Ga op internet of in boeken op zoek naar informatie over talstelsels (gebruik de Bronnen!) en maak aantekeningen van sites die je misschien wilt gebruiken
Kies een invalshoek die je wilt gebruiken voor je werkstuk. Dat kan bijvoorbeeld een toepassing zijn, of een bepaald talstelsel, maar andere dingen zijn ook mogelijk. Bedenk in ieder geval een goede hoofdvraag en schrijf die op
Schrijf op waarom je juist voor dit onderwerp kiest
Onderzoek (2-3 uur)
Bedenk een aantal (stuk of 4) goede deelvragen bij je onderwerp
Zoek met behulp van je deelvragen zoveel mogelijk informatie over je onderwerp. Maak goede aantekeningen over welke bronnen je gebruikt
Maak hiervan een verslag voor in je werkstuk. Denk ook aan bijpassende afbeeldingen
Kies wat je gaat maken. Een rekenhandleiding (stap 3) of een programma (stap 4). Als je een programma gaat schrijven moet je al wat ervaring hebben met programmeren. Het programmeren zal meestal ook meer tijd kosten.
Maak een rekenhandleiding (4-6 uur)
Maak een keuze voor een talstelsel. De veel voorkomende zoals het 2-, 10- en 16-tallig stelsel mag je hiervoor niet gebruiken
Zoek uit hoe je in dit stelsel kunt optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en delen
Probeer berekeningen uit en laat ze eventueel door je leraar controleren
Schrijf een uitleg met voorbeelden waarmee je duidelijk maakt hoe je in het gekozen talstelsel kunt rekenen (in elk geval optellen, aftrekken en vermenigvuldigen)
Maak er iets moois van
Schrijf ook een verslagje over het maken van de handleiding
Maak een computerprogramma (6-10 uur)
Maak een keuze voor een talstelsel. De veel voorkomende zoals het 2-, 10- en 16-tallig stelsel mag je hiervoor niet gebruiken
Kies een programmeertaal (zie bronnen)
Schrijf een programma dat getallen binnen het gekozen talstelsel kan optellen, aftrekken en vermenigvuldigen. Probeer je programma zo duidelijk mogelijk te houden
Het programma moet je zowel als broncode als in toegankelijke vorm (gecompileerd) inleveren
Schrijf ook een verslagje over het maken van het programma
Werkstuk afwerken (1-2 uur)
Voeg je onderwerpskeuze, je onderzoek naar het onderwerp, je rekenhandleiding of je programma en het verslagje van het maken van je handleiding of programma bij elkaar
Geef elk onderdeel een passende titel
Schrijf een slothoofdstukje met daarin een samenvatting en terugblik op de hele webquest. Besteed hierin aandacht aan wat goed en minder goed ging en wat je een volgende keer anders zou doen.
Maak een overzichtelijke bronnenlijst
Maak een inhoudsopgave
Maak een voorpagina
Inleveren (minder dan 1 uur)
Ga na of alles aan de eisen voldoet (zie Beoordeling)