Sociaal cultureel Burgerschap

Sociaal cultureel Burgerschap

1. Wie ben ik?

Bouwstenen van je identiteit

"Het hebben van een gevoel van identiteit" >>>> Het gevoel of idee dat jij jezelf heel goed kent.

Toch zeggen je naam, huidskleur, lengte, gewicht of nationaliteit wel degelijk iets over jouw iden­titeit, je ouders zien uiterlijke kenmerken van zichzelf in jou terug, een teken dat je 'bij elkaar hoort'. En je vriendje of vriendinnetje valt op je mooie blauwe ogen of je gitzwarte haar. Deze 'harde feiten' van jou zeggen iets over de groep waar jij bij hoort, en over jouw positie binnen die groep.

Die optelsom is voor iedereen weer iets anders, maar mensen hebben veel gemeen.
Volgens sommige psychologen bestaat de 'persoonlijk­heidsstructuur' van de mens uit verschillende onderdelen:

> ons 'instinct': onze biologische driften, zoals seksuele lust, angst, agressie, intuïtie (voorgevoel);
> ons 'verstand' en de mogelijkheid tot 'waarne­ming' (niet alleen iets kunnen zien, maar ook een betekenis 
   kunnen geven aan datgene wat je ziet;
> ons 'geweten' en ons 'ideaal': regels, geboden en doelstellingen die we ons eigen maken in de loop van ons leven.

ledereen heeft een eigen persoonlijkheid. De een is rationeel ingesteld, de ander is een gevoels­mens. Bovendien beïnvloedt je omgeving de ontwikkeling van je persoonlijkheid. Ons ver­standelijk vermogen en ons geweten moeten worden gevoed door onze omgeving. Vanaf je eerste levensdag begint de ontwikke­ling van je persoonlijkheid.

Wie zijn persoon­lijkheid ontwikkelt, krijgt een eigen identiteit.

Klassenopdracht

Maak een groep van 4 en selecteer de groep op basis van:

* lengte  of
* haarkleur of
*
kleding of

* geloof of
* studiekeuze of
* geslacht of
*  ....... wees eens creatief


 

We bekijken het filmpje LENGTE?  klik hier

1. Waar gaat de film over?
2. Wat vind je van het "lengte" verhaal?
3. Hoe kies jij een partner?
    - waar moet hij/zij aan voldoen en waarom
    - wat vind jij belangrijk aan het uiterlijk
    - welke karaktereigenschappen zijn voor jou belangrijk
4. Wat waren de verschillen of overeenkomsten in opvattingen binnen je groep?

 


 

 

Opdracht 1: Waarden en Normen

Doe de test

Opdracht 1:
Wat zijn eigenlijk jouw waarden en normen?
Klik HIER voor de waarden en normen test.

Maak een printscreen of screendump van de uitslag van de waarden en normen test en sla deze op. Voeg deze toe aan je portfolio. 

 Waarden

Normen

Eerlijkheid

Niet liegen

Beleefdheid

Met twee woorden spreken

Netheid

Geen vuil achter laten

Verdraagzaamheid

Anderen niet kwetsen

Redelijkheid

Niet ‘muggenziften’

Betrouwbaarheid

Afspraken nakomen

Gehoorzaamheid

Niet stiekem je zin doordrijven

Vrijheid

Geen verplichtingen aangaan

Gezondheid

Niet roken

Opdracht 2: Wie ben ik?

Maak de volgende opdrachten uit de opdrachtenbundel behorend bij het thema: "Wie ben ik?".

opdracht 1. Neen: Vervangende opdracht: klassikale opdracht "lengte"
opdracht 2. Ja
opdracht 3. Ja
opdracht 4. Ja
opdracht 5. Ja
opdracht 6. Ja

Deze opdracht is een onderdeel van het totale portfolio over Sociaal-Cultureel Burgerschap van LLB.

Verzamel de antwoorden van de gemaakte opdrachten in een portfolio, bij voorkeur digitaal.

uitwerking begrippen

 


hulpmiddelen/bronnen/links


Uitwerking begrippen

status: Je aanzien in de maatschappij.
socialisatie: De maatschappelijk normen en waarden overbrengen.
relatie: De verhouding tussen mensen.
opvoeding: Verzorgen en zorgen zodat iemand goed gedrag ontwikkelt.
presentatie: De manier waarop iets naar buiten wordt gebracht.
zelfkennis: Kennis van het eigen innerlijk.
institutie: Collectief gedragspatroon dat zich heeft ontwikkeld zoals de etiquette en sociale gebruiken.
dominante cultuur: De heersende cultuur in een land noemen we de dominante cultuur.
klassenmaatschappij: Samenleving waarin de verschillen tussen maatschappelijke klassen zich duidelijk aftekenen. massamedia: Communicatiemiddelen die een groot deel van de bevolking bereiken, zoals radio, tv en internet.
statussymbool: Zaak waarvan het bezit geldt als teken van bepaalde maatschappelijke rang die in aanzien is.
gezin: Ouders met hun kinderen, vrouw of man en kinderen.
leefvorm: De manier van leven, bijvoorbeeld samenwonend of getrouwd.
sociale redzaamheid: Als je jezelf kunt redden in de samenleving. persoonlijkheid: Een geheel eigen karakter.
cultuur: De wijze waarop een maatschappij haar normen en waarden inricht.
waarden: Iets wat belangrijk wordt geacht.
subcultuur: Een kleine groep die een manier van leven heeft volgens bepaalde normen en waarden, ze druisen in tegen die van de heersende cultuur.
westerse cultuur: De heersende cultuur in o.a. West-Europa, Amerika, Nieuw-Zeeland, Australie, Canada.
sociale groepen: De samenleving bestaat uit verschillende sociale groepen die globaal genomen een eigen levensstijl hebben. De grenzen tussen deze groepen zijn vaag en het is niet zo dat de ene groep beter is dan de andere.
meergeneratiehuishouding: Een huishouden waarin meerdere generaties wonen, zoals opa en oma, vader en moeder en kinderen.
lat-relatie: Samenlevingsvorm van twee mensen waarbij de partners ieder een eigen huis hebben.
identiteit: Persoonlijkheid.
levensbeschouwing: Oordeel over het doel en de zin van het menselijk bestaan.
aanleg: Aangeboren talent.
normen: Datgene dat volgens afspraak normaal is en waarop dingen beoordeeld worden.
tegencultuur: Culturele stroming van kritische jongeren die in veel opzichten het tegendeel zijn van de traditionele cultuur.
niet-westerse cultuur: Een cultuur die afwijkt van de heersende cultuur van o.a. West-Europa, Amerika, Nieuw-Zeeland, Australie, Canada.

 

voor de docent


Aantekeningen voor deze les kun je halen uit: Nieuw Schokland van Deviant

Deel 5: sociaal Cultureel Domein, hoofdstuk 1 en 2

Onderwerp: oa. socialisatie, conditionering, immitatie, identificatie, bouwstenen identiteit


 

2. Met wie leef ik samen?


De Nederlandse samenleving is de laatste vijftig jaar sterk veranderd. Eén van die veran­deringen heeft te maken met de samenstelling van de Nederlandse bevolking. Vijftig jaar geleden had Nederland een 'blanke' bevolking. Nu hebben we een multiculturele samen­leving waar mensen met verschillende huidskleur en verschillende afkomst wonen. Wie de geschiedenis van Nederland bestudeert, komt tot de ontdekking dat er door de eeuwen heen altijd al buitenlanders naar ons land zijn gekomen. Vaak waren dat men­sen die moesten vluchten. Nederland stond erom bekend dat het gastvrij en verdraag­zaam was. Die vele buitenlandse invloeden heeft Nederland veel economisch voordeel opgeleverd.

 

De grote vooroordelentest.

Opdracht 3: Met wie leef ik samen?

Maak de volgende opdrachten uit de opdrachtenbundel behorend bij het thema: "Met wie leef ik samen?".

opdracht 1. Ja
opdracht 2. Ja
opdracht 3. Ja
opdracht 4. Ja
opdracht 5. Ja
opdracht 6. Ja
opdracht 7. Ja
opdracht 8. Ja
opdracht 9. Ja
opdracht 10. Ja (individueel)

Deze opdracht is een onderdeel van het totale portfolio over  "Sociaal-Cultureel Brugerschap?" van LLB.

Verzamel de antwoorden van de gemaakte opdrachten in een portfolio, bij voorkeur digitaal.
 

Uitwerking begrippen

 


hulpmiddelen/bronnen/links



Uitwerking begrippen

multiculturele samenleving: Een samenleving waarin verschillende culturen samenleven.
westerse allochtonen: Mensen die zelf of van wie ten minste een van de ouders is geboren in een Westers land.
integreren: Opnemen van personen van een andere cultuur in een samenleving.
emigratie: Verhuizing uit het eigen land. vluchteling: Iemand die een gebied, stad of land is ontvlucht.
demografie: De beschrijving van het volk door aantal geboortes, huwelijken enzovoort.
groepsgerichte cultuur: Een cultuur waarin het gezin, de familie en eventueel de samenleving centraal staat.
stereotype: Vaststaand begrip of idee.
autochtonen: Oorspronkelijke bewoner van een land.
niet-westerse allochtonen: Mensen die zelf of van wie ten minste een van de ouders is geboren in Afrika, Azië, Latijns-Amerika en Turkije.
assimileren: Zich aanpassen.
gastarbeiders: Uit het buitenland afkomstige arbeider.
economische vluchtelingen: Vluchtelingen die om economische redenen zoals armoede hun land verlaten.
vergrijzing: Een steeds groter percentage bejaarden krijgen.
individugerichte cultuur: Een cultuur die is gericht op het individu. Een persoon neemt zelf beslissingen en handelt op grond van zijn eigen keuzes.
discriminatie: Onderscheid maken ten nadele van een ander.
allochtonen: Mensen die oorspronkelijk uit een ander land komen.
etnische minderheid: Een bevolkingsgroep die op basis van ras in een land in de minderheid is.
immigratie: Gaan wonen in een ander land.
gezinsvorming: Het stichten van een gezin.
gezinshereniging: Het weer verenigen van gezinsleden die gescheiden leven.
ontgroening: Een beproeving die potentiële nieuwe leden van een (studenten)organisatie of vereniging tijdens hun verplichte introductietijd moeten doorstaan, voordat ze officieel kunnen worden ingewijd.
vooroordeel: Een voorbarig, meestal ongunstig oordeel.
racisme: Uitingen vanuit het idee dat het ene ras beter is dan het andere.

 

voor de docent


Aantekeningen/informatie voor deze les kun je halen uit: Nieuw Schokland van Deviant

Deel 5: sociaal Cultureel Domein, hoofdstuk 7

Onderwerp: oa. Nederlandse koloniën, motieven van migratie, etc


3. Normen en waarden

Wat is respect?

RESPECT 2 ALL

Respect2AII is een onafhankelijke stichting met als doel: 'het bevorderen van verdraagzaamheid, dia­loog, begrip en wederzijds respect in Nederland'.
Respect is het accepteren van diversiteit (het ver­schillend zijn). Diversiteit kan betrekking hebben op van aües: religie, opvoeding, cultuur of seksua­liteit, bijvoorbeeld. Respect benadrukt de gelijkwaar­digheid tussen mensen, ondanks of juist dankzij de verschillen.

Respect is een onderdeel van onszelf, van de manier waarop we in het dagelijks leven staan en met ande­ren omgaan. Je kunt de ander verwijten dat je geen respect krijgt. Maar je kunt ook bij jezelf stilstaan. Misschien is het gebrek aan respect dat je ervaart wel een reactie op je eigen houding. Als je stilstaat bij deze laatste optie en de 'hand in eigen boezem steekt', ben je al een heel eind op weg. Respect is een proces waarbij iedereen actief betrokken is. We staan open voor de ander. We waarderen verschillen tussen mensen om ook zelf gewaardeerd te worden. Het respecteren van anderen wil niet zeggen dat we uit het oog verliezen wie we zelf zijn.

Kort samengevat betekent respect:
>      Het openstaan voor en de acceptatie van diversi­teit (het 'anders' zijn);
>      Waarderen van de verschillen in de mens;
>      Niet discrimineren van minderheidsgroepen;
>      'Gewoon' beleefd zijn tegen anderen.

Bron: www.respect2ail.nl

Opdracht 4: Normen en waarden

Maak de volgende opdrachten uit de opdrachtenbundel behorend bij het thema: "Normen en Waarden?".

opdracht 1. Ja
opdracht 2. Ja
opdracht 3. Ja
opdracht 4. Ja
opdracht 5. Nee
opdracht 6. Ja
opdracht 7. Ja
opdracht 8. Ja
opdracht 9. Nee
opdracht 10. Nee

Deze opdracht is een onderdeel van het totale portfolio over Sociaal-Cultureel Burgerschap van LLB.

Verzamel de antwoorden van de gemaakte opdrachten in een portfolio, bij voorkeur digitaal.

Uitwerking begrippen

 


 hulpmiddelen/bronnen/links


 

Uitwerking begrippen

bedrijfscultuur: Het geheel van waarden en normen dat bij een bepaald bedrijf hoort. De manier en wijze waarop men binnen een bedrijf met elkaar omgaat.
beroepsethiek: Waarden en normen op het werk.
cultuur: Onder invloed van opvoeding en andere contacten in de samenleving aangeleerd groepsgedrag en de resultaten daarvan. ethiek: Vragen over goed en kwaad.
ethisch ondernemen: Bij de productie en verkoop van een product of het leveren van een dienst rekening houden met de mens en zijn leefomgeving.
hoofdcultuur: De heersende of dominante cultuur.
integer handelen: Eerlijk en niet omkoopbaar zijn.
klokkenluider: Iemand die zaken die niet door de beugel kunnen openbaar maakt.
norm: Gedragsregel die ervoor moeten zorgen dat we de doelen (de waarden) bereiken die we belangrijk vinden.
waarde: Opvatting/idee over wat goed en wat belangrijk is en wat dus de moeite waard is om nagestreefd te worden. Een zaak dus die mensen waardevol vinden.

Opdracht 5. Grote documenten, kleine regels

1. Zoek op internet artikel 1 van de grondwet en beantwoord de volgende vragen:
    a. noem 1 woord waarmee je artikel 1 van de grondwet samenvat
    b. Welke rol speelt het begrip vrijheid in dit artikel
    c. Waarom is artikel 1 zo belangrijk voor al onze andere wetten?

2. Vrijheid betekent voor veel mensen: doen wat ik zelf goed vind. Maar kan dat altijd zomaar? Moet je aitijd vrij kunnen zijn, of is het soms ook nodig dat iemand je vrijheid beperkt? Vind je dat de onderstaande mensen de vrijheid hebben om te doen wat wordt beschreven? Bekijk het probleem zoveel mogelijk van twee kanten als je je argumenten geeft,

a.  Karel is gek op tuinieren. Hij heeft twee grote bomen in zijn tuin die in de zomer heel goed van pas komen. Dan gaat hij lekker onder de boom zitten met een goed boek. Heerlijk, die verkoeling. Maar de buurman van Karei denkt daar anders over. Deze grote bomen belemmeren de lichtinval in zijn woning. Karei is niet van plan hier iets aan te veranderen. Het is zijn tuin en het zijn zijn bomen. Hij mag toch immers zelf weten wat hij op zijn eigen grond plant.

b. Jeroen zit in een bar en heeft inmiddels al heel wat alcohol gedronken. Hij bestelt nog een biertje, maar de cafébaas zegt dat hij aan jeroen geen bier meer verstrekt. Jeroen vindt het allemaal flauwe­kul. Hij is immers meerderjarig en waar bemoeit de cafébaas zich mee?

c. Michael is 24 jaar en ernstig depressief. Hij zit zo erg in de put dat hij zijn leven wil beëindigen. Michael zegt er goed over nagedacht te hebben.

3. Welke van onderstaande voorbeelden vallen onder de kop wetsovertreding? Geef dat aan met een W. Welke van onderstaande voorbeelden vallen onder de kop asociale gedragingen? Geef dat aan met een A.

 

Asociaal of wetsovertreding?

fietsendiefstal

 

schelden

 

bewust beledigen

 

winkeldiefstal

 

seks als ruilmiddel

 

vandalisme/vernielingen

 

bedreigingen

 

mishandeling/zinloos geweld

 

discrimineren

 

kwaad spreken/haat kweken

 

racisme

 

seksisme

 

openbare dronkenschap

 

voor de docent


Aantekeningen/informatie voor deze les kun je halen uit: Nieuw Schokland van Deviant

Deel 1: Kern van Burgerschap, hoofdstuk 5, 6, 7 en 8

Onderwerp: oa.; individualisering, veranderende maatschappij, emancipatie


4. Politie en justitie

Opdracht 6: Politie en Justitie

Maak de volgende opdrachten uit de opdrachtenbundel behorend bij het thema: "Politie en Justitie?".

opdracht 1. Ja
opdracht 2. Ja
opdracht 3. Ja
opdracht 4. Ja
opdracht 5. Ja
opdracht 6. Ja
opdracht 7. Ja
opdracht 8. Ja
opdracht 9. Nee
opdracht 10. Ja
opdracht 11. Ja

Deze opdracht is een onderdeel van het totale portfolio over Sociaal-Cultureel Burgerschap van LLB.

Verzamel de antwoorden van de gemaakte opdrachten in een portfolio, bij voorkeur digitaal.

Uitwerkingen en begrippen


 hulpmiddelen/bronnen/links


 Uitwerking begrippen

(in alfabetische volgorde)
advocaat: Raadsman of raadsvrouw in juridische aangelegenheden.
bevoegd gezag: Erkend en gekozen of benoemd gezag.
cassatie: In beroep gaan bij de Hoge Raad tegen een beslissing van een lagere rechter.
eiser: Partij of persoon die eist. enkelvoudige kamer:
Rechtscollege met één rechter.
functioneel gezag: Gezag dat is gevestigd op basis van respect.
gedaagde: De persoon die voor de rechter wordt gedaagd.
gerechtshof: Rechtscollege dat hoger beroepszaken van de rechtbank behandelt.
gezag: Groep mensen die zich bezighoudt met het bedenken en uitvoeren van wetten.
hiërarchisch gezag: Gezag dat wordt ontleend aan een hiërarchische positie.
Hoge Raad : Hoogste rechtscollege waar cassatie wordt behandeld.
hoger beroep: Het opnieuw behandelen van een zaak door een hogere rechter.
kantongerecht: Onderdeel van de rechtbank waar een alleensprekende rechter zaken als overtredingen uit het strafrecht, arbeidszaken, huurzaken en zaken onder de € 5000,- behandelt.
macht: Het vermogen om invloed uit te oefenen.
meervoudige kamer: Rechtscollege met drie rechters.
officier van justitie: Vertegenwoordiger van het Openbaar Ministerie in de rechtszaal. De officier van justitie heeft de leiding van het opsporingsonderzoek. Afhankelijk van de resultaten van dit onderzoek zal hij besluiten de zaak te seponeren, een transactie aan te bieden of te dagvaarden. Bij een strafzitting krijgt de officier van justitie het woord voor het zogenaamde requisitoir. De officier van justitie geeft daarin aan welke feiten naar zijn mening bewezen moeten worden verklaard en welke straffen of maatregelen daarvoor moeten worden opgelegd.
Openbaar Ministerie: Onderdeel van het ministerie van Justitie. Geeft leiding aan het opsporingsonderzoek van de politie, vervolgt verdachten, brengt strafvonnissen ten uitvoer en informeert de rechter.
openbare aanklager: Zie officier van justitie.
privaatrecht: Recht dat de rechtsverhoudingen regelt tussen burgers onderling.
rechtbank: Rechtsprekend orgaan dat in eerste aanleg oordeelt over zaken zoals echtscheidingen, misdrijven, geldvorderingen en de meeste bestuursrechtelijke geschillen. Ook wordt met het begrip rechtbank het gebouw aangeduid waarin de rechtbank zetelt.
verzet: Verzoek om een hernieuwd proces omdat gedaagde niet aanwezig kon zijn.
vonnis: Uitspraak bij de rechtbank.

voor de docent


Aantekeningen/informatie voor deze les kun je halen uit: Nieuw Schokland van Deviant

Deel 5: sociaal Cultureel Domein, hoofdstuk 5

Onderwerp: oa. regels en recht


5. Vrijwilligerswerk en vrije tijds besteding

Opdracht 7: Vrijwilligerswerk en vrijetijdsbesteding

Maak de volgende opdrachten uit de opdrachtenbundel behorend bij het thema: "Vrijwilligerswerk en vrijetijdsbesteding".

opdracht 1. Ja
opdracht 2. Nee
opdracht 3. zie bestand hieronder: vrijetijdsbesteding
opdracht 4. Ja
opdracht 5. Ja
opdracht 6. Ja individueel
opdracht 7. alleen a
opdracht 8. alleen a
opdracht 9. Nee
opdracht 10. Ja
opdracht 11. Nee
opdracht 12. Ja

Deze opdracht is een onderdeel van het totale portfolio over Sociaal-Cultureel Burgerschap van LLB.

Verzamel de antwoorden van de gemaakte opdrachten in een portfolio, bij voorkeur digitaal.

Open bestand Vrijetijdsbesteding

Uitwerking begrippen

 

Uitwerking begrippen

levensbeschouwing: Levensvragen over de zin van het leven, het al of niet bestaan van een god of goden en of er een leven na de dood is.
maatschappelijk werk: Hulpverlening bij sociale, materiële of psychische moeilijkheden.
maatschappelijke organisatie: Organisatie die iets voor je kan betekenen op het gebied van levensbeschouwing, maatschappelijke doelen, sport, kunst en cultuur of welzijn.
massamedia: Media waarmee heel veel mensen tegelijk bereikt kunnen worden (bijvoorbeeld televisie).
sociale omgeving: De plaatsen en leefverbanden waar je met andere mensen omgaat.
sociale redzaamheid: Voor jezelf kunnen zorgen in de samenleving.
socialisatie: Een proces waarbij iemand zich de cultuur eigen maakt.
vrije tijd: Tijd waarin je geen verplichtingen hebt.
vrijwilligerswerk: Werk uit vrije wil en zonder daarvoor een geldelijke beloning te ontvangen.
welzijn: Geestelijk welbevinden

Voor de docent


Aantekeningen/informatie voor deze les kun je halen uit: Nieuw Schokland van Deviant

Deel 5: sociaal Cultureel Domein, hoofdstuk 3 en 4

Onderwerp:  individualisering en veranderende maatschappij


Portfolio en afsluiting

voor de leerling

Portfolio:

De antwoorden van onderstaande opdrachten bundelen in 1 (Word) document.
Gebruik een voorpagina met daarop je naam en de titel "Sociaal Cultureel Burgerschap", zie format portfolio.

Voorkeur digitaal.

1. Opdracht 1 en 2: Wie ben ik + uitwerking begrippen + aantekeningen
2. Opdracht 3: Met wie leef ik samen + uitwerking begrippen + aantekeningen
3. Opdracht 4 en 5: Normen en  Waarden + uitwerking begrippen + aantekeningen
4. Opdracht 6: Politie en justitie + uitwerking begrippen + aantekeningen
5. Opdracht 7: vrijwilligerswerk en vrijetijdsbesteding + uitwerking begrippen + aantekeningen


Toets:
Kennisvragen: Kennischeck (uitwerkingen begrippen)
Inzichtvragen: over portfolio


Wanneer is de container behaald:

- Portfolio beoordeeld met een cijfer 5,5 of hoger of beoordeeld met een Voldoende of Goed 
- Toetscijfer is 5,5 of hoger

Open bestand Format portfolio Sociaal Cultureel Burgerschap

Open bestand Format Beoordeling LL&B

Voor de docent

Eindtoets

Format Portfoilo


Klik op de onderstaande link als je gebruik wilt maken van het standaard format.


 

Open bestand format portfolio Sociaal Cultureel Burgerschap.docx