Nederlandse Geschiedenis

Nederlandse Geschiedenis

Webquest

  • Onderwerp
    Nederlandse geschiedenis
  • Schooltype
    VO (havo/vwo)
  • Doelgroep
    Klas 1 & 2
  • Vakgebieden
    Nederlands
  • Aantal personen
    4 leerlingen
  • Totale tijd
    Meer dan 10 klokuren

Welkom op de webquest over de Nederlandse geschiedenis. Je zult hier 3 gebeurtenissen uit de geschiedenis tegenkomen met bij elk 3 leuke en interessante opdrachten. Deze webquest sluit aan bij de lessen KNS (kennis van de Nederlandse samenleving) voor inburgeraars, maar is ook leuk om een keer uit te voeren voor reguliere groepen. Het gevraagde niveau is minimaal A2.

?

1. Inleiding

Welkom bij de webquest over de Nederlandse geschiedenis.

Voor het examen Kennis van de Nederlandse samenleving moet je heel wat dingen weten over Nederland. Een belangrijk onderdeel daarvan is de geschiedenis. Als je niet weet wat er vroeger is gebeurd en is afgesproken begrijp je ook weinig van de Nederlandse staat zoals deze nu bestaat.

De Nederlandse geschiedenis is rijk en uitgebreid. Je hoeft er natuurlijk niet alles van de te weten of zelf uit te zoeken. de docent zal jullie ook een boel vertellen. Maar om de les levendig te houden krijgen jullie opdrachten om zelf op onderzoek uit te gaan over bepaalde onderwerpen. Jullie gaan er maar een aantal belangrijke gebeurtenissen en personen uitlichten, namelijk:

Willem van Oranje

?

Willem van Oranje of ook wel Willem de Zwijger genoemd was stadhouder voor de koning van Spanje. Daar hij het niet eens was met de manier van regeren begon hij zich af te zetten. Willem van Oranje heeft ervoor gezorgd dat wij een eigen staat hebben. Maar hoe, wat en waarom is aan jullie.

Het Nederlandse Koningshuis

?

Willem van Oranje heeft er voor gezorgd dat Nederland een eigen staat werd. Toch heeft het nog heel wat jaren geduurd voordat we een koningshuis kregen.

Tweede Wereldoorlog.

?

Net als heel veel landen is Nederland een aantal jaren in de vorige eeuw in de ban geweest van oorlog. Wie, hoe en wat hebben ervoor gezorgd dat duizenden Nederlanders gedood zijn en miljoenen jaren in angst geleefd hebben? 

Wat je hier nu allemaal mee moet gaan doen kunnen jullie lezen bij de uitleg van de taak.

 

?

2. Taak

Zoals je al bij de inleiding hebt kunnen lezen ga je op onderzoek uit over 3 onderwerpen.

Je verdiept je, samen met je groepje, in de onderwerpen. Bij elk onderwerp staan een aantal opdrachten die je moet uitvoeren. Bij alle drie de taken zul je de opdracht PowerPoint presentatie en quiz terug vinden. Elk onderwerp heeft daarnaast ook nog een andere opdracht die per onderwerp verschilt.

Klik hieronder op de link om naar de gewenste taak te gaan.

 

Taak 1        Willem van Oranje
Taak 2        Het Nederlandse koningshuis
Taak 3        Tweede Wereldoorlog
Uitleg PowerPoint presentatie

 

Taak 1    Willem van Oranje

?

Willem van Oranje is een belangrijk figuur uit de Nederlandse geschiedenis geweest. Bij de inleiding heb is al een tipje van sluier opgelicht maar de rest is aan jullie.

Voor deze taak werk je in groepjes van 4 cursisten aan de 3 opdrachten.

 

Taak 1.1
Taak 1.2
Taak 1.3

 

Taak 1.1
Voor het onderwerp Willem van Oranje ga je aan de slag met het maken van een PowerPoint presentatie. In deze presentatie zorg je dat de belangrijkste gebeurtenissen uit zijn leven terug komen. De informatie hiervoor kun je vinden op internetsites als www.google.nl en in je KNS boek. Voor verdere uitleg voor de PowerPoint presentatie klik je hier.

 

Taak 1.2
Heb je de presentatie afgerond dan maak je hier een quiz bij. Ga uit van minimaal 15 en maximaal 25 vragen. De quiz moet wel te maken hebben met de presentatie zoals je die gaat geven. Je medestudenten maken deze quiz aan het einde van je presentatie. Deze vragen moeten meerkeuzevragen zijn. Zorg dus dat je bij elke vraag 3 of 4 mogelijke antwoorden zet. Eén antwoord is altijd maar goed. De vragen die je maakt moeten in de presentatie behandeld zijn.

 

Taak 1.3
Je hebt je nu al aardig verdiept in het onderwerp Willem van Oranje. Als het goed is ben je nu ook een heleboel andere personen tegengekomen waar Willem van Oranje mee te maken heeft gehad. Als laatste opdracht ga je een dialoog maken waar Willem van Oranje een gesprek heeft met …. En dat is natuurlijk aan jullie. Deze dialoog moet tussen de 5 en 10 minuten duren. Zorg dat iedereen een rol heeft in het dialoog. Misschien dat je 3 personen kunt na spelen en dat je 1 verteller gebruikt. Maar dat is jullie keuze.
Deze dialoog laat je in de klas zien na de presentatie.

 

Terug naar boven

 

Taak 2    Het Nederlandse Koningshuis

?

Het Koningshuis heeft in Nederland geen regerende en besluitvormende functie. Toch is het Koningshuis voor veel Nederlanders erg belangrijk. Het heeft een bepaalde status. Maar hoe is dit Koningshuis nu eigenlijk ontstaan en wanneer? Dit ga je uitzoeken.

Voor deze taak werk je in groepjes van 4 cursisten.

 

Taak 2.1
Taak 2.2
Taak 2.3

 

Taak 2.1
Allereerst maak je weer een PowerPoint presentatie. Zorg dat je in deze presentatie elke koning en koningin voorbij laat komen en vertel daar kort iets over. Nog veel belangrijker is dat je vertelt hoe het Nederlandse koningshuis ontstaan is.

 

Taak 2.2
Heb je de presentatie afgerond dan maak je hier een quiz bij. Ga uit van minimaal 15 en maximaal 25 vragen vragen. De quiz moet wel te maken hebben met de presentatie zoals je die gaat geven. Je medestudenten maken deze quiz aan het einde van je presentatie. Deze vragen moeten meerkeuzevragen zijn. Zorg dus dat je bij elke vraag 3 of 4 mogelijke antwoorden zet. Eén antwoord is altijd maar goed. De vragen die je maakt moeten in de presentatie behandeld zijn.

 

Taak 2.3
Het koningshuis hebben jullie nu aardig bekeken. Alle koningen en koninginnen heb je als het goed is wel gezien.
Je gaat hier nu een stamboom van maken. Hieronder zie je een voorbeeld van een stamboom zoals je deze van jouw familie zou kunnen maken.


Bij de Koninklijke familie hoef je niet alle kinderen van broers en zussen van de koning/koningin te noemen. De broers en zussen volstaan. Zorg dat je in de stamboom de volgende zaken noteert:
         -        naam
         -        geboortejaar
         -        jaar van sterfte
         -        Regeringsjaren/jaren op de troon
Deze stamboom mag je verder zelf ontwerpen. Je mag zelf gaan knutselen. Je mag natuurlijk ook gebruik maken van het internet. Via
www.google.nl met het zoekwoord stamboom kun je al een heleboel vinden.
Een site die ook te gebruiken is voor het zelf maken van een stamboom is:
www.myheritage.com (deze site is gewoon in het Nederlands!)

?

Terug naar boven

 

Taak 3    Tweede wereldoorlog

?

De tweede Wereldoorlog is misschien wel een van de belangrijkste gebeurtenissen van de vorige eeuw. Onder leiding van één persoon was bijna heel Europa een aantal jaren in de ban van oorlog.

Voor deze taak werk je in groepjes van 4 cursisten.

 

Taak 3.1
Taak 3.2
Taak 3.3

 

Taak 3.1
Hoe is die oorlog er gekomen, waarom, en wie deden er mee of waren er de dupe van? Wat waren de motieven? Dat ga je uitzoeken en verwerk je in een PowerPoint presentatie. Voor verder uitleg van de PowerPoint presentatie klik hier.

 

Taak 3.2
Heb je de presentatie afgerond dan maak je hier een quiz bij. Ga uit van minimaal 15 en maximaal 25 vragen vragen. De quiz moet wel te maken hebben met de presentatie zoals je die gaat geven. Je medestudenten maken deze quiz aan het einde van je presentatie. Deze vragen moeten meerkeuzevragen zijn. Zorg dus dat je bij elke vraag 3 of 4 mogelijke antwoorden zet. Eén antwoord is altijd maar goed. De vragen die je maakt moeten in de presentatie behandeld zijn.

 

Taak 3.3
Als laatste opdracht bij deze taak bereid je een interview voor. Je gaat een overlevende van de oorlog interviewen. Deze interviews moeten of op videoband/dvd of op cassette worden opgenomen. Het houden van interviews hebben we in de les al geoefend. Je kunt in je naslagmap nog kijken naar het toentertijd uitgereikte materiaal. Mocht je dit niet meer hebben dan kun je via www.google.nl met als zoekwoorden vragen interview een heleboel vinden. Een site die al goed te gebruiken is, is: http://www.maakzelf.nl/index.php?id=340 

 

Terug naar boven

 

Uitleg PowerPoint presentatie

 

Je zoekt informatie over het betreffende onderwerp op internet of in de bibliotheek of in de methode Bagage zoals die ook in de les gebruikt wordt.

 

In de PowerPoint presentatie ga je alle belangrijke punten opnemen. Andere cursisten moeten aan de hand van de PowerPoint presentatie de vragen in de KNS toets over dit onderwerp kunnen maken. Zorg er dan ook voor dat je in je presentatie niets dan feiten aanhaalt.

De presentatie moet verder aan nog een aantal eisen voldoen:

  • Zorg dat je presentatie 15 tot 20 minuten duurt.
  • Probeer er een interactieve presentatie van te maken. Dit betekent dat je de toehoorders ook betrekt bij je presentatie. Denk maar eens aan de woordspinnen die we vaker gemaakt hebben op het bord tijdens de les.

Voor verdere uitleg over de opdracht en de werkwijze: klik dan links in het menu op de knop werkwijze.

 

Terug naar boven

 

Algemene taak        Quiz

 

Je hebt de PowerPoint presentatie gemaakt. Deze presenteer je in de klas. Aan de hand van wat je vertelt aan je medestudenten maak je ook een quiz. Deze quiz kan in de vorm van een spel of een meerkeuze vragenlijst. Deze quiz moet minimaal 15 vragen bevatten en maximaal 25.

 

Terug naar boven

?

3. Werkwijze

Hieronder kun je per taak zien wat je moet doen om de opdracht goed uit te voeren. Als je op één van de onderstaande links klikt kom je meteen bij de gekozen opdracht uit. Omdat bij elke taak de opdracht PowerPoint presentatie en Quiz terug komen heb ik daar aparte links voor gemaakt.

 

Taak 1        Willem van Oranje

Taak 2        Het Nederlandse koningshuis

Taak 3        De Tweede Wereldoorlog

PowerPoint presentatie

Quiz

 

Taak 1

?

PowerPoint presentatie maken.

Voor de stappen die je moet doorlopen voor de PowerPoint presentatie klik hier.

 

Dialoog maken:

Als je de PowerPoint presentatie en de quiz klaar hebt kun je pas echt aan deze opdracht beginnen. Je weet dan waar het over gaat.

Dus ben je klaar met de eerste twee opdrachten ga dan verder met de onderstaande stappen. Het kan natuurlijk nodig zijn dat je nog wat extra bronnen nodig hebt. Onder het kopje bronnen kun je er nog verschillende vinden.

 

Stap 1        Bedenk wie je naast Willem van Oranje gaat gebruiken in je dialoog. Zorg ervoor dat iedereen uit je groepje een rol heeft. Een persoon mag de verteller zijn, de anderen moeten deelnemen aan het dialoog. Voor een gesprek van 5 tot 10 minuten moet je toch wel zorgen dat iedereen wel wat gespeeld heeft.
Een tip kan zijn dat je het dialoog opsplitst in tweeën. Dat je er dus twee of misschien wel 3 dialogen van maakt. Je kiest dan natuurlijk ook meer personen uit.

 

Stap 2       Je hebt de rollen gekozen. Zorg dat je kort op papier zet welke rol deze persoon in het verhaal Willem van Oranje gespeeld heeft. En wat er dan allemaal gebeurt is.

 

Stap 3       Bedenk bij deze gebeurtenissen vragen, antwoorden en opmerkingen die toen gezegd kunnen zijn.

 

Stap 4       Werk deze dialoog als volgt uit:

         Willem:     

         Hertog:    

         Willem:     

         Hertog:    

         Verteller: 

         Koning:      

Je zou nog met kleur kunnen werken. Maar op deze manier wordt het voor iedereen al heel wat duidelijker.

 

Stap 5       Oefen de dialoog/dialogen een paar keer goed met je groepje. Vraag eventueel de docent om te luisteren en je misschien nog te helpen.

 

Stap 6       Presenteer je dialoog aan de rest van je groep.

 

Quiz maken

Je hebt je nu verdiept in het onderwerp en ook anderen op de hoogte gesteld van dat wat jij geleerd hebt. Om te zien of ze er iets van geleerd hebben ga je een quiz maken. Voor de stappen die je moet doorlopen om een quiz te maken klik hier.

 

Terug naar boven

 

Taak 2?

PowerPoint presentatie maken.

Voor de stappen die je moet doorlopen voor de PowerPoint presentatie klik hier.

 

 

Stap 1        Maak deze opdracht pas als de PowerPoint presentatie en de quiz klaar zijn. Op deze manier heb je al wat achtergrondinformatie.

 

Stap 2       Maak op papier, of op de computer, een tabel met 8 kolommen. Zorg dat je de pagina liggend maakt, zo past er meer op. Zet in de eerste kolom alle koningen en koninginnen van oud naar nieuw onder elkaar. In de tweede kolom noteer je de geboortedatum en de sterf datum. In de derde kolom schrijf je de regeerperiode. Dus wanneer is hij/zij op de troon gekomen en wanneer heeft hij/zij er weer afstand van gedaan. In de vierde kolom noteer je de vader. In de vijfde kolom de moeder. In de zesde kolom komen de eventuele broers en zussen. In de zevende kolom noteer je de man of vrouw van de koning/koningin. En in de achtste en laatste kolom noteer je de kinderen.

 

Stap 3       Nu je alles mooi onder elkaar hebt staan, kun je alles makkelijk vinden. Maar nu moet je een keuze maken. Ga je zelf op een groot karton met foto’s erbij een stamboom maken of kies je ervoor om gebruik te maken van de stambomen op het internet welke je alleen nog maar hoeft in te vullen.

 

Stap 4       Je hebt je keuze gemaakt. Je gaat of op papier of op de computer/het internet de stamboom maken. Nu ziet een stamboom er vaak uit als een driehoek of piramide. Zorg dat je in de top de oudste koning noteert. Hier hoef je vaak niet de ouders bij te noteren.
Werk dan van de oudste koning/koningin langzaam naar het bredere stuk naar de jongste koning/koningin. Zorg dat je met noteren ruimte vrijhoudt voor eventuele foto’s die je nog wil toevoegen.

 

Stap 5       Controleer of alles klopt. Ben je niemand vergeten? Heb je alle data ingevuld? Heb je alle kinderen opgeschreven? Kijk dan of het mogelijk is om foto’s toe te voegen. Via www.google.nl kun je veel mooie foto’s vinden. Klik bij www.google.nl op de link afbeeldingen en noteer daar de namen van de koningen/koningen van wie je de foto nodig hebt.

 

Stap 6       Neem je stamboom mee naar school. Deze wordt in de klas opgehangen en besproken.

 

Quiz maken

Je hebt je nu verdiept in het onderwerp en ook anderen op de hoogte gesteld van dat wat jij geleerd hebt. Om te zien of ze er iets van geleerd hebben ga je een quiz maken. Voor de stappen die je moet doorlopen om een quiz te maken klik hier.

 

Terug naar boven

 

Taak 3?

PowerPoint presentatie maken.

Voor de stappen die je moet doorlopen voor de PowerPoint presentatie klik hier.

 

 

De Tweede Wereldoorlog is alweer zo;’n 64 jaar geleden afgelopen. Toch zijn er nog veel mensen die deze oorlog hebben meegemaakt. Jij gaat met je groepje op zoek naar mensen die je hier voor kunt interviewen.
Bij de talenquest over Nederlandse feesten heb je al eens een interview moeten houden. Je weet dus al hoe dit moet. Volg voor de verdere opdracht de onderstaande stappen!

 

Stap 1        Je hebt zelf al van alles gezien van de Tweede Wereldoorlog. Je hebt namelijk al een PowerPoint en een quiz gemaakt. Mocht je nog meer willen weten kun je altijd nog extra informatie zoeken op het internet en in de bibliotheek.
Bedenk nu voor jezelf een aantal vragen waar je graag nog het antwoord op wil weten.

 

Stap 2       Je hebt in de talenquest over Nederlandse feesten al geleerd wat goede vragen zijn die je kunt stellen bij een interview. De vragen die je jezelf bij stap 1 gesteld heb formuleer je nu zo dat je ze aan een overlevende van de oorlog kunt stellen.

 

Stap 3       Zoek een zestal mensen uit die je wilt gaan interviewen. Je kunt deze mensen vinden op de volgende manieren:

-             Ouders of grootouders van mensen uit je groepje die de oorlog mee gemaakt hebben.

-             Vraag aan docenten op school of zij ouders of grootouders hebben die de oorlog meegemaakt hebben en je daar mee in contact willen brengen.

-             Ga op bezoek in een bejaardenhuis of verzorgingshuis en vraag of daar de mogelijkheid is om mensen te interviewen over de oorlog.

-             Misschien heb je zelf nog een idee…

 

Stap 4       Ga op bezoek bij de uitgekozen mensen en zorg dat je de volgende zaken meeneemt:

-             de vragen

-             pen en papier om eventueel wat op te schrijven

-             een videocamera (of als het niet anders kan een audiorecorder)

-             wat je zelf nog bedacht had om mee te nemen (bijvoorbeeld foto’s)

 

Stap 5       Stel je vragen aan de personen die je uitgezocht hebt. Zorg dat de interviews gefilmd worden. Je hoeft je niet vast te houden aan de vragen. Je mag er altijd nog bij verzinnen of doorvragen op verhalen die de mensen je vertellen.

 

Stap 6       Zet je opnames op videoband of dvd. Als je kunt kun je hier een mooie compilatie van maken door scènes te knippen en te plakken. Dit is geen vereiste!!!

 

Stap 7       Schrijf een reflectie van 1 A4 (een blaadje) wat je van de interviews vond en wat je ervan geleerd hebt.

 

Stap 8       Neem de videoband of dvd mee naar school en laat deze in de klas zien.

 

Quiz maken

Je hebt je nu verdiept in het onderwerp en ook anderen op de hoogte gesteld van dat wat jij geleerd hebt. Om te zien of ze er iets van geleerd hebben ga je een quiz maken. Voor de stappen die je moet doorlopen om een quiz te maken klik hier.

 

Terug naar boven

 

PowerPoint presentatie maken

Stap 1        Je zoekt informatie over het betreffende onderwerp op internet of in de bibliotheek of in de methode Bagage zoals die ook in de les gebruikt wordt. Internetsites die je kunt gebruiken zijn bijvoorbeeld de zoekpagina’s zoals www.google.nl.

Stap 2       Stel jezelf aan de hand van de gevonden informatie een aantal vragen. Kies daarbij die informatie uit die jij interessant en belangrijk vindt en die bij jouw vragen past. Geef antwoord op de vragen. Verwerk deze vragen in een klein werkstuk

Stap 3       Laat het werkstuk controleren door je docent. Deze zal jou, indien nodig, opmerkingen en verbeteringspunten aanreiken. Zorg dat alles in orde is. Laat zo nodig de docent steeds weer controleren tot deze akkoord gaat.

Stap 4       Open PowerPoint. Maak/kies een achtergrond die niet te druk en overheersend is. Kies daarbij een mooie en duidelijk zichtbare schrijfkleur uit.

Stap 5       We gaan nu de PowerPoint presentatie invullen.
         -        Geef je presentatie op het eerste blad een naam.
         -        Geef op alle volgende bladen een kop of subtitel weer en                  noteer dan puntsgewijs kort wat je wil vertellen. Ga het niet               uitschrijven, je presenteert het zelf en dit is als                                      ondersteuning bedoelt.

Stap 6       zorg dat de presentatie niet alleen maar luisteren is. Misschien dat je de toehoorders de kans kunt geven om zelf iets te vertellen wat ze weten. Dus laat een vraag open in de presentatie en laat ze zelf het antwoord in vullen. Of denk ook maar eens aan de woordspinnen die we vaker gemaakt hebben op het bord tijdens de les.

Stap 7       Maak een taakverdeling. Zorg dat iedereen tijdens de presentatie iets te doen en te vertellen heeft. Lees je presentatie nog eens na en oefen het in je groepje. Houdt hierbij de tijd in de gaten. De presentatie mag maximaal 15 minuten duren.

Stap 8       Presenteer je presentatie voor de klas.

 

Terug naar boven

 

Quiz maken

 

Na het maken van de PowerPoint presentatie ga je aan de slag met de quiz. Je hebt nu alles al een, of meerdere keren gelezen.

 

Stap 1        Iedereen in het groepje bedenkt zelf 10 vragen bij de informatie die ze gelezen hebben. Noteer deze vragen op papier. Noteer meteen ook bij elke vraag 3 of 4 mogelijke antwoorden.

 

Stap 2       Bespreek de bedachte vragen in je groepje en kies er 15 tot 25 vragen uit.

 

Stap 3       Werk de quiz uit op de computer. Zorg dat je een (of meer) blaadje krijgt waarop de vragen en mogelijke antwoorden staan. Op een ander blaadje noteer je nogmaals de vragen maar daar zet je alleen het goede antwoord eronder.

 

Stap 4       Controleer of alles erin staat, dat er geen spelfouten meer in staan, dat alle antwoorden kloppen en zorg dan dat het via je docent vaak genoeg gekopieerd wordt. Vaak genoeg is het aantal leerlingen die bij jou in de klas zitten.

 

Stap 5       Deel de quiz uit aan het einde van je PowerPoint presentatie en de andere opdracht die bij de taak behoort.

 

Stap 6       Laat je medeleerlingen de quiz maken en kijk ze daarna samen na. Of maak er een spel van dat de winnaar een beloning krijgt of iets dergelijks. Daar ben je helemaal vrij in!

 

 

Terug naar boven

?

4. Bronnen

Op deze pagina vind je per taak welke bronnen je kunt gebruiken. Je bent natuurlijk altijd vrij om nog andere bronnen zelf te zoeken en te gebruiken.

Door op de naam te klikken kom je meteen bij de site uit.

 

Taak 1

Taak 2

Taak 3

 

 

Bronnen bij taak 1   Willem van Oranje

 

Naam website

 

 

Welke informatie

 

 

 

 

 

 

www.google.nl

 

 

Zoekpagina

http://nl.wikipedia.org 

 

 

Digitale encyclopedie

http://www.wilhelmus.nl 

 

 

Informatie over Willem van Oranje

http://entoen.nu/

 

 

o.a. Informatie over Willem van Oranje

 

Eventuele boeken die nog te gebruiken zijn, zijn:

 

-        Onze vaderlandse geschiedenis

-        De glorie van Nederland

 

 

Bronnen bij taak 2   Het Nederlandse Koningshuis

 

Naam website

 

 

Welke informatie

 

 

 

 

 

 

www.google.nl

 

 

Zoekpagina

http://nl.wikipedia.org 

 

 

Digitale encyclopedie

http://www.koninklijkhuis.nl 

 

 

Informatie over het koningshuis

www.myheritage.com

 

 

Informatie over stambomen

 

 

Bronnen bij taak 3   De Tweede Wereldoorlog

 

Naam website

 

 

Welke informatie

 

 

 

 

 

 

www.google.nl

 

 

Zoekpagina

nl.wikipedia.org 

 

 

Digitale encyclopedie

tweedewereldoorlog.startpagina.nl

 

 

Informatie over de tweede wereldoorlog

www.go2war2.nl 

 

 

Informatie over de tweede wereldoorlog

www.maakzelf.nl/index.php?id=340

 

 

Informatie over het maken en houden van een interview

 

 

 

?

5. Beoordeling

Op deze pagina vind je de beoordelingscriteria waaraan je taken moeten voldoen. Je kunt hier zelf al zien waar je op moet letten om een goede beoordeling te krijgen. Let erop dat met name de PowerPoint presentatie en de quiz ook worden beoordeeld op spelling, zinsbouw en eventuele grammatica volgens de eindtermen van niveau A2.

 

Beoordelingsschema taak 1

Beoordelingsschema taak 2

Beoordelingsschema taak 3

Eindtermen Niveau A2

 

 

Beoordelingsschema taak 1           Willem van Oranje

 

 

 

 

 

Onvoldoende

Voldoende

Goed

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

PowerPoint presentatie

 

 

De presentatie duurde korter dan 15 minuten of langer dan 20 minuten.

De informatie gegeven in de presentatie was onvoldoende

De teksten in de presentatie waren te lang. Geen korte zinnen gebruikt.

De presentatie was binnen de gestelde tijd.

De informatie die in de presentatie gegeven werd was matig.

De teksten in de presentatie waren vaak te lang.

De teksten werden letterlijk opgelezen door de presentatoren.

De presentatie was binnen de gestelde tijd.

De informatie die in de presentatie gegeven werd was prima.

De teksten waren niet te lang maar werden uitgelegd door de presentatoren.

Lay-out (uiterlijk)

 

 

De lay-out is niet aantrekkelijk gemaakt met plaatjes, kleuren en titels.

 

 

De lay-out is aantrekkelijk gemaakt met plaatjes, kleuren en titels.

Het is daardoor enigszins onoverzichtelijk geworden.

De lay-out is aantrekkelijk gemaakt met plaatjes, kleuren en titels.

Het blijft overzichtelijk.

Quiz

 

 

Er zijn minder dan 15 vragen gemaakt.

Bij elke vraag zijn minder als 3 mogelijke antwoorden gegeven.

De vragen gaan over Willem van Oranje.

Er is geen nakijkvel gemaakt.

Er zijn minimaal 15 vragen gemaakt.

Bij elke vraag zijn maar 2 of 3 mogelijke antwoorden gegeven.

De vragen gaan over Willem van Oranje.

Er is een nakijkvel gemaakt.

Er zijn minimaal 15 vragen gemaakt.

Er zijn bij elke vraag 3 of 4 mogelijke antwoorden gegeven.

De vragen gaan over Willem van Oranje.

Er is een nakijkvel gemaakt.

Spelling

 

 

De spelling voldoet niet aan de eindtermen

De spelling voldoet niet aan de eindtermen voor niveau A2, maar zit tussen A1 en A2 in.

De spelling voldoet aan de eindtermen voor niveau A2

Dialoog

 

 

Er was geen samenhang in het dialoog. Het lijken meer losse kreten.

De personen waren slecht te verstaan.

Uit het dialoog blijkt dat de theorie onvoldoende bestudeerd is.

Niet iedereen neemt deel aan het dialoog.

Er was minimale samenhang in het dialoog. Er wordt een beetje op elkaar gereageerd.

Het is redelijk tot goed verstaanbaar.

Uit het dialoog blijkt dat de theorie voldoende bestudeerd is.

Niet iedereen heeft een gelijke rol in het dialoog.

Er was een goede samenhang in het dialoog.

Er wordt op elkaar gereageerd.

Het is goed verstaanbaar.

Uit het dialoog blijkt dat de theorie goed bestudeerd is.

Iedereen heeft een gelijke rol in het dialoog

Verstaanbaar-heid

 

 

De presentatie is niet verstaanbaar. Het spreekniveau ligt lager dan A2.

De presentatie wordt niet door iedereen goed verstaan, het spreekniveau ligt net (niet) op A2.

De presentatie is goed verstaanbaar voor alle cursisten, het spreekniveau ligt op A2 of hoger.

 

Terug naar boven

 

Beoordelingsschema taak 2           De Tweede Wereldoorlog

 

 

 

 

 

Onvoldoende

Voldoende

Goed

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

PowerPoint presentatie

 

 

De presentatie duurde korter dan 15 minuten of langer dan 20 minuten.

De informatie gegeven in de presentatie was onvoldoende

De teksten in de presentatie waren te lang. Geen korte zinnen gebruikt.

De presentatie was binnen de gestelde tijd.

De informatie die in de presentatie gegeven werd was matig.

De teksten in de presentatie waren vaak te lang.

De teksten werden letterlijk opgelezen door de presentatoren.

De presentatie was binnen de gestelde tijd.

De informatie die in de presentatie gegeven werd was prima.

De teksten waren niet te lang maar werden uitgelegd door de presentatoren.

Lay-out (uiterlijk)

 

 

De lay-out is niet aantrekkelijk gemaakt met plaatjes, kleuren en titels.

 

 

De lay-out is aantrekkelijk gemaakt met plaatjes, kleuren en titels.

Het is daardoor enigszins onoverzichtelijk geworden.

De lay-out is aantrekkelijk gemaakt met plaatjes, kleuren en titels.

Het blijft overzichtelijk.

Quiz

 

 

Er zijn minder dan 15 vragen gemaakt.

Bij elke vraag zijn minder als 3 mogelijke antwoorden gegeven.

De vragen gaan over de Tweede Wereldoorlog.

Er is geen nakijkvel gemaakt.

Er zijn minimaal 15 vragen gemaakt.

Bij elke vraag zijn maar 2 of 3 mogelijke antwoorden gegeven.

De vragen gaan over de Tweede Wereldoorlog.

Er is een nakijkvel gemaakt.

Er zijn minimaal 15 vragen gemaakt.

Er zijn bij elke vraag 3 of 4 mogelijke antwoorden gegeven.

De vragen gaan over de Tweede Wereldoorlog.

Er is een nakijkvel gemaakt.

Spelling

 

 

De spelling voldoet niet aan de eindtermen

De spelling voldoet niet aan de eindtermen voor niveau A2, maar zit tussen A1 en A2 in.

De spelling voldoet aan de eindtermen voor niveau A2

Interview

 

 

De vragen wijken te ver af van het onderwerp Tweede Wereldoorlog.

Uit de vragen blijkt dat er weinig of geen theorie bestudeerd is.

Er zijn minder dan 5 personen geïnterviewd.

De vragen gaan over het onderwerp Tweede Wereldoorlog.

Uit de vragen blijkt dat er een beetje theorie bestudeerd is.

De vragen zijn niet opbouwend gesteld.

Er zijn 5 personen geïnterviewd.

De vragen gaan over het onderwerp Tweede Wereldoorlog.

Uit de vragen blijkt dat er theorie bestudeerd is.

De vragen zijn opbouwend gesteld.

Er zijn 6 mensen geïnterviewd.

Taalgebruik en gedrag  tijdens het interview

 

 

Men gedraagt zich onbeleefd.

Men toont geen interesse tijdens het interview.

Men gedraagt zich beleefd.

Men toont weinig interesse tijdens het interview.

Men herhaalt af en toe wat er gezegd is ter controle.

Men gedraagt zich beleefd.

Men toont interesse in de verhalen.

Men herhaalt af en toe wat er gezegd is ter controle.

Verstaanbaar-heid

 

 

De presentatie is niet verstaanbaar. Het spreekniveau ligt lager dan A2.

De presentatie wordt niet door iedereen goed verstaan, het spreekniveau ligt net (niet) op A2.

De presentatie is goed verstaanbaar voor alle cursisten, het spreekniveau ligt op A2 of hoger.

 

Terug naar boven

 

Beoordelingsschema taak 3           Het Nederlandse Koningshuis

 

 

 

 

 

Onvoldoende

Voldoende

Goed

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

PowerPoint presentatie

 

 

De presentatie duurde korter dan 15 minuten of langer dan 20 minuten.

De informatie gegeven in de presentatie was onvoldoende

De teksten in de presentatie waren te lang. Geen korte zinnen gebruikt.

De presentatie was binnen de gestelde tijd.

De informatie die in de presentatie gegeven werd was matig.

De teksten in de presentatie waren vaak te lang.

De teksten werden letterlijk opgelezen door de presentatoren.

De presentatie was binnen de gestelde tijd.

De informatie die in de presentatie gegeven werd was prima.

De teksten waren niet te lang maar werden uitgelegd door de presentatoren.

Lay-out (uiterlijk)

 

 

De lay-out is niet aantrekkelijk gemaakt met plaatjes, kleuren en titels.

 

 

De lay-out is aantrekkelijk gemaakt met plaatjes, kleuren en titels.

Het is daardoor enigszins onoverzichtelijk geworden.

De lay-out is aantrekkelijk gemaakt met plaatjes, kleuren en titels.

Het blijft overzichtelijk.

Quiz

 

 

Er zijn minder dan 15 vragen gemaakt.

Bij elke vraag zijn minder als 3 mogelijke antwoorden gegeven.

De vragen gaan over het Nederlandse Koningshuis.

Er is geen nakijkvel gemaakt.

Er zijn minimaal 15 vragen gemaakt.

Bij elke vraag zijn maar 2 of 3 mogelijke antwoorden gegeven.

De vragen gaan over het Nederlandse Koningshuis.

Er is een nakijkvel gemaakt.

Er zijn minimaal 15 vragen gemaakt.

Er zijn bij elke vraag 3 of 4 mogelijke antwoorden gegeven.

De vragen gaan over het Nederlandse Koningshuis.

Er is een nakijkvel gemaakt.

Spelling

 

 

De spelling voldoet niet aan de eindtermen

De spelling voldoet niet aan de eindtermen voor niveau A2, maar zit tussen A1 en A2 in.

De spelling voldoet aan de eindtermen voor niveau A2

Stamboom

 

 

Niet alle koningen en koninginnen staan er op. Er zijn er meer dan 3 vergeten.

Er zijn namen vergeten of verkeerd geschreven.

Niet alle koningen en koninginnen staan er op er zijn er minder dan 3 vergeten.

Alle namen staan erop maar een enkeling is verkeerd geschreven

Alle koningen en koninginnen staan erop.

Alle namen staan er goed op.

Verzorging

 

 

De stamboom ziet er slordig uit. Plakresten of verfrommeld papier.

Aan de stamboom is duidelijk te zien dat er weinig werk aan besteed is.

De stamboom ziet er redelijk uit.

Aan de stamboom is te zien dat ze er wel wat werk aan gedaan hebben.

Het werk is veelal met de hand gedaan, waardoor je verschillende handschriften ziet.

De stamboom ziet er goed uit.

Aan de stamboom is te zien dat er veel werk aan besteed is.

Het werk is netjes gedaan of met de computer of netjes met de hand geschreven.

Verstaanbaar-heid

 

 

De presentatie is niet verstaanbaar. Het spreekniveau ligt lager dan A2.

De presentatie wordt niet door iedereen goed verstaan, het spreekniveau ligt net (niet) op A2.

De presentatie is goed verstaanbaar voor alle cursisten, het spreekniveau ligt op A2 of hoger.

 

Terug naar boven

 

Eindtermen niveau A2 (volgens de website www.siea.nl)

 

Het Europees Raamwerk

In 1998 is door de Raad van Europa het Gemeenschappelijk Europees Referentiekader ontwikkeld (Europees Raamwerk). Een belangrijk doel van het Europees Raamwerk is talenkennis in landen van de Europese Unie onderling vergelijkbaar maken. Het Europees Raamwerk onderscheidt drie hoofdniveaus:

 

A       Basisgebruiker

B       Vaardiggebruiker

C       Onafhankelijk gebruiker

 

De hoofdniveaus zijn onderverdeeld in de volgende subniveaus: A1, A2, B1, B2, C1 en C2 voor de vaardigheden lezen, schrijven, luisteren, spreken en gesprekken voeren.

Om het inburgeringtraject succesvol af te ronden dient de deelnemer de Nederlandse taal op niveau A2 te beheersen voor alle vaardigheden (oudkomers moeten schrijven op niveau A1 halen).

 

Basisgebruiker Niveau A2

 

De deelnemer kan:

 

Luisteren            begrijpt de belangrijkste punten van korte en eenvoudige boodschappen en aankondigingen als er langzaam en duidelijk  gesproken wordt

 

Lezen                   kan korte en eenvoudige teksten lezen over concrete onderwerpen uit de eigen werk- of leefomgeving

 

Gesprekken         voeren kan korte gesprekken voeren in standaardsituaties. Hij/zij kan vragen stellen en beantwoorden en ideeën en informatie uitwisselen over vertrouwde onderwerpen in voorspelbare, alledaagse situaties.

 

Spreken              kan in eenvoudige bewoordingen een beschrijving geven van mensen,leef- en werkomstandigheden, dagelijkse routines, enzovoort

 

Schrijven            kan korte, informele briefjes schrijven en boodschappen noteren in telegramstijl.

 

 

Terug naar boven

?

6. Terugblik

Als het goed is heb je deze talenquest afgerond.

Je hebt waarschijnlijk een boel dingen geleerd. De zaken die je nu geleerd hebt gaan je van pas komen bij het KNS examen (Kennis van de Nederlandse Samenleving).

Op deze pagina kijken we nog even terug naar wat je geleerd hebt.

Zo is er een algemeen gedeelte en een taakgericht gedeelte.

Door op de onderstaande links te klikken kun je meteen naar het betreffende gedeelte. Als laatste wil ik je vragen om ook nog de vragenlijst in te vullen. Bij deze vragenlijst staat precies wat je ermee moet doen.

 

Algemeen gedeelte

Taak 1

Taak 2

Taak 3

Vragenlijst

 

 

Algemeen gedeelte

 

-             Je weet hoe je een PowerPoint presentatie in elkaar zet.

-             Je weet hoe je een PowerPoint presentatie presenteert.

-             Je kunt een interactieve presentatie verzorgen waarbij de luisteraars actief mee kunnen doen.

-             Je kunt een quiz maken en deze leuk afnemen bij je medeleerlingen

-             Je hebt nieuwe woorden geleerd.

-             Je hebt gewerkt aan het samenwerken in groepen

-             Je geleerd om op de computer een taak te maken

-             Je hebt geleerd hoe je op het internet informatie kunt zoeken.

-             Je kunt informatie zoeken over verschillende onderwerpen.

-             Je weet nu meer over de Nederlandse geschiedenis.

 

Terug naar boven

 

Taak 1    Willem van Oranje

 

-             Je hebt nu een idee hoe Nederland ontstaan is.

-             Je hebt geleerd wie ervoor gezorgd heeft dat Nederland is zoals het is.

-             Je hebt geleerd wie Willem van Oranje is.

-             Je hebt geleerd hoe je een dialoog kunt maken.

-             Je hebt geleerd hoe je een dialoog moet opvoeren.

-             Je hebt misschien geleerd dat het Nederlandse Volkslied te geschreven is voor Willem van Oranje.

 

Terug naar boven

 

Taak 2    Het Nederlandse Koningshuis

 

-             Je hebt geleerd hoe het Nederlandse Koningshuis er uit ziet.

-             Je hebt geleerd wie de eerste Nederlandse Koning was

-             Je hebt geleerd wie de troonopvolgers zijn

-             Je hebt geleerd hoe een stamboom eruit ziet

-             Je hebt geleerd hoe je een stamboom moet maken.

-             Je hebt geleerd welke aspecten in een stamboom terug kunnen komen.

 

Terug naar boven

 

Taak 3    De Tweede Wereldoorlog

 

-             Je hebt geleerd wanneer de Tweede Wereldoorlog is begonnen en wanneer hij is geëindigd.

-             Je hebt geleerd wie er voor heeft gezorgd dat Nederland 5 jaar in oorlog is geweest.

-             Je weet wie er het meeste de dupe van geworden is.

-             Je kunt een interview voorbereiden

-             Je kunt een interview afnemen

-             Je kunt mensen zoeken die met jou aan een interview willen deelnemen.

 

Terug naar boven

 

Vragenlijst

 

Hieronder zie je een vragenlijst. Om deze vragenlijst te kunnen gebruiken moet je de volgende stappen doorlopen.

 

Stap 1        Selecteer de tabel door met de muis aan het begin van de tabel te gaan staan. Druk de linker muisknop in en sleep de muis over het veld tot dat alles blauw wordt.

 

Stap 2       Klik met de rechtermuisknop. Er verschijnt een schermpje.

 

Stap 3       Klik in dit schermpje met de linkermuisknop op kopiëren.

 

Stap 4       Open een word document.

 

Stap 5       Klik met de rechtermuisknop. Er verschijnt een schermpje.

 

Stap 6       Klik in dit schermpje met de linkermuisknop op plakken.

 

Stap 7       Het bestand kun je nu uitprinten door op het printerknopje boven in de balk te klikken met je linkermuisknop.

 

Stap 8       Omcirkel op het uitgeprinte papier het gewenste antwoord. Ga er van uit dat een 0 slecht is en een 10 heel goed.

 

Stap 9       Lever de ingevulde vragenlijst in bij je docent.

 

Vragen


Slecht ------------------------------ Goed
0 – 1 – 2 – 3 – 4 – 5 – 6 – 7- 8 – 9 - 10

Ik weet nu meer over de Nederlandse geschiedenis

0 – 1 – 2 – 3 – 4 – 5 – 6 – 7- 8 – 9 - 10

Ik vond het leuk om de taken uit te voeren

0 – 1 – 2 – 3 – 4 – 5 – 6 – 7- 8 – 9 - 10

Ik vond de taken niet moeilijk.

0 – 1 – 2 – 3 – 4 – 5 – 6 – 7- 8 – 9 - 10

Ik kon goed aan de slag met de taken. Ze waren duidelijk.

0 – 1 – 2 – 3 – 4 – 5 – 6 – 7- 8 – 9 - 10

Ik vond de informatie duidelijk en goed te vinden

0 – 1 – 2 – 3 – 4 – 5 – 6 – 7- 8 – 9 - 10

De docent heeft me goed geholpen

0 – 1 – 2 – 3 – 4 – 5 – 6 – 7- 8 – 9 - 10

Ik vond de onderwerpen interessant

0 – 1 – 2 – 3 – 4 – 5 – 6 – 7- 8 – 9 - 10

Het samen werken met de andere cursisten ging goed

0 – 1 – 2 – 3 – 4 – 5 – 6 – 7- 8 – 9 - 10

Een presentatie maken was leuk

0 – 1 – 2 – 3 – 4 – 5 – 6 – 7- 8 – 9 - 10

Een presentatie houden vond ik moeilijk

0 – 1 – 2 – 3 – 4 – 5 – 6 – 7- 8 – 9 - 10

Het zoeken op het Internet ging goed (het kostte me niet veel tijd)

0 – 1 – 2 – 3 – 4 – 5 – 6 – 7- 8 – 9 - 10

Ik wil vaker iets leren op deze manier

0 – 1 – 2 – 3 – 4 – 5 – 6 – 7- 8 – 9 – 10

Een interview houden was moeilijk

0 – 1 – 2 – 3 – 4 – 5 – 6 – 7- 8 – 9 – 10

Een quiz maken was leuk en leerzaam

0 – 1 – 2 – 3 – 4 – 5 – 6 – 7- 8 – 9 – 10

Een dialoog maken en houden vond ik moeilijk

0 – 1 – 2 – 3 – 4 – 5 – 6 – 7- 8 – 9 – 10

Bij het samenwerken heeft iedereen goed meegedaan.

0 – 1 – 2 – 3 – 4 – 5 – 6 – 7- 8 – 9 – 10

 

Terug naar boven

?

7. Docentpagina

Deze pagina is bedoeld als handleiding voor de docent. Hier wordt beschreven wat er van u en de cursisten verwacht wordt. Deze pagina is opgedeeld in een aantal hoofdstukken. Door op de titel te klikken komt u meteen bij het betreffende onderdeel. Om weer terug te keren naar de lijst klikt u op terug naar boven.

 

Inleiding

In het kort

Doelen

Aanpak en tips

Bijlagen

 

 

Inleiding

 

Met de Wet Inburgering is een nieuw tijdperk aangebroken voor de inburgeraars. De Wet Inburgering houdt in dat er een aantal richtlijnen zijn waaraan inburgeraars moeten voldoen. Inburgeraars moeten zowel de schriftelijke vaardigheden als de mondelinge vaardigheden op niveau A2 halen. Naast deze vaardigheden moeten de inburgeraars ook iets weten over Nederland zelf. Daar is het onderdeel KNS, Kennis van de Nederlandse Samenleving, voor in het leven geroepen. Sommigen kennen dit vak misschien nog als MO, Maatschappelijke Oriëntatie.

Voor KNS is ook een examen. Op markt zijn steeds meer methodes te koop die onderwerpen uit het KNS examen behandelen. Maar er zijn maar weinig leuke methodes.

Deze geschiedenisquest probeert daar op in te spelen. Door met leuke, gevarieerde maar ook steeds terugkomende opdrachten te werken verdiept de inburgeraar zich in de materie.

In deze webquest vindt u opdrachten die te maken hebben met de geschiedenis van Nederland. Momenteel staan er 3 onderwerpen in. Te weten Willem van Oranje, Het Nederlandse Koningshuis en de Tweede Wereldoorlog. In de toekomst kan deze webquest uitgebreid worden met nog meer onderwerpen.

Deze webquest is te gebruiken als ondersteuning van uw lessen.

 

Deze webquest is bewust gemaakt met het lettertype Comic Sans en een grote lettergrootte. Dit omdat in de groepen A2 ook mensen zitten die gealfabetiseerd zijn. Deze mensen leren het schrijven in Nederland. De methodes afgestemd op het alfabetiseren gebruiken de letters die ook terugkomen in dit lettertype!

 

Terug naar boven

 

In het kort

 

Doelgroep

NT2-leerders die op weg zijn naar het inburgeringsexamen.

Vakgebied

Kennis van de Nederlandse Samenleving

Taalniveau

A2 en B1

Benodigde vaardigheden

Het opzoeken van informatie op het internet of in een bibliotheek.

Het kunnen maken van een PowerPoint presentatie.

Het presenteren en overbrengen van een verhaal.

Een dialoog kunnen voeren.

Met Word kunnen werken.

Vragen voor interview kunnen bedenken.

Een interview kunnen afnemen.

Een stamboom kunnen maken, digitaal of zelf knutselen.

Duur:

Tussen de 10 en 20 klokuren per taak

 

Terug naar boven

 

Doelen

 

-             De cursisten onderzoeken zelf de Nederlandse geschiedenis.

-             De cursisten leren een PowerPoint presentatie te maken.

-             De cursisten leren presenteren in een groep.

-             De cursisten leren een interview voor te bereiden

-             De cursisten leren (onbekende) mensen te interviewen.

-             De cursisten leren een quiz te maken aan de hand van hun eigen vertelde verhaal.

-             De cursisten leren informatie te zoeken op het internet.

-             De cursisten leren informatie te zoeken in een bibliotheek.

-             De cursisten leren de Nederlandse geschiedenis kennen.

-             De cursisten leren de Nederlandse taal op diverse manieren, ook het toepassen.

 

Terug naar boven

 

Aanpak en tips

 

Voordat de cursisten met de webquest beginnen is het aan u om het onderwerp te introduceren. Afhankelijk van de methode waar u mee werkt kunt u er voor kiezen om maar een taak te gebruiken of alle drie.

 

Het is verstandig om in de klas eerst al aandacht te besteden aan het onderwerp. Maak alvast wat voorkennis los. Veel Aziaten zullen de Tweede Wereldoorlog wel kunnen aangezien ook zij ermee te maken hebben gehad met Japan. En wie kent nu niet het Koningshuis of heeft in zijn/haar eigen land wel een koning of koningin. Speel hier op in en het zal eenvoudiger zijn om te starten met de webquest.

 

Bekijk eerst samen met de cursisten de webquest. Laat zien hoe deze is opgebouwd en onder welke kopjes de opdrachten voor hun staan. Laat zien waar ze moeten beginnen en welke volgorde ze aan moeten houden. Dit kan van wezenlijk belang zijn voor het goed uitvoeren van de taak. Het is de bedoeling dat er wordt begonnen met taak 1. Als deze taak is afgerond is het makkelijker om de andere taken te maken. Ze mogen natuurlijk altijd terugkeren naar taak 1 als ze nog iets belangrijks gevonden hebben wat erbij zou moeten.

 

De taken zijn ontworpen om in groepsverband aan te werken. De voorkeur heeft een groepsgrootte van 4 cursisten. Het is aan u om te beslissen of ze zelf groepjes laat maken of dat u ze verdeelt. Dit is afhankelijk van de groepssamenstelling en de karakters, leerhouding en moedertaal van de cursisten.

 

Zorg dat de cursisten op school zijn als zij de eerste keer met de webquest gaan werken. Zo kunt u hen ondersteunen als er vragen zijn of als ze er niet uitkomen.

 

De gestelde uren zijn richtlijnen. U bent vrij om deze aan te passen aan uw groep en uw wensen.

 

Het is gewenst regelmatig de voortgang van de cursisten te controleren. Sommigen zullen thuis veel doen, anderen helemaal niets. Houdt het een beetje in de gaten zodat ze het op tijd en goed af krijgen.

 

Terug naar boven

 

Bijlage

 

Voor u als docent voeg ik ook de vragenlijst toe. Deze vragenlijst dient als zelfreflectie voor de cursist.

 

Vragen


Slecht ------------------------------ Goed
0 – 1 – 2 – 3 – 4 – 5 – 6 – 7- 8 – 9 - 10

Ik weet nu meer over de Nederlandse geschiedenis

0 – 1 – 2 – 3 – 4 – 5 – 6 – 7- 8 – 9 - 10

Ik vond het leuk om de taken uit te voeren

0 – 1 – 2 – 3 – 4 – 5 – 6 – 7- 8 – 9 - 10

Ik vond de taken niet moeilijk.

0 – 1 – 2 – 3 – 4 – 5 – 6 – 7- 8 – 9 - 10

Ik kon goed aan de slag met de taken. Ze waren duidelijk.

0 – 1 – 2 – 3 – 4 – 5 – 6 – 7- 8 – 9 - 10

Ik vond de informatie duidelijk en goed te vinden

0 – 1 – 2 – 3 – 4 – 5 – 6 – 7- 8 – 9 - 10

De docent heeft me goed geholpen

0 – 1 – 2 – 3 – 4 – 5 – 6 – 7- 8 – 9 - 10

Ik vond de onderwerpen interessant

0 – 1 – 2 – 3 – 4 – 5 – 6 – 7- 8 – 9 - 10

Het samen werken met de andere cursisten ging goed

0 – 1 – 2 – 3 – 4 – 5 – 6 – 7- 8 – 9 - 10

Een presentatie maken was leuk

0 – 1 – 2 – 3 – 4 – 5 – 6 – 7- 8 – 9 - 10

Een presentatie houden vond ik moeilijk

0 – 1 – 2 – 3 – 4 – 5 – 6 – 7- 8 – 9 - 10

Het zoeken op het Internet ging goed (het kostte me niet veel tijd)

0 – 1 – 2 – 3 – 4 – 5 – 6 – 7- 8 – 9 - 10

Ik wil vaker iets leren op deze manier

0 – 1 – 2 – 3 – 4 – 5 – 6 – 7- 8 – 9 – 10

Een interview houden was moeilijk

0 – 1 – 2 – 3 – 4 – 5 – 6 – 7- 8 – 9 – 10

Een quiz maken was leuk en leerzaam

0 – 1 – 2 – 3 – 4 – 5 – 6 – 7- 8 – 9 – 10

Een dialoog maken en houden vond ik moeilijk

0 – 1 – 2 – 3 – 4 – 5 – 6 – 7- 8 – 9 – 10

Bij het samenwerken heeft iedereen goed meegedaan.

0 – 1 – 2 – 3 – 4 – 5 – 6 – 7- 8 – 9 – 10

 

Terug naar boven

?

  • Het arrangement Nederlandse Geschiedenis is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    E i Kiwijs Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
    Laatst gewijzigd
    2018-06-12 14:10:42
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 3.0 Nederlands licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    De Nederlandse geschiedenis is rijk en uitgebreid.
    Leerniveau
    VWO 2; VO; HAVO 1; HAVO; VWO 1; VWO; HAVO 2;
    Leerinhoud en doelen
    Nederlands; Geschiedenis;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    0 uur en 50 minuten
    Trefwoorden
    geschiedenis, nederlandse geschiedenis

    Gebruikte Wikiwijs Arrangementen

    Team Wikiwijs. (z.d.).

    Sjabloon Webquest

    https://maken.wikiwijs.nl/28246/Sjabloon_Webquest