Webquest - Anders tellen
Wij vinden het heel normaal dat we tot tien kunnen tellen. Maar wat als je nu eens tot twee zou tellen, of tot acht, of tot 16?
In deze webquest ga je op zoek naar andere talstelsels en hun toepassingen. Je leert ook hoe je met deze andere getallen kunt rekenen.
Hexadecimale kleurcodes
1. Inleiding
Wij vinden het heel normaal dat we tien cijfers hebben en dat we daarmee kunnen rekenen. Toch is dat niet vanzelfsprekend. Soms is het juist handig als je maar twee cijfers hebt, of juist zestien. In deze webquest ga je ontdekken hoe ons getalsysteem werkt en hoe dat ook met andere systemen kan.
Om deze webquest te kunnen maken moet je redelijk abstract kunnen denken en is het handig als je vrij goed kunt hoofdrekenen en cijferen (=rekenen met pen en papier). Je rekenmachine laat het hier namelijk al snel afweten!
De quest is vooral interessant voor leerlingen die een beroep in de ICT willen, omdat daar de meeste toepassingen liggen. Maar voor iemand die gewoon graag rekent is het natuurlijk ook interessant.
Het doel is dat je leert nadenken over rekenmethodes en getallen. Je leert ook om 'out-of-the-box' te denken.
Deze webquest ga je gebruiken om een werkstuk voor het vak wiskunde te maken. Houd dat ook in je achterhoofd als je ermee bezig bent. Het moet een serieus werkstuk worden waarmee je laat zien wat je kunt en weet.
2. Taak
Je gaat een werkstuk maken over talstelsels. Daarbij kun je zelf bepalen waar je de nadruk op legt.
In elk geval lever je uiteindelijk twee dingen in:
- Een werkstuk van 4 tot 6 bladzijdes A4
en naar keuze
- Een handleiding rekenen in een vreemd talstelsel (niet 2-, 10- of 16-tallig!)
of
- Een zelfgeschreven computerprogramma dat rekent in een vreemd talstelsel (niet 2-, 10- of 16-tallig!)
De eisen die gesteld worden vind je terug bij Werkwijze en bij Beoordeling.
3. Werkwijze
- Oriëntatie (1-2 uur)
- Ga op internet of in boeken op zoek naar informatie over talstelsels (gebruik de Bronnen!) en maak aantekeningen van sites die je misschien wilt gebruiken
- Kies een invalshoek die je wilt gebruiken voor je werkstuk. Dat kan bijvoorbeeld een toepassing zijn, of een bepaald talstelsel, maar andere dingen zijn ook mogelijk. Bedenk in ieder geval een goede hoofdvraag en schrijf die op
- Schrijf op waarom je juist voor dit onderwerp kiest
- Onderzoek (2-3 uur)
- Bedenk een aantal (stuk of 4) goede deelvragen bij je onderwerp
- Zoek met behulp van je deelvragen zoveel mogelijk informatie over je onderwerp. Maak goede aantekeningen over welke bronnen je gebruikt
- Maak hiervan een verslag voor in je werkstuk. Denk ook aan bijpassende afbeeldingen
- Kies wat je gaat maken. Een rekenhandleiding (stap 3) of een programma (stap 4). Als je een programma gaat schrijven moet je al wat ervaring hebben met programmeren. Het programmeren zal meestal ook meer tijd kosten.
- Maak een rekenhandleiding (4-6 uur)
- Maak een keuze voor een talstelsel. De veel voorkomende zoals het 2-, 10- en 16-tallig stelsel mag je hiervoor niet gebruiken
- Zoek uit hoe je in dit stelsel kunt optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en delen
- Probeer berekeningen uit en laat ze eventueel door je leraar controleren
- Schrijf een uitleg met voorbeelden waarmee je duidelijk maakt hoe je in het gekozen talstelsel kunt rekenen (in elk geval optellen, aftrekken en vermenigvuldigen)
- Maak er iets moois van
- Schrijf ook een verslagje over het maken van de handleiding
- Maak een computerprogramma (6-10 uur)
- Maak een keuze voor een talstelsel. De veel voorkomende zoals het 2-, 10- en 16-tallig stelsel mag je hiervoor niet gebruiken
- Kies een programmeertaal (zie bronnen)
- Schrijf een programma dat getallen binnen het gekozen talstelsel kan optellen, aftrekken en vermenigvuldigen. Probeer je programma zo duidelijk mogelijk te houden
- Het programma moet je zowel als broncode als in toegankelijke vorm (gecompileerd) inleveren
- Schrijf ook een verslagje over het maken van het programma
- Werkstuk afwerken (1-2 uur)
- Voeg je onderwerpskeuze, je onderzoek naar het onderwerp, je rekenhandleiding of je programma en het verslagje van het maken van je handleiding of programma bij elkaar
- Geef elk onderdeel een passende titel
- Schrijf een slothoofdstukje met daarin een samenvatting en terugblik op de hele webquest. Besteed hierin aandacht aan wat goed en minder goed ging en wat je een volgende keer anders zou doen.
- Maak een overzichtelijke bronnenlijst
- Maak een inhoudsopgave
- Maak een voorpagina
- Inleveren (minder dan 1 uur)
- Ga na of alles aan de eisen voldoet (zie Beoordeling)
- Lever alles vóór de afgesproken datum in.
4. Bronnen
Wikipedia - informatie over talstelsels (goede start)
Convertworld - omzetting in verschillende talstelsels
J.P. Hogendijk - beetje geschiedenis van getallen
Programmeren (allemaal in het Engels!):
Java - veel gebruikte taal, ook op internet
C++ - veel gebruikte taal, vooral onder programmeurs
FREEBasic - ouderwetse, maar wel eenvoudigere taal
5. Beoordeling
Hierbij tellen de volgende factoren mee:
- De rekenhandleiding
- het moet kloppen
- duidelijkheid
- goede voorbeelden
- eventuele extra's (delen, breuken o.i.d.)
of het programma
- het moet werken en kloppen
- helderheid van het programma (lay out)
- vormgeving en gebruiksvriendelijkheid
- eventuele extra's (delen, breuken o.i.d.)?
- Het werkstuk:
verplichte onderdelen:
- onderwerpskeuze
- achtergrondinformatie
- verslag van het maken van het programma of de handleiding
- evaluatie van de hele webquest
- bronnenoverzicht
ook wordt gelet op:
- vormgeving voorpagina
- passende kopjes
- passende afbeeldingen
- taalgebruik en spelling
6. Docentpagina
| Onderwerp |
getalstelsels |
| Schooltype |
VMBO-T, HAVO, VWO |
| Doelgroep |
4T of 3HV |
| Vakgebieden |
rekenen, wiskunde, informatica |
| Aantal personen |
1 o f 2 leerlingen |
| Totale tijd |
10 tot 15 klokuren |
Deze webquest wordt gebruikt bij wijze van werkstukopdracht in 4vmbo-t en in 3 havo-vwo. De leerlingen van onze school doen staatsexamens en hebben daarom geen formeel PTA. Aangezien de staatsexamencommissie het maken van vakwerkstukken niet langer beoordeelt, hebben wij besloten dit zelf ter hand te nemen zodat leerling toch voldoende voorbereid naar vervolgonderwijs kunnen.
