Kwalitatieve analyse van pijnstillers met behulp van dunnelaagchromatografie

Kwalitatieve analyse van pijnstillers met behulp van dunnelaagchromatografie

Bronvermelding

 

cc-by-nc-sa

 

Instituut voor Didactiek en Onderwijsontwikkeling Faculteit Wiskunde en Natuurwetenschappen is de beheerder van de rechten van dit arrangement.
Nijenborgh 9, 9747 AG Groningen
tel. 0503634365 / fax 0503634500

Dit voorschrift is eerder gepubliceerd als RIS-publicatie XXIII.

RIS = Research Instituut Schoolscheikunde, didactiek scheikunde, R.U. Groningen.

 

Inleiding

Pijnstillers komen onder allerlei merknamen in de handel voor (zie tabel 1).

De pijnstillende (analgetische) werking is toe te schrijven aan aspirine (acetosal = acetylsalicylzuur), fenacetine (4-ethoxy-aceetanilide) of paracetamol (4-hydroxy-aceetanilide of 4-acetylaminofenol).

Waarschijnlijk inactiveren deze stoffen de enzymen die nodig zijn voor de vorming van prostaglandines. Te hoge concentraties van prostaglandines in de cellen geeft een gevoel van pijn. Behalve de pijnstillende werking hebben deze stoffen een koortsverlagend (antipyretische) werking en soms ook nog een ontstekingsremmende (anti-inflammatoire) werking.

De pijnstillende middelen, die vrij in de handel verkrijgbaar zijn, bestaan meestal uit één van de bovengenoemde stoffen of uit een mengsel daarvan. Door te mengen kan met lagere doseringen worden volstaan, waardoor in het algemeen minder kans bestaat op bijwerkingen.

Vaak zijn aan deze preparaten nog stoffen toegevoegd, die op zichzelf geen pijnstillende werking hebben, maar de werking van de pijnstillende stoffen kunnen versterken, zoals cafeïne, dat bovendien de sufheid tegengaat.

Verder bevatten de tabletten vaak een bindmiddel, bijvoorbeeld zetmeel of aluminiumhydroxide en soms ascorbinezuur (vitamine C).

De aanwezigheid van acetylsalicylzuur, paracetamol, cafeïne en fenacetine kan worden vastgesteld door een dunnelaagchromatogram te maken.

 

Tabel 1 Samenstelling van enkele pijnstillers (in mg per tablet)

APC

250 mg acetylsalicylzuur

250 mg fenacetine

  50 mg cafeïne

Aspirine

500 mg acetylsalicylzuur

Aspro

320 mg acetylsalicylzuur

Chefarine 4

200 mg acetylsalicylzuur

200 mg fenacetine

  25 mg cafeïne

200 mg aluminiumhydroxide

Coldrex

250 mg acetylsalicylzuur

    5 mg fenylefrine-HCl

  50 mg ascorbinezuur

Finimal

500 mg paracetamol

  50 mg cafeïne

Saridon

150 mg (2-propyl)fenazon

250 mg fenacetine

  50 mg cafeïne

Sinaspril

  80 mg acetylsalicylzuur

Witte-kruispoeders

250 mg fenazon ( antipyrine)

 

250 mg fenacetine

 

  50 mg cafeïne

 

  20 mg kinine

 

  70 mg lactose

Voorbereidingen

De belangrijkste stoffen in de tabletten kunnen we identificeren als we van een suspensie van de gepoederde tabletten in methanol een dunnelaagchromatogram maken, waarbij we als loopvloeistof een met ammoniak verzadigde oplossing van chloroform, ethylacetaat en methanol in de volumeverhouding 30:60:8 gebruiken.

 

Benodigdheden

 

 mortier met stamper trechter

 ontwikkelbak met deksel

 smeltpuntbuisjes of micropipetten

 fijnschrijvend potlood

 doorzichtige liniaal (20 cm)

 UV-lamp (eventueel hoogtezon)                            

 föhn of oven

 grafiekenpapier                                                 
 

 scheitrechter                                     

100 mL 
 

 maatcilinder

100 mL 
 

 maatcilinder                                     

25 mL 
 

 

 

Chemicaliën

 

 chloroform                                          

 ammonia (geconcentreerd)

 ethylacetaat                                      

 methanol

 natriumsulfaat (watervrij,  gedroogd)       

 kiezelplaat (DC Alufolie kiezelgel 60 / kiezelgur F 254)

 tabletten van pijnstillers                        

 acetylsalicylzuur

 paracetamol                                       

 fenacetine

 cafeïne

 

 

Bereiding loopvloeistof

De bereiding van de loopvloeistof moet in de zuurkast worden uitgevoerd, bij voorkeur door de docent of technisch onderwijs assistent.

Schud in een scheitrechter 80 mL chloroform krachtig met 20 mL geconcentreerde ammonia. Laat staan tot de lagen volledig gescheiden zijn en filtreer de (onderste) chloroformlaag door filtreerpapier over gedroogd watervrij natriumsulfaat.

Meng de met ammoniak verzadigde chloroform met ethylacetaat en methanol in de volumeverhouding 30:60:8 onmiddellijk vóór het chromatograferen; giet het mengsel in de ontwikkelbak tot de vloeistof 0,5 cm hoog staat.

Bereiding suspensie

Poeder in een mortier één tablet en meng het poeder met de aangegeven hoeveelheid methanol (tabel II). De hoeveelheden zijn zo gekozen dat, indien aanwezig, per 25 methanol 250 mg acetylsalicylzuur voorkomt.

Meng voor de vergelijkingsoplossingen 500 mg acetylsalicylzuur, 100 mg cafeïne, 500 mg fenacetine en 500 mg paracetamol met 50 mL methanol.

 

Tabel II

APC

1 tablet in 25 mL methanol

Aspirine

1 tablet in 50 mL methanol

Aspro

1 tablet in 33 mL methanol

Chefarine 4

1 tablet in 20 mL methanol

Coldrex

1 tablet in 25 mL methanol

Finimal

1 tablet in 25 mL methanol

Saridon

1 tablet in 25 mL methanol

Sinaspril

1 tablet in  8 mL methanol

Witte Kruis

1 tablet in 25 mL methanol

 

Uitvoering analyse

Schud de suspensie en breng met een micropipet of smeltpuntbuisje 5 μL (= 0,005 mL) op 2 cm van de onderkant van de plaat. De middellijn van de vlekjes mag niet groter zijn dan ca. 6 mm; de onderlinge afstand tussen de middelpunten moet minstens 1 cm zijn.

De plaats van de middelpunten van de vlekjes kan aangestreept worden op de doorzichtige liniaal, waarop de vlekjes worden genummerd.

Op dezelfde wijze breng je de vergelijkingsoplossingen op de plaat aan.

Plaats de plaat in de ontwikkelbak met de loopvloeistof en sluit hem af.

Ontwikkel ongeveer 1 uur het vloeistoffront moet ongeveer 11 cm afleggen.

Droog de plaat 15 minuten bij 100o C. Bekijk de plaat in een redelijk verduisterde ruimte onder een UV-lamp van 254 nm (eventueel onder een hoogtezon).

Omlijn de vlekken met een dunne viltstift of potlood en geef het middelpunt der vlekken aan. Teken de vlekken over op grafiekenpapier en bereken de Rf-waarden.

Vergelijk de Rf-waarden met de standaardsuspensies met die van de onbekenden en stel vast welke pijnstillers in de tabletten aanwezig waren.

 

De Rf-waarden van acetylsalicylzuur, paracetamol, cafeïne en fenacetine in de literatuur zijn respectievelijk: 0,05; 0,6; 0,8 en 0,9.

 

Structuurformules van stoffen die voorkomen in pijnstillers 

Literatuur

1  H. Timmerman, E.J. Christ, Chemisch Weekblad, augustus 1978, nr. 503, 507. J.Chem. Educ 56, nr. 5, mei 1979, 331

P.J. de Rijke en W. v.d. Veer RIS-publicatie XXIII.?

  • Het arrangement Kwalitatieve analyse van pijnstillers met behulp van dunnelaagchromatografie is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    Dick Naafs Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
    Laatst gewijzigd
    2015-10-07 18:54:01
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 3.0 Nederlands licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Dit voorschrift geeft de mogelijkheid om cafeïne, fenacetine, paracetamol en/of acetylsalicylzuur in pijnstillers aan te tonen.
    Leerniveau
    MBO, Niveau 2: Basisberoepsopleiding; VO; Volwasseneneducatie, Niveau 1; MBO, Niveau 3: Vakopleiding; Volwasseneneducatie, Niveau 4; VWO 6; MBO, Niveau 4: Middenkaderopleiding; MBO, Niveau 1: Assistentenopleiding; HBO; Beroepsonderwijs en Volwasseneneducatie; HAVO 5; Volwasseneneducatie, Niveau 3; HBO - Master; Volwasseneneducatie, Niveau 2; VWO 5; HBO - Bachelor;
    Leerinhoud en doelen
    Scheikunde;
    Eindgebruiker
    leraar
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Trefwoorden
    acetylsalicylzuur, analysetechnieken, cafeine, dunnelaagchromatografie, dunnelaagchromatogram, fenacetine, onderzoeksvaardigheden, paracetamol, pijnstiller, ris-publicatie, ris-publicatie xxiii, technisch-instrumentele vaardigheden