Dominante- en subcultuur?
Waar hoor jij bij?
Het gedrag van jou wordt door een aantal dingen bepaald. Of je gedrag is aangeboren (dus dat heb je vanaf je geboorte) of aangeleerd. Je neemt bijvoorbeeld het gedrag van je ouders over en van je vrienden en vriendinnen. Ook neem je dingen over die je bijvoorbeeld op tv ziet of in de krant leest.
Welke gewoontes horen nou bij jou als Nederlander of Fries? Bij welke groep wil jij eigenlijk horen? Denk daar eens over na!
Dominante Cultuur
De dominante cultuur is de overheersende cultuur in een Land. Kenmerken die Typisch Nederlands zijn, zijn bijvoorbeeld kaas, Koninginnedag, Sinterklaas, schaatsen, klompen, tulpen, molens, enzovoort. Deze cultuur heeft de grootste invloed op Nederland. Het is de overheersende cultuur. Dit wil zeggen dat het grootste gedeelte van Nederland deze cultuur naleeft. De dominante cultuur heeft dus de grootste invloed op de Nederlandse samenleving. Het wordt vooral gevormd door mensen met een invloedrijke politieke en economische positie.
Subcultuur
Subcultuur komt na dominante cultuur. Subcultuur zijn kleinere groepen. Je word niet ingedeeld in groepen maar je hoort ergens automatisch bij. Maar er zijn ook subculturen waar je voor kiest om bij te horen. Subculturen waar je automatisch bij hoort zijn bijvoorbeeld Brabanders en moslims. Subculturen waar je voor kiest zijn bijvoorbeeld gothic en skaters. Iedere subcultuur heeft zijn eigen normen en waarden. Dit is waarom een subcultuur anders is dan de dominante cultuur, omdat de normen waarden ervan afwijken.
Opdracht 1
Vraag 1.
Zoek uit wat het verschil is tussen een dominante cultuur en subcultuur. Leg dit in je eigen woorden duidelijk uit!
Vraag 2.
Bekijk de powerpoint in de volgende link. Leg bij elke dia uit: waarom is het een sub- of dominante cultuur?
Vraag 3.
Alto, gabber, gothic, skater en kakker. Dit zijn voorbeelden van jeugdculturen.
- Zoek plaatjes op van deze verschillende jeugdculturen.
- Open het bestand: powerpoint. Maak een keuze uit 3 van de bovenstaande jeugdculturen.
Opdracht 2
Beantwoord de volgende vragen:
-
Waaraan kun je de jeugdcultuur herkennen? Denk daarbij aan kleding, haardracht, symbolen, make-up, accessoires en andere uiterlijke kenmerken.
-
Welke muziek is populair onder de jongeren?
-
Welke tv-programma’s, websites en tijdschriften zijn populair?
-
Wat zijn de hobby’s en interesses?
-
Welke idealen en/of normen en waarden passen bij de jeugdcultuur?
-
Hoe reageert de omgeving op deze jeugdcultuur? Worden ze geaccepteerd, afgekeurd of zelfs tegen gewerkt? Leg uit!!?
Opdracht 3
-
Je gaat een onderzoek doen naar de stijl van kleden, haardracht, sierraden en make - up in 2 verschillende culturen.
-
Je gaat een powerpoint presentatie maken. Je gaat onderzoeken wat de stijl van kleden in 2 verschillende landen of gebieden zijn.
Hoe ga je te werk?
-
Kies twee verschillende landen of gebieden.
-
Laat de stijl van kleden, haardracht, sierraden en make-up in twee verschillende landen of gebieden zien.
-
Wat zijn de belangrijkste kenmerken van de kleding, haardracht, sierraden en make - up in deze landen of gebieden?
-
Vergelijk de stijl van kleden van vroeger en nu. Schrijf de belangrijkste veranderingen in de stijl van kleden op.
-
Wat voor functie heeft deze manier van kleden voor die personen?
-
Wat is het verschil tussen jongeren en ouderen in de stijl van kleden?
-
Geef je mening over de stijl van kleden in deze landen of gebieden?
-
Wat zijn de overeenkomsten en verschillen in de stijl van kleden tussen de twee landen of gebieden?
Bonusopdracht
1. Noem minstens vijf voorbeelden van jongerenculturen en geef hierbij hun specifieke kenmerken.
2. Hoe kan een jongerencultuur blijven bestaan?
3.Zijn jongerenculturen in Nederland dominante culturen of subculturen? Leg dit ook uit.
4. Een jongen in Lonsdale kleren zegt: "Mensen denken altijd hetzelfde over mij, wat ik ook draag". Wat bedoelt hij hiermee te zeggen?
Bronnen