Uitwerking begrippen
status: Je aanzien in de maatschappij.
socialisatie: De maatschappelijk normen en waarden overbrengen.
relatie: De verhouding tussen mensen.
opvoeding: Verzorgen en zorgen zodat iemand goed gedrag ontwikkelt.
presentatie: De manier waarop iets naar buiten wordt gebracht.
zelfkennis: Kennis van het eigen innerlijk.
institutie: Collectief gedragspatroon dat zich heeft ontwikkeld zoals de etiquette en sociale gebruiken.
dominante cultuur: De heersende cultuur in een land noemen we de dominante cultuur.
klassenmaatschappij: Samenleving waarin de verschillen tussen maatschappelijke klassen zich duidelijk aftekenen. massamedia: Communicatiemiddelen die een groot deel van de bevolking bereiken, zoals radio, tv en internet.
statussymbool: Zaak waarvan het bezit geldt als teken van bepaalde maatschappelijke rang die in aanzien is.
gezin: Ouders met hun kinderen, vrouw of man en kinderen.
leefvorm: De manier van leven, bijvoorbeeld samenwonend of getrouwd.
sociale redzaamheid: Als je jezelf kunt redden in de samenleving. persoonlijkheid: Een geheel eigen karakter.
cultuur: De wijze waarop een maatschappij haar normen en waarden inricht.
waarden: Iets wat belangrijk wordt geacht.
subcultuur: Een kleine groep die een manier van leven heeft volgens bepaalde normen en waarden, ze druisen in tegen die van de heersende cultuur.
westerse cultuur: De heersende cultuur in o.a. West-Europa, Amerika, Nieuw-Zeeland, Australie, Canada.
sociale groepen: De samenleving bestaat uit verschillende sociale groepen die globaal genomen een eigen levensstijl hebben. De grenzen tussen deze groepen zijn vaag en het is niet zo dat de ene groep beter is dan de andere.
meergeneratiehuishouding: Een huishouden waarin meerdere generaties wonen, zoals opa en oma, vader en moeder en kinderen.
lat-relatie: Samenlevingsvorm van twee mensen waarbij de partners ieder een eigen huis hebben.
identiteit: Persoonlijkheid.
levensbeschouwing: Oordeel over het doel en de zin van het menselijk bestaan.
aanleg: Aangeboren talent.
normen: Datgene dat volgens afspraak normaal is en waarop dingen beoordeeld worden.
tegencultuur: Culturele stroming van kritische jongeren die in veel opzichten het tegendeel zijn van de traditionele cultuur.
niet-westerse cultuur: Een cultuur die afwijkt van de heersende cultuur van o.a. West-Europa, Amerika, Nieuw-Zeeland, Australie, Canada.