Inhoud en doel
Werken is in Nederland goed geregeld. Welke voorzieningen zijn hiervoor getroffen? Wat zijn de rechten en plichten van zowel de werkgever als de werknemer? In dit arrangement leer je de betekenis van een aantal begrippen en ga je met deze begrippen aan de slag.
Opdrachten
De volgende opdrachten komen in dit arrangement aan bod:
1 Zie jij ze zitten?
2 Samen sta je sterk
3 Loonstrookje: altijd leuk?!
4 Gezond werken
5 Bepaal het zelf
6 Toets de ander
7 Kijk het na
Verdieping
Deze opdrachten volgen elkaar op. Lees ze eerst door, dan weet je wat er allemaal moet gebeuren en kun je je aanpak bedenken.
De docent zal verdere afspraken maken over de planning etc. en afspreken of je de verdieping ook gaat doen.
1 Zie jij ze zitten?
Opdracht 1a
Print het document hieronder uit en zoek in de woordzoeker de volgende woorden op:
- Arbowet
- Collectieve arbeidsovereenkomst
- Individuele arbeidsovereenkomst
- Medezeggenschap
- Sociale wetgeving
- Sociale partners
- Vakbonden
- Verzorgingsstaat
- Werkgeversbescherming
- Werknemersbescherming
Opdracht 1b
Schrijf daarna in de tabel ook de betekenis van de woorden. Zoek deze zo nodig op. Lever het document in bij de docent.
Extra voor de docent:
Laat de leerlingen elkaars antwoorden bekijken of neem de begrippen klassikaal door.
2 Samen sta je sterk
In Nederland zijn er organisaties, ook wel vakbonden genoemd, die de belangen van werknemers of werkgevers behartigen. Samen sta je namelijk veel sterker dan alleen.
Opdracht 2
Onderzoek in tweetallen welke werknemersorganisatie en werkgeversorganisaties er zijn. Schrijf bij elk van de organisaties op hoe ze ontstaan zijn, wat hun doel is en wat ze precies doen. Maak hiervan een digitaal overzicht en lever dit in bij jouw docent.
Tip: kijk voor informatie eens op de volgende websites:
- http://vakbond.startpagina.nl/
- http://vakbond.startpagina.nl/
- http://nl.wikipedia.org/wiki/Werkgeversorganisatie
3 Loonstrookje: altijd leuk?!
Als je op dit moment al werkt krijg je waarschijnlijk elke maand een loonstrookje. Heb je dit loonstrookje al eens goed bekeken? Er staat niet alleen je bruto en nettoloon op, maar ook welke belastingen en premies je betaalt.
Opdracht 3
Neem je meest recente loonstrookje. Als je deze niet hebt vraag er dan één aan iemand die je kent. Ga hier vertrouwelijk mee om!
Bekijk het loonstrookje en maak een overzicht van de belastingen en premies die je betaalt. Schrijf op waarvoor deze zijn. Lever je antwoorden in bij de docent.
Tip: bekijk deze websites voor uitleg van de onderdelen:
- http://www.salaris-informatie.nl/index.php/diversen/uitleg-loonstrook
- http://www.werkgeversinstituut.nl/read/uitleg_salarisstrook_2010
4 Gezond werken
In Nederland zijn er verschillende wetten ingevoerd die de arbeidsomstandigheden voor werknemers hebben verbeterd.
Opdracht 4a
Combineer de onderstaande wetten met het juiste jaartal van invoering.
1. Arbeidswet |
A. 1874 |
2. Arbowet |
B. 1919 |
3. Kinderwet |
C. 1934 |
4. Veiligheidswet |
D. 1983 |
Bron: Context
Opdracht 4b
Neem bij deze vraag als je zelf al werkt, dit werk als uitgangspunt. Anders analyseer je het werk dat iemand anders uit je omgeving doet. Analyseer welke risico’s er zijn op het werk en hoe je risico’s kleiner kunt maken. Analyseer welke rechten en plichten de werknemer heeft en hoe het werkklimaat is.
Maak vervolgens een ‘job-aid’. Een job-aid is een hulpmiddel voor op het werk. In deze opdracht maak je een job-aid , waarin je heel snel kunt zien op welke punten gelet moet worden voor goede en gezonde arbeidsomstandigheden. Wees creatief, maak bijvoorbeeld een poster die op het werk opgehangen kan worden.
Verwerk in jouw job-aid onder andere:
- Waarna moet de organisatie streven op het gebied van veiligheid
- Wat zijn de verplichtingen van de werknemer op het gebied van veiligheid
- Gedragsregels
- Werkdruk
- Welzijn
- Rechten en plichten werknemer
Als je deze begrippen nog niet goed kent, zoek ze dan op. Lever je antwoorden van vraag a en jouw job-aid in bij de docent.
Extra voor de docent:
Laat de leerlingen elkaars job-aid bekijken en discussiëren over de verschillen. Zo leren ze waar anderen aan denken bij goede en gezonde arbeidsomstandigheden.
5 Bepaal het zelf
Er zijn twee verschillende individuele arbeidsovereenkomsten: de arbeids-overeenkomst voor bepaalde tijd en de arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd.
Arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd
Bij een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd is de datum van opzegging vooraf vastgelegd. Op de datum van opzegging wordt het dienstverband beëindigd. Andere woorden voor deze overeenkomst zijn een tijdelijke aanstelling en een tijdelijk contract.
Arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd
Bij een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd heeft de werknemer een vast contract of een vaste aanstelling. In het contract is dan opgenomen hoe de opzegging van de overeenkomst geregeld is. Een werknemer kan het contract altijd opzeggen (rekening houdend met de bepaalde opzegtermijn). De werkgever mag het contract niet zomaar opzeggen. Hij moet gegronde redeneren hebben om het contract te verbreken, zoals wangedrag of fraude van de werknemer. (bron: profi-leren LB)
Opdracht 5a
Stel jouw ideale arbeidsovereenkomst op. Maak in jouw arbeidsovereenkomst onderscheid tussen primaire en secundaire arbeidsvoorwaarden.
Tip: bekijk de volgende websites voor voorbeeld arbeidsovereenkomsten:
- http://www.arbeidsovereenkomst.nl/voorbeeld-arbeidsovereenkomst
- http://www.dentalinfo.nl/artikelen/t0/n238/voorbeeld-arbeidsovereenkomst.html
Opdracht 5b
Bekijk jouw gemaakte arbeidsovereenkomst nu eens door de ogen van een directeur. Ben je als directeur wel blij met deze overeenkomst? Leg uit waarom wel of waarom niet. Geef ook aan wat je zou veranderen aan de arbeidsovereenkomst als je directeur zou zijn. Lever dit samen met de arbeidsovereenkomst in bij jouw docent.
6 Toets de ander
Opdracht 6a
Maak voor je klasgenoten een toets. Maak bijvoorbeeld een multiple-choice toets, of een toets met open vragen. Je kunt ook een aantal vragen maken, waarbij de antwoorden een kruiswoordpuzzel vormen. Maak ook een antwoordvel, zodat de vragen gemakkelijk na te kijken zijn. Geef ook aan hoeveel punten er met een vraag te verdienen zijn. Zorg ervoor dat de volgende begrippen terugkomen:
- Arbowet
- Collectieve arbeidsovereenkomst
- Individuele arbeidsovereenkomst
- Medezeggenschap
- Sociale wetgeving
- Sociale partners
- Vakbonden
- Verzorgingsstaat
- Werkgeversbescherming
- Werknemersbescherming
Lever de toets en het antwoordvel in bij jouw docent.
Tip: kijk eens op de volgende site voor het maken van een kruiswoordpuzzel: http://www.onderwijsmaakjesamen.nl/kruiswoordpuzzel/
Opdracht 6b
Maak nu de toets van een klasgenoot. Lever de antwoorden in bij jouw docent.
7 Kijk het na
Opdracht 7
Kijk nu de antwoorden op de door jou ontwikkelde toets na. Geef een cijfer. Bespreek de toets met degene die hem invulde.
Verdieping
Vroeger hadden de werknemers van een bedrijf weinig of niets te zeggen over wat er met het bedrijf gebeurde. Tegenwoordig weten we dat werknemers veel beter presteren als ze betrokken worden bij de beslissingen die binnen een bedrijf genomen worden. Het is tegenwoordig zelfs verplicht om een ondernemingsraad (OR) te vormen bij organisaties die meer dan 50 medewerkers in dienst hebben. Zo krijgen de werknemers ook medezeggenschap.
Verdiepingsopdracht
Bekijk onderstaand filmpje. Zijn jullie het ook wel eens niet eens met zaken die op school gebeuren? Overleg met de klas waar jullie het niet mee eens zijn en laat je stem horen! Overleg met de docent hoe jullie dit het beste kunnen doen.
Verwijzing naar methoden
Onderstaande informatie is verstrekt door de betreffende uitgevers. Over methoden die niet in het overzicht genoemd worden, is geen informatie ontvangen (oktober 2011).
Uitgeverij
|
Methode
|
Verwijzing
|
Edu'Actief
|
Context!
|
Context!: - Thema 3.2 - Thema 3.3
|
Noordhoff Uitgevers
|
Connect
|
Projecten van Connect: - Afspraak is afspraak - Ethiek - Pesten, treiteren en stangen - Samenwerken - Werken voor jezelf - Heb ik daar recht op? - Voor wat hoort wat - Werkloos, lekker relaxed?
|
ThiemeMeulenhoff
|
Spring
|
Spring-thema's: - Regels, procedures en wetgeving - Je rechten en plichten kennen - De arbeidsmarkt verkennen - Afspraken maken en nakomen - Informatie vinden - Vragen stellen
|
|
Inzicht
|
Leerwerkboek INZICHT: - Hoofdstuk 7 Werknemer
|
Docentinformatie
Inleiding
Dit arrangement voor Burgerschap is ontwikkeld in het kader van de uitbouw en groei van het gebruik van Wikiwijs.
Hiervoor is onder andere ook een leerlijn ontwikkeld en opgenomen in Wikwijs. Deze leerlijn is gebaseerd op het nieuwe brondocument voor schooljaar 2011-2012. Hierin zijn de kerntaken en werkprocessen vervallen.
Dit arrangement is onderdeel van een serie arrangementen die in dit kader voor de (nieuwe) leerlijn LB, het domein Burgerschap, zijn ontwikkeld. Zie hieronder: Overzicht bouwplan met de ontwikkelde arrangementen voor Burgerschap en hun inhoud.
Niveau
Dit arrangement is geschikt voor alle mbo niveaus. Voor de BBL wordt aangegeven welke opdrachten eventueel kunnen vervallen gezien het aantal SBU en het verschil in doelgroep.
SBU
Basisdeel voor niveau 3 / 4 = ongeveer 17 SBU (inclusief verdieping). BBL kunnen opdrachten indien gewenst vervallen; dit staat aangegeven bij de opdrachten, het aantal SBU vermindert daarmee dan ook.
Voorbereiding
De leerlingen gaan in dit arrangement onder andere een loonstrookje analyseren. Zorg ervoor dat ze deze op het juiste moment bij zich hebben.
Opbouw van het arrangement
Alle basisarrangementen zijn opgebouwd volgens het didactisch principe van oriënteren – verwerven - bestendigen – terugkijken.
Opdrachten
1 Zie jij ze zitten (1 SBU)
Dit is een inleidend onderwerp om de leerlingen te laten ontdekken wat een aantal begrippen betekenen die van belang zijn voor dit arrangement.
(Verkennen)
2 Samen sta je sterk (1 SBU)
De leerlingen gaan onderzoeken welke werknemers- en werkgeversorganisaties er zijn. Ze zoeken op hoe ze ontstaan zijn, wat hun doel is en wat ze precies doen.
(Ontdekken en analyseren)
3 Loonstrookje: altijd leuk?! (1 SBU)
Aan de hand van een loonstrookje gaan de leerlingen analyseren welke belastingen en premies ze moeten betalen. Ook moeten ze aangeven waarvoor deze belastingen en premies zijn.
(onderzoeken en analyseren)
4 Gezond werken (3 SBU)
De leerlingen gaan een ‘job-aid’ maken voor op hun werk of voor op het werk van iemand anders. De job-aid gaat over zaken waarop moet worden gelet voor goede en gezonde arbeidsomstandigheden.
(analyseren en toepassen)
5 Bepaal het zelf (1 SBU)
De leerlingen gaan een eigen arbeidsovereenkomst opstellen. Daarna gaan ze deze arbeidsovereenkomst bekijken vanuit de ogen van een directeur. Zo ontdekt de leerlingen dat er verschillende belangen zijn in de relatie tussen werknemer en werkgever.
(Toepassen) (alleen BOL)
6 Toets de ander (3 SBU)
De leerlingen gaan met de opgedane kennis een toets ontwikkelen voor klasgenoten. Vervolgens testen ze hun eigen kennis door de toets van een ander te maken.
(Toepassen)
7 Kijk het na (1 SBU)
De leerlingen gaan de antwoorden nakijken en met elkaar de toets bespreken. Hierdoor kunnen ze nog meer van elkaar leren.
(Evalueren)
Verdieping (+/- 6 SBU)
Als verdieping kunnen de leerlingen hun stem laten horen in de school. Zorg voor goede begeleiding.
(Toepassen)
Beoordeling
- Analyse loonstrookje
- Job-aid
- Arbeidsovereenkomst
- Toets
Antwoorden:
Bronnen
- Context
- Profi-leren
Colofon
Dit arrangement is ontwikkeld in het kader van Loopbaan en Burgerschap als focusvak voor Wikiwijs.
Opdrachtgevers: Ruud de Moor Centrum, Heerlen & Kennisnet, Zoetermeer
Ontwikkeld door: Van de Graaf, Amstelveen