Uitwerking begrippen
multiculturele samenleving: Een samenleving waarin verschillende culturen samenleven.
westerse allochtonen: Mensen die zelf of van wie ten minste een van de ouders is geboren in een Westers land.
integreren: Opnemen van personen van een andere cultuur in een samenleving.
emigratie: Verhuizing uit het eigen land. vluchteling: Iemand die een gebied, stad of land is ontvlucht.
demografie: De beschrijving van het volk door aantal geboortes, huwelijken enzovoort.
groepsgerichte cultuur: Een cultuur waarin het gezin, de familie en eventueel de samenleving centraal staat.
stereotype: Vaststaand begrip of idee.
autochtonen: Oorspronkelijke bewoner van een land.
niet-westerse allochtonen: Mensen die zelf of van wie ten minste een van de ouders is geboren in Afrika, Aziƫ, Latijns-Amerika en Turkije.
assimileren: Zich aanpassen.
gastarbeiders: Uit het buitenland afkomstige arbeider.
economische vluchtelingen: Vluchtelingen die om economische redenen zoals armoede hun land verlaten.
vergrijzing: Een steeds groter percentage bejaarden krijgen.
individugerichte cultuur: Een cultuur die is gericht op het individu. Een persoon neemt zelf beslissingen en handelt op grond van zijn eigen keuzes.
discriminatie: Onderscheid maken ten nadele van een ander.
allochtonen: Mensen die oorspronkelijk uit een ander land komen.
etnische minderheid: Een bevolkingsgroep die op basis van ras in een land in de minderheid is.
immigratie: Gaan wonen in een ander land.
gezinsvorming: Het stichten van een gezin.
gezinshereniging: Het weer verenigen van gezinsleden die gescheiden leven.
ontgroening: Een beproeving die potentiƫle nieuwe leden van een (studenten)organisatie of vereniging tijdens hun verplichte introductietijd moeten doorstaan, voordat ze officieel kunnen worden ingewijd.
vooroordeel: Een voorbarig, meestal ongunstig oordeel.
racisme: Uitingen vanuit het idee dat het ene ras beter is dan het andere.