Politiek en Burgerschap Niveau 3/4

Politiek en Burgerschap Niveau 3/4

Wat versta jij onder Politiek?

Hoe zit Nederland bestuurlijk in elkaar?
Als opwarmer bekijken we de onderstaande videofragmenten


 

 


Het nut van stemmen



Links? - Midden? - Rechts? - ergens tussen in?

Progressief? - neutraal? - Conservatief?

Klik op onderstaande link. Het krantenartikel gaat erder in op deze begrippen.

 

Open bestand Het politiek spectrum

Opdracht 1: bestuurlijke lagen

Bestuurlijke lagen:


Vul het werkblad in en gebruik de links
die bovenin in het werkblad staan.

 Verzamel de antwoorden van de gemaakte opdracht in een portfolio, bij voorkeur digitaal.


 

Open bestand Werkblad drie bestuurslagen


In Nederland kennen we een meerpartijenstelsel. Op dit moment zijn de volgende partijen vertegenwoordigd in de Tweede Kamer.

Huishoudboekje Nederland 2012

Huishoudboekje van Nederland

Op Prinsjesdag presenteert het kabinet de rijksbegroting en het Belastingplan voor het komende jaar.
Het ‘Huishoudboekje van Nederland’ geeft je op een interactieve manier inzicht in de inkomsten en uitgaven
van de Rijksoverheid.
Het huishoudboekje geeft je antwoord op vragen als ‘wat zijn de inkomsten van de overheid en waar geeft
de overheid geld aan uit én hoeveel’. Hoeveel geld wordt er bijvoorbeeld uitgegeven aan volksgezondheid,
onderwijs, sociale zekerheid, maar ook aan rente over de staatsschuld.

Klik op de onderstaande link voor een overzicht

Open bestand Prinsjesdag 2012

Open bestand Prinsjesdag 2011

Opdracht 2a: Prinsjesdag

Prinsjesdag

De grote landelijke dagbladen publiceren speciale Prinsjesdag- of Rijksbegrotingdossiers op hun websites.
Ook de NOS en het Ministerie van Financiën publiceren Prinsjesdagdossiers.
Deze dossiers zijn eigenlijk websites in zichzelf. Ze bevatten de nodige rubrieken en pagina’s.
De dossiers herbergen zoveel informatie dat je er moeiteloos een paar scripties mee kunt vullen.
De publicatie op internet heeft voordelen, want de dossiers blijven vaak lange tijd opvraagbaar.

1. Oriënteer je via internet op de Prinsjesdagdossiers van twee landelijke dagbladen,
    de NOS en het Ministerie van Financiën. > klik op de link: overheid 

2. Beantwoord vervolgens de onderstaande vragen.

a. Wat zijn volgens de Prinsjesdagdossiers de meest opvallende en spraakmakende onderdelen
    uit de regeringsplannen voor het komende jaar?

b. Naar aanleiding van de vorige vraag: leggen de nieuwsdossiers die jij hebt geraadpleegd nog verschillende
    accenten als het om de meest spraakmakende regeringsplannen gaat?

c. Ga vervolgens na hoe de regering deze onderdelen feitelijk verwoord heeft in de troonrede en de miljoenennota.
    Hiervoor moet je de originele teksten van beide beleidsstukken gebruiken.

d. Vermeld tenslotte per onderdeel het commentaar van twee landelijke dagbladen.

Let erop dat je in je antwoord je feiten en commentaar zo veel als mogelijk van elkaar onderscheidt.

3. De Miljoenennota.

a. Kies een thema uit de rijksbegroting/miljoenennota dat je interesseert en beschrijf in je eigen woorden
   de maatregelen die de regering op dat gebied voorstelt.

b. Zoek op hoe politieke partijen en maatschappelijke groeperingen op deze voorgestelde maatregelen reageren.
    Noteer tenminste twee uiteenlopende reacties.

c .Geef je eigen beargumenteerde mening over deze voorgestelde maatregelen.


Wat lever je in?

Antwoorden op de vragen 1 t/m 3 en opnemen in je portfolio

Opdracht 2b: wie beslist dat?

Deze opdracht gaat over de manieren waarop je invloed uit kunt oefenen op politieke besluiten. Invloed uitoefenen kan op verschillende manieren. Je kunt stemmen op een politieke partij en zo je stem laten gelden. Je kunt ook op een heel andere manier invloed hebben, bijvoorbeeld door ergens tegen te protesteren of een organisatie steunen die namens jou de aandacht op een bepaalde zaak richt (b.v. Greenpeace)

De eerste manier noemen we formele participatie, de tweede manier informele participatie. We zetten de manieren waarop je invloed kunt uitoefenen even op een rijtje:

Formele participatie
1. Je stem uitbrengen op een politieke partij tijdens de verkiezingen.
Verkiezingen zijn er op vier niveaus:
- Landelijk
- Provinciaal
- Gemeentelijk
- Europees niveau
2. Lid worden van een politieke partij (en wellicht zelf gekozen worden in b.v. de gemeenteraad).
3. Het oprichten van een politieke partij

Informele participatie
4. Zelf (of met een groep) actie voeren en de publiciteit zoeken.
5. Een organisatie steunen die actie voert en de publiciteit zoekt.

 

Opdracht
Voer de drie opdrachten (A, B en C) uit.

A. Zoek zelf een actueel probleem
Wat gebeurt er in de praktijk? De praktijk is in dit geval jouw leefwereld: jouw buurt, jouw stad, jouw land. Verzamel een politieke/maatschappelijke problemen die actueel is. Sla de krant open, kijk naar actualiteitenprogramma’s op TV, bekijk nieuws- en opiniesites op internet en let ook vooral goed op de dingen die om je heen gebeuren. Op deze manier kun je in korte tijd veel politieke en maatschappelijke problemen tegenkomen. Op welk probleem wil je dieper ingaan?

B. Kies een probleem en doorloop het stappenplan.
Stap 1. Bestudeer het zelfgekozen politiek probleem of het bijgevoegde 'voorbeeld' probleem: hondenpoep.
Stap 2. Op welke wijze raakt dit probleem jouw leven?
Stap 3. Welke mening heb je hierover?
Stap 4. Wie neemt hierover beslissingen, welke van de besluitvormingsorganen?
Stap 5. Hoe kun je invloed uitoefenen op de besluitvorming rond dit probleem? Gebruik je de formele of informele weg.

C. Kom zelf in actie
Hoe kun je nu zelf in actie komen. Geef een voorbeeld.

Voorbeeld: Hondenpoep

Hondenpoep

Jamira wordt in haar straat vaak gevraagd als kinderoppas . Als ze met de kinderen buiten speelt komt het regelmatig voor dat een van de kinderen in de hondenpoep heeft gestaan. Jamira kan dan weer aan de slag met het schoonmaken van die viezigheid. Hoe kan het dat daar gepoept mag worden zo kunnen die kinderen nergens in het gras spelen of tussen de struiken. Waarom laten ze daar de honden uit, wie heeft dat verzonnen, of mag het eigenlijk helemaal niet ? Kortom hoe zit dat?

 

Opdracht:
Schrijf een advies voor Jamira. Hoe zou ze iets kunnen veranderen aan deze situatie? Op welke manier(en) kan ze invloed uitoefenen? Wat is volgens jou de beste manier en waarom? Hoe werkt die manier dan precies? Onderzoek dit en leg het daarna op een duidelijke manier uit.

Voor de docent


 

Aantekeningen/informatie voor deze les kun je halen uit: Nieuw Schokland van Deviant

Deel 1: Politiek Domein, hoofdstuk 2

Onderwerpen: democratie, grondrechten


1. Een probleem analyseren

Politiek gaat ons allemaal aan.

In de krant staat dat jongeren te veel alcohol drinken. Dat is schadelijk voor hun gezond­heid. De vraag is: wat kunnen we hiertegen doen? Moet de leeftijdsgrens voor het drin­ken van alcohol omhoog? Moet het verboden worden voor supermarkten om alcoholhou­dende dranken te verkopen? Of moeten alcoholhoudende dranken flink duurder worden? Of moeten we misschien helemaal niets doen? Je kunt ook vinden dat het de verantwoor­delijkheid is van de ouders om te voorkomen dat hun kinderen te veel drinken.

Elke dag zie je dit soort vragen in de actualiteit. Het zijn vragen waar mensen verschil­lende antwoorden op geven. Maar wie heeft er nu gelijk? En wie bepaalt wat er dan gaat gebeuren?

Het voorbeeld hierboven heeft te maken met politiek. Er zijn veel mensen die denken dat politiek alleen in 'Den Haag' plaatsvindt. Zij denken bij politiek alleen aan de regering en de Tweede en Eerste Kamer. Dat is niet juist. Politiek is veel breder dan 'Den Haag'. Politiek heeft te maken met de manier waarop we met elkaar beslissingen nemen. Voor­dat je een beslissing neemt, moet je goed nadenken over het probleem. Je moet zelf een mening vormen. En dat is niet altijd eenvoudig.

Uitwerking begrippen

Hulpmiddelen/bronnen/links  


Uitwerking begrippen

analyse: Iets onderzoeken door het in ‘stukjes’ te delen.
mening: Het idee dat je hebt over iets of iemand.
oordeel: Je mening over iets of iemand.

Opdracht 3: Een probleem analyseren

Analyseren.

Maak opdracht 1 uit de opdrachtenbundel behorend bij het thema: "Een probleem analyseren" .
Gebruik hiervoor:
- Krantenartikel 1 en krantenartikel 2 of
- je kiest zelf 2 digitale krantenartikelen, deze moet je wel extra aan de opdracht toevoegen.

Deze opdracht is een onderdeel van het totale portfolio over het thema "Politiek en Burgerschap" van LLB.

Verzamel de antwoorden van de gemaakte opdrachten in een portfolio, bij voorkeur digitaal.

krantenartikel 1

Mogelijk tweede kat beschoten in Eibergen
zaterdag 30 juli 2011 | 16:21 | Laatst bijgewerkt op: zondag 31 juli 2011 | 20:06


EIBERGEN - In Eibergen is mogelijk een tweede kat beschoten. Terug van een korte vakantie trof de zestienjarige Nick Paul donderdag zijn pas éénjarige Moon zwaargehavend aan op het dak van de volière in zijn achtertuin. Het dier moest bij de dierenarts worden ingeslapen.

Zijn kop was helemaal opgezwollen en aan de binnenkant van zijn kaak was het zwart. Het stonk heel erg”, heeft Nick enkele dagen na het incident nog steeds verdriet. „We hebben hem naar de dierenarts gebracht. Hij kon ons niet vertellen wat er gebeurd kon zijn. Bij een aanrijding verliest een kat vaak zijn nagels, maar dat was bij Moon niet het geval.”

De kat van Nick Paul was door een verbrijzelde kaak zo gehavend dat hij moest worden ingeslapen. Zaterdagochtend werd het dier begraven. „Vlak daarvoor lieten buren ons de krant zien, waarin werd geschreven over een doodgeschoten kat aan de Vreegraven. Die mensen wonen bij ons in de buurt en Moon wandelde ook graag rond die plek bij de Berkel. Ook moet het tussen ons vertrek op maandag en thuiskomst op donderdag zijn gebeurd, want toen we weggingen mankeerde Moon niets.”

De familie Paul heeft aangifte gedaan bij de politie. Maandag wordt volgens Nick verder onderzoek gepleegd naar de doodsoorzaak van Moon. Bij de politiewoordvoerder is dit weekeinde nog niets bekend over het mogelijke tweede geval van dierenmishandeling in Eibergen.

 

link naar het artikel

 

krantenartikel 2

Probleemkinderen eerder opgemerkt
zaterdag 13 augustus 2011 | 06:00

DEN HAAG - ProKid, een methode om ontsporende kinderen van onder de twaalf vroegtijdig te signaleren, te registreren en door te verwijzen, lijkt succesvol.

Om een beter beeld te krijgen van risicojongeren is vorig jaar in de politieregio's Gelderland-Midden, Brabant-Zuidoost, Hollands Midden en Amsterdam-Amstelland een proef gedraaid met het systeem. Zij hebben nauwgezet de delicten van kinderen bijgehouden. Omdat kinderen onder de twaalf (twaalfminners genoemd) strafrechtelijk niet kunnen worden vervolgd, werden gevallen van kindercriminaliteit voorheen niet geregistreerd. Deze kinderen kwamen daardoor niet altijd terecht bij instanties als Jeugdzorg. Door gebrek aan registratie bestaat kindercriminaliteit op papier niet.

Evaluatie
Hoeveel er zijn en hoe ernstig hun delicten zijn, is dus onbekend. Uit een evaluatie van het ministerie van Justitie blijkt dat in het laatste kwartaal van 2010 in deze vier regio's in totaal 1542 kinderen zijn aangemeld, omgerekend zijn dat landelijk zo'n zesduizend meldingen per jaar.
Het ministerie van Justitie schat bovendien dat tussen de 460 en 808 kinderen hiervan nog niet in beeld waren bij hulpverlening, maar wel degelijk hulp nodig hebben.

ProKid
ProKid kan voorkomen dat kinderen door de mazen van het net glippen. "Het gaat zowel om meldingen waarin kinderen als verdachte van een strafbaar feit geregistreerd staan, als om meldingen waarbij ze bijvoorbeeld slachtoffer zijn geweest, of waar sprake is van kindermishandeling", zegt onderzoekster Lotte Loef van DSP-groep die in opdracht van het ministerie de evaluatie uitvoerde.

"Het doel is kinderen onder de twaalf jaar die (op basis van de registraties in politiesysteem) risico lopen of in een risicovolle situatie wonen, vroegtijdig te signaleren en door te verwijzen naar Jeugdzorg."

Delicten
Onder de delicten waaraan de 'twaalfminners' zich schuldig maken, vallen onder meer winkeldiefstal, brandstichting, mishandeling en dierenmishandeling. Voor die vergijpen krijgen de kinderen geen straf.Loef: "Op basis van ProKid worden geen sancties uitgedeeld. Twaalfminners zijn niet strafrechtelijk vervolgbaar. Doorverwijzing, in ernstige situaties zelfs naar de Raad voor de Kinderbescherming, is daarom belangrijk."

Meldingen
De meldingen die het systeem ProKid doet, worden iedere week ververst. Als zich geen nieuwe feiten voordoen, verdwijnt de melding na een jaar uit de lijst. Bureau Jeugdzorg meldt de politie wel wat er met de zorgmelding is gebeurd.
Of ProKid landelijk wordt ingevoerd, wordt dit najaar besloten. De betrokken politiekorpsen noch het ministerie van Justitie willen uitspraken doen over de evaluatie.

Link naar het artikel

 

Voor de docent


Aantekeningen/informatie voor deze les kun je halen uit: Nieuw Schokland van Deviant

Deel 1: Politiek Domein, hoofdstuk 1

Onderwerp: besluitvorming


2. Standpunten vergelijken en keuzes maken

 

Hoe kom je tot een mening?

1. Meningen worden beïnvloed door de manier waarop je waarneemt
2. Meningen worden bepaald door je referentiekader
3. Meningen worden bepaald door de groep waartoe je behoort
4. Meningen worden bepaald door de cultuur waar je deel van uit maakt

 

Wat doe jij?

 

Een groep reageert als een lid van die groep zich 'anders' gaat gedragen. Een groep vindt het namelijk belangrijk een eenheid te vormen. Leden die afwijken moeten zich maar bij een andere groep aansluiten. Dat is een probleem als je ais lid van een groep een ander standpunt gaat innemen dan de rest van de groep. Als het een hechte groep is, zulten de andere groepsle­den druk op je gaan uitoefenen. Ze laten je links liggen, praten niet meer met je, maken verve­lende opmerkingen, etc.

En dan komt het erop aan: blijf je bij je mening of pas je je aan?

Mening beruby

Uitwerking begrippen

 

Hulpmiddelen/bronnen/links  


Uitwerking begrippen

beginselpartij: Politieke partij waarvan het beleid gebaseerd is op vaste principes.
bestuurderspartij: Politieke partij die Kamerleden, ministers, burgemeesters en andere bestuurders levert.
christen-democratie: Politieke beweging die streeft naar een democratische maatschappij op christelijke grondslag.
conservatief: Behoudend; wil alles laten zoals het nu is.
kandidaatstelling: Kenbaar maken in je politieke partij dat je gekozen wilt worden.
liberalisme: Politieke stroming die op democratische beginselen zo veel mogelijk vrijheid van handelen voor alle mensen nastreeft. links: Andere term voor progressief.
one-issuepartij: Partij die zich profileert op één onderwerp.
politieke partij: Organisatie die zich bezighoudt met het politieke leven.
politieke stroming: Groep van politieke partijen die ongeveer dezelfde opvattingen heeft over de manier waarop een land bestuurd moet worden.
pragmatisme: De opvatting dat men zijn handelen niet moet laten bepalen door een zakelijke beoordeling van de feiten. pressiegroep: Groep die druk uitoefent op politici om zaken op te pakken.
progressief: Veranderingsgezind.
rechts: Andere term voor conservatief.
regeerprogramma: Afspraken tussen partijen die de regering vormen over belangrijke politieke onderwerpen die geregeld moeten worden.
socialisme: Politieke stroming die onder andere streeft naar een gemeenschappelijke voorziening in de behoeften van de mensen.
verkiezingsprogramma: Programma waarmee een politieke partij de verkiezingen ingaat. Bevat punten waarvoor zij oplossingen heeft bedacht.

 

 

 

Opdracht 4a: Vooroordelen

Artikel 1 uit de Grondwet

Allen die zich in Nederland bevinden, worden in gelijke gevallen gelijk behandeld. Discriminatie wegens godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht of op welke grond dan ook, is niet toegestaan.


 

Vooroordelen test

Bij de Grote Vooroordelen en Discriminatietest kun je vaststellen hoe je zelf in het leven staat. Er komen thema's aan bod als
terrorisme, religie, werken etc. Zaken die in de maatschappij
een belangrijke rol spelen.

De test bestaat uit 24 foto's. Door bij elke foto te kiezen uit vier mogelijkheden kun je bij jezelf testen of je neigingen hebt tot
vooroordelen of discriminatie.De antwoorden moeten binnen een bepaalde tijd worden gekozen. Je moet in het begin misschien
even wennen aan de manier van vragen stellen.

Aan het eind krijg je per onderdeel informatie over de keuzes die je hebt gemaakt.
Het maken van de test duurt 5 minuten

opdracht:

Doe de test en maak een copy van de uitslag. Voeg deze toe aan je portfolio.

De grote vooroordelen en discriminatie test


Opdracht 4b: Redeneren vanuit principes

           

    

 


Politieke stromingen

1. Beschrijf 5 politieke stromingen.
2. Geef van elke stroming 2 voorbeelden.
3. Wat is het verschil tussen een Progressieve partij en een Conservatieve partij?
4. 
Hieronder staat een aantal uitspraken van politieke partijen. Noteer bij elke uitspraak bij welke politieke stroming die hoort, je kunt kiezen tussen het liberalisme, de sociaaldemocratie, de christen­democratie, het sociaafliberalisme en het rechts-extremisme.

uitspraak

                                  politieke stroming

1
Allochtonen moeten niet alleen integreren, ze moeten zich volledig aanpassen aan onze cul­tuur. Als ze dit niet doen, moeten ze direct het land uitgezet worden.

  1

2
Mensen die veel verdienen moeten procentu­eel veel meer belasting betalen dan mensen die minder verdienen.

 2

3
Het wettelijk minimumloon moet worden afge­schaft. Werknemers en werkgevers moeten zelf afspraken maken over de lonen.

 3

4
Het verhuren van kamers moet aantrekkelij­ker gemaakt worden voor huiseigenaren door huurders minder huurbescherming te geven.

 4

5
De overheid moet strengere regels maken die ervoor zorgen dat er minder ongelukken plaatsvinden op het werk.

 5

6
Het probleem van het voetbalvandalisme is alleen op te lossen door een inspanning van ouders, school, supportersverenigingen en verder alle organisaties die op een of andere manier bij het voetbal betrokken zijn.

 6

7
Het ongeboren leven moet beschermd worden. Er moet een hele strenge abortuswet komen.

 7

     

 Verzamel de antwoorden van de gemaakte opdrachten in een portfolio, bij voorkeur digitaal.

Opdracht 5: standpunten vergelijken en keuzes maken

Maak de volgende opdrachten uit de opdrachtenbundel behorend bij het thema: "Standpunten vergelijken en keuzes maken".

opdracht 1. Ja
opdracht 2. Ja
opdracht 3. Ja
opdracht 4. Ja
opdracht 5. Ja (kiescompas of een vergelijkbare site)
opdracht 6. Nee, alleen bij verkiezingen
opdracht 7. Ja

Deze opdracht is een onderdeel van het totale portfolio over het thema "Politiek en Burgerschap" van LLB.

Verzamel de antwoorden van de gemaakte opdrachten in een portfolio, bij voorkeur digitaal.
  

Voor de docent


Aantekeningen/informatie voor deze les kun je halen uit: Nieuw Schokland van Deviant

Deel 1: Politiek Domein, hoofdstuk 3

Onderwerpen: politieke stromingen


3. Stemmen

De meest stemmen gelden

Nederland is een democratie. Burgers in Nederland mogen indirect meepraten over het bestuur van het land; Besluiten worden genomen als de meerderheid van de door de bur­gers gekozen vertegenwoordigers het met zo'n besluit eens is.

Voordat er een: besluit wordt genomen, heb­ben de volksvertegenwoordigers de moge­lijkheid:: om met elkaar over het onderwerp te discussiëren. Meestal zijn er verschillende meningen over een bepaald onderwerp, iedereen kan deelnemen aan de discussie en argu­menten inbrengen. Nadat de argumenten uit­gewisseld zijn, moet er een besluit worden genomen.

 

 

In een democratie beslist de meerderheid. Maar dat betekent niet dat de minderheid gewoon pech heeft gehad. Democratie houdt ook in dat er rekening wordt gehouden met minderheden. Een besluit mag niet discrimi­nerend zijn voor een minderheid. Democratie gaat niet alleen om de macht van het getal (de helft + 1). Er moet ook zoveel mogelijk rekening worden gehouden met het belang van de hele bevolking.

 



 

Uitwerking begrippen

 Hulpmiddelen/bronnen/links 


actief kiesrecht: Het recht om te gaan stemmen.
Commissaris van de Koningin: Hoogste bestuurder in de provincie; voorzitter van het college van gedeputeerde staten. democratie: Staatsvorm waarbij het volk zichzelf regeert en vrij zijn meningen en wensen kan uiten.
dictatuur: Staatsvorm onder leiding van iemand die zich tot alleenheerser heeft uitgeroepen en die zijn onderdanen geen vrijheden toestaat.
directe democratie: Staatsvorm waarbij het volk zichzelf bestuurt zonder tussenkomst van volksvertegenwoordigers.
directe verkiezingen: Verkiezingen zonder tussentrap.
Eerste Kamer: Een van de twee onderdelen van de Staten-Generaal.
Europese Commissie: Het dagelijks bestuur van de Europese Unie.
Europees Parlement: De gekozen volksvertegenwoordiging van de Europese Unie.
Europese Raad: Vergadering van de presidenten en/of ministerpresidenten van de lidstaten van de EU.
Europese Unie: Samenwerkingsverband tussen 27 Europese landen.
formatie: Vorming van een regering.
fractie: Groep gekozen volksvertegenwoordigers van dezelfde partij.
fractievoorzitter: Voorzitter van de groep gekozen volksvertegenwoordigers.
gedeputeerde staten: Bestuurders van de provincie; vormen samen met de CvK het college van gedeputeerde staten. gemeenteraad: Gekozen volksvertegenwoordigers in een gemeente.
gezag: Bevoegdheid om beslissingen te nemen.
grondrechten: Rechten die door de Grondwet worden gewaarborgd.
indirecte democratie: Staatsvorm waarbij het volk zichzelf regeert via gekozen volksvertegenwoordigers.
indirecte verkiezingen: Verkiezingen door vertegenwoordigers die eerder gekozen of aangewezen zijn; verkiezingen met een tussenstap.
kandidatenlijst: Lijst met namen van mensen die gekozen willen worden.
lijsttrekker: Eerste op de lijst van kandidaten.
lijstduwer: Laatste op de lijst van kandidaten; meestal een bekende Nederlander die veel stemmen kan trekken.
macht: Vermogen om iets te doen.
ministerraad: Vergadering van alle ministers samen onder leiding van de minister-president.
monarchie: Staatsvorm met een koning aan het hoofd.
motie van wantrouwen: Uitspraak van de Kamer waarin het beleid van een minister wordt afgekeurd.
parlement: Volksvertegenwoordiging.
parlementaire democratie: Bestuur via gekozen volksvertegenwoordigers.
passief kiesrecht: Het recht om gekozen te worden.
provinciale staten: Gekozen volksvertegenwoordigers in de provincie.
recht van amendement: Recht van een volksvertegenwoordiger om een wijzigingsvoorstel te doen op een begroting.
recht van enquête: Recht van het parlement om een onderzoek te (laten) doen.
recht van initiatief: Recht van een volksvertegenwoordiger om een wetsvoorstel in te dienen.
recht van interpellatie: Recht van een volksvertegenwoordiger om tijdens een debat een vraag te stellen aan een collega of aan een minister.
rechtsstaat: Staatsvorm die het recht als hoogste gezag handhaaft.
referendum: Volksraadpleging. regering: Alle ministers en de koning(in).
republiek: Staatsvorm met een president aan het hoofd.
staat: Een door een geordend gezag geregeerd volk. stembureau: Plaats waar men tijdens verkiezingen kan stemmen.
Tweede Kamer: Een van de twee onderdelen van de Staten-Generaal.
verkiezingsprogramma: Programma waarmee een politieke partij de verkiezingen ingaat. Bevat punten waarvoor zij oplossingen heeft bedacht.
volkssoevereiniteit: Situatie waarin het hoogste gezag bij het volk berust.
voorkeurstemmen: Stemmen die op een bepaalde persoon zijn uitgebracht.
vragenrecht: Het recht van een volksvertegenwoordiger om (schriftelijke) vragen te stellen aan een bewindspersoon.

Opdracht 6: veel meningen 1 besluit

1. Geef van de volgende uitspraken aan of zij juist of onjuist zijn.

juist / onjuist:  In een democratie heeft de meerderheid altijd gelijk.
juist / onjuist:  In een democratie geldt het recht van de sterkste.
juist / onjuist:  In een democratie is uiteindelijk de burgerde baas.
juist / onjuist:  In een democratie wordt een beslissing pas genomen als iedereen het ermee eens is.

 



2.
Wie heeft er geen actief kiesrecht?

a. Peter, 22 jaar, Nederlander en woonachtig in Londen.
b. Ercan, 23 jaar, Nederlander en woonachtig in Leiden.
c.
Suzanne, 17 jaar, Nederlander en woonachtig in Roermond, lid van de PvdA.
d. Johan, 33 jaar, Nederland er en verblijvend in een gevangenis in Amsterdam.



3.
Hieronder staan twee kolommen met begrippen of kenmerken. Verbind met pijlen de begrippen of kenmerken uit de linker- en rechterkolom met elkaar. 

actief kiesrecht

 

het recht om gekozen te worden

Eerste Kamer

 

150 leden

het 'gezicht' van een politieke partij

 

Provinciale Staten

provincie

 

stelsel van evenredige vertegenwoordiging

stem op nummer 5 van de kieslijst s

 

lijsttrekker

hoe meer stemmen, hoe meer zetels

 

75 leden

passief kiesrecht

 

kiesdeler

parlement

 

voorkeurstem

het aantal stemmen dat nodig is om één zetel te halen

 

Staten-Generaal

Tweede Kamer

 

het recht om te stemmen

 

 


4. Vul het ontbrekende woord in:

Het________________________ kiesrecht is het recht om te gaan stemmen. Personen van mini-

maal _______________________ jaar mogen deelnemen aan de Tweede Kamerverkiezingen. Het

______________________ kiesrecht is het recht om gekozen te worden. Politieke partijen schrijven

zich in voor de verkiezingen in een of meer____________________ 

De 'aanvoerder' van elke poli
tieke partij tijdens de verkiezingen wordt ook de_______________ genoemd.

Een stem op
een andere kandidaat dan de 'aanvoerder' van de partij is een___________________________ .

In Nederland kiezen de kiesgerechtigde burgers hun vertegenwoordigers. Er is dan sprake van een

____________________  democratie.

 

Opdracht 7. stemmen

 

Maak de volgende opdrachten uit de opdrachtenbundel behorend bij het thema: "Stemmen".

 

Gemeenteraadverkiezingen
Opdracht 1. Nee
Opdracht 2. Nee
Alternatieve opdracht, hieronder beschreven:
Opdracht 1. Zoek uit wat de zetelverdeling is in de gemeenteraad van jou gemeente
Opdracht 2. Wat speelt er op dit moment in jou gemeente wat veel aandacht krijgt van zowel de burger als de politiek
Opdracht 3. Welke mening heb jij daarover. Met welke partij komt dat het meest overeen?
Opdracht 4. Gemeenteraadverkiezingen
Maak een printscreen van de uitkomst.
Opdracht 5: Waarom ben je het met de uitslag eens/oneens?


Tweede Kamerverkiezingen
Opdracht 1. Nee
Opdracht 2. Nee
Alternatieve opdracht, hieronder beschreven:
Opdracht 1. Zoek uit wat de zetelverdeling is in de Tweede Kamer
Opdracht 2. Tweedekamerverkiezingen Maak een printscreen van de uitkomst.
Opdracht 3: Waarom ben je het met de uitslag eens/oneens?

 

Provinciale Staten verkiezingen
Opdracht 1. Nee
Opdracht 2. Nee
Alternatieve opdracht:
Opdracht 1:  Provincialestatenverkiezingen Maak een printscreen van de uitkomst.
Opdracht 2: Waarom ben je het met de uitslag eens/oneens?

Europese Parlementsverkiezingen
Opdracht 1. Nee
Opdracht 2. Nee
.

Verzamel de antwoorden van de gemaakte opdrachten in een portfolio, bij voorkeur digitaal.

Voor de docent

Aantekeningen/informatie voor deze les kun je halen uit: Nieuw Schokland van Deviant

Deel 1: Politiek Domein, hoofdstuk 4

Onderwerpen: verkiezingen

4. Meepraten en meebeslissen

uitwerking begrippen

 Hulpmiddelen/bronnen/links 


Uitwerking begrippen

actiegroep: Groep mensen die zich aaneengesloten heeft om een bepaald doel te bereiken.
belangengroep: Groep mensen die een gezamenlijk belang heeft.
bezwaar: Bedenking of tegenwerping.
buitenparlementaire actie: Actie die niet via de volksvertegenwoordiging loopt.
demonstratie: Gezamenlijk optreden van een partij of van een volksmenigte om haar mening te laten horen.
inspraak: Gelegenheid om zijn mening of wensen kenbaar te maken.
memorie van toelichting: Toelichting op een wetsvoorstel.
milieuorganisatie: Groep mensen die zich inzetten voor het behoud van het milieu.
onderhandeling: Onderlinge bespreking om tot een overeenkomst te komen.
one-issuebeweging: Groep mensen die zich speciaal richt op één onderwerp.
oppositie: Partij in het parlement die zich verzet tegen de regerende meerderheid.
pressiegroep: Groep mensen die druk probeert uit te oefenen op het parlement of de regering.
publieke opinie: Dat wat de meerderheid van de mensen vinden.
regering: Alle ministers en de koning(in).
sociale beweging: Groep mensen die zich inzet om de regering te bewegen om sociale problemen op te lossen.
volksvertegenwoordiger: Iemand die gekozen is in de gemeenteraad, provinciale staten, de Tweede of Eerste Kamer of in het Europees Parlement.
vredesbeweging: Georganiseerd streven naar een algemene duurzame vrede.
wetsvoorstel: Concept van een wet zoals die aan de volksvertegenwoordiging wordt voorgelegd.

Opdracht 8. Meepraten en meebeslissen

Maak de volgende opdrachten uit de opdrachtenbundel behorend bij het thema: "Meepraten en meebeslissen".

Opdracht 1. 
Opdracht 2.
Opdracht 3. Nee, als alternatief: 
Binnen aoc-oost locatie Enschede is in 2010 een studentenraad op gericht en in 2011 weer ontbonden.
Reden; geen belangstelling vanuit de mbo niveau 4 studenten.
Heb je belangstelling en vind je het belangrijk dat je gehoord wordt neem dan contact op met Dhr. Oosterom
roosterom@aoc-oost.nl

Stel er komt toch een mbo studentenraad:
Beschrijf een situatie op school waar jij onvrede over hebt. Deze situatie moet reëel en duidelijk beschreven zijn 
zodat de mbo-studentenraad hier mee aan de slag kan.
Je mag deze odracht ook met meerdere personen maken

Verzamel de antwoorden van de gemaakte opdrachten in een portfolio, bij voorkeur digitaal.
  

Open bestand mbo studentenraad

Voor de docent


Bespreek met de studenten het nut en de noodzaak van een studentenraad.

Gebruik onderstaande voor aantekeningen/informatie:

1 Is een deelnemersraad hetzelfde als een studentenraad?
2 Wat is medezeggenschap?
3 Wat is en doet een studentenraad?
4 Welke rechten heeft de
studentenraad?
5 Wat is een medezeggenschapsstatuut?
6 Wat is een reglement voor de deelnemersraad?
7 Voorzieningen van een studentenraad

8 De mbo-verbeterkit
9 De nieuwe wet medezeggenschap
10
Studentenraad oprichten
11 Good practice: de studentenraad van ROC A12


Portfolio en afsluiting

Portfolio:

De antwoorden van onderstaande opdrachten bundelen in 1 (Word) document.
Gebruik een voorpagina met daarop je naam en de titel "Politiek en Burgerschap"

Voorkeur digitaal.

1. Opdrachten 1 en 2: Wat versta jij onder ploitiek
2. Opdracht 3: Een probleem analyseren + uitwerking begrippen
3. Opdrachten 4 en 5: Standpunten vergelijken en keuzes maken  + uitwerking begrippen
4. Opdrachten 6 en 7: Stemmen + uitwerking begrippen
5. Opdracht 8: Meepraten en meebeslissen + uitwerking begrippen


Toets:
Kennisvragen: Kennischeck (uitwerkingen begrippen)
Inzichtvragen: over portfolio


De container politiek is behaald als: 

- het portfolio is beoordeeld met een 5,5 of hoger of een Voldoende of Goed
- de toets is beoordeeld met een 5,5 of hoger

Open bestand Format Beoordeling LL&B

Format Portfoilo


Klik op de onderstaande link als je gebruik wilt maken van het standaard format.


 

Open bestand format portfolio politiek.docx