoft Office Publisher 2007

Microsoft Office Publisher bevat vooraf ontworpen brochurepublicaties die speciaal zijn gemaakt om informatie over uw bedrijf te geven. Als u start met een vooraf ontworpen brochure, kunt u de volgende handelingen uitvoeren:

  • De brochure maken op basis van een publicatie met een kant-en-klaar professioneel ontwerp.
  • Met slechts één klik op de knop de brochure opnieuw opmaken om te schakelen van een in drieën gevouwen brochure naar een in vieren gevouwen brochure.
  • Een sectie voor het adres van de klant en een bestel-, antwoord- en inschrijfformulier opnemen.
  • Er voor zorgen dat het marketingmateriaal van uw bedrijf een consistent beeld uitstraalt door voor alle publicaties gebruik te maken van hetzelfde lettertype- en kleurenschema en dezelfde set met bedrijfsgegevens.

Een brochureontwerp kiezen

Als u een brochure maakt, kunt u de gewenste opties opgeven, zoals een pagina voor de adressen van klanten, een set met bedrijfsgegevens, een lettertypeschema en een inschrijfformulier.

  1. Start Publisher.
  2. Klik op Brochures onder Typen publicaties.
  3. Klik in de catalogus Brochures op het gewenste ontwerp.
  4. Selecteer het gewenste kleurenschema onder Kleurenschema.
  5. Selecteer het gewenste lettertypeschema onder Lettertypeschema.
  6. Selecteer de gewenste set met bedrijfsgegevens onder Bedrijfsgegevens of maak een nieuwe set met bedrijfsgegevens.
  7. Selecteer In drieën gevouwen of In vieren gevouwen onder Paginaformaat.
  8. Schakel het selectievakje Adres van de klant toevoegen in of uit, afhankelijk van of u de brochure naar klanten wilt verzenden.

Als u deze optie inschakelt, wordt een tekstvak voor het adres, retouradres en de bedrijfsnaam op één van de pagina's ingevoegd.

  1. Klik onder Formulier op een type antwoordformulier dat u wilt toevoegen, of selecteer Geen.
  2. Klik op Maken.


 

Brochureopties wijzigen

Als u een publicatie hebt opgeslagen, kunt u de publicatieopties wijzigen. Klik op Sjabloon wijzigen in het taakvenster Publicaties opmaken en wijzig de opties in het dialoogvenster Sjabloon wijzigen.

Als u een in vieren gevouwen brochure wijzigt in een in drieën gevouwen brochure, wordt de extra inhoud in het taakvenster Extra inhoud geplaatst. Zie Van het ene type publicatie overschakelen naar het andere voor meer informatie over het taakvenster Extra inhoud.

Klik op Bedrijfsgegevens in het menu Bewerken als u een andere set met bedrijfsgegevens wilt gebruiken. Klik vervolgens op de gewenste set.

Tijdelijke tekst vervangen

  • Klik op de tijdelijke tekst en typ de nieuwe tekst.

 Opmerkingen 

  • Als u al een set met bedrijfsgegevens hebt gemaakt, wordt de tekst in sommige tekstvakken automatisch vervangen door uw gegevens en bedrijfslogo.
  • In de meeste gevallen wordt het formaat van de tekst automatisch aangepast aan het formaat van het tekstvak.

Het formaat van tekst in tekstvakken wijzigen

In de meeste gevallen wordt de tekst automatisch aangepast aan het tekstvak. U kunt de tekstgrootte echter handmatig wijzigen.

  1. Klik in het tekstvak.
  2. Wijs Tekst AutoAanpassen aan in het menu Opmaak en klik op AutoAanpassen niet gebruiken.
  3. Selecteer de tekst en selecteer een nieuwe grootte in de lijst Tekengrootte op de werkbalk Opmaak.

Tijdelijke afbeeldingen vervangen

  1. Klik met de rechtermuisknop op de tijdelijke afbeelding, klik op Afbeelding wijzigen en klik vervolgens op de bron van de nieuwe afbeelding.

 Opmerking   Als u Illustraties selecteert, wordt het taakvenster Illustraties geopend.

  1. Zoek de afbeelding die u wilt invoegen in de publicatie en en dubbelklik op de afbeelding. De afbeelding wordt automatisch aangepast aan het tekstvak.
  1. Herhaal dit desgewenst voor de rest van de afbeeldingen in de publicatie.

 Opmerking   Als u Afbeelding wijzigen niet ziet, is de afbeelding mogelijk gegroepeerd met andere objecten. Klik met de rechtermuisknop op de afbeelding en klik op Groep opheffen in het snelmenu. Klik opnieuw met de rechtermuisknop op de afbeelding, zodat alleen de afbeelding is geselecteerd en wijs Afbeelding wijzigen aan.

De brochure voltooien

  1. Als de brochure er naar wens uitziet, slaat u het bestand op door te klikken op Opslaan als in het menu Bestand.
  2. Als u de brochure naar klanten wilt verzenden, de brochure wilt voorbereiden om af te drukken door gebruik te maken van een samenvoegbewerking om het adres toe te voegen aan exemplaren van de brochure. Zie Een afdruk samenvoegen voor meer informatie over het gebruiken van een samenvoegbewerking.
  3. Druk de brochures af. Zie Aan weerszijden van het papier afdrukken (dubbelzijdig afdrukken) voor meer informatie over dubbelzijdig afdrukken.

 

Promotie

Promotie

Promotie

Promotie is één van de verkoopbevorderende maatregelen die een bedrijf kan treffen. Promotie is een instrument waarmee men probeert de ver­koop van producten te bevorderen en de naams­bekendheid van het bedrijf te vergroten. Door middel van het marketinginstrument 'promotie' communiceert het bedrijf met zijn doel­groep. Deze doelgroep kan bestaan uit klanten en potentiële klanten, en zelfs uit het publiek in het algemeen. Met behulp van promotie werf je klan­ten en probeer je ze vast te houden. Omdat het bedrijf voor het overbrengen van de com­municatieboodschap verschillende promotie­middelen gebruikt, spreek je van een promotie­mix.

Promotie betekent letter­lijk stimuleren of bevorderen. In de marketing betekent promotie: bevordering van de omzet.

Doelstellingen van de promotie

Om zijn ondernemingsdoelstellingen te kunnen bereiken, is ieder bedrijf afhankelijk van het publiek. Om winst te kunnen maken, heeft het bedrijf klanten nodig. Je kunt het meest geweldige bedrijf hebben, maar als niemand de producten koopt, zal het bedrijf het toch niet lang volhouden. Om te stimuleren dat klanten komen kopen en blijven kopen, informeren ondernemingen hun klanten en potentiële klanten over de onderneming. Promotie speelt daarbij een belangrijke rol.

Een bedrijf zal duidelijke doelstellingen voor het promoten van het bedrijf moeten stellen. Zonder duidelijke doelstellingen is promotie gedoemd te mislukken. Het moet altijd duidelijk zijn wat je met promotie wilt bereiken. Bovendien is het belangrijk dat doelstellingen meetbaar zijn, anders kun je niet zien of je promotie-inspannin­gen succes hebben gehad.

Promotie is geen doel op zich, maar wordt inge­zet om andere middelen in de marketingmix te ondersteunen. In het algemeen kun je zeggen dat het doel van promotie het bevorderen van de verkoop is. Dit is echter moeilijk te meten. De verkoop kan bijvoorbeeld bevorderd worden door bij een tegenvallende maandomzet nog snel extra artikelen te verkopen. Dan hanteer je doe­len op korte termijn. Je kunt echter ook doelen stellen voor de lange termijn, zoals het krijgen en vooral het vasthouden van klanten. In het alge­meen kun je zeggen dat het doel van een winkel is om zo veel mogelijk klanten in de winkel te krijgen, die ieder zo veel mogelijk producten kopen. Deze doelstelling is zowel te bereiken door promotie met doelen voor de korte termijn als voor de lange termijn.

Kortetermijndoelstellingen

Deze doelstellingen zijn gericht op een snel resul­taat. De effecten van de promotie moeten op korte termijn te zien zijn. Het gaat dus om direct-meetbare effecten, zoals meer klanten en/ of meer omzet gedurende de komende maand. Zo kan bijvoorbeeld de slager donderdagavond bij het opmaken van de kassa al zien of zijn actie 'donderdag gehaktdag' succes heeft gehad. Het primaire doel van deze actie is het verhogen van de omzet op donderdag. Daarnaast kan een lan­getermijndoel zijn om mensen regelmatige klan­ten van de slager te laten worden of blijven.

Kortetermijndoelstellingen kunnen zijn:

- aantrekken van klanten

Dit is een kortetermijndoelstelling met een breedtewerking. Een verhoging van het aantal klanten heeft niet alleen effect op de korte ter­mijn maar, als de winkel de klanten aan zich weet te binden, ook op de lange termijn.

Bij het aantrekken van klanten kun je onder­scheid maken in:

– bewerken van de primaire (vaste) klanten, die dus uit het hele winkelassortiment kopen
– stimuleren van secundaire (toevallige)klanten om vaker in jouw winkel te kopen
– overhalen van niet-klanten om in jouw winkel te kopen

Wil je genoemde doelstellingen bereiken, dan moet je de klanten als het ware een uitnodi­ging aan huis bezorgen om eens langs te komen. Je maakt in dit geval gebruik van externe communicatie. Hiervoor kun je gebruikmaken van advertenties in dagbladen of in huis-aan-huisbladen, folders, radio- of tv-spotjes.

- opvoeren van de gemiddelde besteding

Dit is een doelstelling met een dieptewerking. In dit geval zijn de klanten al in de winkel, dus zul je gebruikmaken van interne communica­tie. De hele interne winkelpresentatie is hierop gericht. Je kunt specifiek gebruikmaken van displays, plafondhangers, raambiljetten, prijskaarten, demonstraties enzovoort.

Door gebruik te maken van externe communica­tie wordt de klant naar de winkel gelokt. De interne communicatie (winkelpresentatie) moet daarna de klant tot kopen verleiden. Een goede combinatie van externe en interne communica­tie heeft meestal het meeste effect. Externe en interne communicatie moeten uiteraard goed op elkaar afgestemd zijn.

Langetermijndoelstellingen

Gaat het bij de kortetermijndoelstellingen om directe resultaten, de langetermijndoelstellingen zijn meer gericht op het uitdragen en promoten van de winkelformule. Bij langetermijndoelstel­lingen ligt de nadruk vooral op het bereiken van een blijvend effect. Door interne en externe promotie wordt een bepaald winkelbeeld geschapen en instandge­houden. Dit kun je bereiken door steeds weer gebruik te maken van een bepaalde stijl, een bepaalde sfeer, een herkenbaar muziekje, een thema of slogan.

Voorbeelden van dergelijke slogans zijn:

- ‘Ik ga voor Edah’ (zelfs op muziek!)

- ‘'s Lands grootste kruidenier’ (Albert Heijn) n ‘Let's make things better’ (Philips)

- ‘Doe het Praxis’ (Praxis)

- ‘De normaalste zaak van de wereld’ (Hema).

Langetermijndoelstellingen kunnen betrekking hebben op:

- het overbrengen van het winkelimago

Hierbij is themareclame (het steeds weer her­halen en benadrukken van formule-elemen­ten, zoals herkenbare huiskleuren en thema's) een belangrijk hulpmiddel.

- het bevorderen van winkeltrouw

Vaste klanten win je niet zozeer door reclame te maken, maar meer door het inzetten van de hele marketingmix en door hen te belonen met onder andere spaaracties, klantenkaarten en bedrijfsgebonden creditcards.

Het indelen van doelstellingen voor de korte en de lange termijn is een beetje kunstmatig. In de
praktijk is het effect niet volledig te scheiden. De advertentie met aanbiedingen van discounters als Aldi of Zeeman heeft primair directe verkoop als doel. Door de stijl en de toon van de adver­tenties ontstaat naast het kortetermijneffect ook een het-goedkoopste-zijn imago; het langeter­mijneffect. Het is belangrijk om bij het bepalen van de kortetermijndoelstellingen de langeter­mijndoelstellingen in acht te nemen. De doel­stellingen voor de lange termijn zijn bepalend voor de kortetermijndoelstellingen. De korteter­mijndoelstellingen dragen op hun beurt weer bij aan het bereiken van de langetermijndoelstellin­gen. Er moet dus een wisselwerking zijn tussen langetermijnactiviteiten en de werkwijze op de korte termijn.

De promotiemix

Zoals je al hebt gelezen, is promotie een middel om de omzet te bevorderen. Promotie vergroot daarmee de kans op meer winst en is tevens een manier van beïnvloeding. Je gebruikt promotie

om mensen te overtuigen en over te halen bij jou te kopen. Voor promotie kun je gebruikmaken van verschillende technieken, die ieder eigen kenmerken hebben. En omdat je altijd meerdere technieken tegelijkertijd gebruikt, spreek je van de promotiemix.

Maar waarop moet de nadruk liggen bij de pro­motie? Een winkelier zal promotie onder andere gebruiken om zich te onderscheiden van zijn concurrenten. Hij moet echter wel:

- de meest kenmerkende elementen uit de win­kelformule benadrukken

- zich goed realiseren op wie de promotie wordt gericht en precies omschrijven wat de kenmer­ken van de doelgroep zijn

- een eigen promotiestijl gebruiken.

Je hebt al gezien dat een winkelbedrijf meerdere promotietechnieken kan gebruiken. Voor het bereiken van de doelgroep kun je gebruikmaken van de volgende technieken:

- persoonlijke verkoop

- reclame

- publiciteit en public relations

- promotions

- winkelpresentatie.

Deze technieken vormen samen de promotie­mix. Een winkelbedrijf zal altijd gebruikmaken van een combinatie van verschillende promotie­technieken. De verschillende technieken hebben ieder hun sterke en zwakke eigenschappen en zullen dus ook voor verschillende doeleinden ingezet worden. De verschillende technieken worden hierna behandeld.


Persoonlijke verkoop

Persoonlijke verkoop kom je hoofdzakelijk in speciaalzaken tegen. Maar ook in de grote zelfbe­dieningswinkels zijn medewerkers actief en heb­ben in veel gevallen direct contact met de klant. De motivatie en vakbekwaamheid van de ver­koopmedewerkers kunnen een positieve bijdrage aan het winkelimago leveren. Vanwege de hoge kosten voor personeel maak je hoofdzakelijk gebruik van verkoopmedewerkers als:

- afstemming van het artikel op de individuele behoefte nodig is, zoals bij kleding en meube­len

- het gaat om dure, exclusieve of specialistische artikelen waarbij artikelinformatie voor de klant belangrijk is

-artikelen gedemonstreerd moeten worden

- er onderhandeld moet worden over de (inruil)prijs

- er kwetsbare artikelen worden verkocht, zoals AGF-producten

- er onverpakte levensmiddelen worden aange­boden. Daarvoor geldt zelfs een wettelijke ver­plichting, net zoals voor geneesmiddelen. De verkoop van onverpakte levensmiddelen in de zelfbediening (BUZ-systeem) is aan strikte regels gebonden.

Een goede verkoopmedewerker kan goed luiste­ren naar de klant en direct reageren op zijn vra­gen en bezwaren. De verkoopmedewerker kan dus een bijdrage leveren aan de promotie van de winkel of van een bepaald artikel. Wanneer de verkoopmedewerker deskundig en de klanten goed van dienst is, kan dat een promotie zijn voor het winkelbedrijf.


Reclame

Reclame gebruik je voor het overbrengen van een boodschap aan het publiek. Een boodschap gericht aan het publiek is niet persoonlijk maar meer algemeen van aard. Omdat je een grote groep mensen wilt bereiken, kies je meestal een massamedium voor de verspreiding. Voorbeel­den van massamedia zijn: radio, televisie en de gedrukte pers. Omdat je met een massacommu­nicatiemiddel veel mensen bereikt, zijn de kos­ten per contact laag. Reclame maken op radio en televisie kost op zich wel veel geld. Niet iedereen kan daarom reclame op radio en televisie maken. Voor een dorpsbakker is het helemaal niet renda­bel om reclame op televisie te maken. De kosten zijn voor hem veel hoger dan de opbrengsten. Een winkelbedrijf zal alleen reclame maken als de opbrengsten groter zijn dan de kosten.

Reclame is niet flexibel, omdat je de inhoud van de boodschap niet persoonlijk kunt afstemmen. Uiteraard kun je ook niet direct reageren op vra­gen en opmerkingen van de klant, zoals bij het verkoopgesprek.

Bij reclame kun je verschillende vormen onder­scheiden:

- actiereclame

- themareclame

- collectieve reclame.


Actiereclame

Door winkelbedrijven wordt veel gebruik gemaakt van actiereclame. Actiereclame is bedoeld voor de korte termijn. In deze reclame wordt een tijdelijke actie aangekondigd, bijvoor­beeld een weekaanbieding. Er wordt gecommuni­ceerd over artikelen, maar vooral over de prijs. Winkels die aan prijsconcurrentie doen, maken veel gebruik van week- of maandaanbiedingen, denk maar aan supermarkten en discountwinkels die audioapparatuur en huishoudelijke appara­ten verkopen. Met een aardige korting wordt de klant naar de winkel gelokt en als hij daar een­maal is, neemt hij meestal ook andere artikelen mee. Door deze weekaanbiedingen en een her­kenbare stijl van reclame maken, komt ook het lageprijzenimago van deze winkels naar voren. De nadruk ligt bij actiereclame dus vooral op kor­tetermijneffecten.

Themareclame

Vooral fabrikanten van merkartikelen en groot­winkelbedrijven aan de bovenkant van de markt, maken gebruik van themareclame. Door een bepaald thema lang genoeg te herhalen wordt het artikel of de winkel bij het publiek bekend. Themareclame is een belangrijk middel in het opbouwen van een bepaald winkelbeeld. Win­kels met servicedistributie onderscheiden zich van prijsdistribuanten. Dit doen ze door de keu­zemogelijkheden in het assortiment, vakkennis, behulpzame bediening en het serviceniveau te benadrukken. De nadruk zal bij themareclame meer liggen op langetermijneffecten.

Als basis voor themareclame worden vaak grote evenementen gebruikt, zoals bijvoorbeeld de Olympische Spelen. Heel veel bedrijven gebrui­ken de Olympische Spelen voor grote reclame­campagnes.
Collectieve reclame

Reclame kan worden ingedeeld naar de inhoud van de boodschap. Maar je kunt ook een indeling maken naar de afzender. Als ondernemingen een gemeenschappelijke doelstelling hebben, kiezen ze soms voor een gezamenlijke reclame-inspan­ning. In zo’n geval spreken we van collectieve reclame. Motieven voor een dergelijke samen­werking kunnen zijn:
 - een betere verkoop door de verschillende par­tijen
 - een groter effect van de reclame; samen kun je vaker, groter of indringender reclame maken
 - een betere besteding van het reclamebudget ofeen kostenbesparing.

Bij collectieve reclame is er dus sprake van een gezamenlijke reclameactiviteit. Maar wie zijn dan de afzenders van de reclameboodschap? We kun­nen verschillende groepen afzenders onderschei­den. De afzender van een reclameboodschap kan zijn:

- de fabrikant of leverancier van een artikel 
- de winkel die het artikel verkoopt.

Wanneer er sprake  is van collectieve reclame zijn er dus meerdere afzenders betrokken bij een bepaalde reclameboodschap. In die samenwer­king kun je verschillende vormen onderschei­den. We kunnen onderscheid maken tussen hori­zontale collectieve reclame en verticale collectieve reclame. Bij horizontale collectieve reclame is er sprake van een samenwerking tus­sen ondernemingen op hetzelfde niveau in de bedrijfskolom. Bijvoorbeeld een gezamenlijke advertentie of reclamekrant van een winkelcen­trum. Als de samenwerking zich afspeelt tussen ondernemingen op verschillende niveaus in de bedrijfskolom, noem je dat verticale collectieve reclame. Een samenwerking tussen bijvoorbeeld fabrikant, importeur, groothandel en winkel is een voorbeeld van verticale collectieve reclame. Dit wordt ook wel coöperatieve reclame genoemd.

Publiciteit en public relations

Door publiciteit en public relations in één adem te noemen, wordt misschien de indruk gewekt dat er geen verschil is. Er bestaat echter wel dege­lijk verschil. In het geval van publiciteit of free publicity krijgt een product of bedrijf redactio­nele aandacht van een nieuwsmedium (bijvoor­beeld krant, tijdschrift, radio of televisie). Die redactionele aandacht is gratis, maar kan door een onafhankelijke (neutrale) opstelling van de journalist positief of negatief uitpakken voor het bedrijf. De journalist schrijft namelijk het artikel en niet het bedrijf zelf.

Goede public relations zijn met name voor bedrijven belangrijk. Door public relations (pr) werkt de onderneming aan een goede relatie tussen het bedrijf en groepen mensen die voor de winkel belangrijk zijn. Public relations betekent dat er een relatie met het publiek aangegaan wordt. Het is erop gericht een goede verhouding met het publiek te creëren en in stand te houden.

Je kunt onderscheid maken tussen interne pr en externe pr. Door interne pr 'verkoopt' het bedrijf zich aan zijn medewerkers. Het bouwt op deze manier aan het 'wijgevoel'. Je kunt via een perso­neelsblad of infoblad de medewerkers op de hoogte houden van het wel en wee in het bedrijf en de plannen van het bedrijf. Ook de kerstgrati­ficatie voor de medewerkers is een voorbeeld van interne pr.
Het externe-pr-beleid richt zich op derden die voor het bedrijf belangrijk zijn. Een goede repu­tatie bij de klanten, overheid, aandeelhouders, banken, leveranciers, omwonenden en journalis­ten is voor een bedrijf noodzakelijk. Public rela­tions kan daarbij helpen. Door de pers te infor­meren (pr) over trends, een modeshow, nieuwe producten of een (her)opening, krijg je vanzelf publiciteit. Nodig daarom bij gebeurtenissen die ook maar enige nieuwswaarde hebben, altijd journalisten uit. Een ander voorbeeld van externe pr is bijvoorbeeld het thuisbrengen van de boodschappen.


 

Promotions

Promotions, ook wel salespromotion (sp) genoemd, is een marketingtechniek die wordt gebruikt om op korte termijn het verkoopresul­taat te vergroten. Deze techniek is, net als actiere clame, gericht op actie. Het snelle resultaat wordt bereikt door het tijdelijk aantrekkelijker maken van de prijs/waardeverhouding van een artikel. Dat kan op twee manieren, namelijk door:
- de prijs tijdelijk te verlagen (de klant krijgt korting),

- de waarde van het artikel tijdelijk te verhogen (meer product voor hetzelfde geld).

Het tijdelijke karakter dwingt de klant die op voordeel uit is tot snel handelen. Veel fabrikan­ten en winkelbedrijven maken meestal gebruik van promotions in combinatie met andere onderdelen van de promotiemix. Fabrikanten en winkelbedrijven geven zeer veel geld uit aan pro­motions. Voorbeelden van promotions zijn:

- gratis monsters

- coupons

- zegelsystemen

- prijskortingen

- prijsvragen

- hoeveelheidacties (drie halen, twee betalen) 
- premiums

- demonstraties

- evenementen

- hergebruik van verpakkingen

- winkeldisplays

- beurzen en tentoonstellingen.


Zowel fabrikanten als winkelbedrijven maken veelvuldig gebruik van promotionele acties. Bijna iedereen is daar gevoelig voor. Vrijwel iedere klant zal reageren op actieartikelen, onge­acht zijn inkomen. Iedereen is immers wel geïn­teresseerd in een voordeeltje of doet wel eens mee aan een spelletje of loterij. Gebruik je creati­viteit, maar kijk ook eens hoe andere bedrijven promotionele acties voeren. Grote bedrijven als Coca Cola, Grolsch en McDonald's blijven het publiek verrassen.

Er zijn prijsacties in vele varianten. Met leuke kortingen weten Albert Heijn en Kruidvat elke week opnieuw klanten te lokken. En als die klan­ten eenmaal binnen zijn, kopen ze meestal niet alleen het voordelige actieartikel, maar nemen ook andere artikelen mee.

Winkelbedrijven maken ook veel gebruik van spaaracties. Denk maar eens aan Air Miles, (koop)zegels van supermarkten en klantenspaar­kaarten van kledingzaken. Spaaracties zijn bedoeld om trouwe klanten te binden. Hoe lan­ger de actie duurt, hoe sterker de binding.

 

 

 

Promotiemateriaal

Promotiemateriaal

De presentatie speelt een belangrijke rol inde promotie. Het exterieur en het interieur bepalen het gezicht van de bedrijf en dragen bij aan het beeld dat de klant van het bedrijf heeft. Een bedrijf zal dit beeld proberen te versterken door gebruik te maken van promotiematerialen. Door het gebruik van promotiematerialen kan het bedrijf extra aandacht op (delen van) de presentatie vestigen en de klant informeren over prijzen, artikelen en acties. Denk bijvoorbeeld maar aan Adidas-posters in een sportwinkel en een speciale display van Grolsch om de lancering van het nieuwe bokbier te ondersteunen.

Posters en displays zijn slechts twee voorbeelden van promotiematerialen die door bedrijven worden gebruikt. Het is onmogelijk om een volledige lijst met alle promotiematerialen te geven, omdat er een enorme diversiteit is. We kunnen de promotiematerialen echter wel verdelen in twee groepen, namelijk:

- promotiematerialen voor extern gebruik

- promotiematerialen voor intern gebruik.

Voorbeelden van promotiematerialen voor extern gebruik zijn de eigen verpakkingen van winkels, zoals plastic en papieren draagtasjes en inpakpapier. De meeste winkelbedrijven maken gebruik van verpakkingen waarop de naam van het bedrijf is afgedrukt. Deze eigen verpakkingen worden vooral gebruikt om de naamsbekendheid van de winkel bij de klant te vergroten.
Promotiematerialen voor intern gebruik noem je ook wel point-of-salemateriaal (POS-materiaal, materiaal dat direct op de verkoopplek wordt gebruikt). POS-materiaal is het materiaal en dient om de verkoop van artikelen in de winkel te bevorderen. POS-materiaal is meestal gericht op een artikel, een artikelgroep of een merk. Voorbeelden van POS-materialen zijn:

- plafondhangers

- raambiljetten

- prijs- en tekstkaarten

- schapkaarten

-mobiles

- lichtbakken.

POS-materialen spelen een belangrijke rol bij de verkoop van artikelen. Ze vestigen de aandacht van de klant op de artikelen. Uit onderzoek is gebleken dat de klant steeds vaker pas in de win­kel beslist wat hij wil kopen. POS-materialen heb­ben invloed op die beslissing. Het zijn echte ver­leiders.

Een nieuwe trend op het gebied van POS-materi­alen is het gebruik van videopresentaties en interactieve computerprogramma's. Een bekend voorbeeld is de ‘receptomaat’ in de supermarkt. Een receptomaat kun je vergelijken met een elek­tronisch kookboek vol recepten. De klant kan door het kookboek ‘bladeren’ en verschillende recepten opvragen. Heeft hij eenmaal zijn keuze bepaald, dan kan hij met een simpele druk op de knop het recept en het bijbehorende boodschap­penlijstje uitprinten.

Promotiematerialen kunnen dus worden gebruikt om de naamsbekendheid van de winkel te vergroten en om de aandacht van de klanten op de artikelen te vestigen. De promotiemateria­len kunnen daarbij zowel een decoratieve als een informatieve functie hebben. Door een artikel­presentatie ‘aan te kleden’ met promotiemate­riaal, wordt de aandacht extra op een bepaald artikel of bepaalde artikelgroep gevestigd. Daar­naast kan promotiemateriaal een duidelijk infor­matieve functie hebben. Goede voorbeelden daarvan zijn raambiljetten en prijs-/tekstkaarten. Deze promotiematerialen geven informatie over de artikelen.

Promotiematerialen zijn er in verschillende soor­ten en maten:
 -In grootwinkelbedrijven kom je vaak kant-en-klare materialen tegen. Deze worden door het hoofdkantoor verstrekt.
 - Veel winkels maken ook gebruik van zelfgemaakte materialen of laten deze maken.
 -Winkels krijgen veel promotiematerialen van fabrikanten.

Het voordeel van kant-en-klare materialen is, dat ze er verzorgd uitzien en goed leesbaar zijn. Het enige wat je nog moet doen, is ze op de juiste plaats aanbrengen. Een nadeel is echter dat ze niet altijd volledig afgestemd zijn op het winkel­type en de situatie in de winkel. Zelfgemaakte materialen daarentegen kunnen volledig wor­den afgestemd op het winkeltype. Nadeel is ech­ter dat een individuele winkel niet altijd de mid­delen heeft om promotiemateriaal te maken dat er professioneel uitziet.

Een winkel kan dus beschikken over een enorme hoeveelheid promotiematerialen. Dit betekent dat er een keuze moet worden gemaakt. Je kunt immers niet de hele winkel volhangen met pro­motiematerialen, omdat dan het effect verloren gaat. Bij het selecteren van promotiematerialen spelen twee factoren een belangrijke rol:

- de winkelformule

De promotiematerialen moeten passen bij de winkelformule en dus ontworpen en gemaakt worden op basis van de huisstijl. Bij een prijs­formule passen ‘schreeuwerige’ en 'goedkope' promotiematerialen die gericht zijn op acties. Bij een kwaliteitsformule zullen wat 'luxere' promotiematerialen gebruiken.

- het doel

Elk doel vraagt om passende promotiemateria­len. Van het doel hangt af of je promotiemate­rialen gebruikt om de naamsbekendheid van de winkel te vergroten, om het winkelbeeld te bevestigen, om een promotionele actie te ondersteunen of om de aandacht van de klan­ten te vestigen op een artikel, een artikelgroep of een bepaald merk.

 

Media (tv - radio - krant - tijdschrift - internet - social media)

Media 

Media is het meervoud van medium. Een medium is onder meer een hulpmiddel voor communicatie met velen, en daarom een middel voor massacommunicatie (in tegenstelling tot de gewone één op één, interpersoonlijke communicatie). Media zijn dragers van informatie.

Onderscheid kan worden gemaakt naar fysieke vorm (gedrukt papier, elektronische informatie). Verder kan men onderscheiden geschreven tekst, geluid (zoals spraak en muziek), stilstaand beeld, en bewegend beeld (meestal met geluid); ook men onderscheiden nieuws en andere non-fictie, en fictie.

Evolutie

Sinds de zeventiende eeuw bestaan er al dag- en weekbladen en breed verspreide pamfletten. Tot het eind van de 19e eeuw bleef het direct gesproken, geschreven of gedrukte woord het voornaamste communicatiemiddel. Maar in de loop van de negentiende eeuw kwamen daar de fotografie, de telegrafie, de telefoon, de film, en in de twintigste eeuw de radio, de televisie bij. In de jaren negentig van de twintigste eeuw ontstond een massaal gebruik van internet, toegankelijk gemaakt door browsers op het world wide web.

'De media', zoals radio, televisie, de krant en het internet, spelen een belangrijke rol in de dagelijkse nieuwsvoorziening. Hoewel internet een groeiend medium is en daarmee de aandacht voor dit medium toeneemt, blijven oudere media van belang. Internet functioneert niet alleen als medium voor eigen inhoud maar ook als transportmiddel voor andere 'media'. Zo kan informatie van radio en tv of gedrukte media via internet een nieuw bereik krijgen.

De zogenaamde opiniebladen, die wekelijks of maandelijks verschijnen, voegen achtergrondinformatie en analyse aan het nieuws toe. Het belang van internet als medium groeit sterk door zijn snelle verspreiding, op initiatief van individuen van nieuws, feiten en achtergronden.

Massamedia is te onderscheiden in publieke en commerciële media.

Publieke media hebben als doel om objectieve, integere en onafhankelijke informatie te verspreiden. Commerciële media hebben als primair doel geld te verdienen met het verspreiden van informatie of het amuseren van de doelgroep(en). Dat wil niet zeggen dat hun informatie niet objectief en integer is, maar in economisch onzekere tijden is de continuïteit van commerciële media minder zeker dan van publieke media.

Kenmerken

De meeste moderne media hebben zes typische kenmerken:

  1. De boodschappen van de media hebben een grote veronderstelde betrouwbaarheid. De meerderheid van de bevolking is eerder geneigd berichten als "voor waar" aan te nemen als die zijn verwoord door een vertegenwoordiger van "de media", zoals een nieuwslezer of een grote krant, dan men dit zou doen bij berichten die op de hoek van de straat of in een winkel zijn gehoord. Ook wordt verondersteld dat de nieuwsgaring uit eigen land volledig en waarheidsgetrouw is, waar de nieuwsgaring uit vooral het verre buitenland al snel als indoctrinatie en propaganda wordt afgedaan. Opvallend genoeg wordt in deze andere landen precies hetzelfde over het nieuws gedacht: in eigen land betrouwbaar en in het (verre) buitenland onvolledig en met propaganda. Uiteindelijk vormt iedereen zich, afhankelijk van zijn of haar invalshoek, een eigen beeld van de waarheid. In conflictsituaties zoals oorlogen is men daarbij geneigd om geloof te hechten aan de interpretatie van de partij waar men bij hoort of sympathie voor heeft. Hoewel de media in België door veelal als objectief wordt beschouwd, is dit niet altijd het geval. Er zijn al verschillende klachten geweest van mensen, die na een interview ontdekten dat (bijvoorbeeld) het kruisje om hun hals weggewerkt was. Zelfs bij bewegende beelden. Vooral Katholieken worden hierbij geviseerd. Verschillende media werden al aangesproken omdat ze het recht van vrijheid van meningsuiting hierbij niet respecteerden, maar de klachten werden tot nu toe genegeerd.
  2. Het imago van de onafhankelijkheid van de media blijft, niettegenstaande kritiek, grotendeels overeind, en is de reden van deze veronderstelde betrouwbaarheid.
  3. De berichtgeving in de media (vooral de nieuwe media) is snel.
  4. Met de term "massamedia" worden communicatiemiddelen aangeduid die door hun toegankelijkheid voor een groot deel van de bevolking een massaal bereik hebben. De media danken hun toegankelijkheid aan hun gemakkelijke verkrijgbaarheid (bijvoorbeeld kranten) of alomtegenwoordigheid (bijvoorbeeld radio en televisie) en aan het feit dat hun berichtgeving begrijpelijk is voor een groot publiek.
  5. Als consument (kijker, luisteraar) is er weinig tot geen greep mogelijk op de boodschap. De interactieve televisie wil hierin verandering brengen.
  6. Met name sinds de televisie een wijdverspreid fenomeen is, worden de media algemeen gezien als een belangrijk podium in de maatschappij. Dit heeft niet alleen betrekking op de berichten en ideeën die via deze kanalen de wereld ingaan, maar ook op de personen die erin figureren. Veelzeggend in dit verband is de opmerking van Andy Warhol uit 1968 dat iedereen in de gemedialiseerde wereld zijn eigen vijftien minuten roem (fifteen minutes of fame) zal krijgen.

Geschiedenis van de informatievoorziening

Individuele media

  • Direct verbaal en non-verbaal contact

 Schriftelijk

  • Schriftelijke communicatie per koerier of per post
  • Schriftelijke telecommunicatie per telegraaf
  • Schriftelijke telecommunicatie per Fax
  • Schriftelijke communicatie per e-mail
  • Directe schriftelijke communicatie via internet: chatten of Twitter

Mondeling

  • Mondelinge telecommunicatie per telefoon
  • Mondelinge communicatie via VoIP (bellen via internet) heeft intercontinentaal bellen betaalbaar gemaakt.

Hybride media

Web 2.0-toepassingen zoals internetfora zijn een tussenvorm tussen massamedia en individuele media; communicatie via een website met user-generated content is niet gericht op één gesprekspartner maar de doelgroep is beperkter en specifieker dan bij een massamedium het geval zou zijn.

Massamedia

Overzicht van media

  • Televisie
      • Internationale televisie
      • Landelijke televisie
        • België
        • Nederland
      • Regionale televisie
        • België
        • Nederland
  • Radio
    • Internationale radio
    • Landelijke radio
    • Regionale radio

 

Sociale media 

Sociale media (de Engelse term social media is ook in het Nederlands gangbaar) is een verzamelbegrip voor online platformen waar de gebruikers, zonder of met minimale tussenkomst van een professionele redactie, de inhoud verzorgen. Hoofdkenmerken zijn interactie en dialoog tussen de gebruikers onderling.

Kaplan en Haenlein definiëren sociale media als "een groep internetapplicaties die gebruikmaken van de ideologie en de technologie van Web 2.0 en de creatieve uitwisseling van User Generated Content".[1][2] Onder de noemer sociale media worden onder andere weblogs, fora, sociale netwerken als Hyves, Facebook en LinkedIn en diensten als Twitter geschaard. Sinds 2011 is er ook Google+ op de markt.

Via deze media delen mensen verhalen, kennis en ervaringen. Dit doen zij door berichten te publiceren of door gebruik te maken van ingebouwde reactiemogelijkheden. Denk hierbij aan weblogs, waar lezers reacties achterlaten via een reactieformulier of middels trackbacks.

Geschiedenis

Het is onduidelijk wie de Engelse term 'social media' voor het eerst heeft geclaimd. Omdat er nog altijd onenigheid is over de exacte definitie is het moeilijk een overzicht te geven van de ontwikkeling van sociale media. Dit overzicht is sterk afhankelijk van de gebruikte definitie. De meest bekende vorm van sociale media zijn de sociale netwerksites. Het eerste social network (1997) was Six Degrees.[3]

De Nederlander Ramon Stoppelenburg reisde van 2001 tot 2003 gratis de wereld rond dankzij zijn blog. Zijn website was daarbij zijn profiel waarmee hij een eigen netwerk (van online aangeboden logeeradressen) creëerde. Stoppelenburg was een van de eersten die gebruik maakte van online media.

Sociale media en Web 2.0

Omdat Web 2.0 functionaliteiten in sociale media verweven zit, is het lastig een hard onderscheid tussen Web 2.0 en sociale media te maken. Wanneer je het over Web 2.0 hebt dan spreek je over dezelfde platformen als de sociale media platform. Toch zijn dit twee wezenlijk verschillende fenomenen.

Web 2.0 betekende hernieuwde aandacht voor de bruikbaarheid en anderzijds de onderliggende techniek van webdiensten. Sociale media bestonden al voor deze ontwikkeling.

Web 2.0 is vooral een ontwikkeling geweest die het gebruik en de groei van sociale media faciliteert. Hoewel het makkelijker is geworden om sociale media te gebruiken, is het internet altijd een sociale omgeving geweest.

Invloed op politiek

Politieke organisaties gebruiken ook sociale media. Een opstand tegen de regering van Moldavië in 2009 is wel de Twitterrevolutie genoemd omdat die website gebruikt werd voor het plannen van protestacties.[4] Er is kritiek op het toeschrijven van revoluties aan sociale media, omdat er ten tijde van de opstand in Moldavië zeer weinig Twitteraccounts in dat land actief waren.[5] Meer recent wordt de motor achter de politieke veranderingen in het Midden-Oosten (zoals Tunesië, Egypte en Syrië) toegeschreven aan de vrijheid en de communicatiemogelijkheden die sociale media bieden.

Voorbeelden

Hieronder een aantal voorbeelden van bekende sociale media;

 

Website

Website 

Een website is een verzameling samenhangende webpagina's met gegevens, zoals tekst, afbeeldingen of video's, die opgeslagen worden of in het gebruikte jargon gehost (= letterlijk: 'geherbergd, onderdak geboden'). De website is vervolgens op een of meerdere webservers gezet en is (meestal) opvraagbaar gemaakt via internet. Het woorddeel web in website verwijst naar het wereldwijd web en het Engelse site betekent plek. Een website wordt ook wel aangeduid met het Engelstalige leenwoord site, dat in het Nederlands is aanvaard. Tevens bestaan er de Nederlandse woorden weblocatie of webstek voor. Deze woorden worden echter niet vaak gebruikt.

Een webpagina is een document, typisch geschreven in (X)HTML dat vrijwel altijd beschikbaar is via HTTP, een protocol waarmee een webserver communiceert met een client (meestal de webbrowser van een gebruiker).

Een webbrowser vertaalt het HTTP-bericht in bruikbare informatie voor de gebruiker zoals het tonen van een webpagina.

Alle publiek toegankelijke websites worden over het algemeen collectief benoemd als het "wereldwijde web" wat weer een deel van een bepaalde laag van het internet vormt.

Een kerneigenschap van het wereldwijde web vormt de hyperlink, een deel van het concept Hypertext; hiermee kan een gebruiker direct naar een specifieke tekst of andere digitale entiteit springen.

De webpagina's van een website zijn meestal toegankelijk via een specifieke node (URI). Vaak wordt deze specifieke startnode de hoofdpagina of homepage genoemd. De URI's van de webpagina's zijn meestal georganiseerd in een hiërarchie. De hyperlinks tussen de webpagina's geven echter per gebruiker een andere representatie van de betreffende website.

Belangrijke standaarden rondom het wereldwijde web worden onder andere beheerd en uitgebreid door voorstellen door het World Wide Web Consortium, beter bekend als het W3C. De directeur van het W3C is Tim Berners-Lee, die in 1991 HTML voorstelde, als subset van het complexere SGML als vervolg op de hypertext-achtige uitvoering Gopher (het WWW is daarmee nog steeds geen hypertext-systeem). Naast verschillende andere initiatieven bleek HTML uiteindelijk het succesvolst.

Geschiedenis

Ook al werd HTML voorgesteld als opvolger van Gopher in 1989 met als publieke uiting 1991, toch was het rond 1993 nog steeds zo dat Gopher de meest gebruikte manier was om het wereldwijd beschikbare informatienetwerk te gebruiken. In mei 1993 waren er dan ook slechts 50 websites wereldwijd. Men had nog steeds het idee dat het wereldwijde web voornamelijk gebruikt zou worden door universiteiten met dure en complexe hardware.

Pas toen Mosaic verscheen (1993), de eerste webbrowser met een grafische interface in plaats van een tekstgebaseerde interface, veranderde dit langzaam. De meeste wetenschappers in die tijd gebruikten beeldschermen waarop men geen grafische elementen kon tonen en bovendien was de verbinding nog erg traag en bandbreedte kostbaar.

Naarmate verbindingssnelheid toenam en (grafische) hardware goedkoper werd, nam de omvang van het aantal websites alsmede het aantal gebruikers toe en werden parallel hieraan nieuwe functionaliteiten toegevoegd in en rondom HTML.

Een webpagina in 1993 kon slechts: 1. informatie tonen in opmaakvorm; en: 2. beelden tonen. Daarnaast kon men "dynamische documenten" maken door middel van: 3. formulieren. Om deze formulieren te verwerken werd de standaard CGI opgesteld, de common gateway interface (versie 1.1 in 1995). Deze specificatie diende ondersteund te worden door de webserver en maakte het mogelijk om zogenaamde CGI-scripts aan te roepen, vaak geschreven in de taal Perl, diverse shell-talen, de taal AWK of zelfs de taal C. Via de HTTPD-browser van Microsoft was het zelfs al mogelijk op die manier CGI-scripts te linken aan Visual Basic om Windows-applicaties als spreadsheets of databases aan te roepen.

Deze CGI-scripts betekenden ook het begin van beveiliging in websites omdat het vanaf dat moment mogelijk was om "de achterkant" van de website te bereiken via snode wegen.

Met HTML versie 3.0 kwamen zaken als tabellen, lijsten en diverse andere noviteiten die toegepast konden worden binnen webpagina's.

Op softwarevlak kregen websites de volgende uitbreidingen en mogelijkheden:

  1. aan de clientzijde o.a. meer mogelijkheden in markup via HTML en stylingmogelijkheden via CSS
  2. aan de clientzijde o.a. meer scriptondersteuning zoals clientside-JavaScript, Perl-script en Tcl-script
  3. aan de clientzijde o.a. meer objectondersteuning zoals Java-applets en Flash
  4. aan de serverzijde naast CGI ook serverside scripting zoals ASP (meestal VB Script), PHP en Serverside JavaScript
  5. aan de serverzijde meer directe integratiemogelijkheden met het achterlandschap zoals databases die ofwel via een tussenlaag informatie presenteren aan de gebruiker of direct informatie presenteren aan de gebruiker

Diverse termen als dynamische HTML of AJAX (Web 2.0) zijn niets meer dan combinaties van bovenstaande uitbreidingen.

Toegankelijkheid

Websites worden in toenemende mate geschikt gemaakt voor mensen met een beperking; hierbij wordt er rekening mee gehouden dat blinden bijvoorbeeld geen afbeeldingen kunnen zien maar wel graag willen weten wat er op de illustratie wordt afgebeeld door een begeleidende tekst. Een van de belangrijkste richtlijnen voor het ontwikkelen van toegankelijke websites zijn de zogenaamde Web Content Accessibility Guidelines. Een belangrijk neveneffect van het toegankelijk maken van websites voor gehandicapten is de betere vindbaarheid in internetzoekmachines zoals Google.

Structuur van een website

Hoofdpagina

Elke website heeft een hoofdpagina, ook wel index, homepage of startpagina genoemd. De hoofdpagina biedt een navigatie om door de rest van de site heen te gaan. De homepage kan, maar hoeft niet, een samenvatting te geven van de belangrijkste informatie die op de website staat, bijvoorbeeld in de vorm van categorieën, meest bezochte pagina's, het laatste nieuws, etc. De hoofdpagina dient als uitvalbasis voor de bezoeker. Een bezoeker kan bijvoorbeeld via de homepage van het ene naar het andere onderdeel navigeren.

Een webserver is vaak zo ingesteld dat als alleen het domein wordt aangevraagd en niet een specifiek document, er toch een document naar de gebruiker wordt gestuurd. Meestal is dit de hoofdpagina, alhoewel eind jaren 1990 een zogeheten 'splash page' ook vaak voorkwam. Dit laatste was een document waar de gebruiker niets aan had, maar waarin de aanbieder bijvoorbeeld een logo kon tonen of een animatie kon afspelen.

Hiërarchie

Vaak is een website hiërarchisch ingedeeld. Een site wordt daarbij onderverdeeld in onderwerpen en eventueel subonderwerpen, die elk hun eigen pagina krijgen. Door eerst naar de homepage te gaan, dan naar een onderwerpspagina en dan naar een subonderwerpspagina volgt de gebruiker de hiërarchie van een site. Een aanbieder kan dit gevolgde pad zichtbaar maken. Dit wordt wel broodkruimelnavigatie genoemd.

Domeinnaam

Elke website is op de één of andere manier verbonden aan een unieke domeinnaam. De internationale Wikipedia bijvoorbeeld heeft als domein 'wikipedia.org'. Meestal wordt het subdomein 'www' gebruikt (zoals 'www.wikipedia.org'). Vaak wordt foutief verteld dat dit altijd het geval is. Dit is echter niet waar: de Nederlandstalige Wikipedia bijvoorbeeld heeft als subdomein 'nl' (dit geeft dan nl.wikipedia.org). In Nederland verzorgt Stichting Internet Domeinregistratie Nederland de uitgifte en registratie van .nl-domeinnamen en bewaakt de kwaliteit van domeinregistratie in Nederland. Voor particulieren is het niet mogelijk om via de SIDN direct een domeinnaam te registreren. Dat kan alleen via de aangesloten bedrijven (dit kunnen zowel binnen- als buitenlandse bedrijven zijn).

Beheer van een website

Beheer via CMS

Een website wordt vaak beheerd met een online content management systeem (CMS). Een dergelijk systeem geeft de gebruiker de gelegenheid om op een simpele manier (zonder direct in HTML te programmeren) een website bij te houden. Een CMS bestaat meestal uit een zogenaamd managementgedeelte of administratiegedeelte, waar een gebruiker via een gebruikers- of inlognaam en wachtwoord kan inloggen. Vervolgens kan de gebruiker, afhankelijk van het toegangsniveau, nieuwe pagina's aanmaken, plaatjes uploaden, forumdiscussies beheren, etc.

 

 

Weblog

Weblog 

Een weblog of blog is een persoonlijk dagboek op een website dat regelmatig, soms meermalen per dag, wordt bijgehouden. Meestal gaat het om teksten die in omgekeerd chronologische volgorde verschijnen. De auteur, ook blogger genoemd, biedt in feite een logboek van informatie die hij wil meedelen aan zijn publiek, de bezoekers van zijn weblog. Meestal gaat het om tekst, maar soms ook foto's (een fotoblog), video (vlog) of audio (podcast). Weblogs bieden hun lezers vaak de mogelijkheid om – al dan niet anoniem – reacties onder de berichten te plaatsen of een reactie via een Trackback-mechanisme achter te laten.

Het is het persoonlijke of juist het gespecialiseerde karakter dat weblogs interessant maakt voor bezoekers.

Sinds eind 2006 is microbloggen populair, een combinatie van bloggen en instant messaging. De bekendste site hiervoor is Twitter. Er bestaan klonen van, zoals Jaiku.

Geschiedenis

Het concept van een weblog of een groepsweblog ontstond op natuurlijke wijze uit de 'online dagboeken' die mensen vanaf 1994, na de uitvinding van het HTT-protocol (http), begonnen bij te houden. Jorn Barger is de bedenker van het woord 'weblog' op 17 december 1997. Het ging indertijd immers om het 'loggen van wat er op het web gevonden werd'. Het woord 'blog' werd bedacht door Peter Merholz, die bij wijze van grap het woord weblog schreef als we blog in de zijbalk van zijn Engelstalig weblog peterme.com rond mei 1999. In augustus 1999 werd het bedrijf Blogger opgericht, met de site www.blogger.com. Omdat Blogger als een van de pioniers de term 'to blog' publiek uitdroeg, spreken de meeste Amerikanen nu van 'blogs' in plaats van weblogs.

Het voor zover bekend eerste Nederlandstalige weblog, Daily Wacko, begon op 1 december 1997.[1]

Een van de eerste groepsweblogs was Camworld. Jesse James Garrett, een editor van Infosift, begon eind 1998 met het bijhouden van een lijst van interessante sites die hij bezocht. De lijst met URL's verstuurde hij naar Cameron Barrett, die de lijst publiceerde op de site Camworld. Meer personen begonnen met het insturen van interessante links.

Vast publiek

Veel weblogs trekken na verloop van tijd een vast publiek, – uiteenlopend van enkele tientallen tot duizenden bezoekers per dag – dat regelmatig komt kijken of er nieuws is verschenen. Bovendien lezen webloggers zelf vaak veel andere – wereldwijd verspreide – weblogs, waardoor nieuws zich via dit medium erg snel verspreidt. Zo speelden weblogs een belangrijke rol in de periode dat de aanslag op de Twin Towers in New York gepleegd werd. Terwijl traditionele nieuwssites door de ongekende belangstelling al snel onbereikbaar raakten, deden webloggers verslag van de gebeurtenissen, die bij sommigen vrijwel onder hun ogen plaatsvonden.

Bekende personen

In de media neemt webloggen een steeds grotere plaats in. Bekende bloggers zijn bijvoorbeeld presentatoren of cabaretiers, maar ook politici houden weblogs bij die druk bezocht worden en waarvan de inhoud regelmatig de media haalt.

De Nederlander Ramon Stoppelenburg reisde van 2001 tot 2003 dankzij zijn blog op als eerste persoon ter wereld gratis de wereld rond, zonder zelf een cent uit te geven. Zijn website was naast een reisblog ook zijn profiel waarmee hij een eigen noodzakelijk netwerk (van online aangeboden logeeradressen) creëerde. Dit maakte hem een van de eersten die op een effectieve manier gebruikmaakte van het latere begrip social media.

Het weblog van de Cubaanse blogger Yoani Sánchez wordt vertaald in vele talen, waaronder het Nederlands. Zij ontving voor haar blogs de Prins Claus Prijs.

Software

De meeste webloggers maken voor het bijhouden van hun log gebruik van gratis online diensten, waarvan Blogger het populairst is. Hun grootste concurrent is WordPress. Blogger en WordPress zijn internationaal georiënteerd, in Nederland is er voor het Nederlandse taalgebied een organisatie die web-log heet en die dezelfde diensten aanbiedt. Ook punt.nl timmert in Nederland aan de weg en steeds meer organisaties bieden de mogelijkheid tot webloggen aan zoals vrouw.nl, de Volkskrant en blogse. In België is de bekendste aanbieder Skynetblogs van Skynet (Belgacom).

Via deze sites kunnen gebruikers die geen ervaring hebben met het maken van webpagina’s op een gemakkelijke manier via een webinterface hun artikelen plaatsen. Naarmate zulke gebruikers meer ervaren raken, kiezen ze vervolgens vaak alsnog voor een geheel zelfgemaakte weblog. Zij ruilen hun gratis host in voor een eigen HTML-site met daarin een zelfgemaakte weblog.

Webloggers met meer ervaring gebruiken daarentegen over het algemeen speciaal daarvoor ontwikkelde software zoals WordPress, MovableType, Pivot of Drupal. Met deze software, die op een eigen serverruimte dient te worden geïnstalleerd, kan men zijn weblog geheel naar eigen inzicht vormgeven. Het merendeel van deze software is gratis. Er is ook software die gehost wordt. Die staat dan op een server bij een provider. Je hoeft je dan geen zorgen te maken over de software en het beheer. Voorbeelden daarvan zijn de applicaties Blogger en MSN Spaces.

Techniek

RSS

Een groeiend aantal internetters surft niet meer dagelijks naar de webpagina's van de weblogs, maar gebruikt daar een RSS-lezer voor. RSS staat voor Really Simple Syndication en het is een XML-toepassing, waarmee tal van sites te controleren zijn op updates. Om RSS te gebruiken heb je een RSS-lezer (RSS Reader) nodig. RSS-lezers zijn veelal programma's die op een PC draaien. Sinds kort heeft Google een dienst waarmee de functie van de RSS-lezer overal ter wereld online gebruikt kan worden

Trackback

Wanneer een blog reageert op of verwijst naar een item uit een andere blog, en beide bloggers ondersteunen een TrackBack, dan wordt de originele blogger door middel van een "trackback ping" hiervan op de hoogte gebracht. Onderaan het originele blogartikel wordt dan naar deze andere blogs doorverwezen.

Permalink

Een permalink is een permanente link naar een blogartikel. Aangezien de artikelen gesorteerd worden naar datum, kan het zijn dat een nieuwsfeit op een bepaald moment op de hoofdpagina staat, maar een maand later daar niet meer terug te vinden is. Een permalink verandert niet.

Soorten weblogs

  • Babysite: een weblog die door ouders wordt gemaakt voor hun baby.
  • Clublog: feitelijk meer een uitgebreide vorm van een gastenboek dan een zuivere weblog. Het verschil zit hem in het enigszins besloten karakter van een clublog. Het is weliswaar geen besloten log (en is dus voor eenieder toegankelijk), maar verreweg de meeste bezoekers van een clublog zullen deel uitmaken van een bepaalde club, vereniging of organisatie waarvan de leden nieuwtjes en wetenswaardigheden over hun club publiceren.
  • Corporate blog of Businessblog: een themablog dat officieel aan een specifiek bedrijf is verbonden. Het blog kan zowel intern als extern zijn en het blog dient daarbij vooral als communicatie- en marketingkanaal. Het blog wordt geschreven door een werknemer of een ingehuurde redacteur.
  • Facelog: Ook wel Space blog genoemd. Dit type van weblogs is geïntegreerd in Social-networkingsites zoals het Facebook en Hyves. Dit type blog combineert 2 elementen die beiden onder social networking vallen, enerzijds het Facebook-principe en anderzijds het logprincipe. Mogelijkheden tot modificatie worden gelijk getrokken aan normale blog sites, integratie van bijvoorbeeld YouTube en foto's zal tot de mogelijkheden gaan behoren.
  • Filmblog: Geeft dagelijks filmnieuws, filmbesprekingen, trailers en filmposters.
  • Fotoblog: een weblog dat bestaat uit foto's met al dan niet een korte beschrijving of commentaar.
  • Lifelog: een weblog waarop regelmatig berichten geplaatst worden over gebeurtenissen in het leven van de beheerder van de lifelog. Een soort online dagboek.
  • Linkdump of linklog: een weblog dat niet zozeer drijft op eigen content, maar vooral links brengt naar andermans leuke, grappige, ontroerende of sexy bijdragen. Doorgaans worden deze wel voorzien van persoonlijk commentaar. Op linkdump-weblogs wordt doorgaans minder gereageerd dan op de zogenaamde lifelogs of shocklogs.
  • Moblog: een weblog dat wordt bijgehouden vanaf een mobiel gadget met een camera (zoals veel mobiele telefoons en smartphones), vaak vooral met foto's die vanaf die telefoon zijn genomen.
  • Muzieklog: een weblog over muziek in de breedste zin des woords. Het aanbod is gevarieerd; op sommige muzieklogs verschijnen alleen besprekingen van nieuwe albums en artiesten, terwijl anderen zich richten op specifieke genres, artiesten, stromingen of zich beperken tot het plaatsen van linkjes naar albums.
  • Nieuwslog: een online krant in weblogvorm waardoor de interactiviteit met betrekking tot het nieuws toeneemt. Een nieuwslog wordt meerdere keren per dag geüpdatet, speelt in op actualiteiten en is vaak onderhouden door meerdere redactieleden.
  • Politiek weblog: een persoonlijke weblog van een politicus of een weblog van een politieke partij.
  • Reisblogs: weblogs die gewijd zijn aan specifieke reizen die mensen ondernemen, het internetequivalent van een reisdagboek. Soms wordt het weblog onderweg bijgehouden, maar veel vaker achteraf op basis van een tijdens het reizen bijgehouden dagboek.
  • Shocklog: probeert door middel van een schokkende en agressieve inhoud veel publiek te trekken, of door onafhankelijk en niet gehinderd door gevestigde journalistieke grenzen van het oldschoolnetwork in de branche met een scherpe pen verslag te doen van de actualiteit en wat er in de wereld speelt.
  • Stadsblog: een weblog waarop berichten geplaatst worden met als onderwerp een bepaalde stad of gemeente. Typisch komen hierbij lokale actualiteiten aan bod, zoals allerlei culturele en sportieve evenementen, of persoonlijke observaties rond de gemeente/stad. Het doel van een stadslog omvat het kritisch volgen van de gebeurtenissen in een gemeente/stad zonder zelf politiek gekleurd te zijn. Zulke stadslogs komen vaak tot stand vanuit een samenwerkingsverband tussen een aantal lokale loggers.
  • Superblogger: een verzameling weblogs onder 1 hoofdsite waarin individuele gebruikers een compleet blogsysteem per weblog toegewezen krijgen in plaats van een aangepaste multisite met veelal beperkte mogelijkheden. Een superblogger typeert zich door zeer veel instelmogelijkheden voor complexe blogs met verregaande interactie tussen bloggers onderling en tussen blogger en bezoeker.
  • Themablog: een weblog waarop berichten staan over een onderwerp of professie. De mensen die schrijven hebben een passie voor het onderwerp en hebben vaak veel kennis van het onderwerp. Er zijn tegenwoordig webloguitgevers die deze vorm van weblogs professioneel inzetten.
  • TV-blog: een weblog dat informeert over allerlei zaken die te maken hebben met televisie (programma's, kijkcijfers, marktaandelen ...)
  • Wijkblog: ligt in het verlengde van een stadsblog, waarbij de focus uitgaat naar een wijk of buurt in de stad.

 

 

Organisatie evenementen

Draaiboek evenement

Checklist en draaiboek

Het besluit is genomen om een evenement te organiseren. Dan moet er iemand binnen je bedrijf worden aangewezen die de organisatie en de verantwoording op zich neemt. Je kunt deze taak uitbesteden aan de afdeling (marketing)communicatie. Ook de afdeling personeelszaken is een geschikte keuze, zeker als het evenement voor interne doelgroepen wordt georganiseerd. Het komt ook voor dat de administratie, het (directie-)secretariaat of de directie zelf de organisatie op zich neemt. Het organiseren van een evenement is vaak meer werk dan wordt gedacht. Stel daarom altijd naast de verantwoordelijke ook een organisatieteam samen. Dit is niet alleen praktisch, want ook beslissingen krijgen hierdoor meer draagkracht.

Checklist
Om je goed voor te bereiden kun je gebruik maken van de onderstaande checklist. Voor het verkrijgen van meer informatie of om ideeën op te doen, is het aan te raden de betreffende hoofdstukken in dit boek door te nemen. Deze bevatten meer gedetailleerde checklisten.

Samenstelling organisatieteam
• Zoek mensen van verschillende afdelingen en leeftijden.

• Stel de hoofdverantwoordelijke aan.
• Stel de budgetverantwoordelijke aan.
• Definieer de taken van de overige leden.
• Regel compensatie voor de leden van het team in verband met het bezoeken van een locatie, een afspraak met een cateraar, enzovoort.
• Maak afspraken over het volbrengen van opgedragen taken.
• Stel deadlines.

Voor aanvang

• Ga na wat de aanleiding van het evenement is.
• Definieer vervolgens de doelstellingen van het evenement.
• Stel het beschikbaar budget vast.
• Bepaal de vorm ofwel het soort evenement.
• Benoem de aard of het karakter van het evenement.
• Maak een profiel van de gasten.

Intern organiseren of uitbesteden

• Bedenk of er intern genoeg tijd vrij te maken is om het evenement te organiseren.
• Ga na of het budget het toelaat om de organisatie (van bepaalde programmaonderdelen) uit te besteden.
• Onderzoek of er genoeg kennis en ervaring in huis is om het evenement zelf te organiseren.
• Vraag je af of jouw bedrijf de organisatorische en financiële risico’s kan dragen.

Leveranciers inschakelen
• Vraag referenties van leveranciers en check deze.

• Bezoek beurzen, lees (vak)tijdschriften, zoek op internet, pluis dit jaarboek en dergelijke uit op potentiële leveranciers.
• Maak afspraken voor oriëntatiegesprekken met leveranciers.

• Vraag verschillende offertes aan.
• Stel een contract op en vraag naar leveringsvoorwaarden.

• Stel een begroting op.

Draaiboek samenstellen
• Stel een draaiboek samen waarin je per kolom opneemt:

tijd, plaats, activiteit/programmaonderdeel, verantwoordelijke voor dat onderdeel en/of betrokken leverancier. Houd ruimte voor aantekeningen.

• Stel een lijst op met alle mensen die meewerken aan het evenement, vermeld hierbij de telefoonnummers en stuur die naar alle medewerkers.
• Houd tenminste één keer een operationele vergadering waarbij het organisatieteam en alle leveranciers aanwezig zijn.

Tijdens het evenement

• Leg het draaiboek bij alle betrokkenen neer.
• Zorg dat één persoon de regie in handen heeft.
• Zorg dat de regisseur bevoegd is om à la minute beslissingen te nemen.
• Zorg voor één persoon die fungeert als aanspreekpunt voor alle leveranciers.
• Zorg voor gastheren/-vrouwen.

Na afloop

• Stuur bedankbrieven aan sprekers, artiesten, leveranciers, enzovoort.
• Stuur een herinnering aan de gasten (bijvoorbeeld een foto-impressie van het evenement).
• Stel een persbericht op en stuur dat naar (lokale) redacties van verschillende media.

• Werk het draaiboek bij voor een volgende keer.
• Maak een financieel eindverslag.
• Maak een verslag van het evenement voor het personeelsblad of de externe nieuwsbrief.

Draaiboek

Met alleen een lijstje met programmaonderdelen ben je er nog lang niet. Het is belangrijk een draaiboek op te stellen. Een goed lopend programma valt of staat met goede voorbereiding en perfecte afstemming tijdens het evenement zelf. Een draaiboek bevat een logische opsomming van alle feiten en afspraken die gemaakt zijn in het kader van het evenement. Het is verstandig twee draaiboeken te maken; een beknopte voor de leveranciers en een meer uitgebreide voor de betrokken medewerkers. Het beste kun je werken met de volgende kolommen:

1               2             3                                4
Wanneer

(tijd) 
                Waar

                (locatie)
                               Wie

                               (verantwoordelijke)
                                                                  Wat

                                                                 (activiteit)

Denk ook aan...

De meeste medewerkers die betrokken zijn bij een evenement kennen elkaar in veel gevallen niet. Het beste kun je vóór het evenement een operationele vergadering organiseren waarbij alle betrokken medewerkers worden uitgenodigd. Zo’n vergadering is niet alleen nuttig als kennismaking, maar bevordert ook nog eens de samenwerking tijdens het evenement.

Maak in het draaiboek een aparte pagina met telefoonnummers van alle betrokkenen (en eventueel functievermeldingen), en zorg er ook voor dat in het draaiboek een plattegrond zit (met vluchtwegen). Ook stellen gasten van buitenaf het altijd op prijs om meer te weten van het bedrijf en de reden van het evenement. Op één A-4tje kun je kort en bondig de belangrijkste punten vermelden.

Het definitieve draaiboek is een complex samenspel van feiten, afspraken, briefings, research, begrotingen, vergaderingen, concepten, contracten en nog veel meer. Een draaiboek wordt opgesteld aan de hand van een programma. Zet alle feiten op een rij en zie geen enkel detail over het hoofd voordat je aan de slag gaat met het draaiboek. Neem ruim de tijd voor het maken van een draaiboek; je bent afhankelijk van derden en zult voor de volle honderd procent zeker moeten zijn dat de juiste leveranciers, instanties en medewerkers ‘geboekt’ staan. Pas als je het gevoel hebt dat alle radertjes in elkaar passen en niks aan het toeval wordt overgelaten, kun je met een gerust hart het evenement beginnen.

 

Voorbeeld draaiboek evenement


Draaiboek: (naam evenement)

Wie verantw

Waar

wat

Hoe?

Wanneer gereed?

Bijzonderheden

Betrokken medewerkers

Briefing betrokken medewerkers

Wie coördineert alle activiteiten

 

 

 

 

 

 

Programma

Om misverstanden te voorkomen is het goed om in het draaiboek te beginnen met het programma. Alle betrokkenen gaan dan uit van dezelfde tijden, locaties en andere belangrijke punten die in het programma staan

 

 

 

 

 

Soms zijn er bepaalde punten die extra aandacht vragen of waar rekening mee moet worden gehouden. Het is goed om dit ook in het draaiboek vast te leggen

Activiteiten in chronologische volgorde

Alle activiteiten en zaken die moeten worden geregeld, kunt u het beste in chronologische volgorde in het draaiboek opnemen.

Hieronder volgt een algemene opsomming waaraan u moet denken bij de organisatie van een evenement. Dit kan bijvoorbeeld een open dag zijn, de opening van een nieuwe kazerne of de viering van een jubileum

U kunt deze lijst natuurlijk helemaal aanpassen aan uw eigen organisatie.

 

 

 

 

 

 

Programma

  • Vaststellen datum en tijdstip
  • Vaststellen definitief programma
  • Wie verricht de openingshandeling
  • Benaderen van de sprekers
  • Welke ruimtes hebben we nodig voor het evenement
  • Inrichting ruimten:
  • AV apparatuur
  • Microfoon
  • Katheder
  • Bloemstukjes
  • Kan water/glazen voor sprekers
  • Verder afhankelijk van evt. demonstraties

 

 

 

 

 

 

  • Uitnodiging
  • Vaststellen gastenlijst
  • Opstellen VIP-lijst
  • Vaststellen soort uitnodiging (brief, kaart, antwoordkaart)
  • Ontwerp uitnodiging
  • Registratie binnenkomende antwoordkaarten
  • Denk bij het uitnodigen ook aan de pers!
  • Voor open dag:
  • huis-aan-huisblad
  • affiches ophangen bij middenstand

 

 

 

 

 

 

  • Buitenterrein
  • Eventueel rommel verwijderen
  • Glazenwasser
  • Brandweervlag en nationale vlag gereed leggen

 

 

 

 

 

 

Demonstraties

  • Worden er demonstraties gehouden
  • Wie bereidt de demonstraties voor?
  • Wie moeten daarbij worden ingezet?
  • Wat hebben we daarvoor nodig?
  • Welk deel van het terrein richten we daarvoor in?

 

 

 

 

 

 

Parkeerruimte

  • Voldoende parkeerruimte voor aantal gasten
  • Parkeerplaatsen reserveren voor vip's
  • Brandweermaterieel buiten tentoonstellen

 

 

 

 

 

 

Gebouw binnen

  • Rommel uit de gangen
  • Bureaus opgeruimd
  • Prullenmand leeg

 

 

 

 

 

 

Ontvangst/begeleiding gasten

  • Zijn er gasten die opgehaald moeten worden? (jubilaris)
  • Waar vindt de ontvangst plaats?
  • Wie ontvangt de vip's?
  • Wie ontvangt de overige gasten?
  • Wie ontvangt de laatkomers?

 

 

 

 

 

 

Binnen handbereik tijdens ontvangst

  • Gastenlijst
  • Vip-lijst / perslijst
  • Eventueel tafel voor geschenken
  • Lijstje met telefoon/semafoonnummers: betrokken medewerkers, ontvangers gasten
  • Handypack: paperclips, plakband, schaar etc.

 

 

 

 

 

 

Catering

  • Bij binnenkomst: koffie, thee, cake / waar?
  • Receptie na afloop (waar?)
  • Welke drankjes worden er geschonken?
  • Worden de drankjes geserveerd of komt er een buffet?
  • Statafels?
  • Hapjes (warm, koud)

 

 

 

 

 

 

Divers

  • Wie verricht(en) tijdens evenement algemene hand- en spandiensten?
  • Fotograaf
  • Bij open dag ruimte inrichten voor allerkleinsten, waar ze bijvoorbeeld kunnen tekenen, filmpjes kunnen kijken. De ouders kunnen dan rustig in de kazerne rondlopen.

 

 

 

 

 

 

 

Open bestand Voorbeeld draaiboeke evement in Word

Presentatie en demonstratie

Presentatiehulpmiddelen

Presentatiehulpmiddelen:

Flap-over

De flap-over is niet meer weg te denken uit conferentiezalen. Het is een medium dat zich prima leent voor presentaties in een kleine groep (circa 15 mensen). Wanneer je de flap-over gebruikt voor het noteren van enkele termen of eenvoudige tekeningen, is het simpel en doeltreffend.

Voordelen

  • Door woorden op een flap-over te schrijven, bedrijf je life action. En life action, zo weten ervaren sprekers, houdt de aandacht vast.
  • Het gebruik van een flap-over is goedkoop. Het is makkelijk in gebruik en geeft de spreker optimale flexibiliteit en spontaniteit.

Nadelen

  • Een slecht leesbaar handschrift, wreekt zich onmiddellijk.
  • Tijdens het schrijven sta je met de rug naar het publiek. Bovendien kost het schrijven (kostbare) tijd.

Overheadprojector en beamer

De overheadprojector of de beamer is geschikt als hulpmiddel om onderwerpen te behandelen voor een wat groter publiek (circa 50 mensen). De overheadprojector is inmiddels ingehaald door zijn concurrent: de pc met beamer. Met Powerpoint maakt zelfs de minst geoefende pc-gebruiker in een handomdraai prachtige presentaties.

En daar zit nu juist de valkuil. In de presentaties met beamer gaat de inhoud vaak ten koste van de vorm: de overvloeiende beelden, vallende letters en veelkleurige presentaties vertroebelen het zicht op het werkelijke verhaal.

Voordelen

  • Met sheets of een visuele presentatie houd je de lijn van het betoog vast.
  • De presentatie biedt houvast aan het publiek en fungeert voor de spreker als spiekbrief.
  • Je kunt de sheets of Powerpoint-presentatie als hand-out verstrekken.

Nadelen

  • Een presentatie met de beamer vraagt enige technische kennis. En techniek is, hoe simpel ook, vaak de zwakke schakel.
  • De neiging is groot teveel informatie op een sheet te zetten.

 

 

Audiovisuele middelen

 

Audiovisuele middelen ontbreken tegenwoordig zelden bij mondelinge presentaties, maar worden niet altijd op doordachte wijze ingezet. Voor slim gebruik van media moet je je altijd afvragen of zij de kwaliteit van je presentatie daadwerkelijk verhogen, en wat precies de relatie is tussen dat wat je zegt en dat wat je laat zien.

 

Redenen & valkuilen

Redenen om hulpmiddelen in te zetten

Valkuilen

Visualisering 
Je wilt voor jezelf en je publiek bepaalde gegevens visualiseren ter ondersteuning, aanvulling of illustratie van je betoog.


Zorg dat de hulpmiddelen deze ondergeschikte functie houden; verhef ze niet tot leidraad van je betoog en gebruik ze nooit als 'spiekbriefje' voor jezelf om de lijn van je verhaal vast te kunnen houden.

Afwisseling 
Je wilt de aandacht van je publiek vasthouden door zo nu en dan informatie via andere kanalen aan te bieden.

Bedenk altijd goed wat de relatie is tussen dat wat je vertelt en dat wat je toont, en aan het gewenste effect op het publiek

Overzicht 
Je wilt het publiek een overzicht geven van de inhoud en de structuur van je betoog.

Als je denkt dat het publiek dit nodig heeft om je verhaal te kunnen begrijpen is dat meestal een symptoom van een te complexe structuur.

 

De keuze van middelen

Wees je bewust van de voor- en nadelen van de verschillende vormen van audiovisuele ondersteuning:

 

Middel

Nadeel

Flipover, bord 
Geschikte middelen voor een klein publiek. Kunnen zorgen voor een rustpunt in je presentatie, doordat je zo nu en dan aan het schrijven of tekenen bent. Je hoeft daarnaast niet bang te zijn voor falende techniek.

Een slecht bordschrift en onleesbare flipovers werken onrust in de hand. Zorg ervoor dat je leesbaar schrijft en dat er goede verlichting is. 
Praat en schrijf niet tegelijk!

Sheets of dia's 
Sheets en dia's kun je van tevoren maken, zodat je zeker bent dat de gewenste afbeelding te zien is.

Veel sprekers hebben de neiging met de beelden in dialoog te gaan. Ook hier geldt dat een spreker die met zijn rug naar het publiek staat, het contact met het publiek verliest. Met deze media ben je afhankelijk van goed werkende apparatuur.

Computerprojecties (PowerPoint, Harvard Graphics) 
Computerprojecties hebben alle voordelen van dia's en sheets en kunnen bovendien makkelijk bewerkt worden.

Computerprojecties hebben de neiging de sterrol of zelfs de regie over te nemen. Houd de beelden functioneel en zorg ervoor dat je jezelf niet tot voice-over bij de beelden reduceert. Met deze media ben je afhankelijk van goed werkende apparatuur.

Video 
Met videomateriaal kun je bewegende beelden laten zien: processen, gedragingen etc.

Het gebruik van videoapparatuur is redelijk riskant en vraagt om een zorgvuldige voorbereiding. Met deze media ben je afhankelijk van goed werkende apparatuur.

Handouts 
Handouts kunnen worden gebruikt om informatie te verstrekken die niet direct tijdens de presentatie wordt verteld. Ook kan een handout een samenvatting bevatten van de lezing voor geïnteresseerden.

Als je handouts tijdens je presentatie uitdeelt, is de kans groot dat je naar kruinen staat te kijken in plaats van naar aandachtige gezichten.

 

Tips

 

  • Controleer van tevoren altijd of de apparatuur die je wilt gebruiken aanwezig is, of je er gebruik van mag maken en of je begrijpt hoe het werkt. Zo kom je tijdens de presentatie niet voor onaangename verassingen te staan.
  • Nummer altijd je sheets; mochten ze vallen dan heb je ze snel weer op volgorde.
  • Geef je publiek geen overdosis aan sheets. 5 sheets in 15 minuten is meer dan genoeg.
  • Prop niet teveel informatie op een sheet of slide. Zorg voor een lettergrootte van 24pnt; houd je aan een maximum van zes regels per beeld.
  • Bij het tonen van resultaten in grafieken wordt relatief veel informatie op hetzelfde moment weergegeven; anticipeer vooraf op de vragen die zo'n grafiek kan oproepen; vereenvoudig de afbeelding zonodig om je gehoor niet te overvoeren met informatie.
  • Luisteraars/kijkers hebben vaak een voorkeur voor sheets of slides met een rustige en consequente opmaak.
  • Gebruik animaties uitsluitend als ze functioneel zijn; als dat niet het geval is, leiden ze af of wekken ze ergernis.
  • Als je op het bord of op een flip-over schrijft geldt: praat óf schrijf. Als je tegelijk praat en schrijft ziet het publiek alleen je rug en ben je moeilijk verstaanbaar.
  • Als je veel informatie op hand-outs plaatst, loop je het gevaar dat je gedurende het hele verhaal naar kruinen kijkt in plaats van naar aandachtige gezichten. Reik handouts uit als naslagwerk en deel ze bij voorkeur na je presentatie uit. Als je de handout wel nodig hebt tijdens je presentatie, geef het publiek dan de tijd om de handout te lezen. Luisteren en lezen tegelijk is vaak lastig.
  • Ga ervan uit dat er met technische hulpmiddelen altijd iets mis kan gaan. Je beperkt de kans op kleine en grote rampen door te checken en dubbelchecken of je alles op orde hebt.
  • Let op de zichtlijn vanuit het publiek naar het hulpmiddel dat je gebruikt. Publiek dat helemaal rechts of links zit, ziet een scherm vaak vanuit een oncomfortabele hoek. Let ook op of de lamp van een overheadprojector niet hinderlijk terugschijnt in de ogen van het publiek, bijvoorbeeld als er alleen maar geprojecteerd kan worden op een whiteboard. Zorg in dat geval voor een los projectiescherm.

 

 

 

PowerPoint

Een basispresentatie maken in PowerPoint 2007

Van toepassing op: Microsoft Office PowerPoint 2007

In dit artikel leert u snel en eenvoudig een basispresentatie te maken in Microsoft Office PowerPoint 2007 en worden extra functies beschreven waarmee uw werk kunt verfraaien en verbeteren.

Stel dat u een PowerPoint-presentatie moet maken voor het einde van de dag en u hebt nog nooit een PowerPoint-presentatie gemaakt of u hebt deze lang geleden gemaakt, maar u weet niet meer hoe.

In dit artikel kunt u vertrouwd raken met PowerPoint. Aan het einde van dit artikel beschikt u over een nieuwe PowerPoint-presentatie en hebt u voldoende basiskennis van en ervaring met Office PowerPoint 2007.

 Opmerkingen 

  • Als u al bekend met Office PowerPoint 2003 of eerder en informatie wilt over de nieuwe functies in Office PowerPoint 2007, raadpleegt u het artikel Nieuw in Microsoft Office PowerPoint 2007.
  • Mogelijk vindt u het handig om dit artikel af te drukken voordat u aan het werk gaat, zodat u niet hoeft te schakelen tussen het artikel op het scherm en het PowerPoint-venster. Druk op CTRL+P als u dit artikel wilt afdrukken.

Vertrouwd raken met de PowerPoint-werkruimte

Voer een van de volgende handelingen uit:

  • Als Office PowerPoint 2007 al wordt uitgevoerd, slaat u de geopende presentaties op, sluit u deze, sluit u PowerPoint 2007 af en start u het programma opnieuw.

Zie de sectie Zie ook voor koppelingen naar informatie over het opslaan van presentaties.

  • Als Office PowerPoint 2007 nog niet wordt uitgevoerd, start u het programma nu.

Wanneer u PowerPoint start, wordt het programma geopend in de normale weergave, waarin u dia's maakt en bewerkt.

 In het diavenster kunt u afzonderlijke dia's direct bewerken.

 Tijdelijke aanduidingen worden aangegeven met gestippelde randen. Hierin kunt u tekst typen of afbeeldingen, diagrammen en andere objecten invoegen.

 Op het tabblad Dia's wordt een miniatuurversie van elke dia weergegeven in hetdiavenster. Wanneer u andere dia's toevoegt, kunt u op een miniatuur klikken op het tabblad Dia's, zodat de dia wordt weergegeven in het diavenster. U kunt ook miniaturen verslepen om de dia's in de presentatie opnieuw te ordenen. Daarnaast kunt u dia's toevoegen of verwijderen op het tabblad Dia's.

 In het notitievenster kunt u notities typen over de huidige dia. U kunt de notities uitdelen aan uw publiek of hiernaar verwijzen in de weergave voor presentator wanneer u de presentatie houdt.

 Opmerking   Standaard wordt in Office PowerPoint 2007 de slabloon Lege presentatie toegepast op nieuwe presentaties. Zie de vorige afbeelding. Lege presentatie is de eenvoudigste en algemeenste sjabloon in Office PowerPoint 2007. Lege presentatie is een goede sjabloon wanneer u voor het eerst met PowerPoint werkt, omdat deze duidelijk is en kan worden aangepast aan een groot aantal presentatietypen. Als u een nieuwe presentatie wilt maken op basis van de sjabloon Lege presentatie klikt u op deMicrosoft Office-knop , klikt u op Nieuw en klikt u op Leeg en recent onder Slablonenen dubbelklikt u op Lege presentatie onder Leeg en recent.

Wanneer u de sjabloon Lege presentatie hebt geopend, is slechts een klein deel van hetnotitievenster zichtbaar. Als u een groter deel van het notitievenster wilt weergeven, zodat u meer ruimte hebt om te typen, voert u de volgende handelingen uit:

  1. Wijs de bovenrand van het notitievenster aan.
  2. Wanneer de aanwijzer verandert in een , sleept u de rand omhoog om meer ruimte te creëren voor de sprekersnotities, zoals wordt weergegeven in de volgende afbeelding.

De formaat van de dia in het diavenster wordt automatisch aangepast aan de beschikbare ruimte.

Boven in het scherm zijn drie handige knoppen beschikbaar:

  • Ongedaan maken : hiermee wordt de laatste wijziging ongedaan gemaakt. (Als uscherminfo wilt weergeven over de actie die ongedaan wordt gemaakt, plaatst u de aanwijzer op de knop. Als u een menu wilt weergeven met andere recente wijzigingen die ook ongedaan kunnen worden gemaakt, klikt u op de pijl rechts vanOngedaan maken ). U kunt een wijziging ook ongedaan maken door op CTRL+Z te drukken.
  • Opnieuw of Herhalen : hiermee wordt de laatste wijziging herhaald of opnieuw uitgevoerd, afhankelijk van de uitgevoerde actie. (Als u scherminfo wilt weergeven over de actie die wordt herhaald of opnieuw uitgevoerd, plaatst u de aanwijzer op de knop). U kunt een wijziging ook herhalen of opnieuw uitvoeren door op CTRL+Y te drukken.
  • Help bij Microsoft Office PowerPoint : hiermee wordt het Help-venster van PowerPoint geopend. U kunt de Help ook openen door op F1 te drukken.

Koppelingen naar meer informatie

De presentatie een naam geven en opslaan

Zoals bij elk softwareprogramma's is het een goed idee om de presentatie direct een naam te geven en op te slaan en de wijzigingen tijdens het werk regelmatig op te slaan:

  1. Klik op de Microsoft Office-knop , wijs Opslaan als aan en voer een van de volgende handelingen uit:
  • Klik op PowerPoint-presentatie voor een presentatie die alleen kan worden geopend in Office PowerPoint 2007.
  • Klik op PowerPoint 97-2003-presentatie voor een presentatie die kan worden geopend in Office PowerPoint 2007 of eerdere versies van PowerPoint.

Als u deze optie kiest, kunt u de nieuwe functies in Office PowerPoint 2007 niet gebruiken.

  1. Selecteer in het dialoogvenster Opslaan als in de lijst Opslaan in de map of een andere locatie waarin u de presentatie wilt opslaan.
  2. Typ in het vak Bestandsnaam een naam voor de presentatie of accepteer de standaardbestandsnaam en klik op Opslaan.

Vanaf nu kunt u op CTRL+S drukken of boven aan het scherm op Opslaan klikken om de presentatie op elk gewenst moment snel op te slaan.

Koppelingen naar meer informatie

Dia's toevoegen, opnieuw ordenen en verwijderen

De dia die automatisch in de presentatie wordt weergegeven, bevat twee tijdelijke aanduidingen: voor de titel en de ondertitel. De rangschikking van tijdelijke aanduidingen in een dia wordt een indeling genoemd. Office PowerPoint 2007 bevat ook andere typen tijdelijke aanduidingen, zoals voor afbeeldingen en SmartArt-afbeeldingen.

Wanneer u een dia toevoegt aan de presentatie kunt u als volgt tegelijk een indeling kiezen voor de nieuwe dia:

  1. Klik op het tabblad Dia's net onder de dia die al wordt weergegeven.
  2. Klik op het tabblad Start in de groep Dia's op de pijl naast Nieuwe dia.

Er wordt een galerie weergegeven met miniaturen van de verschillende beschikbare dia-indelingen.

 De naam geeft de inhoud aan waarvoor elke indeling is gemaakt.

 Tijdelijke aanduidingen waarin gekleurde pictogrammen worden weergegeven, kunnen tekst bevatten, maar u kunt ook op de pictogrammen klikken om automatisch objecten, inclusief SmartArt-afbeeldingen en illustraties, in te voegen.

  1. Klik op de gewenste indeling voor de nieuwe dia.

De nieuwe dia wordt nu weergegeven op het tabblad Dia's, waarop deze is gemarkeerd als de huidige dia, en in het diavenster. Herhaal deze procedure voor elke nieuwe dia die u wilt toevoegen.

 Tip   Als de nieuwe dia dezelfde indeling moet hebben als de vorige dia, kunt u opNieuwe dia klikken in plaats van op de pijl ernaast.

Aangeven hoeveel dia's u nodig hebt

Als u het aantal dia's wilt berekenen dat u nodig hebt, maakt u een overzicht van het materiaal dat u wilt gebruiken en verdeelt u het materaal in afzonderlijke dia's. U hebt minimaal nodig:

  • Een hoofdtiteldia
  • Een inleidende dia met belangrijke punten of gebieden in de presentatie
  • Eén dia voor elk punt of gebied dat wordt weergegeven op de inleidende dia
  • Een samenvattingsdia waarop de lijst met belangrijke punten of gebieden in de presentatie worden herhaald

Als u drie belangrijke punten of gebieden wilt presenteren, kunt u aan de hand van deze basisstructuur uitgaan van minimaal zes dia's: een titeldia, een inleidende dia, één dia voor elk van de drie belangrijke punten of gebieden en een samenvattingsdia.

Als u veel materiaal moet presenteren in een van de belangrijke punten of gebrieden, wilt u de dia's mogelijk onderverdelen in subgroepen voor het materiaal aan de hand van dezelfde basisstructuur.

 Tip   Bepaal hoe lang elke dia moet worden weergegeven op het scherm tijdens de presentatie. Gemiddeld wordt een dia twee tot vijf minuten weergegeven.

Een nieuwe indeling toepassen op een dia

U kunt de indeling van een bestaande dia als volgt wijzigen:

  1. Klik op het tabblad Dia's en klik op de dia waarop u een nieuwe indeling wilt toepassen.
  2. Klik op het tabblad Start in de groep Dia's op Indeling en klik vervolgens op de gewenste nieuwe indeling.

 Opmerking   Als u een indeling toepast met onvoldoende juiste tijdelijke aanduidingen voor de bestaande inhoud van de dia, worden er automatisch extra tijdelijke aanduidingen gemaakt voor deze inhoud.

Een dia kopiëren

Als u twee dia's met vergelijkbare inhoud en een vergelijkbare indeling wilt maken, kunt u tijd besparen door een dia te maken met alle opmaak en inhoud die voor beide dia's worden gebruikt en vervolgens een kopie te maken van deze dia voordat u de dia's voltooit.

  1. Klik op het tabblad Dia's met de rechtermuisknop op de dia die u wilt kopiëren en klik op Kopiëren in het snelmenu.
  2. Klik op het tabblad Dia's met de rechtermuisknop op de positie waarop u de nieuwe kopie van de dia wilt toevoegen en klik vervolgens op Plakken in het snelmenu.

U kunt ook een kopie van de dia vanuit een presentatie invoegen in een andere presentatie.

De diavolgorde opnieuw schikken

  • Klik op het tabblad Dia's op de dia die u wilt verplaatsen en sleep deze naar de gewenste locatie.

Als u meerdere dia's wilt selecteren, klikt u op een dia die u wilt verplaatsen en houdt u CTRL ingedrukt terwijl u op alle andere dia's klikt die u wilt verplaatsen.

Een dia verwijderen

  • Klik op het tabblad Dia's met de rechtermuisknop op de dia die u wilt verwijderen en klik vervolgens op Dia verwijderen in het snelmenu.

Koppelingen naar meer informatie

Tekst toevoegen en opmaken

De meest voorkomende inhoud voor dia's in een PowerPoint-presentatie is tekst: in titels, koppen en lijsten met opsommingstekens.

  • Als u tekst aan een dia wilt toevoegen, klikt u op de tijdelijke aanduiding waaraan u de tekst wilt toevoegen en typt of plakt u de tekst die u wilt toevoegen.

Lijsten met opsommingstekens opmaken

Via een aantal tijdelijke aanduidingen wordt de tekst automatisch opgemaakt als lijst met opsommingstekens, terwijl dit bij andere tijdelijke aanduidingen niet het geval is. Voer op het tabblad Start in de groep Alinea een van de volgende handelingen uit:

  • Als u wilt schakelen tussen een lijst met opsommingstekens en tekst zonder opsommingstekens, selecteert u de tekst en klikt u op Opsommingstekens .
  • Als u de stijl van de opsommingstekens in een lijst met opsommingstekens wilt wijzigen, klikt u op de pijl naast Opsommingstekens en klikt u op het gewenste opsommingsteken.

U kunt deze wijzigingen ook aanbrengen via de miniwerkbalk. Dit is een handige, halfdoorzichtige miniatuurwerkbalk die beschikbaar wordt wanneer u tekst selecteert. Als u de miniwerkbalk duidelijk wilt zien, plaatst u de aanwijzer hierop. Als u de miniwerkbalk wilt gebruiken, klikt u op een van de beschikbare opdrachten.

 Tip   U kunt de miniwerkbalk ook weergeven door met de rechtermuisknop op niet-geselecteerde tekst te klikken.

De weergave van tekst wijzigen

U kunt de weergave van tekst op een dia op diverse manieren wijzigen, van de basisknoppen op het tabblad Start voor de opmaak van kenmerken voor lettertype, stijl, formaat, kleur en alinea tot geavanceerdere opties, zoals animatie of de conversie naar SmartArt-afbeeldingen.

Sprekersnotities toevoegen

Door te veel tekst wordt een dia onoverzichtelijk voor het publiek. Hoe kunt u echter bepaalde informatie die u nodig hebt, bijhouden als deze niet op het scherm wordt weergegeven voor uw publiek?

U kunt dit probleem oplossen via sprekersnotities. U kunt deze voor elke dia typen in hetnotitievenster. Via sprekersnotities kunt u ervoor zorgen dat uw presentatie op het scherm geen overbodige inhoud bevat en dat u alle informatie die u nodig hebt tijdens de presentatie kunt bijhouden.

 Tip   U kunt uitzonderlijk gedetailleerde tekst eenvoudig op elk gewenst moment knippen in het diavenster en deze tekst direct plakken in het notitievenster ter referentie.

U kunt de sprekersnotities afdrukken en vervolgens gebruiken tijdens de presentatie. Als u de Office PowerPoint 2007-presentatie uitvoert via een scherm (bijvoorbeeld op een podium) en het publiek de presentatie bekijkt via een ander scherm, kunt u ook de weergave voor presentator gebruiken om de notities alleen weer te geven op uw scherm tijdens de presentatie.

Koppelingen naar meer informatie

Uw presentatie verfraaien

Tot nu toe hebt u zich gericht op de indeling en basisinhoud van uw dia's. Hierna gaat u het algehele uiterlijk van uw presentatie aanpassen. Welke visuele stijl wilt u toepassen? Met welk uiterlijk is de presentatie duidelijk en aantrekkelijk voor het publiek?

Office PowerPoint 2007 bevat diverse ontwerpthema's waarmee u het uiterlijk van de presentatie eenvoudig kunt wijzigen. Een thema is een set ontwerpelementen waarmee u een specifiek, eenduidig uiterlijk kunt geven aan alle Office-documenten via bepaalde combinaties van kleuren, lettertypen en effecten.

In Office PowerPoint 2007 wordt het Office-thema automatisch toegepast op presentaties die worden gemaakt met de sjabloon Lege presentatie. U kunt het uiterlijk van de presentatie echter eenvoudig op elk gewenst moment wijzigen door een ander thema toe te passen.

Een ander thema toepassen op de presentatie

  • Klik op het tabblad Ontwerp in de groep Thema's op het documentthema dat u wilt toepassen.

 Opmerkingen 

  • Plaats de aanwijzer op de miniatuur van een thema als u een voorbeeld van de huidige dia wilt bekijken waarop een bepaald thema is toegepast.
  • Klik op de pijlen naast de rij miniaturen als u miniaturen van extra thema's wilt weergeven.

 

  • In Office PowerPoint 2007 worden thema's toegepast op de hele presentatie, tenzij u iets anders opgeeft. Als u alleen het uiterlijk van de geselecteerde dia's wilt wijzigen, houdt u op het tabblad Dia's CTRL ingedrukt en klikt u op elke dia die u wilt wijzigen. Wanneer u alle dia's hebt geselecteerd, klikt u met de rechtermuisknop op het thema dat u op de dia's wilt toepassen en klikt u opToepassen op geselecteerde dia's in het snelmenu.
  • Als u later een ander thema wilt toepassen, klikt u op het desbetreffende thema om dit toe te passen.

Koppelingen naar meer informatie

Illustraties, SmartArt-afbeeldingen en andere objecten toevoegen

U wilt een effectieve visuele presentatie maken. Vaak is een reeks dia's met alleen lijsten met opsommingstekens niet de meest dynamische keuze. Het publiek kan worden afgeleid als er te weinig visuele variatie is. Bovendien wordt bepaalde informatie niet duidelijk weergegeven in een alinea of lijst met opsommingstekens.

In Office PowerPoint 2007 kunt u ook allerlei audiovisuele inhoud toevoegen, waaronder tabellen, SmartArt-afbeeldingen, illustraties, vormen, diagrammen, muziek, films, geluiden en animaties. Daarnaast kunt u hyperlinks toevoegen , zodat u flexibeler kunt navigeren in de presentatie en naar locaties hierbuiten . U kunt ook fraaie overgangentussen dia's toevoegen.

Open bestand Basispresentatie in PowerPoint in pdf

Omgangsvormen

De taal van kleding

De taal van kleding

De kleren maken de man (of vrouw). Wat mensen aantrekken zegt iets over hun persoonlijkheid. Wat is hun dagelijkse garderobe? Wat trekken ze aan bij een gelegenheid? Hebben ze een eigen kleedstijl of fluctueren ze met de mode? Gaan ze casual of overdressed door het leven?

Wat iemand aan heeft geeft een indruk van de omgeving waar hij of zij in leeft of werkt. Bij veel bedrijven dragen alle mannen een pak en veel vrouwen een rok of jurk. Deze kleding hoort bij de bedrijfscultuur. Anderzijds zijn er ook beroepen waar de kleding niet zo netjes "hoort" te zijn. Werkers in de sociale sector waren in de jaren 70 bekend om de spijkerbroek, de trui en vooral de geitenwollen sokken. De laatste jaren is deze associatie er minder maar toch zou er daar vreemd worden opgekeken wanneer er ineens een collega in pak met stropdas verschijnt.

De thuiskleding hoeft niet dezelfde te zijn als de werkkleding. Er zijn mannen die zich altijd direct verlossen van de stropdas als ze thuis komen. Ze doen dan iets "makkelijks" aan. Deze kleding mag hen dan "lekker zitten", maar het heeft ook te maken met hoe ze door anderen gezien willen worden. Over hoe "goed gekleed" er uit ziet kun je discussieren. Welke kleding er gedragen wordt heeft veel te maken met cultuur, omgeving en levenssituatie. Toch bestaan er in onze maatschappij ideeën over wat hoort. Het is nuttig om daar kennis van te hebben.

Zo geeft kleding bijvoorbeeld status. De man met de stropdas wordt in de maatschappij hoger gewaardeerd en heeft, vermoedelijk, een betere baan met een hoger salaris. Een verkoper in pak wordt als serieuzer aangezien dan dezelfde man in trui. Uniformen geven herkenbaarheid, status en macht. Dit geldt niet alleen voor uniformen van politie en conducteur. Ook een verpleegkundige ontleent status aan haar witte jurk. Zo krijgt zij door haar verschijning van de patiënten de bevoegdheid om hen aan te raken.

Wat is representatief?

Veel mensen vragen zich soms af wat ze moeten aantrekken tijdens een speciale gelegenheid, bijvoorbeeld bij een sollicitatiegesprek. Worden ze daar in een pak met stropdas, nette jurk of mantelpakje verwacht, ook al hebben ze dat anders nooit aan? Of zal de ander het meer waarderen als ze zichzelf zijn en aantrekken wat ze elke dag dragen? Als je gaat solliciteren, wordt het over het algemeen wel gewaardeerd dat je aandacht aan je uiterlijk besteedt. Hiermee geef je te kennen dat je moeite doet om goed over te komen en dat de baan waar je op solliciteert belangrijk voor je is. Het is echter niet altijd nodig - of zelfs gewenst - daar je "zondagse tenue" voor uit de kast te halen. Meer wordt er tegenwoordig gekeken of een kandidaat in een team past. Iemand die "poepie chic" ten tonele verschijnt, kan wel stijver overkomen dan hij werkelijk is. Afstemming is hier een magisch woord.

Voel je prettig

Zorg dus dat je aandacht aan je uiterlijk besteedt, maar probeer je wel te kleden in de stijl die bij je toekomstige werkgever en team past. Belangrijk is ook dat je je zelf prettig voelt in de kleding die je aantrekt. Hierdoor kom je zelfverzekerder over. De gekozen kleding kan dus variëren van een kostuum tot een (nette) spijkerbroek, afhankelijk van je persoonlijkheid en van de baan die je kiest. Let bij je keuze van kleding in ieder geval ook op je schoenen. De keuze van de schoenen is een detail dat wel eens te weinig aandacht krijgt, maar waar je wel op beoordeeld kunt worden. Laat je schoenen passen bij het soort kleding dat je aantrekt en zorg ook dat ze er verzorgd uitzien.

Let op details

Smaken kunnen natuurlijk verschillen in kledingkeuze. Wel is het belangrijk om erop te letten dat je kleding altijd schoon en heel is. Dit laatste lijkt vanzelfsprekend. Toch zijn vele meisjes afgeknapt bij het zien van de kapotte sokken of het kapotte ondergoed van hun nieuwe geliefde. Niet iedereen let evengoed op details, maar juist deze zijn van essentieel belang bij het maken van een goede indruk.

Kleding en cultuur

Er zijn op wereldniveau veel cultuurverschillen met betrekking tot kleden In warmere landen is het bijvoorbeeld gewoonte eerder meer kleding te dragen. De westerlingen die op vakantie gaat naar die landen lopen er vaak "bloot" bij. Zo is de korte broek geen algemeen cultuurgoed. In Europa hebben de mensen al snel de jas uit als het al een beetje warm wordt. Ook religie draagt bij aan andere kleedgewoonten. De cultuurverschillen geven soms onbegrip bij mensen die de cultuurgewoonten niet kennen.

Lichamelijke verzorging en make up

Ook door onze lichamelijke verzorging en hygiëne geven we aan hoe we door anderen gezien willen worden. De hoeveelheid make up, de kleuren daarvan en het tijdstip dat het gedragen wordt; het zijn allemaal signalen. Sommige vrouwen dragen alleen make up bij een "gelegenheid", andere vrouwen hebben zijn altijd opgemaakt. Ze zouden zich bloot voelen zonder make up.

Voor het contact maken met anderen is het belangrijk dat je aandacht besteed aan je uiterlijk. Let op welke kleding en make up de ander gebruikt. Om goed bij de ander over te komen kun je proberen af te stemmen op de ander.

Wat hoort er eigenlijk?

Kleding en uiterlijke verzorging zijn afhankelijk van de situatie, context en smaak. Toch bestaan er wel bepaalde regeltjes. Soms zijn dit ongeschreven regels maar zeker voor speciale gelegenheden is er wel een en ander op papier (of beeldscherm) gezet. Deetiquette beschrijft bijvoorbeeld wat je het beste kunt aantrekken bij een begrafenis of tijdens een chic feest.

tekst: Frank van Marwijk.
© Bodycom Lichaamscommunicatie

 

 

 

Groeten

Groeten bij komen en gaan

Begroetingsrituelen

Als we ons in een gezelschap mengen is het de gewoonte dat we de anderen groeten, waarbij een simpel "hallo" meestal niet afdoende is. Tijdens een verjaardagsfeest bijvoorbeeld, gaan we de ronde langs, feliciteren de ander met de jarige en geven hem of haar een hand, eventueel gepaard gaand met twee of drie kussen op de wangen. Het zal maar zelden voorkomen dat we ons bij een gelegenheid onder het gezelschap mengen zonder begroetingsritueel. In de etiquette staat enigzins beschreven wat daarbij "hoort" en wat "niet hoort".

Ongeschreven regels

Toch haalt de beschrijving van de etiquette het nog lang niet bij de vele ongeschreven regels die daarover bestaan in de lichaamstaal. Zo beschrijft de etiquette misschien wel in welke situatie er gekust dan wel handengeschud dient te worden, maar niet hoe lang een kus mag duren en waar men elkaar mag aanraken tijdens het kussen. De etiquette beschrijft ook niet precies hoe een handdruk er uit ziet. Hoe lang mag je de hand vasthouden en hoe hard mag je knijpen? Waar pak je de hand vast, bij de duim of bij de vingertoppen?

Voor de kenner van de lichaamstaalregels - en hoewel daarvan onbewust, is iedereen dat - zijn deze regels wel duidelijk. We doen immers gewoon wat ons als kind is geleerd en we herkennen feilloos wanneer iemand anders afwijkt van wat gewoon is. Elk subtiel verschil merken we op. Als we dit ons bewust worden kunnen we gebruik maken van deze kennis. We kunnen de ander en onszelf dan beter leren kennen.

Hoe geef je een hand?

Allan Peace heeft in zijn boek Lijfspraak wel tien bladzijden gevuld met de verschillende manieren om een hand te geven en de mogelijke betekenissen daarvan. Aan de manier waarop iemand een hand geeft kun je bijvoorbeeld merken of hij gespannen is of dat hij wil domineren. Dominantie wordt overgedragen door de hand zo te draaien dat deze boven ligt, dus met de palm naar beneden. Ook het geven van een hand met een ongebogen, stijve arm wordt vaak gebruikt door dominante personen, bedoeld om de ander van zich af te houden, buiten hun intieme zone. Een stijf uitgestoken arm met een duidelijk naar beneden gerichte handpalm dwingt de ontvanger dus in een onderworpen houding.

Duwen en trekken

Behalve het van je af duwen van de hand, kun je hem ook naar je toe trekken. Ook door de ander binnen te trekken in je intieme zone kun je machtsverschil laten blijken. Het kan ook zijn dat de ander je na aan het hart ligt en dat je hem het liefst dicht bij je wilt houden. In dat geval gaat de handdruk gepaart met andere lichaamssignalen die dit bevestigen zoals een vriendelijke blik of een klopje op de schouder.

Sommige mensen pakken in plaats van de hele hand slechts de vingertoppen van de ander. De ontvanger kan de hand van de gever dan niet beetgrijpen. Dit geeft de handgever controle over de handdruk. Ook hier drukt de handgever de ander meestal van zich af. Al lijkt zijn houding hier positief en enthousiast, het ontbreekt hem hier in feite aan zelfvertrouwen.

Groeten met twee handen

Het met twee handen omsluiten van de hand van de ander noemt Peace degehandschoende handdruk. Deze wordt wel eens gegeven door goede vrienden onder elkaar. Ook politici gebruiken deze manier van handschudden. De gever van de hand tracht op de ander de indruk van betrouwbaarheid te maken. Toch kan deze manier juist averechts werken, zeker toegepast bij iemand die hij voor het eerst ontmoet. Deze kan wel eens met achterdocht reageren en denken dat de bedoelingen van de handgever minder goed zijn dan hij wil doen overkomen. De tweede hand kan ook de pols, de bovenarm of de schouder van de ander omsluiten. Hiermee wordt nog meer gevoel in de handdruk gelegd, maar ook de onderlinge machtspositie wordt ermee vastgesteld. De initiatiefnemer dringt binnen in de intieme zone van de ander. Dit kan hij alleen doen wanneer hij een vriendschappelijke band heeft of een hogere positie. Een chef zou zijn werknemer zo kunnen feliciteren met zijn verjaardag, maar andersom kan dat niet zomaar. Wanneer twee vrienden elkaar bij de schouder beetpakken is er wel sprake van gelijkheid en is het een indicatie van hun vriendschapsband.

Slap of krachtig

Een slap handje wordt door bijna iedereen als erg onprettig ervaren. Zeker wanneer die hand ook nog koud en klam is, omdat hij dan net als een dode vis aanvoelt. Er wordt soms van uitgegaan dat iemand die een slap handje geeft dan ook wel een slap karakter zal hebben. Het is in ieder geval niet aan te raden om zo'n hand te geven bij je sollicitatiegesprek. Een andere handdruk die de sollicitant beter niet kan geven is deverbrijzelende handdruk. Zelf heb ik die ook met regelmaat van mannen, maar tegenwoordig ook steeds meer vrouwen, mogen ontvangen. De handgever knijpt daarbij zo hard, dat je je hand daarna even moet uitschudden om de pijn te laten zakken. Zeker de ringdragers onder ons zijn niet altijd gecharmeerd wanneer ze een handdruk van dit type ontvangen. De handdruk is een teken van welkom. Het is daarom ook belangrijk om te zien wie als eerste zijn hand uitsteekt.

Hoe doe jij het zelf?

Heb je er enig idee van hoe de handdruk die jij zelf geeft overkomt? Gek genoeg zijn veel mensen zich niet bewust van de manier waarop zij een hand geven. De knijper heeft er geen besef van dat hij iemand anders hand bijna verbrijzelt en zelfs degene die een slap handje aanbiedt voelt dat niet zelf. Het is daarom verstandig om eens aan je vrienden te vragen hoe ze jouw manier van handen geven ervaren. Als je weet hoe je het doet, kun je er misschien wat aan veranderen.

De sympathieke handdruk

Zoals met veel lichaamstaal is ook het handen geven aan cultuur gebonden. In het Midden Oosten geven mannen die elkaar kennen een hand bij elke ontmoeting. Zelfs op straat begint het gesprek met een handdruk. Vrouwen mogen mannen vaak geen hand geven. In het Westen hebben we andere gewoontes. Het is voor ons wel normaal dat we een hand geven tijdens een bepaalde gelegenheid of bij een eerste ontmoeting, maar niet elke keer. De etiquette beschrijft hoe een hand moet worden gegeven en wanneer. De volgende passage over groeten op straat heb ik geciteerd uit: Etiquette; Universiteit voor zelfstudie. Dit is een zeer oud boekje dat ik in de kast vond en dat helaas niet is gedateerd. De tekst vind ik echter aardig en hier ook zeker passend. (De passage over het afnemen van de hoed wil ik hier toch maar overslaan)

Wanneer geeft men op straat bij een toevallige ontmoeting een hand, en wanneer niet?

Er zijn landen - België en Frankrijk bijvoorbeeld - waar men altijd handen schudt, al ontmoet men elkaar drie maal per dag. In Amerika daarentegen geeft men elkaar maar hoogst zelden een hand, de heren wisselen onder elkaar een handdruk, maar maken alleen een buiging voor de dames. Nederland houdt ongeveer het midden. Wanneer men elkaar maar zelden ontmoet, zal men elkaar de hand toesteken. Ontmoeten een dame en een heer elkaar op straat. dan is het aan haar om de hand uit te steken. Ontmoeten meerdere mensen elkaar en worden er handen geschud, vermijd dan het kruisen van de handen. Eerst geven de dames elkaar een hand, daarna de heren.

Let erop dat u een sympathieke handdruk geeft, en niet een vervelend slap handje of een zó krachtige druk, dat de ander zijn pijnlijke vingers moet wrijven. Kinderen mogen "zwengelen", volwassenen niet. Houd een hand ook niet extra lang vast, dat is vervelend. Maar kijk de ander als u hem de hand reikt wel even aan. Tenslotte: nonchalance bij een begroeting of afscheid, zo'n onverschillige handdruk die er nauwelijks af kan, doet onplezierig aan.

Een kus als groet

In onze cultuur is het niet gebruikelijk dat mannen elkaar kussen, tenzij ze een hechte familierelatie hebben. Zij mogen wel vrouwen kussen. Vrouwen mogen zowel elkaar, als mannen kussen. Er zijn verschillende manieren van kussen die "passend" zijn binnen de verschillende relaties, subcultuur en context. Laten we voor het gemak ons verjaardagspartijtje maar weer eens bezien. Vrouwen en mannen die elkaar kennen, kunnen elkaar tijdens de begroeting op de wangen kussen (mannen onderling dus uitgezonderd). De kussen moeten daarbij wel oppervlakkig zijn. Dit wordt bepaald door de duur van de kus, de druk en het gepaard gaande lichaamscontact. De kussen moeten dus kort zijn en bij het kussen mogen de wangen slechts licht beroerd worden. Er is overigens maar een fractie van een seconde tijdsverschil tussen een oppervlakkige en een intiemere kus. Tijdens het kussen mogen de handen de armen en de schouders worden aangeraakt, maar je mag niet tegen de ander aan staan. Je buigt je dus naar voren om het lichaam van de ander niet te raken.

Waar zullen we beginnen?

Voordat we kussen kijken we de ander aan. Met de richtig waarin we daarna onze ogen draaien, geven we aan aan welke kant we beginnen met kussen. Dit is een heel subtiel oogteken dat we niet bewust waarnemen. Hier gaat het nog wel eens fout. Als we ons in de kant hebben vergist komen we terecht in een soort dans, heen en weer, waarin we nog moeten voorkomen dat onze neuzen tegen elkaar botsen of dat we elkaar op de mond kussen. Een ander aspect dat nogal eens verwarring geeft is het aantal kussen. Sommige mensen geven drie kussen, andere twee. Hier gaat het om een verschil in gebruik binnen een subcultuur. Als hier geen afstemming is, komt het wel voor dat een van beide nog in de lucht aan het kussen is terwijl de ander al doorloopt. Ook dit is soms aanleiding voor een ongemakkelijke, soms komische situatie. Een enkele kus op de wang is intiemer dan twee of drie. Een moeder die haar kind kust bijvoorbeeld, geeft maar een enkele kus en geen drie.

tekst: Frank van Marwijk.
© Bodycom Lichaamscommunicatie

 

 

 

Actief luisteren

Actief luisteren


Ben je een goede luisteraar?

Heb je wel eens het gevoel gehad dat je tegen een muur aan het praten was, terwijl je juist behoefte had aan een luisterend oor? Degene tegen wie je sprak keek je niet aan, hij leek telkens afgeleid door de gebeurtenissen om hem heen. "Ik hoor je wel", zei hij, telkens wanneer je je zin onderbrak om te testen of hij nog luisterde. Toch kwam dit niet erg geloofwaardig bij je over.

Misschien was het iemand die werkelijk niet zoveel interesse had in wat je vertelde, maar mogelijk sprak je tegen iemand die slechts de kunst van het actief luisteren niet zo goed beheerste. Tijdens de interactie tussen twee mensen wordt ook van de luisteraar actieve deelname verwacht. Ben jij een goede luisteraar?

Meer dan met je oren.

Actief luisteren doe je met meer dan alleen je oren. Actief luisteren doe je ook met je ogen je wenkbrauwen, je handen, je lichaam en je stem. Door actief te luisteren laat je de ander blijken dat je hem niet alleen hoort, maar ook verstaat. Door actief te luisteren kom je begripvol over en maak je bovendien optimaal gebruik van de mogelijkheid om het verloop van een gesprek te regelen. Door actief te luisteren nodig je de ander uit om ook naar jou te luisteren. Zo kun je het contact en de interactie met de ander verbeteren, zowel in een sollicitatiegesprek, bij een verkooppraatje, tijdens een beoordeling als binnen het gezin.

Kijk de ander aan!

Veel mensen hebben er geen idee van dat ze tijdens het gesprek met een ander een aantal ongeschreven regels volgen. Degene die spreekt begint altijd met aankijken van de ander, kijkt vervolgens weg terwijl hij doorspreekt en eindigt zijn verhaal weer met aankijken. Door tussentijds te kijken kan de spreker accenten leggen in zijn zinnen, als het ware de punten en komma's, en kijken of de ander nog luistert. Degene die luistert, moet de ander blijven aankijken terwijl deze spreekt. Als hij tussendoor wegkijkt, kan dat de indruk geven dat het verhaal zijn belangstelling niet heeft. Als de spreker bemerkt dat de ander niet kijkt, zal deze zijn verhaal onderbreken en pas verder spreken als de aandacht van de luisteraar weer terug is. Mensen die snel zijn afgeleid door de dingen om hen heen zullen hier zeker extra op moeten letten.

Non-verbale feedback

Dit patroon van aankijken en wegkijken verloopt in de meeste gesprekken onbewust en meestal ook zonder problemen. We hebben het dan alleen nog steeds niet over actief luisteren. Actief luisteren laat aan de spreker niet alleen zien dat de ander hem hoort, maar ook of hij het interessant vindt, en of hij het begrijpt. Actief luisteren is het voortdurend geven van non-verbale feedback. Hierdoor weet de spreker dat zijn boodschap over komt en wordt hij aangemoedigd om door te spreken. Ook weet hij wanneer hij iets moet herhalen, wanneer hij zijn spreektempo moet aanpassen en wanneer hij de ander ruimte moet geven om iets in te brengen.

Knikken, hummen en spreken.

Door regelmatig te knikken kun je laten merken dat je de gedachtengang van de ander kunt volgen. Tijdens een ontkennende zin van de ander, schud je je hoofd. Deze bewegingen van je hoofd kun je ondersteunen met je stem. Door te hummen of door "ja" te zeggen, terwijl je knikt, moedig je de ander aan om door te spreken. Een gesprekstechniek om de ander te laten zien dat je hem begrijpt en die hem aanmoedigt om verder te spreken is het herhalen van woorden of stukjes uit zijn zin. Als iemand bijvoorbeeld zegt: 'Ik ben drie weken op vakantie geweest in Oostenrijk', Kun je zeggen: 'oh, Oostenrijk'. Je moedigt hem zo aan om over zijn vakantie te spreken. Ook kun je er het gesprek mee sturen, want als je zou zeggen: 'oh, drie weken' dan vertelt hij misschien verder waarom hij zo'n lange vakantie had.

Reageren door je houding.

Door je houding laat je de mate van aandacht en betrokkenheid blijken. Door iets naar voren te leunen, in de richting van de spreker, geef je blijk van interesse. Het is daarbij belangrijk ook te letten op de stand van je voeten. Als deze naar de spreker wijzen, dan is het goed, maar wijzen ze de andere kant op, dan lijkt je aandacht op andere zaken te zijn gericht. Als je voeten van de spreker afgekeerd zijn, is het erg verleidelijk om je concentratie te laten afdwalen. Probeer het maar eens uit, bijvoorbeeld op een verjaardagsfeestje. Zet je voeten eens in een andere richting dan naar de persoon met wie je aan het praten bent. Sowieso is het op deze manier al lastig praten, want je moet dan je bovenlijf draaien in de tegengestelde richting als de stand van je voeten. Ditzelfde geldt voor het wegkruisen van je benen wanneer je naast iemand zit: als je met je rechterbeen over je linker gekruist zit, kun je makkelijk luisteren naar iemand die links naast je zit. Kruis je naar de andere kant dan moet je je schouders naar achteren keren om hem aan te kijken. Dit is alleen strategisch als je liever niet naar de ander luistert. Het is in dat geval namelijk erg makkelijk om ook je aandacht naar de andere zijde te verplaatsen.

Wat vind je er van?

Door je houding reageer je ook inhoudelijk op het verhaal van de ander. Je houding geeft aan of je je kunt vinden in hetgeen de ander zegt. Als je bijvoorbeeld naar achteren leunt met je armen over elkaar kun je erg sceptisch over komen. Hiermee beïnvloed je ook de manier waarop er tegen je gesproken wordt. De spreker zal hierdoor op een verdedigende manier gaan praten. Het kruisen van de armen of benen staat bekend als teken van weerstand. Let hierop als je naar iemand luistert, want je doet dit snel ongemerkt. Veranderingen in houding geven het duidelijkst je mening weer. Als je rechtop in een stoel zit met je armen los naast je, en je vouwt ineens je armen over elkaar, dan komt dit over alsof je het minder met de spreker eens bent, zeker als je daarbij ook fronst en zucht. Het aannemen van gelijke houding als de spreker, duidt op overeenstemming. Dit wordt ook wel spiegelen genoemd. Overeenstemming klinkt goed, maar toch moet je opletten dat je niet blindelings alle houdingen en bewegingen van anderen spiegelt. Een kritische houding met de armen over elkaar of een superieure houding met beide handen in de nek, kun je beter niet spiegelen. Deze houdingen zijn 'read only'! Ook moet je opletten dat je niet te veel spiegelt. Als dit opvalt bij de ander, kan deze zich juist erg onprettig gaan voelen.

Het gezicht spreekt boekdelen.

Als de spreker wil weten wat je vindt van zijn verhaal, kijkt hij het eerst naar je gezicht. Frons je terwijl je dit leest? Sommige mensen zijn gewoontefronsers en hebben zelf niet eens in de gaten dat ze fronsen. Ze moeten met hun hand aan hun voorhoofd voelen of deze zich in een plooi gevouwen heeft. Het klinkt gek, maar het voelen aan je voorhoofd is een goede manier om jezelf deze ongemerkte gewoonte af te leren. Andere trekjes die sommige mensen laten zien, is het knijpen met de ogen en het samenpersen van lippen. Als je deze trekjes bij jezelf herkent, kun je ook die maar beter afleren. Ze komen namelijk weinig positief over bij anderen. De spieren van je gezicht kunnen je helpen bij het sturen van het gesprek. Met een frons laat je zien dat je kritisch of verbaasd bent. Het verschil daartussen kan iedereen onbewust herkennen. Bewust weten we niet dat er dan een verschil is te zien in de plooien van ons voorhoofd. Oefen maar eens voor de spiegel om te zien hoe je over komt. Door het opensperren van de ogen en omhoog trekken van de wenkbrauwen kunnen we ook verbazing laten blijken. Deze is echter van een ander type. De eerste (met frons) is kritische verbazing en de tweede verwondering. Door het geven van deze tekens met ons gezicht nodigen we de spreker uit tot het verduidelijken van zijn verhaal.

Glimlach op het juiste moment.

Een glimlach is een goede manier om instemming te laten zien en de ander uit te nodigen om verder te spreken. Zorg er echter wel voor dat je op het goede moment glimlacht. Als je de ander toelacht, terwijl hij juist een serieuze toon in zijn verhaal wil brengen, dan is dat slechte timing. Glimlachen kan een goede manier zijn om het gesprek te sturen maar kan ook juist een averechts effect te weeg brengen. Je kunt glimlachen als je het er mee eens bent en dan zeggen: 'Leuk dat u dit noemt, zo denk ik er ook over'. Als je echter glimlacht en daarna zegt: 'tja, dat zegt u nu wel....', dan zit je op het verkeerde spoor. Ook voortdurend glimlachen is niet de bedoeling. Door zo'n lachebek voelt niemand zich serieus genomen.

Wat doen je handen?

Tijdens spreken hebben de handen een belangrijke rol bij het aanduiden van hetgeen je zegt. De bewegende handen kunnen de zinnen ook accent geven. Tijdens het luisteren zijn de handen meestal minder bewegelijk. Hoogstens kunnen ze een keer in de lucht wijzen terwijl je knikt. Dit is dan een expressieve aanduiding om te zeggen: 'ik begrijp het' of 'dat is zo'. Een vlak uitgestrekte hand kan gebruikt worden om de ander, desnoods midden in zijn zin, te onderbreken. Je moet je dan afvragen of dat echt is wat je wilt. Ook als je het niet met hem eens bent, is het namelijk vaak beter de ander te laten uitspreken. Hij zal dan eerder bereid zijn om ook jou aan te horen. Tijdens het luisteren moet je er eens op letten waar je handen zich bevinden. Handen aan het gezicht geven in het algemeen de indruk van een kritische luisteraar. De meest kenmerkende houding daarbij is denk ik, die met de duim onder de kin en de wijsvinger gestrekt langs de wang. Maar ook de hand voor de mond en de hand aan het oor geven zo'n uitstraling. Spelen met voorwerpen of met je ring geeft indruk van verveling. Het over elkaar vouwen van je armen vertolkt, zoals al eerder genoemd, weerstand en de handen in de nek superioriteit.

Geen eenduidige betekenis.

Tijdens actief luisteren is het belangrijk om te zien welke boodschappen je door middel van je lichaamstaal weergeeft. De beschrijving van verschillende houdingen, gebaren en andere bewegingen kan daarbij van hulp zijn. Toch kan niet vaak genoeg benadrukt worden dat alleen de combinatie van al deze tekens betekenis heeft en dat ook lichaamstaal niet op zichzelf staat. We hebben het niet over pantomimespel. Het is dus ook belangrijk wat iemand er bij zegt. De communicatie van mensen moet dus als een geheel gezien worden. Geen enkele houding heeft altijd dezelfde betekenis, maar de combinatie is veelzeggend. Als iemand fronst, zijn armen over elkaar heeft, zijn benen heeft weggekruist en ook weinig spreekt, mogen we aannemen dat hij boos is. Los van elkaar hoeven deze tekens echter niet deze betekenis te hebben. Je kunt ook fronsen vanwege scherp licht, je armen vouwen vanwege de kou of je benen kruisen omdat je nu eenmaal op die manier lekker zit. Echter, als lichaamstaal onbewust wordt geïnterpreteerd, worden mensen toch beoordeeld op deze houdingen, gezichtsuitdrukking en bewegingen. Bewustwording van lichaamstaal betekent dus niet alleen kennis van de verschillende tekens die we met ons lichaam geven, maar ook kennis van de betekenissen die mensen misschien ten onrechte geven aan een houding of uitdrukking. Met kennis hiervan kun je daar rekening mee houden, bijvoorbeeld tijdens het voorbereiden van een gesprek. Als je vriendelijker kunt overkomen door met je rug naar de zon te gaan zitten of door de verwarming hoger te draaien, moet je dit zeker niet laten.

Luisterhouding

Sommige mensen weten niet goed waar ze hun handen moeten laten als ze met iemand in gesprek zijn. Hou jij je armen over elkaar als je luistert, plaats je je handen op je heupen, of laat je je handen gewoon bungelen?

tekst: Frank van Marwijk.
© Bodycom Lichaamscommunicatie

 

 

 

Verkopen en lichaamstaal

Lichaamstaal en verkoop

Heb je wel eens van een afstand iemand gadegeslagen die iets aan het verkopen was? Van afstand kreeg je misschien al de indruk dat hij daarbij succes boekte.

Je kon niet horen wat hij vertelde, maar toch had je het idee dat hij nu bezig was met het afsluiten van een succesvolle deal. Waar zag je dat aan?

Waarschijnlijk zag je dat aan zijn houding, aan zijn gezicht en aan zijn gebaren. Misschien zag je het ook aan de reacties van de klant en aan de manier waarop de verkoper daarop weer inspeelde.

Een overtuigde verkoper

Een goede verkoper straalt overtuigingskracht uit. Hij laat merken dat zijn product goed is en de moeite waard om te kopen. Zo'n verkoper zou ook echt ijsjes aan de eskimo's kunnen verkopen want het gaat er niet eens zo zeer om wat hij precies verkoopt. Ook wat hij precies zegt is vaak nog niet het belangrijkste. Deze verkoper weet hoe hij zich moet afstemmen op de klant. Hij verstaat de kunst om zich in te leven in de ander en hij kiest de juiste momenten, de juiste gebaren en de juiste toon om aan de klant te laten weten dat hij betrouwbaar is. Hij kan duidelijk maken, dat wat de klant koopt niet alleen goed is of goedkoop, maar dat het ook iets is wat bij hem past.

Wat doet deze goede verkoper?

We kunnen een goede verkoper dus herkennen, maar wat doet hij nu precies waardoor hij zijn producten zo makkelijk aan de man brengt? Kunnen we zelf leren om zo'n succesvolle onderhandelaar te worden? Wat de goede verkoper hier doet, is gebruik maken van zijn kennis van lichaamstaal. Allereerst blijkt hij in staat om de klant te observeren en daar conclusies uit te trekken. Vervolgens past hij daar zijn eigen lichaamstaal op aan, waardoor hij afstemming bereikt. Door je bewust te worden van de tekens die mensen door middel van het gebruik van hun lichaam geven, en daar op een juiste manier op in te spelen, kan ook jij zo'n goede verkoper worden!

Een voorbeeld

Mijn neef verkoopt auto's en is daar ook erg goed in. Hij is werkelijk een topverkoper. Toen ik hem vroeg wat hij doet om zo succesvol te zijn bij zijn verkopen, vertelde hij op welke wijze hij zijn kennis van lichaamstaal gebruikt in de dagelijkse praktijk. Als voorbeeld wil ik hier zijn verhaal vertellen. Het geeft een goed idee van de manier waarop je een goede verkoper kunt worden door juiste interpretatie en gebruik van lichaamstaal.

Het eerste contact

Waneer er bezoekers binnenlopen in de showroom, begroet mijn neef hen met een vriendelijke glimlach en met open handen. Hij nodigt hen uit om rustig rond te kijken en geeft daarbij aan waar hij te vinden is voor het beantwoorden van eventuele vragen. Op deze wijze heet hij de klanten welkom, maar geeft hen ook de ruimte en tijd om zich te oriënteren. Terwijl de klanten rondlopen houdt hij hen onopvallend in de gaten. Wat hij ziet geeft hem informatie die hij gebruikt om een relatie met hen op te bouwen, want dat is wat belangrijk is: een relatie met de klant opbouwen! Soms komen mensen alleen, maar vaker komen klanten samen naar een auto kijken, bijvoorbeeld een man met zijn vrouw, een vrouw met haar collega of een vader met zijn zoon. Aan de manier waarop ze naar auto's kijken en hoe ze samen over een auto praten, kan mijn neef inschatten wie van beiden vermoedelijk de belangrijkste stem zal hebben met betrekking tot de aankoop. Dit hoeft niet persé degene te zijn die in de auto zal gaan rijden. Aan de houding waarop de klanten in een auto gaat zitten kan mijn neef zien of ze deze auto misschien willen kopen. Bij een auto die ze wel even willen bezichtigen, maar die ze tóch niet willen kopen, zitten ze mogelijk op de bestuurdersstoel met hun benen nog buiten het portier. Als ze echter in de auto plaatsnemen zoals ze dat zouden doen wanneer ze rijden: recht in de stoel met het stuur in de handen, terwijl ze ondertussen de versnelling proberen of het spiegeltje stellen, dan zijn ze waarschijnlijk echt geïnteresseerd. Ze geven hiermee ook aan dat ze zich voldoende op hun gemak voelen. Op dit moment zal mijn neef hen benaderen voor verdere informatie.

Je klant leren kennen

Door gebruik te maken van lichaamstaal, stemt mijn neef af op de klanten. Hij neemt hun houdingen en manieren van doen als het ware over. Hij gebruikt ook gelijke intonatie en dezelfde soort woorden als de klanten. Om dit op een goede manier te kunnen doen, wil hij hen eerst beter leren kennen. Hiertoe stelt hij hen een paar eenvoudige vragen, vaak over hun vorige auto of met betrekking tot hun wensen. Als hij bijvoorbeeld aan een klant een vraag stelt over de autoradio, let hij op zijn ogen. Richt de klant zijn ogen naar boven, terwijl hij nadenkt, dan is het iemand die vooral visueel is ingesteld. Hij ziet als het ware de autoradio voor zich en telt misschien in zijn gedachtegeest hoeveel knopjes er op zitten. Richt de klant zijn ogen zijwaarts, dan is het iemand die eerder op geluiden gericht is. Dit wordt auditief genoemd. Hij hoort in gedachten de klanken van de radio of het klikken van de knopjes. Een klant die zich het eerst op zijn gevoel richt tenslotte, zal naar beneden kijken en terwijl hij over het antwoord nadenkt, voelt hij in zijn gedachte de knopjes van de radio, die hij altijd blindelings weet te vinden. Dit type mens is kinesthetisch ingesteld.

Deze lichaamstaaltechniek uit het Neuro Linguïstisch Programmeren gebruikt mijn neef om zijn klanten beter te leren kennen. Zo kan hij makkelijker op hen afstemmen en beter beantwoorden aan hun vraag. Iemand die visueel is ingesteld vindt schoonheid belangrijk. Bij zo iemand praat mijn neef het eerst over de kleur van de auto en de leuke snufjes. Iemand die auditief is ingesteld zit daar niet op te wachten. Zo iemand is veel rationeler ingesteld en wil antwoord op praktische vragen. Bij hem heeft het zin om de motor even te laten draaien en om het geluid van de dichtklappende portier een paar keer te laten horen. Iemand die kinesthetisch is ingesteld, is een gevoelsmens. Eigenlijk is hij nog erg gehecht aan zijn oude auto, en kan daar nog maar moeilijk afscheid van nemen. Hem laat mijn neef in ieder geval de bekleding voelen en het stuur vasthouden. Hij praat dan ook in termen als: 'aan deze auto zult u zich snel hechten'.

Actief luisteren

Als verkoper kun je advies geven die de klant zal helpen bij zijn keuze. Belangrijker echter nog is om actief te luisteren. Luister naar de wensen van de klant, luister naar zijn ervaringen met auto's en laat ook merken dat je luistert. Als mijn neef luistert, kijkt hij zijn klant altijd in zijn ogen zolang hij spreekt. Hij laat zijn aandacht dan ook niet afdwalen naar andere zaken, zoals een andere bezoeker die binnen komt of een telefoon(!) die gaat. Zo zorgt hij dat de klant steeds voelt dat zijn aandacht op hem gericht is. De klant is belangrijk! Om zijn aandacht duidelijk te maken, houdt mijn neef zijn hoofd soms een beetje schuin als hij luistert en knikt hij instemmend. Soms humt hij of herhaalt stukjes uit de zin van de klant. Hij valt de klant niet in de rede maar sluit zijn eigen verhaal aan op dat van hem. Hij zorgt er voor dat zijn woorden en zijn gebaren overeenstemmen. Hij zegt dus niet: 'ik zal u een eerlijk voorstel doen', met zijn handen op zijn rug of over elkaar. Dit zou weinig geloofwaardig overkomen. Het liefst maakt hij gebaren met open handpalmen. Hij raakt zichzelf, vooral zijn gezicht, niet te veel aan. Dit komt onzeker over. Wanneer je iets vertelt terwijl je steeds wrijft aan je neus, je mond of je oor, dan krijgen veel mensen het gevoel dat je de waarheid niet spreekt. Mijn neef is veel in beweging tijdens zijn verhaal, dat houdt het gesprek ook levendig. Dit betekent niet dat hij zenuwachtig van de ene voet op de andere wipt, maar dat hij illustrerende gebaren maakt, soms een andere houding aanneemt of met de klant ergens heen loopt. Hierbij let hij natuurlijk ook op de klant. Is dat een bewegelijk persoon dan beweegt mijn neef ook meer. Maakt de klant weinig bewegingen, dan doet hij dat ook minder.

Feedback

Afstemmen op je klanten is belangrijk. Dit betekent niet dat je alles wat de klant doet of zegt als een papegaai moet imiteren. Vaak is het prima om een zelfde houding aan te nemen als de klant. Dit geeft aan dat je op dezelfde gedachtegolf zit. Afstemmen is echter meer dan dit! Het betekent ook dat je de lichaamstaal van de klant waarneemt en daar rekening mee houdt. Door afstand, houdingen, bewegingen en oogcontact geeft de klant voortdurend feedback. Je kunt zien of een klant nog aandachtig luistert. Je kunt zien of een klant je misschien niet begrijpt. Je kunt ook aan zijn non-verbale reacties merken of je hem irriteert. Hiermee kun je je verkoopstrategie sturen. Dit houdt misschien in dat je iets zult moeten herhalen of dat je je spreektempo moet aanpassen. In sommige gevallen kan het zelfs betekenen dat je een collega moet vragen om het van je over te nemen. Soms kan het gewoon 'niet klikken' met iemand. Dit heeft alles met lichaamstaal te maken, maar het is niet altijd te voorkomen. Het inschakelen van je collega is geen falen in je lichaamstaalkennis, maar juist een optimaal gebruik maken van je observatie, waardoor je de klant kunt behouden.

Verkoop jezelf!

Bij mijn neef gaan de auto's als broodjes over de toonbank, maar zoals eerder gezegd gaat het er niet om wat je verkoopt. Het begint eigenlijk altijd met het verkopen van jezelf. Ken je klant en stem je daarop af. Benader de klant vriendelijk maar glimlach ook niet voortdurend, waardoor de klant zich niet serieus genomen voelt. Geef de klant voldoende aandacht, maar dring je niet op. Geef hem tijd en ruimte. Bemerk welke lichamelijke afstand de klant op prijs stelt en pas je eigen afstand daarop aan. Straal zelfverzekerdheid uit door je houding (rechtop) en door de manier waarop je een hand geeft (stevig). Neem een open houding aan. (dus geen gekruiste armen en benen).

Blijf klantvriendelijk!

Als je je bewust bent van de lichaamstaal van je klanten en die van jezelf, en goed gebruik maakt van deze kennis, zul je zeker meer verkopen. Toch zal het nog steeds voorkomen dat je niets verkoopt. Ook dan blijft een klantvriendelijke benadering belangrijk. Respecteer de mening van een klant wanneer deze niet van je wil kopen. Verwijs hem zelfs naar de concurrent als deze een beter aanbod voor hem heeft. De kans bestaat tenslotte altijd dat hij een volgende keer bij je terug komt of je aanbeveelt bij iemand anders. En zo niet: iedereen heeft recht op jouw eerlijke, vriendelijke en respectvolle benadering.

tekst: Frank van Marwijk.
© Bodycom Lichaamscommunicatie

 

 

 

Vergaderen

Vergaderen zonder woorden

Tijdens een vergadering wordt voortdurend gecommuniceerd en niet alleen door de mensen die aan het woord zijn. Alle aanwezigen geven tijdens de bijeenkomst non-verbaal te kennen hoe ze in de bespreking zitten. Ze laten voortdurend blijken of ze het gespreksonderwerp interessant vinden en of ze het met de sprekers eens zijn.

Lichaamstaaltechnieken

Zonder woorden bepalen de aanwezigen ook hoe het gesprek verloopt en wie er aan het woord komen. Het lijkt vaak dat de mensen die het meest spreken, ook de meeste invloed hebben op het verloop van het gesprek en uiteindelijk op de besluitvorming. Dit is echter niet altijd het geval. Mensen die weinig zeggen kunnen soms alleen al door de manier waarop ze aanwezig zijn, het verloop van het gesprek sturen of juist verstoren. Als voorzitter van zo'n bijeenkomst is het belangrijk om kennis te nemen van de lichaamstaal van de gespreksdeelnemers. Bij het sturen van het gesprek, kan je als voorzitter ook gebruikmaken van lichaamstaaltechnieken.


Betrokkenheid

Als de gespreksdeelnemers over een onderwerp discussiëren, is de betrokkenheid van eenieder zichtbaar aan hun houding. De mensen die het niet zo heel interessant vinden, zitten achteruit in hun stoel, en maken vaak de mooiste tekeningen, terwijl ze anderen het idee geven dat ze aantekeningen maken. De echte ongeïnteresseerden staren doelloos voor zich uit of kijken wat in het rond. Als alle aanwezigen er op deze manier bij zitten, is het tijdstip van de dag misschien verkeerd gekozen of is er weinig belangstelling voor het onderwerp. Over zo'n onderwerp hoeft dan niet lang gesproken te worden.

Non-verbaal volgen

Gespreksdeelnemers die het onderwerp belangrijk vinden, volgen de sprekers non-verbaal. Als ze het met de spreker eens zijn, knikken ze veel. Ze nemen een open, luisterende houding aan waarbij ze zich iets naar voren buigen. Het komt ook opvallend vaak voor dat toehoorders een gelijke houding aannemen als een spreker, waarmee zij het eens zijn. Door te letten op de houdingen van de aanwezigen, kun je een idee krijgen over hoe de meningen verdeeld zijn. Misschien neemt de helft van de luisteraars de houding van de spreker over en zit de andere helft in een afwerende houding. De mensen die het niet eens zijn met de spreker, bewegen hun hoofd nauwelijks. Ze zitten achteruit en nemen een starre, gesloten houding aan. Vaak hebben ze hun armen over elkaar of bedekken hun mond met hun hand. Als ze nee schudden, staan ze vermoedelijk op het punt om iets in te brengen.

Wie heeft het woord?

Het is een taak van de voorzitter om er voor te zorgen dat de gespreksdeelnemers evenredig aan het woord komen en dat de verschillende standpunten ten aanzien van een onderwerp worden gehoord. Ook hierbij kun je gebruik maken van je kennis van lichaamstaal. Als iemand iets wil inbrengen, laat hij dat merken door zijn ademhaling. Een diepe inademing is vaak een teken dat iemand de spreker wil onderbreken en het woord wil overnemen. Als voorzitter is het belangrijk dat je dit teken herkent. Oogcontact en kleine gebaren met je hoofd en je handen zijn vaak voldoende om het verloop van het gesprek te sturen; lichaamscontact is schreeuwen. Soms kan het echter nuttig zijn om iemand even aan te raken om hem te onderbreken.

Betrek iedereen!

Het is belangrijk om iedereen te betrekken bij de vergadering. Mensen die zwijgen hebben ook een mening en het is belangrijk om die tijdens de vergadering te horen. Het komt vaak voor dat mensen in de vergadering zelf hun mond houden en pas na de vergadering in de wandelgangen hun mening uiten. Tijdens de vergadering reageren de zwijgende mensen wel non-verbaal op wat er wordt gezegd. Een goede manier om hen te betrekken in een gesprek is door te reageren op hun lichaamstaal. Je kunt het non-verbale gedrag benoemen en er een vraag aan koppelen zoals: "ik zie je knikken, waarom vind jij het belangrijk dat deze verandering wordt doorgevoerd?" of "wat een diepe zucht, heb je moeite met deze stelling?".

Inhoud en betrekking

Tijdens een vergadering vindt behalve discussie over het onderwerp, ook communicatie plaats die zich op betrekkingsniveau afspeelt. Daarbij gaat het niet zozeer om wat een spreker precies zegt maar meer om wat hij "eigenlijk" bedoelt met wat hij zegt. Er kan bijvoorbeeld een onderliggende boodschap worden gegeven over de relatie met een andere gespreksdeelnemer. De bedoeling van een opmerking wordt soms duidelijker door de lichaamstaal van de spreker dan door de woorden. Vooral door variatie in intonatie en mimiek kan een uitspraak een totaal verschillende betekenis krijgen. Kennis van lichaamstaal helpt je als voorzitter van de bijeenkomst om dit tijdig te herkennen en er op te reageren.

Gevoelsaspecten in de vergadering

Bij communicatie tussen mensen is behalve ons denken ook ons gevoel betrokken. Wat we denken uit zich doorgaans verbaal, wat we voelen en willen tijdens een groepsactiviteit uiten we doorgaans non-verbaal: blozen, stemverheffing, boos gezicht, nors zwijgen, met de vuist op tafel slaan, weglopen uit de bespreking enzovoort. Het is belangrijk dat je de emotionele betrokkenheid van mensen herkent en rekening houdt met de invloed die deze ook weer op andere gespreksdeelnemers heeft. Als een vergaderpunt te veel emotionele geladenheid heeft, kan het soms beter zijn dit punt tot een volgende vergadering op te schorten. Er bestaan gevoelsmensen die snel emotioneel reageren. Andere mensen kunnen enorme gevoelsuitingen tonen tijdens een vergadering, alleen met het doel om iets voor elkaar te krijgen. Over bewustzijn van lichaamstaal gesproken....(!)

tekst: Frank van Marwijk
© Bodycom Lichaamscommunicatie

 

 

 

Spiegelen

Spiegelen

Een levende spiegel

Heb je er wel eens opgelet hoe mensen op elkaar reageren als ze het tijdens een gesprek geheel met elkaar eens zijn? Deze mensen zullen elkaar aanvullen en veel knikken. Maar behalve dit is er nog iets anders waaraan je hun overeenstemming kunt zien. Deze mensen, die qua gedachten op elkaar zijn afgestemd, nemen in veel gevallen automatisch elkaars houding en manier van doen over: de een houdt zijn hand aan zijn wang; de ander doet het ook.

De een wrijft in zijn nek; de ander doet dat op gelijke wijze. De een leunt naar voren en de ander volgt hem in deze beweging. Op deze manier zeggen ze tegen elkaar: "ik begrijp je; ik voel je helemaal aan; ik ben het geheel met je eens!" Beiden zullen het gesprek dat ze voeren als prettig ervaren. Het kopiëren van houding en bewegingen zal tot het einde van het gesprek voortduren; pas dan wordt dit patroon doorbroken.

Het aannemen van een gelijke houding bij een gesprek tussen twee mensen is een natuurlijk patroon dat gewoonlijk onbewust verloopt. Hoewel de gesprekspartners niet beseffen dat ze elkaars bewegingen volgen, voelen ze wel aan dat het klikt of dat ze op gelijke gedachtengolf zitten. Overigens kun je bij een groepsgesprek zoals een vergadering iets soortgelijks waarnemen. De mensen die het met een spreker eens zijn kopiëren zijn houding; de anderen doen dat niet. Ook dit verloopt onbewust en ook hier wordt wel aangevoeld met wie men onderlinge afstemming heeft en met wie niet.

De kunst van het spiegelen

Als je iemand zijn houding en bewegingen nadoet, ervaart de ander dus overeenstemming. Hij voelt dat je met hem op één lijn zit en ook dat je hem aardig vindt. Het gevolg daarvan is dat hij jou ook aardig zal vinden. Nu je weet dat een ander het als positief ervaart als jij zijn houding en bewegingspatroon kopieert, kun je het ook bewust toepassen: steun op dezelfde manier op je arm als de ander dat doet; en strek je rug op gelijke wijze. En als het je lukt om ook je mimiek, je ademhaling en de snelheid van oogknipperen op die van de ander af te stemmen, dan heb je het helemaal gemaakt. "Dat klinkt simpel"- denk je misschien - "maar wat nu als de ander merkt dat ik hem nadoe?!" Als de ander het zou merken, zou het inderdaad niet werken. Toch heeft de ander dat zelden in de gaten omdat, zoals gezegd, het aannemen van gelijke houding en bewegingen een natuurlijk iets is, dat mensen spontaan doen als ze qua ideeën overeenstemmen en als persoon goed met elkaar overweg kunnen.

Vreemde houdingen

Mensen kunnen zelfs behoorlijk vreemde houdingen aannemen en merken dan nog steeds niet dat hun gesprekspartner dat (meestal onbewust) spiegelt. Soms zie je wel eens mensen in dit soort rare houdingen staan als ze met elkaar spreken. Let er maar eens op! Je ziet dan bijvoorbeeld iemand staan, steunend met zijn elleboog in zijn hand en een ander die ook zo staat. Je ziet iemand zitten die zijn oorlel of zijn neus vasthoudt en een ander die dat eveneens doet. Of je ziet twee mensen die tegelijkertijd aan hun schouder krabben. Hebben ze allebei jeuk?

Er bestaan trouwens wel uitzonderingen! Een journalist van een tijdschrift, die ik had verteld over het bovenstaande, stuurde mij een concept van een artikel dat hij voor zijn blad had geschreven. Daarin schreef hij: " Je kunt nóg zo'n gekke houding bedenken die iemand aanneemt; als je hem nadoet, merkt hij dat niet. Iemand houdt bijvoorbeeld zijn vinger in zijn oor...". Hierop heb ik toch laten weten dat dit niet geheel het goede voorbeeld was. Als je iemand zou nadoen die met zijn vinger in zijn oor staat, accentueer je deze vreemde houding waardoor hij het juist wel zou merken. De journalist heeft het op mijn advies veranderd in ...bij zijn oor... en dan klopt het weer wel. Te overdreven alles spiegelen wat iemand doet werkt trouwens ook averechts. Dit is iets waar sommige verkopers zich nog wel eens schuldig aan maken. Ze hebben in hun opleiding geleerd dat spiegelen een goede techniek is om de klant een gevoel van veiligheid en vertrouwdheid te geven en passen dit gretig toe. Ze apen werkelijk alles na wat de klant doet. Als de klant gaat verzitten doen zij dit ook; als de klant aan zijn mond wrijft volgt de verkoper. Elk beweginkje met het hoofd wordt nagedaan en als de klant verkouden is, houdt de verkoper bij wijze van spreken zijn zakdoek ook paraat. Het mag duidelijk zijn dat dit niet helemaal goed is. De klant kan zich er behoorlijk opgelaten door voelen. Simultaan volgen van elke beweging van de klant is dus niet raadzaam. Toch kan deze verkoper er voor zorgen dat de klant zijn kopieergedrag veel minder bemerkt. Hiervoor zou hij verschillende manieren van spiegelen kunnen afwisselen.

Vormen van spiegelen

Direct spiegelen 
Hier voer je de houdingen en bewegingen spiegelbeeldig uit. Een linkerhand in iemands nek wordt door de ander nagedaan met zijn rechterhand in zijn nek. Deze techniek is vooral prettig in de positie waarin je tegenover je gesprekspartner zit. Het lijkt hierbij net of de ander letterlijk in de spiegel kijkt. Hij of zij zal niet zo snel merken dat je hem nadoet. Toch is het hierbij aan te raden om het rustig op te bouwen. Begin er niet meteen mee aan het begin van een contact maar pas als het gesprek al een natuurlijke vertrouwelijkheid heeft gekregen.

Nabootsen 
Bij nabootsen doe je precies wat de ander doet. Heeft de ander zijn rechterbeen over zijn linkerbeen gekruist dan kruis jij ook je rechterbeen over je linker. Beweegt hij zijn rechter arm, dan beweeg jij ook je rechter arm. Draait hij zijn hoofd naar links, dan kijk jij ook naar links. Neemt hij een slok van zijn koffie, dan doe jij dat ook. Als twee mensen naast elkaar zitten die elkaar nabootsen, zie je ze exact hetzelfde doen. Als ze tegenover elkaar zitten is het niet spiegelbeeldig. Om deze reden valt nabootsen vaak nog minder op dan spiegelen. Als je over je rechterwang wrijft en iemand tegenover je wrijft ook over zijn rechterwang, lijkt het minder dat hij je nadoet dan wanneer hij over zijn linkerwang zou wrijven. Dan is het namelijk alsof je in de spiegel kijkt.

Uitgesteld spiegelen 
Als je dezelfde houding aanneemt als je gesprekspartner zal hij dat meestal niet merken. Als hij gaat verzitten en een andere houding aanneemt, kun jij volgen. Lastiger is het met gebaren. Gebaren hebben vaak direct verband met hetgeen iemand zegt. Een collega zegt bijvoorbeeld dat hij zich zorgen maakt over hetgeen zich onlangs op de afdeling heeft afgespeeld en wrijft daarbij in zijn nek. Het kan vreemd overkomen als jij tegelijkertijd ook in je nek wrijft. Wat je wel kan doen is het volgende: je laat je collega uitspreken en als jij het woord overneemt, wrijf je in je nek en zegt: "Ik kan me zeker goed voorstellen dat je je zorgen maakt over wat er zich op de afdeling afspeelt..." Hier spiegel je wel, maar op een later tijdstip. Uitgesteld spiegelen is nadoen van een bepaalde houding of beweging, maar iets later: je partner slaakt een zucht en iets daarna doe jij dat ook; een hoogleraar op de universiteit maakt een handgebaar bij het uitspreken van zijn mening en bij het antwoorden gebruik je hetzelfde gebaar. Uitgesteld spiegelen is een goede techniek die je kunt gebruiken bij actief luisteren. Je herhaalt iemands woorden om blijk te geven dat je hem verstaan hebt en je gebruikt dezelfde bewegingen om te laten zien dat je ook de gevoelslading hebt begrepen.

Overlangs spiegelen 
Eigenlijk spiegel je hierbij helemaal niet, maar laat je alleen een bewegingspatroon zien die dezelfde gevoelslading dekt. Bijvoorbeeld een patiënt gaat naar achteren zitten en kruist zijn benen. De arts zucht: "ik begrijp hoe u zich voelt" en gaat ook naar achteren gaat zitten maar kruist daarbij zijn armen. Het kruisen van de armen van de patiënt en het kruisen van de benen van de arts dekken dezelfde gevoelslading. Hierdoor zal de patiënt zich beter begrepen voelen. Als een klant hartelijk lacht en de verkoper als reactie glimlacht, sluit dit toch aan op het gevoel van de klant. Jouw leidinggevende wrijft bezorgd in zijn nek; jij fronst en brengt je hand naar je wang. Doordat je hierbij niet precies de houdingen en bewegingen van de ander nabootst is deze manier van spiegelen minder opvallend dan alle bovengenoemde. Toch kun je hiermee wel overeenstemming bereiken.

Half spiegelen 
Door te spiegelen bereik je afstemming met betrekking tot het gevoel van de ander. Soms wil je dat helemaal niet! Een verkoper die te maken heeft met een weerstandige klant die achterover leunt met zijn armen over elkaar, verkoopt weinig als hij deze - negatieve- houding van zijn klant spiegelt. Hij krijgt dan wel dezelfde (weerstandige) gedachtenlijn, maar dat is nu net niet wat hij wilde bereiken. Gaat hij daarentegen met open armen, enthousiast gebarend verder met zijn verhaal, dan bereikt hij geen afstemming. Wat hij hier zou kunnen doen is half spiegelen. Dit zou je kunnen zien als het tegenovergestelde van overlangs spiegelen. Bij overlangs spiegelen doe je iets anders waarmee eenzelfde gevoelslading bereikt. Bij half spiegelen probeer je door een gelijksoortige houding een andere gevoelslading over te brengen. De bovengenoemde verkoper kan zijn klant het best benaderen door zijn houding bijna - maar niet geheel - over te nemen. In plaats van zijn armen te kruisen, legt hij ze losjes op elkaar. Vanuit deze "gesloten", maar toch losse houding ondersteunt hij zijn verhaal met handbewegingen. En wat belangrijk is: hij kopieert de houding van de klant weliswaar gedeeltelijk; de mimiek van de klant doet hij beslist niet na! Als bij een echtelijke ruzie een van de partners briesend naar voren leunt met de kin omhoog en beide handen in de zij, zou het averechts werken als de ander dezelfde houding aanneemt. Als de ander echter een tegenovergestelde houding aanneemt, bijvoorbeeld met zijn hoofd naar beneden en open handpalmen dan zou dit duiden op onderdanigheid en weinig assertiviteit. Ook dan is er geen sprake van afstemming. Opnieuw is hier het half-spiegelen het antwoord. De tweede partner zou bijvoorbeeld een houding kunnen aannemen met een hand op een heup en de schouders en het hoofd een beetje gekanteld. Op deze manier wordt op een goede manier afstemming bereikt. De partner toont zich gelijkwaardig, open voor contact en bereidwillig om te luisteren.

Accentueren 
Bij deze vorm van spiegelen doe je de ander ook na, maar nu wel met de bedoeling dat hij of zij het merkt. Hierbij overdrijf je de houding, gebaren of mimiek en zet als het ware een karikatuur van de ander neer. Vaak wordt dit in een kortdurend moment gedaan, om de ander een reflectie te geven van hoe jij hem ziet. Om dit succesvol te gebruiken is het meestal wel noodzakelijk dat je elkaar kent en ook een bepaalde verstandhouding hebt opgebouwd. Als accentueren verkeerd wordt toegepast kan het zelfs als kwetsend worden ervaren. Voorbeelden van accentueren zijn: een trainer die een slappe vaatdoek nabootst in de richting van een speler die niet zo actief meedoet of een student die fronst en zijn onderlip optrekt om een medestudent te wijzen op zijn ochtendhumeur. Het hoeft trouwens niet altijd negatief te zijn. Een medewerker kan aan een collega die hij in de gang tegenkomt laten blijken dat hij zijn vrolijke humeur heeft bemerkt door hem wat overdreven na te doen, bijvoorbeeld door te glimlachen en vrolijk de schouders heen en weer te bewegen. Deze laatste, speelse manier van met elkaar omgaan, komt vaak voor tussen mannen en vrouwen onderling. Er wordt een vorm van sympathie mee uitgedrukt, zoals ik die beschreven heb op de pagina over flirten

Mismatchen 
Dit is eigenlijk het tegenovergestelde van spiegelen. Hierbij probeer je niet af te stemmen - te matchen - op de ander, maar wil je juist het tegenovergestelde bereiken. Je spiegelt hier dus niet, maar doet juist precies iets anders. Als je gesprekspartner naar voren leunt, ga jij naar achteren zitten. Als hij met open handen overtuigend iets wil vertellen, kruis jij je armen. Als hij je aankijkt, kijk jij de andere kant op. Mismatchen kan een goede manier zijn om aan iemand, die maar door blijft praten, te laten weten dat jij het gesprek wel wilt beëindigen.

Spiegelen van mimiek, ademhaling, oogknipperen

Tot nu toe heb ik vooral gesproken over het spiegelen van houding en beweging. Dit is echter maar een deel van wat je door middel van spiegelen kunt bereiken. Een meester in het luisteren weet dat je ook door spiegelen van de mimiek aan de ander kunt laten merken dat je zijn gevoelsbelevingen kunt volgen. Praat hij over iets zorgelijks, volg dan zijn gezichtsuitdrukking en kijk ook bezorgd. Spreekt hij over een blijde gebeurtenis, glimlach dan met hem mee!

Fijne afstemming op de ander kun je bereiken door ook het tempo en de diepte van zijn ademhaling te volgen. Volg zijn schokkerige ademhaling bij verdriet, zijn korte ademhalingen bij boosheid en zijn diepe zuchten tijdens een romantische ontmoeting en hij voelt zich helemaal begrepen.

Tenslotte kun je het tempo waarmee iemand met zijn ogen knippert volgen om fijne afstemming te bereiken. We knipperen niet alleen om de ogen te beschermen tegen stof en droge lucht. De oogknipperingen reflecteren ook onze gevoelens en ons denken. Hoe meer er door ons heen gaat, des te sneller onze wimpers op en neer gaan. Zo is bijvoorbeeld bij president Bill Clinton vastgesteld dat hij frequenter met zijn ogen knipperde toen hij sprak tijdens de Lewinsky affaire. Het knipperen van iemands ogen volgt zijn denkpatroon. Als jouw ogen even snel knipperen als die van je gesprekspartner voel je elkaar goed aan. Daarbij is het belangrijk te weten dat mensen vaak sneller met hun ogen knipperen als ze spreken dan wanneer ze luisteren. Overigens is het wel een goede vraag of je het kopiëren van de wimperbewegingen van een ander werkelijk zo goed kunt leren beheersen. We zijn het niet zo gewend ons te concentreren op het oogknipperen van anderen. Zou je dit wel doen, dat bestaat de kans dat je je niet zo goed meer concentreert op wat je gesprekspartner eigenlijk zegt.

Sympathie, overeenstemming en macht

Spiegelen heeft vele kanten en als je het beheerst biedt het ook vele mogelijkheden. Kijk eens om je heen of je bij anderen bemerkt dat ze bijvoorbeeld eenzelfde houding aannemen of elkaars bewegingen volgen. Als je dit waarneemt kun je er genoegenlijk van uitgaan dat zij zich daar nauwelijks van bewust zijn. Jij weet nu: deze mensen voelen elkaar aan en begrijpen elkaar.

Let er vervolgens ook eens op wie er het eerst zijn houding verandert en wie er volgt. Misschien kun je een patroon herkennen: telkens geeft de een aan, terwijl de ander volgt. Degene die steeds volgt, uit daarmee niet alleen overeenstemming met de ander, maar geeft hem ook de leiding in de communicatie. Soms is er in de communicatie tussen twee personen een voortdurende afwisseling van leiderschap maar soms ook is er een duidelijke leider. Het patroon van spiegelen van de houdingen en bewegingen geeft je daar inzicht in. Deze observaties leren jou ook hoe je zelf de leiding in een gesprek over kunt nemen. Je kunt dit doen door eerst de houding van de ander te spiegelen waardoor je afstemming bereikt. Daarna neem je geleidelijk een andere houding aan, waarna de ander niet alleen jouw bewegingspatroon volgt, maar ook open staat voor jouw argumenten.

Voor de zekerheid: let op wat je spiegelt

Bij spiegelen is het belangrijk om in de gaten te houden wat je precies spiegelt. Een negatieve opstelling kun je beter niet spiegelen omdat je deze dan versterkt. Als je gesprekspartner een ongebruikelijke houding aanneemt, bijvoorbeeld het puntje van zijn neus vasthoudt terwijl hij nadenkt, kun je dit vanwege de opvallendheid beter niet spiegelen. Als je de techniek van het spiegelen nog niet eerder hebt toegepast kun je je er misschien toch wat ongemakkelijk bij voelen en het idee hebben dat je gesprekspartner het zal merken. Om wat meer zekerheid te krijgen en zelf te ervaren dat anderen zich niet bewust zijn van jouw imitaties, is het goed eerst wat oefenen in je familie of vriendenkring.

tekst: Frank van Marwijk.
© Bodycom Lichaamscommunicatie

 

 

 

Interculturele vaardigheden

Hoe benader ik mijn buitenlandse collega? 

13 juli 2007 door Paul Deckers

In het zakelijke leven zijn wij Nederlanders tegenover buitenlandse contacten over het algemeen trots op onze bedrijfscultuur, onze open overlegeconomie en onze talenkennis. Veel buitenlanders zien dat anders en vinden ons in het commerciële verkeer maar bot en lomp. Beschaving komt van binnenuit, maar gedragsregels zijn te leren.

Een beetje rekening houden met bepaalde cultuurverschillen kan ervoor zorgen dat onze contacten heel wat soepeler verlopen. Etiquette, ook op zakelijk gebied, is altijd cultuurgebonden. Wat in het ene land heel normaal is, bijvoorbeeld boeren bij de maaltijd in China, is in de meeste andere landen ronduit beledigend. Als je deel uitmaakt van een cultuur, dan ervaren we bepaalde waarden die daarbij horen als vanzelfsprekend. Zo kennen we in Nederland een aantal vaste gebruiken waaraan de meeste mensen zich houden. Omdat het nu eenmaal zo hoort. Maar voor buitenlanders zijn die niet altijd te begrijpen.

Anticiperen op cultuurverschillen
Het feit dat Nederlanders bij de lunch vaak uitsluitend een broodje eten is voor veel andere Europeanen een vreemde gewoonte. Maar dat wij bij die lunch ook nog eens een glaasje melk drinken is voor bijvoorbeeld Italianen zelfs onbegrijpelijk. In de ogen van Italianen is melk een kinderdrankje. Wanneer een volwassen zakenrelatie in Italië melk drinkt, dan geeft dat bepaald geen positief beeld van hem als onderhandelingspartner. Terwijl de gemiddelde Amerikaan weer wél melk drinkt en er niets vreemds in zal zien als zijn Nederlandse partner dat dus ook doet.

Non-verbale gebaren hebben in diverse culturen een andere betekenis. Wees daar dus voorzichtig mee. Zo betekent het Nederlandse handgebaar voor oké in het Japans bijvoorbeeld een teken voor geld. Wij vinden het heel normaal elkaar aan te kijken als we met elkaar praten, wat men in Suriname weer heel onbeleefd vindt. De verschillen in cultuur maken het moeilijk om algemene richtlijnen voor het zakelijk verkeer met het buitenland te geven.

Toch een paar algemene tips:

  • Pas je kleding aan bij de gelegenheid. Verzorgde kleding en zelfs de kleurstelling stralen ook een boodschap uit. Gedekte kleuren, zoals een donkerblauw of grijs kostuum maken duidelijk dat jij en je gast of gastheer op gelijk niveau staan en het verder over de inhoud kunnen hebben. Een spijkerbroek, sportschoenen of ongepoetst schoeisel toont juist dat het jou allemaal niet zo interesseert.
  • Begroet in het buitenland, maar ook als jouw gasten hier langere tijd verblijven, iedereen elke dag individueel. In veel landen, bijvoorbeeld Frankrijk, is het gewoonte om elkaar elke dag de hand te schudden bij binnenkomst, zelfs als je jouw bekende op een terrasje tegenkomt.
  • Ben je tijdens bijeenkomsten of vergaderingen bewust van de verschillende culturen die aanwezig zijn. Vat veel samen en gebruik als dat even kan een (powerpoint) presentatie met dia's of illustraties, die zijn voor iedereen duidelijk.
  • Toon respect en zet vooroordelen op het gebied van ras, religie of afkomst overboord. Wees vooral voorzichtig met 'grappige opmerkingen', want humor is zéér cultuurgebonden.
  • Probeer aan het verwachtingspatroon van de ander te voldoen. Zoals geen alcohol gebruiken in islamitische landen of geen alcohol presenteren aan islamitische gasten; zelf eten wat je krijgt voorgezet. Als je om religieuze of gezondheidsredenen iets moet laten staan, dien je dat zeer bescheiden aan te geven.
  • Houd zelf ook rekening met jouw gasten waar het om voedsel gaat, bijvoorbeeld met gebruiken of spijswetten. Maar ook de al eerder genoemde ‘Hollandse lunch’ met broodjes en melk is voor een buitenlander onbegrijpelijk. In vrijwel alle andere culturen wordt ’s middags warm gegeten.

Formele Duitstalige landen
In het Duitstalige bedrijfsleven ziet men er over het algemeen goed verzorgd uit. Men kleedt zich gewoonlijk vrij formeel: mannen in gedekt pak, vrouwen in mantelpak of jurk. Het is aan te bevelen bij zakelijke contacten correcte conventionele kleding te dragen. Dus geen trui met broek of overhemd met stropdas op een spijkerbroek.

Hoewel over het algemeen op Duitse visitekaartjes de volledige voornamen zijn vermeld, betekent dit niet dat je Duitse zakenrelaties ook bij de voornaam noemt. In gesprekken wordt de achternaam altijd door 'Herr' of 'Frau' voorafgegaan. Wanneer iemand een titel heeft ('Doktor' of 'Professor') moet die titel voor de achternaam worden gebruikt: 'Herr Doktor XYZ'.

In het algemeen zijn onze oosterburen, maar ook de Zwitsers en Oostenrijkers, vriendelijk en hoffelijk. Zakelijk gedragen ze zich in tegenstelling tot de 'losse' Nederlander tamelijk afstandelijk en formeel. Enkele voorbeelden van het formelere gedrag:

  • In de regel wordt er niet getutoyeerd, je tutoyeert elkaar pas als je op heel vertrouwelijke voet met elkaar verkeert en dan nog pas op aangeven van de oudste of hiërarchisch hoogste gesprekspartner.
  • In tegenstelling tot wat in Nederland gebruikelijk is, verloopt een eerste zakelijk contact bij voorkeur schriftelijk, in plaats van telefonisch. Bij afspraken moet men zich stipt aan de afgesproken tijd houden.
  • In de Nederlandse bedrijfscultuur is men van nature ingesteld op consensus, in het Duitse bedrijfsleven heersen een sterke hiërarchie en afgebakende verantwoordelijkheden. Door die sterke hiërarchie moet je op het juiste niveau binnenkomen. Als communicatiespecialist komt je niet automatisch terecht bij de hoogste directie.

Traditioneel Groot Brittannië
In het Britse zakenleven zijn de verhoudingen over het algemeen traditioneler, conventioneler en meer gereserveerd dan in Nederland. In het Verenigd Koninkrijk kleedt men zich gewoonlijk vrij formeel, hoewel er uitzonderingen bestaan. Het is niet verstandig om in een oker of bruin jasje te verschijnen. Of met dassen en sokken met Mickey Mouse. Of zelfs maar bruine schoenen. “A gentleman never wears brown when he goes to town” is een bekende uitdrukking. Je kan als man het beste enigszins conservatieve, niet opvallende kleding dragen. Dames zijn iets vrijer in hun kledingkeuze.

Toch vormt de kledingkeuze niet het grootste probleem. Dat is – hoe vreemd het klinkt – vaak de taal, hoewel we toch allemaal goed Engels denken te spreken. Helaas denken de meeste Britten daar anders over, al zijn ze te beleefd om dat duidelijk te maken. Ze begrijpen best dat jouw Engels niet van hun niveau zal zijn, maar ze verwachten wel dat men zich vlot en ‘to the point’ kan voorstellen in een gesprek. Dit wordt ook wel 'pitchtalk' genoemd.

Nederlanders die met Britten werken kunnen vaak geen wijs worden uit de verkapte boodschappen. Een Engelsman, Ier, Schot of Welshman toont zelden openlijk dat hij het met zijn gesprekspartner oneens is. Als jouw Nederlandse baas aan je vraagt of je ook andere dingen leuk vindt, is dat een blijk van interesse. Een Engelsman die dat te horen krijgt gaat meteen solliciteren.  Dit soort interpretatieverschillen zijn er legio. Een uitdrukking als "This looks very interesting" betekent meestal dat de ander geen interesse heeft: volgende onderwerp graag! “You might consider going there” is een bevel en géén suggestie. Daarentegen betekent een opmerking als "We must meet sometime" in feite niets; vrijblijvender kan haast niet.

Aandachtspunten voor de omgang met Britse contactpersonen:

  • Bedenk bij het maken van afspraken dat jouw Britse contactpersoon erg stipt is en verwacht dat jij dat ook bent. Hoewel het in Londen niet altijd meevalt om goed in te schatten hoeveel tijd je met vervoer kwijt bent, moet elke eventuele vertraging onmiddellijk worden gemeld.
  • Lunchafspraken zijn in Engeland zeer gebruikelijk. Een dergelijke uitgebreide lunch begint vaak tussen 12.30 en 13.00 uur en kan lang duren. Bij zakelijke bezoeken neemt men in het Verenigd Koninkrijk doorgaans geen cadeau mee. Maar de kans bestaat ook dat je thuis wordt uitgenodigd. Het is dan gebruikelijk om wél een kleinigheid mee te nemen, zoals een souvenir uit Nederland, bloemen of chocolade. Na afloop wordt een kort bedankbriefje op prijs gesteld!
  • In het Verenigd Koninkrijk spreekt men elkaar vaak direct met de voornaam aan. Toch kan je beter in eerste instantie de aanspreekvorm Mr, Mrs of Miss gebruiken. Laat je door de gastheer voorstellen aan andere aanwezigen.
  • Je kunt niet beleefd genoeg zijn. Uitdrukkingen als 'please' (alleen als 'graag' of 'a.u.b.'!) en 'thank you' kunnen niet vaak genoeg worden gebruikt.

Smiling Verenigde Staten
Amerikanen zijn vaak formeler gekleed dan we denken, al hangt het sterk af van de branche. Het dragen van een pak door heren en een mantelpak door dames is in het Amerikaanse zakenleven aan te bevelen en standaard voor diners met potentiële klanten en/of partners.
Sommige bedrijven kennen de ‘casual Friday’ of ‘dress down Friday’. Dit houdt in dat men informeel gekleed gaat en geen afspraken maakt met mensen van buiten het bedrijf. Ook ’s avonds en in het weekend gaat men casual gekleed.

Amerikanen spreken elkaar al snel bij de voornaam aan, ook ouderen stellen dit op prijs. Beide partijen stellen zich voor met voor- en achternaam. Het uitwisselen van visitekaartjes is hierbij heel gebruikelijk. Gebruik visitekaartjes op het kleinere Amerikaanse formaat en besteed voldoende aandacht aan de vormgeving en titulatuur. Zakelijke titels zijn gebruikelijk, maar het is niet verstandig Nederlandse titels als drs., mr. of ing. op het visitekaartje te vermelden.

De meeste Amerikanen gedragen zich gastvrij en open. Buitenlandse partners die contact willen maken met hun Amerikaanse collega’s moeten zelf een formele of terughoudende opstelling zoveel mogelijk vermijden. 'Smile and keep smiling' is het beste devies. Amerikanen benaderen elkaar op een positieve en vriendelijke manier. Het contact gaat meestal niet zo diep, maar is wel hartelijk.

Amerikanen vatten het gezegde 'time is money' letterlijk op. Wees niet te langdradig en kom zo snel mogelijk 'to the point'. Bij het eerste zakengesprek valt men gelijk met de deur in huis. Je vertelt wie je bent en wat je doet, waarover het gesprek gaat, wat je wil en wat de voorstellen zijn.

Aandachtspunten:

  • Bevestig afspraken altijd, telefonisch of schriftelijk.
  • Kom in elk geval op tijd of bij voorkeur zelfs iets te vroeg. Amerikanen zijn stipt en nauwgezet.
  • In Amerika zijn werkontbijten en de lunch belangrijk voor het leggen van sociale contacten en voor de afronding van zaken.
  • Het diner is meer gereserveerd voor sociale contacten. Indien er sprake is van een uitnodiging bij een zakenrelatie thuis, dan is het gebruikelijk een kleinigheid mee te nemen en de volgende dag een bedankbriefje te sturen.

Het Middenoosten
Reken er niet op dat men in het Middenoosten stipt is, maar zorg ervoor zelf op tijd te zijn. Voor Arabieren kan het gewoon zijn een ander te laten wachten. Eén afspraak per dag, 's ochtends, is het beste.

Het zakenleven is een mannenwereld. Ga ervan uit dat uw partner een hoge status heeft. De gastheer stelt iedereen voor met academische en/of overgeërfde titel(s) en achternaam. Men geeft elkaar een hand. Na begroeting wijst de gastheer iedereen een zitplaats aan, met de belangrijkste persoon aan zijn rechterhand.

Het gesprek begint eerst met algemene beleefdheden: formaliteit, afstand en respect zijn geboden. Visitekaartjes – in tweetalig Engels/Arabisch –  worden uitgewisseld, met de Arabische tekst aan de bovenzijde gepresenteerd.

Aandachtspunten:

  • Op vrijdag (gewijde dag) worden geen zaken gedaan.
  • In Arabische landen is het niet netjes om met de benen over elkaar te zitten: het is namelijk beledigend om de ander jouw schoenzolen te tonen.
  • Geef in islamitische landen niets aan met je linkerhand en raak ook voedsel niet aan met je linkerhand. Dat is namelijk de hand waarmee je je reinigt en dus onrein. Wie met twee handen eet, heeft duidelijk geen manieren.
  • Voor sommige moslimvrouwen is elk lichamelijk contact ongepast, ook een hand geven.

Het Verre Oosten
Steek een van een Japanner gekregen visitekaartje niet achteloos weg, maar lees zorgvuldig wat erop staat en berg het in de binnenzak of tas. Stop het niet in de achterzak. Dat is daar een teken van minachting: je gaat er op zitten! Bij een Japanse gast behoor je het kaartje overigens met twee handen aan te pakken.

In zakenrelaties met Japanners speelt het geven en ontvangen van cadeaus een belangrijke rol. Aandachtspunten hierbij:

  • Het cadeau wordt pas overhandigd aan het eind van het bezoek. De reden daarvan is dat een cadeau staat voor vriendschap – en die groeit pas tijdens het onderhandelen.
  • In de Japanse cultuur is de wijze waarop iets wordt gegeven vaak belangrijker dan het cadeau zelf. Volgens Japanse begrippen dient een cadeau altijd fraai ingepakt te worden overhandigd. Japanners staan bekend om hun mooie inpak- en verpakmethoden.
  • Evenals in veel andere Aziatische culturen worden cadeaus nooit uitgepakt in het bijzijn van anderen.
    · Geef een Japanner nooit iets wits cadeau, want dat wordt geassocieerd met de dood.

Wat betreft maaltijden: vergeet in Japan of China niet om na het eten duidelijk hoorbaar te boeren. Eet in China je bord niet helemaal leeg; het zal onmiddellijk weer gevuld worden.

 

 

Telefoneren

Telefoneren

In het dagelijks leven komt het waarschijnlijk vaak voor dat je belt of dat je wordt gebeld. Aan de telefoon kun je verschillende situaties meema­ken. Sommige situaties zijn lang niet gemakke­lijk. De vraag is: wat moet je in moeilijke situaties doen en zeggen?

Telefoneren versus ‘directe’ communicatie

Wat is er nou zo bijzonder aan telefoneren? In eerste instantie zou je denken dat het niets uit­maakt of je direct met iemand spreekt of via de telefoon. Toch maakt het wel verschil:

-  Telefoongesprekken zijn vaak korter en snel­ler.

-  Je hebt geen oogcontact.

-  Je krijgt geen non-verbale signalen.

Non-verbale signalen (lichaamshouding, gebaren en dergelijke) leveren informatie op. In een tele­foongesprek moet je het zonder deze belangrijke informatie doen. Het gaat hierbij onder andere om informatie over gevoelens van mensen. Als je weet hoe iemand zich voelt, kun je beter reage­ren. Iemand die zich bijvoorbeeld verveelt, gaat wel eens onderuit zitten. Als je dat ziet, kun je daar meteen op inspelen. Maar helaas gaat dat niet aan de telefoon.

Je kunt met lichaamstaal regelen wie er aan de beurt is met praten. Dat klinkt heel vreemd, maar in gesprekken gebeurt dat. Probeer het maar eens uit. Mensen beginnen eerder te praten als je ze aankijkt dan als je ze niet aankijkt. Non-verbaal de beurt doorgeven of krijgen kan telefonisch niet. Daardoor is de kans op vergissingen in een telefoongesprek groter dan in een ‘normaal’ gesprek.

De hoofdwetten van telefoneren

De vijf hoofdwetten van telefonische communi­catie zijn:

1. Luister goed.

2. Stel vragen.

3. Stel de klant centraal.

4. Gebruik duidelijke taal.

5. Maak optimaal gebruik van je stem.


Goed luisteren doe je door:

-  te hummen en ja, ja-en

-  aantekeningen te maken

-  vragen te stellen

-  samen te vatten.

De klant centraal stellen doe je door:

-  vriendelijk te zijn

-  de naam van de klant regelmatig te noemen

-  begrip te tonen (bij teleurstelling zeggen: “wat vervelend”, of “het spijt me”

-  zinnen met ‘u’ te laten beginnen, bijvoorbeeld “U ontvangt van mij..” in plaats van “Ik stuur u..”

-  vragen te stellen

-  duidelijk te zijn.


Duidelijk taalgebruik kenmerkt zich door:

-  concreetheid: ‘5% korting’ in plaats van ‘een flinke korting’

-  vermijden van vakjargon

- spreken in de tegenwoordige tijd.

Een optimale telefoonstem:

-  is vriendelijk

-  is rustig

-  heeft het juiste volume

-  is enthousiast

-  is wisselend van intonatie

 - heeft een goede articulatie

- is een stem waarin de glimlach doorklinkt: telefoneer dus altijd met een glimlach op je gezicht.

Correct telefoneren in verschillende situaties

Hoe telefoneer je nu in de praktijk op professio­nele en prettige wijze? In deze paragraaf leggen we uit hoe je op correcte wijze een telefoonge­sprek kunt voeren. Ook kun je lezen hoe je het beste kunt reageren in verschillende ‘lastige’ tele­foongesprekken.

Telefoon opnemen (binnenkomende gesprek­ken):

Als je de telefoon opneemt, groet dan eerst, noem dan de naam van je bedrijf en zeg vervol­gens je naam. Met een groet begint het telefoon­gesprek al op een vriendelijke manier en daarbij stimuleer je de ander om te reageren. Bovendien geef je de ander zo kans om aan je stem te wen­nen voordat je echt belangrijke informatie (bij­voorbeeld je naam) geeft. Als je de telefoon op je werk opneemt, noem dan de bedrijfsnaam. De beller wil weten of hij het juiste bedrijf aan de lijn heeft. Eventueel kun je daarna je eigen naam noemen.

Uitgaande gesprekken

Als je naar buiten belt, is de meldtekst anders dan bij het opnemen van de telefoon: eerst groeten, dan je eigen naam zeggen en dan de naam van je bedrijf.

Een afspraak maken

Voor het telefonisch maken van een afspraak moet je weten op welke data je beschikbaar bent. Bekijk dat van tevoren, zodat je niet in je agenda hoeft te gaan bladeren op het moment dat je de gesprekspartner al aan de lijn hebt. Stel ook voor jezelf vast binnen welke termijn de afspraak moet plaatsvinden en een voorkeur voor het tijd­stip van de dag en de plaats. Hiermee voorkom je ‘onhandige’ afspraken en houd je het gesprek kort en krachtig

Inspreken op een antwoordapparaat

Veel mensen vinden een antwoordapparaat inspreken vervelend. Met de opkomst van mobiele telefonie en voicemail komt het echter steeds meer voor. Wees hierop voorbereid, zodat je weet wat je moet gaan zeggen. Hang niet op, want daar bereik je niets mee. Bedenk, voordat je belt, welke informatie van belang is voor degene die je belt. Als je bijvoorbeeld een afspraak wilt maken, laat dat dan weten. Dan is degene die je belt al op de hoogte van je voornemen en kan hij alvast in zijn agenda kijken. Als je bijvoorbeeld een datum van een bijeenkomst wilt doorgeven, spreek de datum dan in.

Iemand doet jou een verzoek

Stel dat iemand jou telefonisch een verzoek doet, waar je niet direct op in kunt gaan. Bijvoorbeeld: je krijgt een klant aan de lijn die direct je baas wil spreken, maar je baas zit in bespreking en heeft je met nadruk gezegd dat hij niet gestoord wil wor­den. Wat doe je? Probeer begrip te tonen voor de klant en leg hem uit dat je je baas zeker niet kunt storen. Bied je verontschuldigingen aan en geef de klant de garantie dat je baas hem zo snel mogelijk terugbelt.

Iemand een verzoek doen

Stel, je wilt graag aan iemand telefonisch een ver­zoek doen. Omdat de tijd waarin je aan de tele­foon praat over het algemeen vrij kort is, moet je kort en duidelijk zijn. Vertel toch iets over de achtergrond van je telefoontje en ook, indien relevant, waarom je juist hem benadert. Dit kan verwarring bij de luisteraar voorkomen en moti­verend werken. Laat hem vooral merken dat je dankbaar zal zijn voor zijn medewerking.

Informatie vragen

Als je telefonisch informatie wilt krijgen, zorg dan dat je van tevoren precies helder hebt wat je wilt weten. Oefen alvast in gedachten. Als je meerdere vragen hebt, bedenk dan ook de volg­orde van je vragen. Loop vooruit op het ant­woord dat je kunt krijgen en bedenk weer vragen daarover. Sluit het telefoongesprek af met een bedankje voor de informatie.

Telefoonnotitie

Zorg dat je aantekeningen maakt van gesprek­ken. Noteer altijd de naam en, indien relevant, de bedrijfsnaam van de beller. Maar ook als je zelf belt, moet je aantekeningen maken. Als je bij­voorbeeld informatie opvraagt, schrijf dan het antwoord op. Of als je bijvoorbeeld een afspraak maakt, schrijf dan de datum, het tijdstip en de plaats op. Eventueel ook een routebeschrijving en wat je mee moet nemen naar de afspraak. Allemaal belangrijke informatie die je misschien vergeet als je die niet opschrijft. Vraag gerust een momentje om alles op te schrijven. Vraag ook hoe je namen van mensen en plaatsen spelt.

Je kunt ook aantekeningen maken van en tijdens een telefoongesprek op een daarvoor bedoeld for­mulier. Een dergelijke ‘voorgeprogrammeerde’ aantekening noemen we een telefoonnotitie.

Een telefoonnotitie is meestal bedoeld voor anderen in het bedrijf. Het kan voorkomen dat een ander iets moet doen naar aanleiding van een door jou aangenomen telefoontje, bijvoor­beeld een afspraak maken. Je kunt dit dan in een telefoonnotitie zetten. Hieronder zie je een afbeelding van een telefoonnotitie.

Iemand hangt kwaad op

Het kan gebeuren dat je iemand aan de lijn krijgt die boos is en vervolgens ophangt. Wat doe je dan? Als je zijn telefoonnummer en/of adresge­gevens niet hebt, kun je niets doen. Heb je dat wel, ga dan niet meteen terug bellen, laat het eerst bezinken. Ga wel meteen uitzoeken of de beller terecht of onterecht kwaad was. Is de reac­tie van de beller terecht, verontschuldig je dan eventueel in een brief over het gebeurde.

De verbinding wordt per ongeluk verbroken Als de verbinding per ongeluk wordt verbroken, bel dan, indien mogelijk, terug. Als het toestel in gesprek is, hang dan direct op. Misschien pro­beert de ander jou te bellen. Ook al weet je niet waardoor de verbinding is verbroken, veront­schuldig je voor het ongemak.

Afschermen van telefoontjes

Met het afschermen van telefoontjes bedoelen we dat je op je werk of privé telefoontjes niet doorverbindt met de persoon naar wie de beller vraagt. Telefoontjes worden meestal afgeschermd als de persoon voor wie gebeld wordt, de beller eigenlijk niet wil spreken. Je kunt telefoontjes afschermen door te zeggen dat de persoon niet bereikbaar is op dat moment of door ze zelf af te handelen.

Storende geluiden

Je kent het wel, je bent telefonisch in gesprek en plotseling krijg je de kriebel in de keel. Aangeno­men dat mensen aan de telefoon wat minder geduld hebben, kun je je het beste verontschuldi­gen als je van dat soort dingen last krijgt. Denk hierbij ook aan de hik hebben en niezen. Ook kun je last hebben van storingen buiten jezelf, zoals bijvoorbeeld een radio die te hard staat of pratende mensen. Het beste kun je je dan veront­schuldigen en, zo mogelijk, meteen iets aan de situatie doen. Als je collega’s of huisgenoten te luidruchtig zijn tijdens het telefoongesprek, vraag ze dan vriendelijk of het wat zachter kan. Staat de radio te hard, maak dan even tijd vrij om hem zachter te zetten.

Telefoonalfabet

Misverstanden aan de telefoon kunnen ontstaan doordat je mensen niet kunt laten zien hoe je iets moet spellen. Daarom moet je extra duidelijk zijn en de letters met woorden aangeven volgens het telefoonalfabet.

Doorverbinden/wachtstand

Soms kun je een beller niet direct doorverbinden met de juiste persoon. Het toestel van deze per- soon kan in gesprek zijn of hij neemt de telefoon niet op. Als je niet direct kunt doorverbinden met de juiste persoon, vraag dan de beller of hij wil wachten of dat hij liever teruggebeld wil wor­den. Als hij wil wachten, zet de beller dan in de wachtstand door gebruik te maken van de rugge­spraaktoets. De beller hoort dan niet wat je zegt. Lukt het niet om binnen ongeveer een halve minuut iemand door te verbinden, vraag dan opnieuw of de beller wil wachten. Is dat niet mogelijk, stel hem dan voor om terug te laten bellen. Let op dat als je de beller uit de wacht­stand terugneemt, dat je je terugmeldt met het noemen van zijn naam. Geef ook aan degene met wie de beller doorverbonden wordt, de naam van de beller.

Als je zelf als beller wordt doorverbonden, zeg dan wie je bent en, indien relevant, van welk bedrijf je bent. Als je opnieuw wordt doorverbon­den, zeg dan opnieuw je naam en eventueel de bedrijfsnaam. Je weet namelijk niet zeker of degene die opneemt, dat al weet.

Wanneer je wordt doorverbonden is het niet altijd duidelijk met wie van welke afdeling je spreekt. Als je daar niet helemaal zeker van bent, vraag daar dan naar. Je kunt er beter zeker van zijn dat je de juiste persoon aan de lijn hebt, dan dat je een heel verhaal vertelt tegen de verkeerde persoon.

 

 

Telefoongesprek

 TIPS VOOR HET COMMERCIËLE TELEFOONGESPREK

1. Behandel de klant met respect. Hij is net als jij een weldenkend persoon die in staat is een eigen oordeel te vormen.

2.Wek geen verwachtingen waaraan je niet kunt voldoen.

3. Probeer jezelf in de wensen en problemen van de klant in te leven. Maak ze niet minder belangrijk, neem ze serieus.

4. Uit de klant bezwaren, ga dan in op de kritiek. Is het bezwaar emotioneel getint, zoals bij twijfel, aversie of verzet, ga dan in op de spanning en probeer die te verwoorden. Is het bezwaar een gevolg van te weinig kennis van zaken, verschaf dan de nodige informatie.

5. Zorg voor een goede overlegsituatie met de klant. Neem het den kwerk niet van hem over, maar denk samen en geef de klant de gelegenheid het probleem zoveel mogelijk zelf op te lossen.

6. Dwing de klant niet te doen wat jij het beste vindt.

7. Dienstverlenende organisaties die een goede verstandhouding met hun klanten willen onderhouden, richten hun aandacht op de wensen en de belangen van de klanten.

TIPS VOOR LASTIGE SITUATIES

De ratelslang

Allemaal kennen we de ratelslang aan de telefoon; de beller, die denkt, dat hij bij jou het hele verhaal kwijt kan en dus maar niet ophoudt.

Wat doe je ermee?

1. Wacht op de eerste adempauze (zelfs een ratelslang moet eens ademhalen).

2. Onderbreek dan.

3. Verontschuldig je voor het onderbreken (niet sorry, of neem me niet kwalijk, maar het spijt me).

4. En dan:

Niet: ‘Voordat je verder gaat.’

Wel: ‘Voordat je je vraag / verhaal nog eens moet vertellen.’ Niet: ‘Ik ben maar een telefoniste, ik weet er niets van.’

Wel: ‘Ik ga je doorverbinden met ....(afdeling en persoon), die weet er meer van / weet er alles van / kan u verder te woord staan.’

Naam niet verstaan

Soms kun je de naam niet verstaan, zelfs niet na een paar keer vragen. Niet: ‘Hoe was je naam.’

Wel: ‘Mag ikje naam nog eens horen?’

‘Wilje de /je naam nog eens zeggen / herhalen?’ ‘Mag ik je vragen hoe de naam is?’

‘Hoe is je / de (eigen) naam?’

Heb je de naam nog niet goed gehoord, dan vraag je om deze te spellen. Sommige personen met moeilijke namen zijn dit gewend en spellen dan heel snel. Wat doe je hiermee?

Spel l a n g z a a m mee, het liefst met de namen van de letters. Hierdoor gaat de beller automat isch met je meespellen.

Niet bereikbaar

Soms is de gevraagde persoon niet bereikbaar / aanwezig. Wat is de beste oplossing?

Niet: ‘Sorry, de heer De Wit is er niet!’

Wel: ‘Het spijt me, de heer De Wit is er niet!’ ‘Mag ik de boodschap aannemen?’

‘Mag ik zijn secretaresse / afdeling geven?’

‘Kan iemand anders helpen?’ (Bij ja: wel even zeggen met wie je

doorverbindt!)

‘Mogen / kunnen we terugbellen?’

 Als de gevraagde persoon in gesprek is,

‘Kun je wachten?’

‘Wil je wachten?’

‘Heb je tijd / gelegenheid even te wachten?’

Het beste voor beide partijen is deze oplossingen in keuze aan te bieden: Bijvoorbeeld: ‘Wil je wachten of mogen / kunnen wij terugbellen?’

Gebruik oplossingen en keuzes die in jouw situatie het best uitkomen! De beller zal dan uit twee keuzes kiezen!

Telefoonnummers doorgeven:

> Kengetalgroeperen: 070 of 049–50 of 016–24 > Netnummers doorgeven in losse cijfers.

Niet:      46–84–50

Wel:      4–6–8–4–5–0 

 

PRAKTISCHE TIPS VOOR TELEFOONGESPREKKEN

1. Neem de telefoon zo snel mogelijk op (maximaal driemaal over laten gaan). (Dit geldt zowel voor binnenkomende, als doorverbonden gesprekken.) Wachten aan de telefoon lijkt extra lang te duren!

2. Spreek duidelijk, iets langzamer dan bij oog?in?oog contact en gebruik bij voorkeur korte zinnen.

3. Neem de telefoon op met een glimlach, je stem heeft daardoor een vriendelijkere klank!

4. Leg in je stem een vriendelijke en besliste klank, vermijd agitatie en irritatie. Blijf vriendelijk, ook tegen mensen die zich wat dom of minder correct gedragen.

5. Pas op voor een monotone of zangerige stem.

6. Zorg ervoor alle noodzakelijke gegevens bij de hand te hebben. Denk aan schrijfwaar, notitieblok en (vanzelfsprekend) aan toestelnummers.

7. Zorg dat je weet, wie je waarvoor moet hebben, ken je bed rijf en de activiteiten (advertenties etc.).

8. Let op je woordkeuze, vermijd uitdrukkingen en worden als: ‘Moet je horen’, ‘Wie moet je hebben’, ‘Okay’, ‘Ja hoor’, ‘Daaaag’, ‘Doei’, ‘Wil je erachter hangen?’, etc. Vermijd vakjargon of kretologie. Form uleer duidelijk en spreek duidelijk en positieve taal.

9.Besefte allen tijde: De actie is aanjou!

10. Houd het gesprek zakelijk met een persoonlijke tint. Het gebruiken van de persoonsnaam, het refereren aan eerdere contacten, etc. Deze zaken ma ken het contact plezieriger, verkorten de afstand en stellen de gesprekspartner op zijn gemak.

11. Meld je bij binnenkomende gesprekken:

‘Goedemorgen, ...(Naam van je bedrijf) met ...(Eigen naam)’. Je geeft daardoor de ander de gelegenheid zich in te stellen op je stem. Bovendien duurt soms het doorverbinden enkele seconden, waardoor vaak de eerste lettergrepen verloren gaan.

12. Moet een beller wachten, omdat je de gevraagde informatie moet opzoeken, vertel dan waarom en vraag of de ander wil of kan wachten (maximaal 20 seconden). Gebruik altijd de wachtstand. Vraag eventueel of je kunt terugbellen. Als je de lijn terugneemt, gebruik dan altijd de naam van de beller en bedank voor het wachten.

13.Concentreer je zo optimaal mogelijk wanneer je een telefoongesprek voert.

14. Schrijf op wat je niet weet, of niet kan. Bespreek die ‘problemen’ of vragen.

15. Leg alle beloftes en niet routinematige zaken onmiddellijk vast (en kom ze na)!

16. Bespreek, zo mogelijk, samen met je collega’s je gesprekken. Sta open voor kritiek. Leer ervan en verbeter; Groei.

17. Vermijd ‘modewoorden’, zelfs ‘sorry’ is voor zakelijk telefoonverkeer niet correct genoeg; ‘het spijt me’ is veel beter.

 18. Concentreer je op het verstaan van de naam; het klinkt toch heel correct wanneer je de naam eens (verschillende keren, afhankelijk van de lengte van het gesprek) kunt noemen.

19. ‘Hoe is je naam’ is beter dan ‘Hoe was je naam’!

20. Realiseer je voortdurend het gemis aan visueel contact. Compenseer dit door duidelijk taalgebruik (articulatie, intonatie, volume en spreektempo) en beeldend woordgebruik.

21. Met een opmerking sluit je het gesprek, met een vraag open je het (weer).

22. Resumeer bij de afsluiting van het gesprek concreet wat is afgesproken.

23. Als laatste: verplaats je in de beller!

24. Bereid je voor op het gesprek, dit vergroot de effectiviteit. Gebruik een ‘spiekbriefje’ of telefoonscript.

Tien tips om de telefoon goed op te nemen

Tien tips om de telefoon goed op te nemen.

"De Nederlandse werknemer heeft geen idee hoe hij de telefoon professioneel opneemt." Dat stelt Arnoud Koek. " Maar het is wel het visitekaartje van de onderneming en zichzelf." Om hoog opgeleide professionals te beschermen tegen telefoonblunders, stelde hij een tiplijst op.

1. Neem de telefoon op met een glimlach
2. Laat de telefoon niet meer dan drie keer overgaan
3. Bellers horen het eerste woord niet, begin daarom altijd met goedemorgen of goedemiddag
4. Spreek langzamer dan bij fysiek contact
5. Luister goed naar de beller, niet alleen naar wat hij zegt, maar vooral hoe hij het zegt
6. Gebruik positieve, oplossingsgerichte taal
7. Gebruik actieve taal, vertel wat u gaat doen
8. Leef u in, toon empathie
9. Maak het gesprek persoonlijk, gebruik af en toe de naam van de beller
10. Blijf te allen tijde correct 

Glimlach

Maar wat heeft het voor zin om te glimlachen? Niemand ziet dat toch? Koek: "Een glimlach wordt ook gehoord. Zo helpt het de werknemer om positief te klinken." Maar er is meer. "Werknemers hebben het vaak zo druk dat ze het als storend ervaren als de telefoon overgaat. Terwijl een telefoongesprek juist klanten aan hen kan binden. Als de klant hoort dat de werknemer er niet volledig met zijn aandacht bij is, wordt hem dat aangerekend." En dat kunnen veel bedrijven zich niet permitteren in tijden van crisis. 

Lawaai

Het probleem ligt overigens niet altijd bij de werknemer zelf. "Drukke ruimtes met veel stemmen en geluiden op de achtergrond leiden ook af. Die zijn funest voor de klantbeleving en bevatten een hoog afbreukrisico voor het imago van de organisatie," aldus Koek.

 

Telefoonscript

LWP 10 Voert promotieactiviteiten uit

LWP 10 Voert promotieactiviteiten uit

Commercieel medewerker binnendienst

Omschrijving

 De commercieel medewerker binnendienst voert in opdracht en op basis van de activiteiten beschreven in het verkoopplan promotieactiviteiten uit. Hij informeert (interne) klanten over de organisatie en het assortiment en introduceert nieuwe producten en/of diensten door middel van presentaties, demonstraties en mailings. De commercieel medewerker binnendienst biedt ondersteuning aan de beurs c.q. de beursstand. Hij ondersteunt met name bij de voorbereiding, zoals het regelen/klaarzetten van promotiemateriaal.

Gewenst resultaat

-       De organisatie, het assortiment, nieuwe producten en/of diensten zijn op een positieve manier onder de aandacht gebracht.

-       De (interne) klant is op de hoogte van de (allerlaatste) ontwikkelingen.

Vakkennis en vaardigheden

-       Computersystemen en -pakketten toepassen (waaronder Office en CRM-software)

-       Demonstratievaardigheden toepassen

-       Interculturele vaardigheden toepassen

-       Inzicht in omgangsvormen tonen

-       Inzicht in relevante marketingbegrippen tonen

-       Mailingsystemen toepassen

-       Mondelinge en schriftelijke taalbeheersing MVT

-       Mondelinge en schriftelijke taalbeheersing Nederlands

-       Presentatiehulpmiddelen kiezen/gebruiken

-       Presentatievaardigheden toepassen

-       Producten en diensten van de organisatie beoordelen

-       Relatiebeheersysteem toepassen

-       Wet- en regelgeving en organisatiespecifieke afspraken en protocollen toepassen

 

Junior accountmanager

Omschrijving

De (junior) accountmanager voert op basis van het verkoopplan promotieactiviteiten uit. Zo oördineert hij het opstellen en versturen van mailings en promotieaanbiedingen, bereidt stands op (regionale) beurzen voor en verzorgt seminars. Ook bemant hij stands, bezoekt zelf beurzen en hij spreekt met accounts op de beurs af. Op verzoek ondersteunt hij accounts bij hun promotieactiviteiten.

Gewenst resultaat

-       De organisatie en het producten-/dienstenpakket zijn op positieve wijze onder de aandacht van (potentiële) klanten gebracht.

-       Klanten zijn op de hoogte van de laatste ontwikkelingen.

Vakkennis en vaardigheden

-       Computersystemen en -pakketten toepassen (waaronder Office en CRM-software)

-       Demonstratievaardigheden toepassen

-       Interculturele vaardigheden toepassen

-       Inzicht in omgangsvormen tonen

-       Inzicht in relevante marketingbegrippen tonen

-       Mailingsystemen toepassen

-       Mondelinge en schriftelijke taalbeheersing MVT

-       Mondelinge en schriftelijke taalbeheersing Nederlands

-       Presentatiehulpmiddelen kiezen/gebruiken

-       Presentatievaardigheden toepassen

-       Producten en diensten van de organisatie beschrijven

-       Relatiebeheersysteem toepassen

-       Wet- en regelgeving en organisatiespecifieke afspraken en protocollen toepassen

 

De zes leervragen

 

1 Wat ga ik leren?

Hier gaat het erom dat je kunt vertellen wat jij wilt leren: vaardigheden, attitude, kennis en inzicht. Je kiest daar¬voor een competentie, een werkproces, een beroepsproduct, een taalvaardigheid en een beroepssituatie.

2 Hoe ga ik dit leren?

Je gaat nu uit van de beroepssituatie(s) die je in stap 1 gekozen hebt. Bij elke situatie staat de ondersteuning beschreven. Je kiest welke ondersteuning je nodig hebt. Je bepaalt hoe je gaat leren bij de situatie: zelfstandig, lessen volgen, simulatie, bpv enzovoort.

3 Wat ga ik maken/doen?

Je beschrijft de eigenschappen van de gekozen beroepsproducten. Vraag dit na bij experts. Beschrijf ook welke eisen die eigenschappen van de producten aan jouw competenties stellen.

4 Hoe ga ik dit maken?

Je maakt een tijdsplanning met lessen, zelfstandig wer-ken, met wie, wan neer enzovoort (pap).

5 Wat ga ik evalueren?

Beschrijf wat je wilt evalueren. Ben je tevreden over je beroepsproducten? Zijn je competenties verder ontwik-keld? Heb je volgens je plan van aanpak gewerkt of heb je dit plan tussentijds aangepast?

6 Hoe ga ik evalueren?

Je bepaalt zelf hoe, met wie en wanneer je je resultaat bespreekt. Overleg dit met je begeleider.

 

 

Opdrachten

Opdracht 1: Landstede CAR, een pakkende huisstijl!

1.  Landstede CAR: een pakkende huisstijl!

 

De fusiebrief ligt klaar. Factoor CAR Zwolle en Landstede autogtroothandel Raalte hebben het besluit genomen om te fuseren. De nieuwe naam wordt Landstede CAR gevestigd in Zwolle. Maar de heer Peeters wil nog advies over een nieuw te ontwikkelen huisstijl voor Landstede CAR.

Han, jouw partner, vraagt: “Kunnen wij enkele dragers van de bestaande huisstijlen van de beide ondernemingen krijgen?”

Peeters: “Geen probleem, Sabine geeft jullie straks van alles mee, voor je vertrekt. Maar let goed op. Het is de bedoeling dat jullie een voorstel doen voor een nieuwe huisstijl. Je hoeft de huisstijl nog niet volledig uit te werken. Kom met ideeën. Geef ons een drietal voorbeelden voor logo’s en briefpapier. We willen een nieuwe, unieke, onderscheidende en herkenbare huisstijl.”

Han maakt weer aantekeningen: “Oké, maar wilt u ook weten hoe een nieuwe huisstijl wordt ontwikkeld? En wie kunnen daar allemaal bij helpen?”
“Precies”, roept Peeters. “Dat wil ik ook!”

 

Op te leveren producten:

1. Ontwerp drie logo’s, het daarbij behorende briefpapier en maak 3 visitekaartjes met de ontworpen logo’s.
2. Beschrijf een plan van aanpak voor een nieuw te ontwikkelen huisstijl.

Eisen aan op te leveren producten:

1. De logo’s moeten verschillend zijn: een woordlogo, een beeldlogo en een gecombineerd logo


2. a. Het briefpapier moet een Wordsjabloon zijn
2.b. Het briefpapier moet voorzien van:
      het logo,
      de plaats en de datum
      ruimte voor de gegevens van de geadresseerde 
      uw eigen gegevens (naw-gegevens, telefoon, fax, bankgegevens,etc)

        Landstede Car
        Zwolsestraat 1
        8301 AA Zwolle
        Tel:  088-8505050 
        Fax: 088-8505051
        E-mail (algemeen): landstede.car@gmail.com
        E-mail (promotieactiviteiren): landstede.promo@gmail.com
        ING: 123456789

      ruimte voor het onderwerp 
      ruimte voor de aanhef 
      ruimte voor de tekst van de brief 
      het onderschrift met een afsluitende groet, uw handtekening en naam 
      ruimte voor de naam van een eventuele bijlage

3. Visitekaartjes maak je met Publisher (Office 2007 / 2010)
4. Het plan van aanpak moet voorzien zijn van o.a. een tijdpad, een overzicht van activiteiten en afspraken over resultaten.

Werkproces: 3.2
Competenties: E, G, I, J, K, M, O, Q, R

Opdracht 2: Landstede CAR - reclameadvertentie

2.  Landstede CAR: reclameadvertentie

Landstede CAR is een groothandel in trendy autoaccessoires in Raalte. Meteen toen ze in 2010 hun diploma Vestigingsmanager groothandel behaalden, zijn de broers Tim en Bettus Landstede, voor zichzelf begonnen. Het viel niet mee voldoende afnemers te vinden. Ja, hun vader en broer, die allebei autodealer in Zwolle zijn. En twee ooms in Harderwijk.

Han en jij, samen gedetacheerd vanuit het bedrijf Advertise4U, hebben van de afdeling Acquisitie een opdracht ontvangen. Tim Landstede vertelt enthousiast: “Dit jaar wordt ons tweede jaar. We willen aan nog meer familieleden gaan leveren. Maar dan moeten we meer werken aan de vraag naar onze artikelen. Zo simpel is het.”

Bettus: “Ons assortiment is inmiddels zo uitgebreid dat 95 procent van alle bestaande autoaccessoires door Landstede CAR. te leveren is. We hebben nog drie neven in Keulen (of Madrid, of Parijs) en de twee neven in Manchester, met autobedrijven.”

Tim weer: “We willen samen met hen een paginagrote advertentie plaatsen in een krant in hun land. Zij, als de autohandelaren, richten zich tot hun consument. Maar in die advertentie vullen wij, Lanstede CAR dus, een deel van 25 bij 25 cm.”

Jij kent dit soort acties wel. Maar de naam ervan schiet je even niet te binnen.

Han vraagt: “Willen jullie dan dat wij vanuit Advertise4U de opzet voor de hele advertentie maken? Of voor dat deel van Landstede CAR.”

Tim: “Nee, alleen voor ons deel. En jullie moeten benadrukken dat we aan 95 procent van alle autoaccessoires kunnen komen.”

Bettus: “We vragen jullie ook om de ontwikkelingen in de verschillende buitenlandse markten te bestuderen, zodat jullie precies die artikelen aanbevelen die op dat moment in Engeland en Duitsland trendy zijn.”

Han noteert en kijkt jou aan. Je zucht zachtjes.

Han: “Maar mijn beste heren, dat is juist de specialiteit van Advertise4U. Wij gaan verder waar de concurrent stopt. Dus: de producten die in de advertentie in Duitsland (Spanje, Fran krijk) worden aangeboden, hoeven dus niet dezelfde te zijn als die in Engeland. Sterker, dat zou toevallig zijn, nietwaar? De advertentie moet klanten naar de betreffende bedrijven trekken en de informatie moet volledig zijn.”

Tim en Bettus kijken elkaar tevreden aan.

Han besluit: “Wij maken een opzet waar elke drukker mee uit de voeten kan. En u levert de adressen van die neven aan, zodat we die in de advertentie kunnen verwerken.”

Op te leveren producten:

1. Reclameadvertentie in het Nederlands
2. Reclameadvertentie in het Engels
3. Reclameadvertentie in het Duits

Eisen aan de op te leveren producten:

De inhoud van de 3 advertenties mag niet hetzelfde zijn, d.w.z.
            -  verschillende producten moeten worden aangeprezen
            -  afbeeldingen moeten corresponderen met de tekst van de advertentie
            -  logo LANDSTEDE CAR in advertenties opnemen

Werkproces: 3.2
Competenties: G, I, J, K, Q

 

Opdracht 3: Landstede CAR - flyers in Engels en Duits

3.  Landstede CAR: flyers in Engels en Duits.

Tim Landstede van Landstede CAR. belt naar Advertise4U. Jij neemt de telefoon op, want Han is er niet.

Tim: “Ik heb het er met mijn broer over gehad. We vinden een advertentie alleen niet voldoende. Als er naar aanleiding van de advertentie klanten een bezoek brengen aan de bedrijven van onze neven, dan geven we een flyer mee. Dus die moet ook in het Engels en Duits, net als de advertentie.”

Jij zegt: “Een heel goed idee. Dat ondersteunt de mond-tot-mondreclame. Wat u ook kunt doen, is de flyers in de binnensteden laten uitdelen door opvallend aangeklede jongeren. Op rollerskates of zo!”

Het is even stil aan de andere kant van de lijn. Je schrikt en vraagt je af of je nu niet te brutaal bent geweest. Dan: “Helemaal geen gek idee. Ik zal het erover hebben met Bettus. Maar, even samenvattend, jij en Han laten ons, pakweg, vier verschillende ontwerpflyers zien. Dan doen wij een keuze.”

Op te leveren producten:

2 ontwerpflyers in het Engels 
2 ontwerpflyers in het Duits.

Eisen aan de op te leveren producten:
1. Flyers moeten gemaakt worden met Publisher.
2. Correct Engels en Duits
3. Wervend taalgebruik
4. Logo Landstede CAR moet gebruikt worden
5. Taalgebruik moet wervend zijn.
6. Flyers moeten professionele uitstraling hebben.

Werkproces: 3.2
Competenties: G, I, J, K, Q

 

Opdracht 4: Landstede CAR - promotiedagen - uitnodigingsbrief

4.  Landstede CAR: promotiedagen - uitnodigingsbrief

Landstede CAR is een nieuwe speler op de markt van auto-onderdelen in Nederland. Je krijgt net van de directeur Tim Landstede  het visitekaartje in je handen gedrukt. 

Landstede CAR
Tim Landstede
Boerendanserdijk 20
8000 AZ ZWOLLE

Tel.: (038) 038 03 83
Fax: (038) 038 03 84

Jullie zitten met vijf mensen rond de tafel: directeuren  Tim Landstede en Bettus Landstede, Han (jouw collega), mevrouw Lans (directielid Advertise4U) en jij.

Directeur Tim Landstede: “We willen een marktaandeel veroveren door een nieuwe manier van verkopen. Met promotiedagen!”

Mevrouw Lans: “Wij hebben dat wel eens meer gedaan. Toen nodigden we detaillisten uit per regio in een hotel voor een promotiedag. Elke regio een keer in de vier maanden.”

Directeur Bettus Landstede: “Dat is ook ons idee. Nederland wordt verdeeld in zes regio’s. En de detailhandel net over de grens in Duitsland kunnen we daarbij meenemen. Duitse detaillisten kunnen gewoon verblijven in Nederlandse hotelaccommodaties.”

Na wat brainstormen staat er het volgende programma op papier.

10.00 uur         Welkom met koffie en gebak
10.30 uur         Bedrijfspresentatie
12.00 uur         Lunch
12.45 uur         Productpresentatie
13.30 uur         Individuele afspraken met de heer Tim Landstede / Bettus Landstede of een vertegenwoordiger

Mevrouw Lans: “Wij zorgen voor de uitwerking van de plannen. Het lijkt mij handig dat Landstede CAR haar promotiedagen in de hotels van de Golden Tulip houdt. Of, als dat niet te realiseren is, bij Van der Valk.”

Han: “Wij kunnen een voorstel doen voor het verdelen van Nederland in zes regio’s en daar de hotels bij zoeken. Die hotels moeten natuurlijk beschikken over de faciliteiten om een bedrijfspresentatie te houden.” Mevrouw Lans: “Tim en Bettus Landstede, u ontvangt van ons binnen twee weken een conceptuitnodiging. Waarin we alle plannen concreet hebben uitgewerkt. Een voorbeeld van een uitnodiging zoals die naar de klanten kan worden gestuurd. Met een routebeschrijving naar het hotel, zodat de afnemers daar makkelijk kunnen komen.”


Op te leveren eindproducten:

1. Uitnodigingsbrief voor de promotiedagen in het Nederlands.
2. Uitnodigingsbrief voor de promotiedagen in het Duits.


Eisen aan de op te leveren producten

1. Zakelijke correspondentiebrief.
2. De uitnodiging moet zijn opgesteld in correct Nederlands en in correct Duits
3. De uitnodiging moet wervend en volledig zijn.
4. Een correcte routebeschrijving naar de verschillende hotels.
5. De hotels mogen slechts tot de Golden Tulip- of Van der Valkketens behoren.
6. In deze hotels moet ruimte beschikbaar zijn om de presentatie te kunnen houden.

Werkproces: 3.2
Competenties: G, I, J, K, Q, R, S, T, X

 

Opdracht 5: Landstede CAR - overzicht promotiemiddelen

5.  Landstede CAR: overzicht promotiemiddelen

 Tim en Bettus Landstede hebben een bloeiende groothandel in auto-onderdelen te Raalte. Gespecialiseerd in auto-onderdelen staan Tim en Bettus Landstede bekend om ouderwetse kwaliteit. De onderneming telt dertig medewerkers en heeft een omzet van 10 miljoen euro.

 Landstede CAR moest het hebben van de mond-tot-mondreclame. Af en toe een foldertje. Maar voor de nieuwe aanpak willen Tim en Bettus Landstede een uitgekiend promotieplan. Door een verdere uitbreiding van het assortiment willen Tim en Bettus hun onderneming een verjongingskuur geven. Groothandel Landstede CAR heeft Advertise4U gevraagd een specialist te sturen op het gebied van promotie. Wel nu, dat is Han. En jij gaat mee.

Tim Landstede: “Ik wil dat Advertise4U mij een overzicht verschaft van de verschillende promotiemiddelen die er zijn. Ik wil inzicht hebben in welke promotiemiddelen er zijn, waar ze geschikt voor zijn en waar ze minder geschikt voor zijn. Zodat ik op basis daarvan keuzes kan doen.”

Op te leveren product:

Een overzicht van de verschillende promotiemiddelen waarbij aangegeven wordt waar deze geschikt voor zijn en waar deze minder geschikt voor zijn.

Eisen aan het op te leveren product:

1. Het overzicht van promotiemiddelen moet zijn opgesteld in correct Nederlands.

2. Het overzicht moet volledig en bruikbaar zijn.
3. Uit het overzicht moeten duidelijk de voor- en nadelen van de verschillende promotiemiddelen naar voren komen en de mogelijkheden om ze in te zetten.

Werkproces: 3.2
Competenties: G, I, J, K, M, N, Q, R, S, T

 

Opdracht 6: Landstede CAR - promotiekosten

6.  Landstede CAR: promotiekosten

 Han en jij hebben Tim en Bettus Landstede in een mooi overzicht de verschillende promotiemiddelen uiteengezet. Tim Landstede: “Heren, dat ziet er geweldig uit. Ik heb er zin in. Maar ja, ik ben wel ondernemer.”

Han: “Ja, reclame kost geld.”

Tim Landstede: “Prima, prima, promotie mag wat kosten. Maar niet teveel.”

Han: “Kunt u een indicatie geven.”

Tim: “Ik verwacht met de auto-onderdelen een omzetstijging te realiseren van 10 procent per jaar. Daarvan zou ik 10 procent kunnen reserveren voor promotie. Mijn groeiplannen zijn serieus. Kunnen jullie bij de verschillende promotiemiddelen een overzicht van de kosten geven?”

Han: “Geef ons twee dagen en dan komen we ook met enkele voorstellen.”

Als Tim en Bettus Veldkamp zijn vertrokken, richt Han zich tot jou. “Sorry, ik heb vandaag en morgen geen tijd. Maar ik denk dat jij dit ook gemakkelijk kunt.” Je mond valt open.

Han: “Gewoon even internet kijken en bellen. Maak een opzetje voor het voorstel. Dan nemen we dat morgenmiddag samen door.”

Op te leveren product:

Een rapport met daarin tenminste 6 promotiemiddelen + de daarbij horende kosten

Eisen aan het op te leveren product:

1. Het rapport moet zijn opgesteld in correct Nederlands.
2. Het rapport kent een inhoudsopgave, inleiding, beschrijving promotiemiddelen, conclusie en bronvermeldingen
3. Bij elk promotiemiddel moeten de voor- en nadelen worden vermeld.
4. Het rapport moet correcte berekeningen bevatten.

Werkproces:  3.2
Competenties: G, I, J, K, M, N, Q, R, S, T

 

 

Opdracht 7: Landstede CAR - bedrijvenoverzicht

7.  Landstede CAR:Wie kan Tim Landstede helpen? - bedrijvenoverzicht

 Tim Landstede bestudeert jullie overzicht en het voorstel. Zijn borstelige wenkbrauwen gaan omhoog.

“Dat bedoel ik,” roept hij enthousiast, “uitstekend werk.” Han knipoogt naar jou.

“U weet welke promotiemiddelen u kiezen kunt en wat dat zal kosten”, vat Han samen. “En, meneer Landstede, wat u nu nog nodig hebt, is informatie over welke bedrijven voor u promotiemiddelen kunnen ontwikkelen.”

(...)

Han: “Meneer Landstede, wij kunnen u informeren welke bedrijven dat voor u kunnen doen. Morgenmiddag al. Bovendien geven we u advies, beargumenteerd en al, met welk bedrijf u het best in zee kan gaan. Advertise4U staat garant.”

Die blik in de ogen van Han ken je. Je wordt al onrustig.

Landstede vertrekt als een gelukkig man. Han glimlacht naar jou.

“Ja, ja, ik doe het,” zeg je, “ik wist het al van te voren.” “Oké, maar ik verwacht dat jij nu het hele werk doet. Advies en argumenten. Dat je het ook naar Landstede onder woorden brengt.”

Op te leveren product:

Een overzicht van drie bedrijven die ondersteuning bij de promotie zouden kunnen bieden en een advies met welk bedrijf men in zee zou moeten gaan.

Eisen aan het op te leveren product:

1. Het rapport moet zijn opgesteld in correct Nederlands.
2. Het rapport kent een inhoudsopgave, inleiding, beschrijving bedrijven, advies en bronvermeldingen
3. De informatie over een bedrijf moet vol ledig zijn.
4. Er moeten criteria worden opgesteld waar bedrijven op worden geselecteerd.
5. Het advies moet onderbouwd zijn met argumenten gebaseerd op de gestelde criteria.

Werkproces:  3.2
Competenties: E, H, G, I, J, K, M, N, Q, R, S, T, X

 

 

Opdracht 8: Landstede CAR - Nieuwsbrief

8. Landstede CAR: nieuwsbrief

Tijdens een vergadering van de directie van Landstede CAR is het volgende besloten.
• Er moet een adressenbestand worden opgesteld van de prospects (autodealers-bedrijven) in de drie noordelijke provincies (Groningen, Friesland, Drente).
• Alle prospects ontvangen een nieuwsbrief en worden binnen twee maanden bezocht.
• Voor cold, warm en hot prospects wordt een plan van aanpak met betrekking tot de follow up opgesteld en voorbereid.

Bettus Landstede brengt deze besluitenlijst in tijdens de vergadering van de afdeling Commerciële binnendienst. Iedereen was bezig in slaap te vallen, maar nu is iedereen klaarwakker. Geroezemoes. Iemand roept dat het nu al heel druk is op de afdeling. Voor de gewone werkzaamheden is tijd te kort. Bettus Landstede: “Ik weet het. Helaas. Cynthia valt voor dit project af vanwege haar naderende zwangerschapsverlof. Dus dacht ik aan jullie, Han en Herman!

Han: “Het is wel veel werk om erbij te doen.”

Bettus: “Tja.” Zijn gezicht zegt zoiets als: en toch moet het worden gedaan.
Herman roept plotseling: “Maar ... hee ... we hebben een nieuwe collega op de afdeling?”
Iedereen kijkt jou verheugd aan. Jij glimlacht en denkt: oei. Herman: “Dat is de oplossing. Ik kan als coach optreden.” Je glimlacht nog steeds.

Han: “Ik heb alle vertrouwen in onze nieuwe collega.” Bettus: “Ik vind dit een goed idee. Bespreek het met elkaar en dan hoor ik wel wat het is geworden.”

Herman geeft je opdracht eerst een plan van aanpak te maken. Ze neemt met je de besluitenlijst nog eens punt voor punt door. Je maakt aantekeningen.

Herman: “En nu je toch alles opschrijft. Kun je ook een bezoekschema voor de buitendienstmedewerkers opstellen? En een telefoonscript, voor als je gaat bellen. Ik zal je een lijst geven met de huidige voorraad auto-onderdelen.”

Op te leveren producten:

1. Adressenbestand autodealers van de noordelijke provincies.
2. Nieuwsbrief (Publisher)
3. Een plan van aanpak
4. Bezoekschema voor de buitendienstmedewerkers i.v.m. follow up
5. Telefoonscript i.v.m. de follow up

Eisen aan de op te leveren producten:

1. Adressenbestand in Excel
2. Nieuwsbrief in Publisher gemaakt
3. Plan van aanpak in Word (tabel) met wie, wat, wanneer en hoe?
4. Bezoekschema in Word (tabel), welk bedrijf, welke commerciële medewerker, wanneer?
5. Telefoonscript in Word uitgewerkt

Werkproces: 3.2
Competenties: A, E, G, I, J, K, M, N, Q, R, S, T, X

 

Opdracht 9: Landstede CAR - presentatie draaiboek in het Duits

9.   Landstede CAR: De Duitse actie: presentatie draaiboek in het Duits

Franz Schmitt, de manager in Duitsland van Landstede CAR, hoort van de nieuwsbriefactie in het noorden van Nederland. Tijdens het managementteamoverleg vraagt hij of deze actie uitgebreid kan worden met enkele delen van Duitsland. Want: steeds meer autodealers- bedrijven gaan in Nederland auto-onderdelen kopen. De verkoop stijgt daar explosief. Hij wil de Duitse actie opzetten voor de aan Nederland aangrenzende bondslanden . Dat voorstel wordt aangenomen. Jullie maken een uitgewerkt draaiboek voor de Duitse actie. De Duitse mailing i.v.m. de Duitse nieuwsbrief wordt opgesteld. Zelfs het script voor de belrondes wordt gemaakt, in het Duits uiteraard, waarin afspraken worden gemaakt voor de buitendienstmedewerker Duitsland. Jij presenteert d.m.v. een PowerPoint het draaiboek aan Franz Smitt in het Duits.

Op te leveren producten:

1. Presentatie van een uitgewerkt draaiboek in het Duits
2. Adressenbestand van Duitse autodealers – bedrijven
3. Telefoonscript in het Duits i.v.m. follow
4. Een e-mail in het Duits met de Duitse nieuwsbrief als bijlage
5. Een nieuwsbrief in het Duits

 Eisen aan de op te leveren producten:

1. PowerPoint in het Duits
2. Adressenbestand van 20 Duitse autodealers- bedrijven in Excel
3. E-mail in het Duits (Gebruik hiervoor je schoolmail of je privémail).
4. Nieuwsbrief in het Duits in Publisher
5. Het Duits moet van een acceptabel niveau zijn (CEF-niveau behorende bij je opleiding)

Werkproces: 3.2
Competenties: A, E, G, I, J, K, M, N, Q, R, S, T, X

 

 

Opdracht 10: Landstede CAR - een nieuwe lijn verlichting - mailing

10.  Landstede CAR: Een nieuwe lijn verlichting - mailing in Nederlands, Engels en Duits

 De directie van Landstede CAR heeft de uitkomsten van het door Marketing and sales uitgevoerde marktonderzoek goed bestudeerd. En ze heeft besloten om niet een, maar meer assortimentsgroepen te verdiepen. Een van de nieuwe assortimentsgroepen bestaat uit verlichtingsonderdelen. Adriaan en jij hebben de taak gekregen om de klanten te informeren over deze nieuwe assortimentgroep verlichting. Jullie hadden al bedacht de klanten via een mailing te informeren en ze uit te nodigen voor een pre4sentatie op de fabriek.

Volgens Bettus Landstede moet ook het personeel weten wat Landstede CAR gaat verkopen. Hij stelt voor het personeel eveneens uit te nodigen voor de presentatie. Het moet een grootse en feestelijke lancering van de nieuwe assortimentsgroep verlichting worden.

Bettus: “Landstede CAR heeft ook in Wales en Duitsland klanten en contacten. Dat is de derde groep die we uitnodigen voor de presentatie.”

Han: “Dat betekent dat de mailing niet alleen in het Nederlands maar ook in het Engels en Duits  moet worden opgesteld.”

Jij knipoogt naar Han. Die knipoog betekent: jij bent goed bezig, jij.

Je vult aan: “Moet er voor de buitenlandse gasten zeker gezocht worden naar overnachtingsmogelijkheden?” Bettus: “Heel attent. De overnachtingsmogelijkheden moeten gezocht worden in goede middenklasse hotels die goed bereikbaar zijn met de auto en het open baar vervoer. Het management heeft de presentatie gepland voor volgende maand, dus de mailing zal binnen twee weken de deur uit moeten.”

Op te leveren product:

1. Mailing naar klanten  in het Nederlands
2. Mailing naar personeel  in het Nederlands
3. Mailing naar klanten in het Engels
4. Mailing naar klanten in het Duits
5. Adressenbestand in Excel i.v.m. de mailing

Eisen aan op te leveren producten:

1. De mailing moet opgesteld zijn in correct Nederlands, Engels en Duits.
2. De mailing moet wervend en uitnodigend zijn.
3. De mailing moet de juiste productinformatie m.b.t. verlichting bevatten.
4. De proefsessie en feestelijke lancering moeten duidelijk aangekondigd zijn.
5. Voor buitenlandse gasten moeten er overnachtingsmogelijkheden in de e-mail aangegeven zijn.
6. Gebruik voor de mailing je schoolmail of je privémail.
7.Mail je voorbeeldmails aan economie.salland@gmail.com

Werkproces: 3.2
Competenties: A, E, G, H, I, J, K, R, S, T, V, X

 

Opdracht 11: Landstede Car - Telefoongesprek in Nederlands en Engels

11. Landstede CAR: Telefonische verkoopgesprek in het Nederlands en in  het Engels.

 

De nieuwe verlichtng van Landstede CAR staat midden in de belangstelling. Veel bedrijven die in de nieuwe verlichting toekomst zien, zoeken contact met Landstede CAR.

De telefoon bij Marketing and Sales staat roodgloeiend. Veel bedrijven die autoverlichting verkopen, willen graag meer weten over de nieuwe assortimentgroep verlichting van Lansdtede CAR.  Ze willen weten wanneer de nieuwe verlichting precies op de markt komt en natuurlijk wat de verlichting uiteindelijk gaat kosten.

Ook op jouw bureau ligt een flink aantal gele post-itbriefjes met het verzoek van groothandels en detaillisten om terug te bellen. Al deze bedrijven willen informatie over de nieuwe verlichting. En, jaja, er zitten natuurlijk ook Engelse bedrijven tussen. Die zijn bij de intussen befaamde promotiesessies enthousiast geworden.

Han wil dat jij die vandaag allemaal terugbelt om hun de juiste informatie te geven en om eventuele offertes binnen te halen. Hij wil dus zoveel mogelijk gegevens van de klanten hebben.

Op te leveren product

1. Een telefoongesprek in het Nederlands (digitale opname)
2. Eeen telefoongesprek in het Engels (digitale opname)
3. Een telefoonscript in het Nederlands
4. E|en telefoonscrip in het Engels 

Eisen aan de op te leveren producten:

- De gesprekken moeten gevoerd worden in correct Nederlands en Engels

- De gesprekken moeten informerend en wervend zijn.

- In de gesprekken moet de juiste informatie worden doorgegeven en de correcte gegevens worden genoteerd.

- De gesprekken moeten tot doel hebben de klant binnen te halen.


Werkproces: 3.2

Competenties: E, G, H, I, J, K, M, N, R, S, T, X

 

Op te leveren producten

Op te leveren producten

Landstede CAR promotieactiviteiten  op te leveren producten

Opdracht 1

1. Ontwerp drie logo’s, het daarbij behorende briefpapier en maak 3 visitekaartjes met de ontworpen logo’s.
2. Beschrijf een plan van aanpak voor een nieuw te ontwikkelen huisstijl.

Opdracht 2

1. Reclameadvertentie in het Nederlands
2. Reclameadvertentie in het Engels
3. Reclameadvertentie in het Duits

Opdracht 3

2 ontwerpflyers in het Engels
2 ontwerpflyers in het Duits.

Opdracht 4

1. Uitnodigingsbrief voor de promotiedagen in het Nederlands.
2. Uitnodigingsbrief voor de promotiedagen in het Duits.

Opdracht 5

Een overzicht van de verschillende promotiemiddelen waarbij aangegeven wordt waar deze geschikt voor zijn en waar deze minder geschikt voor zijn.

Opdracht 6

Een rapport met daarin tenminste 6 promotiemiddelen + de daarbij horende kosten

Opdracht 7

Een overzicht van drie bedrijven die ondersteuning bij de promotie zouden kunnen bieden en een advies met welk bedrijf men in zee zou moeten gaan.

Opdracht 8

1. Een plan van aanpak  
2. Adressenbestand autodealers van de noordelijke provincies.
3. Nieuwsbrief (Publisher)
4. Bezoekschema voor de buitendienstmedewerkers i.v.m. follow up
5. Telefoonscript i.v.m. de follow up

Opdracht 9

1. Presentatie van een uitgewerkt draaiboek in het Duits
2. Adressenbestand van Duitse autodealers – bedrijven
3. Telefoonscript in het Duits i.v.m. follow
4. Een e-mail in het Duits met de Duitse nieuwsbrief als bijlage
5. Een nieuwsbrief in het Duits

Opdracht 10
1. Mailing naar klanten  in het Nederlands
2. Mailing naar personeel  in het Nederlands
3. Mailing naar klanten in het Engels
4. Mailing naar klanten in het Duits
5. Adressenbestand in Excel i.v.m. de mailing

Opdracht 11

1. Een telefoongesprek in het Nederlands (digitale opname)
2. Een telefoongesprek in het Engels (digitale opname)
3. Een telefoonscript in het Nederlands
4. E|en telefoonscrip in het Engels

 

Voortgangsformulier in Excel

Voortgangsformulier in Excel promotieactiviteiten

Open bestand Voortgangsformulier Promotieactiviteiten in Excel

Logboek

Logboek

Open bestand Format Logboek in Word v2

  • Het arrangement Voert promotieactiviteiten uit is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteurs
    Cor de Jong Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
    Laatst gewijzigd
    2012-08-02 10:10:29
    Licentie
    CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 3.0 Nederlands licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld