De Eerste Wereldoorlog

De Eerste Wereldoorlog

De beginjaren van de Eerste Wereldoorlog

Algemeen

De Eerste Wereldoorlog, die tevens de Wereldoorlog of de Grote Oorlog werd genoemd. Later werd deze de Wereldoorlog I of de Eerste Wereldoorlog wordt genoemd. Het speelde zich af in Europa en begon op 28 juli 1914 en duurde tot 11 november 1918.

Alle grootmachten van de wereld waren hierbij betrokken, die werden samengesteld in twee allianties:
*de geallieerden (Triple Entente = Verenigd Koninkrijk, Frankrijk en Rusland)
*de centralen (Duitsland, Oostenrijk-Hongarije en Italië)

Deze allianties reorganiseerden zichzelf (Italië vocht voor de geallieerden), en breidden uit naarmate er meer landen meededen met de oorlog. Uiteindelijk werden er meer dan 70 miljoen militairen gemobiliseerd in één van de grootste oorlogen in de geschiedenis. Meer dan 9 miljoen soldaten werden gedood, vooral als gevolg van de grote technologische vooruitgang in vuurkracht. Het was een van het dodelijkste conflict in de wereldgeschiedenis.

De moord op 28 juni 1914 op aartshertog Frans Ferdinand van Oostenrijk (de troonopvolger van Oostenrijk-Hongarije) door een Joegoslavische nationalist was de directe aanleiding van de oorlog. Oosterrijk-Hongarije stuurde een ultimatum aan het Koninkrijk Servië. De gevormde allianties werden opgeroepen, zodat binnen een paar weken de grootmachten in oorlog waren. Door de kolonies die ze wereldwijd bezaten kreeg werd het conflict in bijna alle werelddelen voelbaar.  

Op 28 juli begon het conflict met de Oostenrijks-Hongaarse invasie van Servië. Tevens viel Duitsland België, Luxemburg en Frankrijk binnen. Hierop volgde een Russische aanval op Duitsland.

Nadat de Duitse opmars naar Parijs tot stilstand werd gebracht, vestigde het front zich in een statische uitputtingsslag met een loopgraaf die weinig veranderde tot 1917.

In het oosten vocht het Russische leger met succes tegen de Oostenrijks-Hongaarse troepen, maar werd terug gedrongen door het Duitse leger.

Bijkomende fronten werden geopend nadat het Ottomaanse Rijk toetrad tot de oorlog in 1914, Italië en Bulgarije in 1915 en Roemenië in 1916.

Het Russische Rijk ging ten onder in 1917, en Rusland stapte uit de oorlog. Na een Duits offensief langs het westfront in 1918, betraden Amerikaanse troepen de loopgraven en de geallieerden drongen de Duitse legers terug in een reeks van succesvolle offensieven.

Duitsland, die zijn eigen problemen had met revolutionairen op dat moment, stemde in met een staakt-het-vuren op 11 november 1918, dat later bekend zou staan als Wapenstilstandsdag. De oorlog eindigde als een overwinning voor de geallieerden.
 

De kaart van Centraal-Europa werd hertekend in een aantal kleinere staten. De Volkenbond werd gesticht in de hoop een ander dergelijk conflict te voorkomen. Het Europese nationalisme kwam voort uit de oorlog en het uiteenvallen van rijken, de gevolgen van de nederlaag van Duitsland en problemen met de Vrede van Versailles zouden bijdragen tot de Tweede Wereldoorlog.

Triple Entente

 

De Triple Entente, onder meer Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk, Keizerrijk Rusland (tot 1917), Italië (vanaf 1915) en de Verenigde Staten (vanaf 1917) streden samen tegen de Centrale Mogendheden, gevormd door Oostenrijk-Hongarije, Duitsland, Bulgarije en het Ottomaanse Rijk. Het was de eerste oorlog waarin fabrieksmatig en snel geproduceerde middelen en de techniek de overhand kregen, zoals machinegeweren, gifgas, kanonnen en prikkeldraad, en waarin tanks en vliegtuigen algemeen in gebruik genomen werden. De gebruikte tactieken dateerden echter nog uit de 19e eeuw en dat was volgens polemologen een van de oorzaken van de enorme aantallen doden en gewonden. Een belangrijke factor die ook bijdroeg aan de massale opoffering van mensenlevens was de mogelijkheid enkele jaren achtereen constant opeenvolgende lichtingen met duizenden jongemannen als dienstplichtigen op te roepen, naar de fronten te voeren en daar in te zetten. Deze inzet werd vooral berucht doordat er vaak ondanks de opoffering van zeer grote aantallen militairen slechts futiele successen konden worden gemeld, zoals de verovering van kleine stukjes veelal kapotgeschoten niemandsland, die vervolgens over en weer weer moesten worden verdedigd of heroverd met even massale tegenaanvallen, de zogenoemde stellingenoorlog.

Aan het einde van de oorlog waren vier mogendheden politiek en militair verslagen: Duitsland, Rusland, Oostenrijk-Hongarije en het Ottomaanse Rijk - de laatste twee hielden zelfs op te bestaan. Uit het Russische Rijk ontstond de revolutionaire Sovjet-Unie, terwijl in Centraal-Europa allerlei nieuwe kleine staten werden gevormd.De Volkenbond werd opgericht om voortaan een wereldoorlog te voorkomen. Maar de oorlog leidde tot nationalisme in Europa en de gevolgen van de nederlaag van Duitsland en het Verdrag van Versailles leidden ten slotte tot de Tweede Wereldoorlog in 1939.

Het totaal plaatje in beeld

 

De Eerste Wereldoorlog werd niet alleen in Europa gevoerd, maar wereldwijd.

Aanleiding was de moord op aartshertog Frans Ferdinand en zijn vrouw gravin Sophie Chotek met het daaropvolgende ultimatum aan Servië, gegeven door Oostenrijk-Hongarije. Toen Servië het ultimatum niet op alle punten aanvaardde, mobiliseerde Oostenrijk-Hongarije zijn legers en verklaarde de Serven de oorlog. De Duitsers hadden te kennen gegeven Frans Jozef, de keizer van Oostenrijk-Hongarije, te steunen in zijn ultimatum. Servië had door een verdrag steun van het tsaristische Rusland. Toen ook deze landen zich mobiliseerden en Oostenrijk-Hongarije de oorlog verklaarden, traden de bestaande militaire verdragen in werking, waardoor de meeste Europese staten in het conflict betrokken werden.

De oorlog ging tussen de Centrale Mogendheden onder leiding van Duitsland, en de Triple Entente die bestond uit Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk en het Russische Rijk. Italië, dat een verdrag had met Duitsland, stelde zich neutraal op, omdat het land het niet eens was met de Duitse plannen betreffende de Balkan. Na een Duits ultimatum aan België gaf dat land zijn neutraliteit op en verdedigde zich tegenover de agressor.

De oorlog werd een wereldoorlog door de Britse deelname. Het Ottomaanse Rijk voegde zich bij de Centralen, waardoor het Midden-Oosten ook een strijdtoneel werd.

Doordat in het westen een statische oorlog met loopgraven werd gevochten, trachtte Duitsland op zee een beslissing te forceren. Zo werd de U-bootcampagne belangrijk omdat het Verenigd Koninkrijk afhankelijk was van import van goederen en voedsel.

Op 25 juni 1916 werd een groot offensief voorbereid bij de Somme, beter bekend als de Slag aan de Somme, die erg bloedig was maar er werden weinig vernieuwende tactieken gebruikt. Ook schoten de geallieerden er niet veel mee op want de Duitsers hadden zich teruggetrokken naar een nog veel sterkere linie.

In 1917 braken er rellen en onlusten uit in het Russische Rijk en daarop volgde een revolutie. Aan het eind van dat jaar, in de Oktoberrevolutie, werd het regime van de Romanovs omvergeworpen en stichtten de bolsjewieken de Sovjet-Unie.

De oorzaken en de aanleiding

 

De aanleiding was de moord op Frans Ferdinand, troonopvolger van Oostenrijk-Hongarije, en zijn vrouw Sophie Chotek in Sarajevo door de Bosnisch-Servische nationalist Gavrilo Princip. De werkelijke oorzaken lagen echter dieper.

In het begin van de 20e eeuw ontwikkelde zich in Europa een wankel machtsevenwicht.

In verschillende landen waren sterk nationalistische stromingen. Frankrijk had na de Frans-Pruisische oorlog van 1870 Elzas-Lotharingen aan Duitsland verloren, en wenste dit gebied terug te krijgen. Het zag zich tegenover een verenigd Duitsland geplaatst en sloot een bondgenootschap met Rusland. Begin 20e eeuw kwam een nieuw type oorlogsschip op: de Dreadnought. Het Verenigd Koninkrijk en andere landen dienden hun vloot opnieuw op te bouwen. Duitsland maakte hiervan gebruik door zijn investeringen in de marine op te voeren en wou op zee meer militaire slagkracht verwerven, wat de Britten verontrustte.

Duitsland en Oostenrijk-Hongarije waren bondgenoten en Frankrijk had een verbond gesloten met Rusland. Na de Boerenoorlog was Engeland op zoek naar bondgenoten, maar een Engelse toenadering tot Duitsland werd door de Duitsers afgewezen. Engeland zocht nu toenadering tot Frankrijk en Rusland. Dit bondgenootschap werd hierop de Triple Entente genoemd. Duitsland zag zich hierom als het slachtoffer van een tegen haar gerichte samenzwering. De Duitsers maakten zich tevens zorgen over het snelle Russische herstel na de nederlaag tegen Japan in 1905 en de daarop volgende revolutionaire onrust.

Tegelijkertijd bloeiden in de Balkanstaten krachtige nationalistische ambities op waarbij men diplomatieke steun zocht in enerzijds Berlijn en Wenen en anderzijds Sint-Petersburg. De panslavisten wilden Russische steun voor de Slavische volken onder Oostenrijkse heerschappij. In gebieden als Slovenië, Silezië en Bohemen ontstond een sterk Slavisch-nationalistisch bewustzijn, dat op zijn beurt angst en vijandschap bij de Duitsers wekte. De eerste pan-Germaanse en antisemitische bewegingen staken de kop op (de zaden van het nationaalsocialisme werden dus al in de 19e eeuw gezaaid).

Nationalisten bepaalden steeds meer het beleid van een regering. Er werden steeds meer claims gelegd en volken die al jaren onder een ander bestuur leefden en zich er naar hadden aangepast zoals de Tsjechen en Polen, wilden nu een eigen staat. Ze zochten steeds meer steun in extreme groeperingen, zoals de Zwarte Hand in Servië.

In tegenstelling tot Frankrijk en Groot-Brittannië bezat Duitsland amper koloniën, waardoor Duitsland minder als grote mogendheid werd gezien. Volgens de toen heersende opvattingen in Duitsland lag het grote voordeel van koloniën in de beheersing van de handelsstromen en de geprivilegieerde toegang tot grondstoffen en afzetmarkten. De Duitsers zelf zagen het als een "achterstand". Duitsland was de laatkomer, aan wie geen "plaats onder de zon" werd gegund.

Duitsland had het sterkste landleger ter wereld; algemeen hadden de Duitsers de overtuiging dat een mogelijke oorlog wel in een Duitse overwinning moest eindigen. De meeste nationalistische groeperingen hoopten daarom op een conflict en ook zij die daar niet op uit waren, voelden meestal niet de noodzaak een oorlog per se te vermijden.

Dit beeld zag men ook in andere landen. De Fransen zouden bijvoorbeeld niet zelf een oorlog zijn begonnen om Elzas-Lotharingen terug te krijgen, maar grepen het door Duitsland geboden excuus gretig aan en togen enthousiast ten strijde. Oorlog werd algemeen geromantiseerd en met name door rechtse en nationalistische groepen overal in Europa, en gezien als 'de grote zuiveraar'. Door oorlog werd een mens 'beter, sterker, slimmer en volwassener', werden 'jongens in mannen veranderd'. Zaken die als 'maatschappelijke kwalen' werden aangeduid (bijvoorbeeld werkloosheid, socialisme, feminisme en homoseksualiteit) zouden door een oorlog 'vanzelf oplossen'. En na de (uiteraard gewonnen) oorlog zou een gouden tijd aanbreken waarin de hegemonie veilig was gesteld, de economie zou herstellen en groeien, eventuele territoriale en koloniale winsten nieuwe carrièremogelijkheden boden, en de zegevierende soldaten in grote triomfparades naar huis zouden terugkeren.

De verschillende bondgenootschappen waren niet sterk, zelfs zeer zwak te noemen. Zowel Duitsland als Rusland, de sterkere partijen, lieten zich leiden door hun respectievelijke zwakkere bondgenoten Oostenrijk en Servië uit angst hen te verliezen.

Voorafgaand aan de Eerste Wereldoorlog stelden de verschillende grote mogendheden plannen op om "de eerste klap" uit te delen. Zo bestond in Frankrijk het idee van het "Frans elan". In Duitsland werd het Schlieffenplan opgesteld. In Rusland werd het legerplan opgesteld om onmiddellijk Oost-Pruisen te bezetten en op te rukken naar Berlijn. Voor het uitdelen van deze eerste klap was mobilisatie van de legers nodig. Mobilisaties kostten tijd, en konden niet in het geheim worden uitgevoerd. Hierdoor betekende in de praktijk dat een mobilisatie direct moest worden opgevolgd door een oorlogsverklaring, elke dag wachten betekende voor de andere partij gelegenheid om ook te mobiliseren. Zowel militairen als politici waren hiervan doordrongen.

Oostenrijk-Hongarije was ernstig verzwakt. De Dubbelmonarchie was door Italië en Pruisen vernederd, was door de Ausgleich van 1867 bijna in tweeën gesplitst, en zocht compensatie via de Balkan. De annexatie van Bosnië en Herzegovina in 1908 was hier een voorbeeld van. Een makkelijke overwinning op Servië zou bewijzen dat Oostenrijk-Hongarije nog steeds een grote mogendheid was. Bulgarije voelde zich na de Balkanoorlogen ernstig vernederd en tekortgedaan. Iedere kans om met Servië, Roemenië en Griekenland af te rekenen was van harte welkom.

Het Ottomaanse Rijk had in de decennia voorafgaand aan de oorlog langzaam steeds meer grond verloren aan Engeland en Frankrijk in Afrika en aan Rusland in de Kaukasus. Daarnaast had bijna de gehele Ottomaanse provincie Roemelië (de Balkan) onafhankelijkheid verkregen van het Rijk, door Russische steun in de Balkanoorlogen. Deze verloren oorlogen brachten een gigantische vluchtelingenstroom met zich mee; de miljoenen Turken uit de Balkan, de Krim en de Kaukasus vestigden zich in Centraal-Anatolië. Het Ottomaanse Rijk stortte zich uiteindelijk in de Eerste Wereldoorlog, voornamelijk om de verloren gebieden in de Kaukasus en de Krim terug te winnen op Rusland en om in het westen verder verlies van grondgebied te voorkomen. Oplopende etnische spanningen in het multiculturele rijk hadden echter de Sultan en zijn regering ervan overtuigd dat het Ottomaanse Rijk nadrukkelijker Turks moest worden, en dat ook de aansluiting gezocht moest worden met de andere Turkse volkeren in de Kaukasus en Centraal-Azië. Deze zouden mee kunnen vechten tegen de Russen, die ook hun vijand waren.

Bij sommige landen, zoals Italië en Roemenië, bestond bereidheid om met de meestbiedende zijde mee te gaan. Dit droeg bij tot een uitbreiding van de oorlog.

Loopgravenstrijd

 

Terwijl de Duitse politiek ervan uitging dat Engeland neutraal zou blijven, had het Duitse opperbevel intussen wel een krijgsplan klaar dat die neutraliteit onmogelijk zou maken (het von Schlieffenplan). Immers, Londen stond in voor de Belgische neutraliteit. En toen die op 3 augustus werd geschonden en de Duitse Uhlanen brandschattend naar de forten rond Luik trokken, bleef Londen niets anders over dan Berlijn een ultimatum te stellen en de oorlog te verklaren.

De Duitse legers marcheerden door België en Noord-Frankrijk. Ze rukten op tot vlak bij Parijs, hoewel deze stad niet het doelwit was van de aanval. De Fransen voerden onderwijl in de Elzas een aanval uit volgens hun eigen Plan XVII en werden bloedig afgeslagen. Massa's infanterie rukten op tot de Duitse loopgraven, waar ze echter werden neergeschoten met mitrailleurs. Met hun felblauw-felrode uniformen vormden zij levende schietschijven.

De sikkelvormige opmars van de Duitsers door België en Noord-Frankrijk leek aanvankelijk redelijk volgens plan te verlopen. Luik en de cirkel van reusachtige forten eromheen werden binnen enkele dagen bezet, en in de Slag der Grenzen werd de Britse BEF (British Expeditionary Force) verslagen. De Duitsers rukten op tot aan de rivier de Marne, waar de Fransen hen trachtten tegen te houden. De Fransen claimen de overwinning maar volgens veel historici werd de Slag bij de Marne, als er al een winnaar was, eerder door de Duitsers dan door de Fransen gewonnen. De nerveuze Generale Staf, die al eerder kleine afwijkingen van het plan had geconstateerd, besloot echter het Duitse leger te laten terugtrekken op Chemin des Dames. Het front groeide door omtrekkende bewegingen van beide partijen (de Race naar de Zee) naar het westen tot aan de Noordzeekust. De Franse regering voelde zich bedreigd in Parijs en vestigde zich tijdelijk in Bordeaux.

Met uitzondering van Spanje en de Scandinavische landen, Zwitserland en Nederland, zouden uiteindelijk alle Europese landen bij de Eerste Wereldoorlog betrokken raken. Algemeen werd verwacht dat het een korte oorlog zou worden. Weer thuis als de bladeren vallen, was de veelgehoorde slagzin. Maar het werd een ongekend lange en wrede oorlog waarvan de fronten al na anderhalve maand vast lagen. Wat volgde was een zinloze loopgravenstrijd die miljoenen slachtoffers kostte. Op één slagveld zoals bij Verdun of aan de Somme vielen meer doden en gewonden dan bij alle veldslagen van de eeuw daarvoor samen (bij de Somme 600.000 geallieerden en 750.000 Duitsers).

Slechts heel langzaam drong bij de militaire opperbevelen het inzicht door dat in deze oorlog, waarin zij de aanval nog als alleenzaligmakend beschouwden, verdedigers altijd in het voordeel waren. Aanvallers sneuvelden bij bosjes doordat snelvuur en granaatbombardementen de oude gevechts- en wapentechniek inmiddels hopeloos ouderwets hadden gemaakt.

Loopgraaf

Verdedigingslinies werden gevormd door:

  • De eerste linie, gevormd door voorposten, mitrailleursnesten e.d. Zij waren door kleine loopgraafjes met de hoofdlinie verbonden;
  • De hoofdlinie, die de eigenlijke loopgraaf vormde. Hier verbleven de soldaten, en konden ze zich verplaatsen;
  • Het achterland. Dit was via kleine loopgraafjes en spoorwegen met de hoofdlinie verbonden.

Tussen de Duitse en geallieerde loopgraven lag een strook modder, omgeploegd door granaatexplosies en infanterie, en bezaaid met landmijnen en prikkeldraad. Dit was het niemandsland. Het enige wat groeide op het niemandsland en in de loopgraven was de klaproos (papaver). Daarom staat deze rode bloem symbool voor de Eerste Wereldoorlog.

Het leven in de loopgraaf was een nachtmerrie. Loopgraven vormden, met name in het voorjaar, de winter en de herfst, modderige geulen waarin men tot de knieën in de modder zakte. Alles werd vochtig en smerig, en het water drong door kleren en laarzen heen. Dit leidde tot "loopgravenvoeten", het opzwellen, infecteren en afsterven van de voet door de vochtige en onhygiënische omstandigheden. Lijken lagen her en der en vormden een bron van infecties. Op etensresten kwamen ratten af, die zich in hoog tempo vermenigvuldigden. Slechts als het front langere tijd vastlag trad er enige verbetering in de leefomstandigheden op.

Bij offensieven was het nog erger. De verdedigers werden aan artilleriebombardementen blootgesteld, soms dagenlang. Vervolgens trokken de aanvallers troepen samen en richtten de artillerie op de vijandelijke loopgraaf. Als (men dacht dat) alle vijandelijke artillerie en mitrailleursnesten uitgeschakeld waren viel de infanterie aan, onder dekking van granaatvuur. Soms was de coördinatie niet goed: dan verloren de soldaten hun dekking of werden door de eigen artillerie beschoten. Dit werd overigens ook opzettelijk gedaan als de infanterie niet snel genoeg opschoot. Zo maakten de soldaten de oversteek over het niemandsland naar de vijandelijke loopgraaf.

De verdedigers wisten echter meestal al door de dagenlange bombardementen wat er zou gaan gebeuren en trokken zich deels terug of groeven zich diep in. Hierdoor ontstond een saillant, waarin de aanvallende infanterie klem kwam te zitten. Mitrailleursnesten aan de flanken openden het vuur en verdedigende infanterie rukte op terwijl de eigen artillerie vaak te traag was omdat deze vast kwam te zitten in de modder in het niemandsland. Nu geheel zonder dekking werd de aanvallende infanterie vrijwel geheel afgeslacht, in veel gevallen tot en met de laatste man. In 1915 vonden dergelijke kleinere aanvallen regelmatig plaats.

Duitsers hadden over het algemeen beter leefbare loopgraven dan de geallieerden. De geallieerden rukten vaker op dan de Duitsers en konden zo niet lang op dezelfde plaats blijven. Naast alle smerigheid die ook veel ziektes met zich mee brachten waren ook zaken als continue angst, eenzaamheid en eentonigheid een hel voor de soldaten.

Tijdens dagenlange beschietingen of ten tijde van code rood moet de angst om te sterven ondraaglijk zijn geweest. Er zijn verhalen over soldaten die een sigaret opstaken en door het oplichten hiervan een doelwit voor sluipschutters werden. Hier komt het bijgeloof vandaan dat nooit met een vuurtje meer dan één sigaret aangestoken mag worden - dit gaf sluipschutters immers voldoende tijd om te richten.

Eenzaamheid kwam veel voor. Vriendschappen tussen mannen hielden zelden langer dan één maand stand, mede door de enorme aantallen slachtoffers. Eenzaamheid resulteerde in allerlei vreemde symptomen. Sommige mannen sloten vriendschappen met ratten of voorwerpen en beschouwden hen als familie, anderen praatten voortdurend in zichzelf of tegen dode lichamen. Het ontbreken van vrouwen resulteerde in seksuele relaties tussen de mannen.

De eentonigheid van een soldatenbestaan in combinatie met bovenstaande zorgde na de oorlog bij overlevenden voor het zogenaamde 'loopgravensyndroom'. Veel mannen konden hun oude leven niet meer oppakken en bleven leven met dezelfde eigenaardigheden als in de loopgraven.

 

Vrijheid
Wij vinden vrijheid vaak heel vanzelfsprekend. Maar in de Tweede Wereldoorlog (1940-1945) was ons land niet vrij en veilig.

  • Het arrangement De Eerste Wereldoorlog is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    onbekend Kreutz
    Laatst gewijzigd
    2012-02-29 14:23:12
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 3.0 Nederlands licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Het tot stand komen van de Eerste Wereldoorlog
    Leerniveau
    VMBO gemengde leerweg, 2; VMBO kaderberoepsgerichte leerweg, 1; VMBO kaderberoepsgerichte leerweg, 2; VMBO basisberoepsgerichte leerweg, 4; VMBO gemengde leerweg, 3; VMBO basisberoepsgerichte leerweg, 1; VMBO theoretische leerweg, 1; HAVO 1; VMBO theoretische leerweg, 4; VMBO gemengde leerweg, 1; VMBO theoretische leerweg, 2; VMBO basisberoepsgerichte leerweg, 2; VMBO theoretische leerweg, 3; VMBO basisberoepsgerichte leerweg, 3; VMBO kaderberoepsgerichte leerweg, 4; HAVO 2; VMBO gemengde leerweg, 4; VMBO kaderberoepsgerichte leerweg, 3;
    Leerinhoud en doelen
    Geschiedenis;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    0 uur 50 minuten
    Trefwoorden
    1e wereldoorlog, eerste wereldoorlog, loopgraven, wereldoorlog, wereldoorlogen

    Bronnen

    Bron Type
    https://www.schooltv.nl/beeldbank/embedded.jsp?clip=20071126_wereldoorlog01
    https://www.schooltv.nl/beeldbank/embedded.jsp?clip=20071126_wereldoorlog01
    Video
    Vrijheid
    http://www.schooltv.nl/eigenwijzer/project/2034115/vrijheid/
    Link
  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    Voor developers

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.